Wordt nerfstrepenziekte in tulpen door een virusbesmetting veroorzaakt?



Vergelijkbare documenten
Virusziekten bij het gewas Eucomis

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Overdracht van geelziek in Eucomis via zaad

Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Spruitbeschadiging bij hyacinten door de schimmel Fusarium culmorum

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

De werking van Contans tegen sclerotievormende schimmels

De rol van Phytophthora bij scheut- en stengelrot in pioenroos

Grip op ongrijpbare virussen

Stengelrot bij lelie door de schimmel Rhizopus

Factsheet Schadebeeld bladnecrose in Lelie

Bruikbaarheid vacuümtoets bij hyacinten

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag

Burkholderia in gladiolen

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Alternaria bladvlekkenziekte in bolgewassen

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Primair diagnostisch onderzoek aan een onbekende wortelrot bij de bollenteelt van lelies op dekzandgronden

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Duurzame energietechniek

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Aanvullende bestrijding van stengelaaltjes door toevoeging van formaline aan het voorweekwater en kookbad

Alternaria in Zantedeschia

Inventarisatie, voorkoming en bestrijding van fytoplasma en zijn vector in Muscari

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

De gecombineerde rol van ethyleen en het pelmoment in het ontstaan van zuur in tulp. Martin van Dam, PPO Frank Kreuk, Proeftuin Zwaagdijk

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

Wat is voor de leliebroeierij belangrijk te weten over virussen?

Effect van borium op de hardheid van uien. L. van den Brink

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Voorstudie ultrasone geluidsgolven tegen zuur in tulp

Herinplantziekte bij pioenrozen

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Zaadoverdracht van het Strawberry latent ringspot virus in lelie

Virusbeelden Vaste planten

Overleving pepinomozaïekvirus in kleding

Bladval in Prunus - Consultancy

Middelentoetsing tegen zwarte wortelrot (Chalara elegans) in Skimmia.

Behoud meerjarig proefveld organische bemesting

Bloedingsziekte in paardenkastanje.

Warmwaterbehandeling lelie

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Aanzet voor keuring op Dickeya in werkbollen van Delft Blue

Teelt van lelies in goten in de grond in Drenthe, 2012

Lokalisatie van tulpengalmijt op tulpenbollen

Komkommerbontvirus: Overleving tijdens het wassen en veranderingen in het virus

Onderzoek naar mechanische verspreiding van Tulpenvirus X onder praktijkomstandigheden

PlAMV Update en Onderzoek

Onderzoek naar een onbekende bladafwijking in gladiool

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 Werkwijze en opzet bemonstering Geslachten Bedrijven (vaste plantenkwekers) Zo

Biologie en bestrijding van de frambozenschorsgalmug

Oriënterend onderzoek naar de oorzaak van het ontstaan van bastknobbels in laanbomen op de kwekerij.

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Californische trips in lelie

VERGADERING : COMMISSIE TEELTAANGELEGENHEDEN DATUM : 22 OKTOBER 2010 AGENDAPUNT : 7 BIJLAGE : 6b ADDITIONELE PROJECTEN 2010 EN INLEIDING

Gewasgezondheid in relatie tot substraatsamenstelling (Input-output Fase IV)

Augustaziek bij tulp. Eindrapportage Inzicht in de symptoomontwikkeling van Augustaziek tijdens de bolproductie en broeierij

Impatiens-vlekkenvirus in Phalaenopsis

PSTVd (aardappelspindelknolviroïde) in Dahlia

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers. Casper Slootweg

Toetsontwikkeling op virussen in Zantedeschia

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Komkommerbontvirus en overdracht via insecten

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Lelie 2.0 LELIE oktober 2013 versie 0.09 Pagina 1 van 23

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Studiemiddag Kleinfruit Steenfruit Vlamings BV 1

Genetische basis van PepMV: test voor virusagressiviteit en stabiele zwakke stam

Beschrijving teeltcoach onkruid

Bossigheid in Zantedeschia

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Kuubskist met golfbodem

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Concentratie gewasbeschermingsmiddelen na verhitting dompelbad bloembollen. Annette Bulle, Arie van der Lans en Hans van Aanholt

Kwantitatieve toets voor Agrobacterium rhizogenes

Tussentijdse rapportage bastknobbelonderzoek 2007 in Alphen aan den Rijn 20 mei 2007

Deelproject Voortgezet Diagnostiek:

Ontwikkeling van een PCR-toets voor twee virussen in de cymbidiumteelt, CyMV en ORSV

Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

Bestrijding Rhizoctonia solani in zomerbloemen. Annette Bulle en Suzanne Breeuwsma

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Verspreiding van komkommerbontvirus (CGMMV) door vogels

Ontwikkelen van detectiemethoden voor virussen in bloembolgewassen

Op zoek naar de variabiliteit van pepinomozaïekvirus

Nieuwe middelen tegen vruchtboomkanker

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp

Transcriptie:

Wordt nerfstrepenziekte in tulpen door een virusbesmetting veroorzaakt? Voortgezet diagnostisch onderzoek 2011 Peter Vink, Khanh Pham en Miriam Lemmers Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Januari 2013 PPO nr. 32 341021 91/ PT nr. 13891-09

2013 Wageningen, Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) Alle intellectuele eigendomsrechten en auteursrechten op de inhoud van dit document behoren uitsluitend toe aan de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO). Elke openbaarmaking, reproductie, verspreiding en/of ongeoorloofd gebruik van de informatie beschreven in dit document is niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van DLO. Voor nadere informatie gelieve contact op te nemen met: DLO in het bijzonder onderzoeksinstituut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving / Plant Research International, Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit. DLO is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. PPO Projectnummer 32 341021 91 PT projectnummer: 13891-09 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Adres : Prof. Van Slogterenweg 2, 2161 DW Lisse : Postbus 85, 2160 AB Lisse Tel. : 0252-462121 Fax : 0252-462100 E-mail : infobollen.ppo@wur.nl Internet : www.ppo.wur.nl Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 2

Inhoudsopgave pagina 1. SAMENVATTING... 5 2. INLEIDING... 7 3. UITVOERING VAN HET ONDERZOEK... 7 4. RESULTATEN EN DISCUSSIE... 9 5. CONCLUSIES EN REFERENTIES... 12 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 3

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 4

Samenvatting Nerfstrepenziekte in tulpen is een verschijnsel waarbij de planten te kort blijven, de bladeren soms krom en gedraaid groeien en necrotische strepen zichbaar zijn rond de nerven nabij de bladoksels. Daardoor ontstaat soms veel economische schade. Bij nerfstrepenziekte wordt vanuit oud virologisch onderzoek vermoed dat sprake is van een besmetting met het tobacco ringspot virus (TRSV) zonder dat een directe relatie voldoende duidelijk is aangetoond. Intussen zijn de detectietechnieken om virussen aan te tonen de laatste jaren aanzienlijk gevoeliger en beter geworden zodat er meer mogelijkheden bestaan om te achterhalen welk virus mogelijk een rol speelt bij de verschijnselen van nerfstrepenziekte. In het broeiseizoen 2010/2011 werden verschillende monsters tulpen met verschijnselen van nerfstrepenziekte aangeboden voor diagnostisch onderzoek. Dit leek een goed moment om nog eens na te gaan of werkelijk sprake was van een virusbesmetting. Daartoe zijn 12 verschillende monsters tulpen verzameld en met behulp van PCR-technieken getoetst op aanwezigheid van virussen. Daarnaast is plantensap uit een aantal monsters tulpen verzameld en op zogenaamde toetsplanten aangebracht zodat een eventuele virusbesmetting zichtbaar gemaakt kon worden. Het bleek dat zowel met PCR-technieken als met behulp van het toetsplantenonderzoek geen enkele relatie tussen symptomen van nerfstrepenziekte en de aanwezigheid van TRSV kon worden aangetoond. Dit is voor ons dan ook een zeer serieuze aanwijzing dat het vermoeden van een virusbesmetting bij nerfstrepenziekte niet juist is. Wat wel de oorzaak is van het ontstaan van symptomen van nerfstrepenziekte lijkt meer in de richting van een fysiologische afwijking gezocht te moeten worden. Alleen nader onderzoek kan daarover meer duidelijk verschaffen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 5

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 6

1 Inleiding Bij de broei van tulpen komen elk jaar regelmatig problemen voor met de zogenaamde nerfstrepenziekte. Daarbij blijven de tulpen te kort, groeien de bladeren soms krom en gedraaid uit en zijn necrotische strepen zichtbaar rond de nerven nabij de bladoksels. Als gevolg van genoemde symptomen hebben de tulpen geen handelswaarde en wordt dus economische schade geleden. Bij nerfstrepenziekte wordt vanuit oud virologisch onderzoek vermoed dat sprake is van een besmetting met het tobacco ringspot virus (TRSV) zonder dat een directe relatie voldoende duidelijk is aangetoond. Daarnaast spelen de teeltomstandigheden (vocht en koude) een rol bij het ontstaan van de symptomen. In het broeiseizoen 2010/2011 werden bij Diagnostiekservice van PPO verschillende monsters tulpen met symptomen van nerfstrepenziekte aangeboden voor diagnostisch onderzoek. Dit leek een goed moment om nog eens nader onderzoek te doen of nerfstrepenziekte verband houdt met een virusbesmetting, zeker nu de laatste jaren de detectietechnieken voor het aantonen van virussen aanzienlijk beter en gevoeliger zijn geworden. 2 Uitvoering van het onderzoek Via BKD en Diagnostiekservice van PPO zijn een 7-tal geschikte monsters tulpen verzameld met duidelijke symptomen van nerfstrepenziekte in het blad. Van al deze monsters zijn mengmonsters gemaakt van het blad en voor enkele monsters ook van het bolweefsel voor verdere analyse. Een deel van het plantmateriaal is ingevroren bij -20 C om te conserveren. RNA isolatie en Realtime-PCR RNA isolaties zijn per tulpenmonster uitgevoerd m.b.v. Qiagen RNeasy Plant mini kit. Per monster is aansluitend een aantal specifieke PCR-toetsen uitgevoerd waarbij naast het tobacco ringspot virus (TRSV) ook op andere nepovirussen zoals arabis mosaic virus (ArMV), strawberry latent ringspot virus (SLRSV), tomato black ring virus(tbrv) en tomato ringspot virus (ToRSV) is getoetst. Tevens is generiek getoetst op nepovirussen van de subgroepen A, B en C en op de zogenaamde potexvirussen. Om de hoeveelheid toetsingen beperkt te houden werden meng RNA s gebruikt voor de specifieke toetsingen van ArMV, SLRSV, TBRV, ToRSV en generieke toetsing van potexvirussen. Voor een aantal monsters zijn de sequenties van PCR producten bepaald en geanalyseerd. Tabel 1: Overzicht monsters tulpen voor RNA isolatie Nr. Code 1 BKD1 2 BKD2 3 BKD3 4 BKDbol 5 PPO1 6 PPO2 7 BASF1 8 BASF2 9 GAM1 10 GAM2 11 GAM1bol 12 GAM2bol Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 7

Tabel 2: Overzicht van PCR Toetsen Nr. Aantonen Virus Amplicon (bp) Referentie 1 Specifiek TRSV Tobacco ringspot nepovirus (1) 2 Specifiek ArMV, Set1 Arabis mosaic nepovirus 1088 (2) 3 Specifiek ArMV, Set2 Arabis mosaic nepovirus 340 (3) 4 Specifiek SLRSV Strawberry latent ringspot nepovirus ca. 900 (4) 5 Specifiek TBRV Tomato black ring nepovirus ca. 800 (4) 6 Specifiek ToRSV Tomato ringspot nepovirus ca. 800 (4) 7 Specifiek TVX, Q-PCR Tulip X potexvirus (5) 8 Generiek Potex Potexvirus (6) 9 Generiek NepoA Nepovirus subgroep A ca. 340 (7) 10 Generiek NepoB Nepovirus subgroep B ca. 250 (7) 11 Generiek NepoC Nepovirus subgroep C ca. 640 (8) In een kasafdeling van PPO zijn planten van Chenopodium quinoa en Nicotiana occidentalis als toetsplant opgekweekt. Plantensap is uit de verschillende ingevroren tulpenmonsters geperst en volgens vast protocol aangebracht op de genoemde toetsplanten om de eventueel in het monstermateriaal aanwezige virussen zichtbaar te kunnen maken. Na een voldoende lange incubatieperiode zijn alle geïnoculeerde toetsplanten visueel beoordeeld op virussymptomen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 8

3 Resultaten Toetsing van meng RNA Het bleek (zie onderstaande overzicht in Tabel 3) dat geen ArMV, SLRV, TBRV of TRSV in de tulpenmonsters kon worden aangetoond. Alleen in 1 tulpenmonster (PPO nr. 2) kon een potexvirus worden aangetoond wat TVX bleek te zijn. Alle positieve en negatieve controles waren correct. Tabel 3: PCR resultaten voor toetsing meng-rna op ArMV, SLRSV, TBRV, ToRSV en Potexvirussen Nr. Code ArMV, set1 ArMV, set2 SLRSV TBRV ToRSV Potex Not shown Fig. 1 Fig. 2 Fig. 2 Fig. 2 Not shown 1 BKD neg neg neg neg neg neg 2 PPO neg pos (*) neg neg neg pos 3 BASF neg neg neg neg neg neg 4 GAM neg neg neg neg neg neg 5 Positive pos neg pos pos pos pos controle 6 Negatieve neg neg neg neg neg neg controle (*) PCR product is kleiner dan verwacht, is ook opgestuurd voor sequentie analyse. Figuur 1. PCR resultaten van de toetsing op ArMV, 4b is RNA uit bolmateriaal geïsoleerd. Figuur 2. PCR resultaten van de toetsing op SLRSV, TBRV en ToRSV. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 9

Toetsing van RNA uit Tabel 1 RNA uit alle monsters van Tabel 1 werden gebruikt voor toetsing op TRSV, specifieke PCR op TVX en voor toetsing met generieke primers voor verschillende nepovirus-subgroepen. Subgroep A = o.a. ArMV, GFLV, TRSV; Subgroep B = o.a. TBRV, GCMV en Subgroep C = o.a. ToRSV Het bleek (zie onderstaande overzicht in Tabel 4) dat een zwak positief signaal werd gevonden bij de monsters nr. 1, 4 en 5 voor het tobacco ringspot virus. Voor de monsters met nummer 4, 11 en 12 werd een duidelijk positief signaal voor Nepovirussen uit de subgroep B vastgesteld. Daarom zijn de sequenties van PCR-producten uit de monsternummers 1, 4, 5 en 11bepaald en geanalyseerd. Daarbij bleek (zie tabel 5) dat er geen match was met een plantenvirus. Bij de monsters nr. 5 en 6 was sprake van een positief signaal voor TVX. Dit werd ook bevestigd door een positieve reactie in een ELISA-toets van monster nr. 5. Alle positieve en negatieve controles waren correct. Tabel 4: PCR resultaten voor toetsing op TRSV, TVX en nepovirus-subgroepen Nr. Code TRSV TVX, Q-PCR NepoA NepoB NepoC Not shown Bijlage 1/Fig.5 Not shown Not shown Not shown 1 BKD1 pos (*) neg neg neg neg 2 BKD2 neg neg neg neg neg 3 BKD3 neg neg neg neg neg 4 BKDbol pos (*) neg neg pos (***) neg 5 PPO1 pos (*) pos (**) neg neg neg 6 PPO2 neg pos (**) neg neg neg 7 BASF1 neg neg neg neg neg 8 BASF2 neg neg neg neg neg 9 GAM1 neg neg neg neg neg 10 GAM2 neg neg neg neg neg 11 GAM1bol neg neg neg pos (***) neg 12 GAM2bol pos neg neg pos (***) neg 13 Positieve geen pos/pos geen pos pos controle 14 Negatieve neg neg neg neg neg controle (*) zwak signaal, re-amplificatie is toegepast en opgestuurd voor sequentie analyse. (**) Met ELISA is alleen monster PPO1 TVX positief. (***) PCR product is groter dan verwacht, is ook opgestuurd voor sequentie analyse. Sequentie analyse Tabel 5: Resultaten sequentie analyses Nr. Fragment code Identiteit volgens Blast search analyse 1 2PPOA Geen sequentie van plantenvirus 2 1BKDT Geen sequentie van plantenvirus 3 4BKDBolT Geen sequentie van plantenvirus 4 5PPOT Geen sequentie van plantenvirus 5 11GAMBolT Geen sequentie van plantenvirus Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 10

Toetsplantenonderzoek Bij het toetsplantenonderzoek met zowel Chenopodium quinoa als Nicotiana occidentalis bleek dat bij alle getoetste tulpenmonsters zich geen virussymptomen ontwikkelden in en op het blad van de toetsplanten. Er werd dan ook geen enkele relatie tussen symptomen van nerfstrepenziekte in tulpen en de aanwezigheid van het tobacco ringspot virus aangetoond. 4 Discussie Uit tulpenplanten met karakteristieke symptomen van nerfstrepenziekte is RNA geïsoleerd en zijn specifieke en generieke PCR-toetsen uitgevoerd. Daarbij werden bij een aantal monsters zwakke of juist extreme signalen gevonden voor de aanwezigheid van een virus (zie tabel 3 en 4). Na re-amplificatie en sequentieanalyse van deze monsters bleek dat er volgens de Blast search analyse geen sprake was van een plantenvirus. Daarmee is het duidelijk geworden dat met de huidige zeer nauwkeurige PCRdetectietechnieken geen serieuze aanwijzingen zijn gevonden dat nerfstrepenziekte bij tulpen door het tobacco ringspot virus wordt veroorzaakt. Ook is gebleken dat geen sprake is van besmetting met andere Nepovirussen. Omdat nu op een ruim aantal nepovirussen en op potexvirussen is getoetst lijkt het onwaarschijnlijk dat nerfstrepenziekte door een virusbesmetting wordt veroorzaakt. Daarmee ontstaat natuurlijk direct de vraag waardoor nerfstrepenziekte in tulpen dan wel wordt veroorzaakt. Daar is in het kader van dit onderzoek niet nader naar gekeken omdat dit buiten het bestek van het onderzoek viel. Op basis van vele ervaringen en diagnostisch onderzoek uit het verleden is bekend dat te natte en een te koude grond sturend zijn bij het ontstaan van nerfstrepenziekte. Gecombineerd met het nu uitgevoerde onderzoek lijkt het er dus sterk op dat nerfstrepenziekte bij tulpen uitsluitend wordt veroorzaakt en bepaald door fysiologische factoren en niet door een ziekteverwekker. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 11

5 Conclusies in alle tulpenmonsters met symptomen van nerfstrepenziekte is middels PCR-technieken of toetsplantenonderzoek geen tobacco ringspot virus aangetoond ook zijn geen positieve reacties gevonden bij toetsing met specifieke primers voor ArMV, SLRSV, TBRV, ToRSV en TRSV bij toetsing met generieke primers voor nepovirussen van verschillende subgroepen werden er ook geen positieve reacties gevonden TVX is aangetoond in 2 PPO monsters (ook met Elisa) de sequenties van verkregen PCR producten bleken geen sequenties te zijn van plantenvirussen daarmee lijkt het vrijwel zeker dat nerfstrepenziekte in tulpen niet door een virusbesmetting wordt veroorzaakt 6 Referenties (1) Martin, R.R., Pinkerton, J.N. and Kraus, J. 2009. The use of collagenase to improve the detection of plant viruses in vector nematodes by RT-PCR. J. Virol. Methods 155:91-95. (2) Scientific Report 2008 FES Consortium Plant Virus- Nepovirus. (3) Bertolini, E., A. Olmos, M. C. Martinez, M. Gorris, and M. Cambra. 2001. Single-step multiplex RT-PCR for simultaneous and colourimetric detection of six RNA viruses in olive trees. J. Virol. Methods 96:33-41. (4) Scientific Report 2010 FES Consortium Plant Virus- Nepovirus. (5) PPO-PPF, Wageningen UR, 2011. (6) Van der Vlugt RAA, Berendsen, M. 2002. Development of a general potexvirus detection method. European Journal of Plant Pathology 108:367-371. (7) Wei T., Clover G. Use of primers with 5 non-complementary sequences in RT-PCR for the detection of nepovirus subgroups A and B. 2008. Journal of Virological Methods, 153 (1):16-21. (8) Digiaro M, Elbeaino T, Martelli GP. 2007. Development of degenerate and species-specific primers for the differential and simultaneous RT-PCR detection of grapevine-infecting nepoviruses of subgroups A, B and C. J Virol Methods 141:34 40. (9) C. J. Asjes. Tulip veinal streak, a disorder probably caused by tobacco ringspot virus. Neth. J. Pl. Path. 78 (1972) 19-28. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 12