Protocol VeiligHuis INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING



Vergelijkbare documenten
Convenant ten behoeve van de werkafspraken Huiselijk Geweld Midden en West Brabant

Convenant strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld arrondissement Rotterdam

Convenant strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld arrondissement s-gravenhage

strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld in het arrondissement Roermond

SAMENWERKINGSPROTOCOL RELATIONEEL GEWELD Politieregio IJsselland

&RQYHQDQW:HUNJURHS6WUDIUHFKW

SAMENWERKINGSPROTOCOL RELATIONEEL GEWELD Flevoland

Stop huiselijk geweld in Amsterdam

Aanwijzing relationeel geweld ( )

Aanwijzing huiselijk geweld

1. Inleiding Procedure Accordering Taken samenwerkende partners Taken Politie 6

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Convenant Integrale Aanpak Huiselijk Geweld Den Haag

Aanwijzing huiselijk geweld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

PROTOCOL POLITIE ZAANSTREEK-WATERLAND. HUISELIJK GEWELD, 3 e versie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Huiselijk geweld: Een kerntaak voor de politie

Huiselijk geweld: Een kerntaak voor de politie. Informatie voor politieprofessionals

Justitiële Verslavingszorg. De reclassering

==================================================================== Artikel 1

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

U wordt verdacht. Inhoud

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Aanwijzing huiselijk geweld en eergerelateerd geweld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Aanwijzing huiselijk geweld en eergerelateerd geweld

Plan van aanpak onderzoek Jeugdreclassering

Aanhouding en inverzekeringstelling

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Deelrapportage MAASMEISJE

Het bevoegd gezag van Vivente, stichting voor christelijke primair onderwijs, gevestigd te Zwolle,

Voorwoord. Samenwerkingsprotocol Hulpverlening bij aanpak huiselijk geweld Pagina 1 1 van 1

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Protocol meldingen kindermishandeling door Bureaus Jeugdzorg bij de Politie en Openbaar Ministerie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Protocol. 1 e hulp bij huiselijk geweld. Groningen september Protocol 1 e hulp bij huiselijk geweld Groningen, september

ALMEERSE SCHOLEN GROEP

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

[MELDCODE HG/KM MINTERS] december 2016

Leidraad voor het nakijken van de toets

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Een snelle aanpak van huiselijk geweld met oog voor alle betrokkenen: ontschotten en aanpakken!

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Randvoorwaarden zorgprogramma s

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

Bont en Blauw Samenvatting

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

SAMENWERKINGSCONVENANT HUISELIJK GEWELD en KINDERMISHANDELING WEST-BRABANT

Regeling melding misstand woningcorporaties

Handelingsprotocollen veiligheid Mill-Hillcollege

Protocol 1 ste Hulp bij huiselijk geweld Drenthe 2006

Het College van Bestuur van Hogeschool ipabo,

CONVENANT De Veilige School

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation

MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING. Gastouderbureau Maatwerk Bemiddeling

Klachtenregeling Openbaar Primair Onderwijs Zuid Kennemerland

HET VOORTGEZET ONDERWIJS

Klachtenregeling van Smartonderwijs

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating

Ketens risicojeugd sluitend verbinden Avans 7 april 2011

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

KlachtenProtocol SKPOOV

Landelijk model klachtenregeling

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie.

Juridische aspecten. van huiselijk geweld. Informatie voor slachtoffers en hun adviseurs

Algemene gang van zaken ten aanzien van de aanlevering van dossiers bij de griffie en het verstrekken van afschriften

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag

als je kinderen bang voor je zijn

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Het slachtoffer in het strafproces

Panta Rhei Zorg BV & Panta Rhei Beheer en Bewind BV, gevestigd in Emmeloord. Hierna te noemen Panta Rhei.

Rapport. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/102

Korte metten met huiselijk geweld! PAGINA ONDERWERP. huiselijk geweld

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, naar voorbeeld van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Transcriptie:

Protocol VeiligHuis INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 1 1.1 Voorgeschiedenis protocol VeiligHuis 1 1.2 Probleemstelling 2 1.3 Aanwijzing Huiselijk Geweld 2 1.4 Doelstelling 2 1.5 Reikwijdte protocol 3 2. Procedure 4 2.1 Stroomschema 4 2.2 Taken van de ketenpartners VeiligHuis 4 2.3 Daderhulpverlening 4 3. Kosten 4 4. Inwerkingtreding, implementatie en evaluatie 4 5. Stuurgroep 5 6. Afbakening 5 7. Citeertitel 5 Taken van de ketenpartners VeiligHuis 7 Taken politie inzake huiselijk geweld 7 Taken reclassering inzake huiselijk geweld 7 Taken openbaar ministerie inzake huiselijk geweld 8 Taken De Waag inzake huiselijk geweld 9 Stroomschema 11 1. INLEIDING 1.1 Voorgeschiedenis protocol VeiligHuis Sedert 1998 bestaat in Utrecht het multidisciplinaire project VeiligHuis, waarin een sluitend zorgaanbod aan slachtoffers van huiselijk geweld wordt gecoördineerd. Mede in dat kader is overleg gevoerd over de wens om met de strafrechtelijke aanpak, meer dan voorheen, de belangen van slachtoffers van huiselijk geweld te dienen en daadwerkelijk bij te dragen aan het stoppen van het geweld. Het overleg had tot doel een protocol op te stellen waarin de werkwijze van politie, het OM, reclassering en hulpverlening zodanig op elkaar is afgestemd, dat een effectieve aanpak van huiselijk geweld wordt bereikt. Uitgangspunt daarbij was de integratie van daderhulpverlening in de strafrechtelijke aanpak. Aan het overleg namen deel de Forensische Polikliniek De Waag, onderdeel van de Dr. Henri van der Hoeven Stichting te Utrecht, nader te noemen De Waag, het openbaar ministerie arrondissement Utrecht, de Politie Regio Utrecht en de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Utrecht, gezamenlijk nader te noemen de ketenpartners VeiligHuis. In 2001 leidde dit tot de ondertekening van het protocol VeiligHuis, waarbij genoemde ketenpartners bindende afspraken hebben gemaakt over de (strafrechtelijke) samenwerking bij huiselijk geweld. Protocol VeiligHuis 1

Het protocol heeft in 2005 vier jaar dienst gedaan in het arrondissement Utrecht. Wijzigingen in de wetgeving en het hulpaanbod, evenals verdere mogelijkheden tot samenwerking binnen het protocol, hebben geleid tot de noodzaak van een herziening van tekst en inhoud van het protocol. Voor u ligt het herschreven protocol VeiligHuis, dat met ingang van 1 juli 2005 van kracht is, voor onbepaalde duur. 1.2 Probleemstelling Huiselijk geweld is een verzamelnaam voor uiteenlopende vormen van inbreuken op de geestelijke en lichamelijke integriteit, waaronder ook seksueel geweld, ten aanzien van (ex-)partners, kinderen en overige gezinsleden. Huiselijk geweld betreft in beginsel (ernstige) strafbare feiten. Uit diverse landelijke onderzoeken blijkt dat huiselijk geweld op grote schaal voorkomt. Slechts in een gering aantal gevallen wordt aangifte gedaan. Een deel van de slachtoffers durft geen aangifte te doen, of verkeert in de veronderstelling dat politie en justitie daar geen gevolg aan zullen geven. Een kenmerk van huiselijk geweld is de omstandigheid dat dader en slachtoffer (waaronder het minderjarige slachtoffer) vaak desondanks - en soms noodgedwongen - deel blijven uitmaken van elkaars leefomgeving. Hiermee hangt samen dat huiselijk geweld vaak een stelselmatig karakter heeft en er een hoog recidiverisico is. Kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld ondervinden daarvan veelal schadelijke gevolgen. Deze aspecten vragen om een specifieke strafrechtelijke aanpak in een integraal kader. Voorliggend protocol vormt de basis van de integrale strafrechtelijke aanpak van huiselijk geweld. Naast een strafrechtelijke aanpak is het van belang dat partijen ook op het gebied van preventie en nazorg hun verantwoordelijkheid nemen. In de kabinetsnota Privé geweld, publieke zaak van april 2002 wordt een integrale aanpak onder regie van de gemeente bepleit om huiselijk geweld beter te kunnen bestrijden. Doelstelling is om de strafrechtelijke aanpak onder regie van het OM en de preventie- en nazorgactiviteiten onder regie van de gemeenten bij elkaar te laten aansluiten. 1.3 Aanwijzing Huiselijk Geweld De Aanwijzing Huiselijk Geweld van het College van procureurs-generaal (2003), geeft de volgende definitie van huiselijk geweld: Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis). Als verdachten van huiselijk geweld kunnen worden aangemerkt: (ex-)partners, gezins- en familieleden en huisvrienden. Verdachten en slachtoffers kunnen mannen en vrouwen zijn, en kunnen kind of volwassene (waaronder ouderen) zijn. De Aanwijzing heeft tot doel het bewerkstelligen van een effectiever optreden van politie en openbaar ministerie (OM) in reactie op huiselijk geweld. 1.4 Doelstelling Doel van het protocol is het bewerkstelligen van effectiever optreden van politie en openbaar ministerie in reactie op huiselijk geweld, in samenwerking met de reclassering, daderhulpverleningsinstelling De Waag en slachtofferhulp, alsmede het leveren van een bijdrage aan het stoppen van huiselijk geweld door: 1. Het bevorderen van een voortvarende en een goed op elkaar aansluitende aanpak bij politie, OM, reclassering en (dader)hulpverlening. 2. Een aanpak waarbij in een zo vroeg mogelijk stadium daderhulpverlening wordt geïnitieerd, met de strafrechtelijke afdoening als stok achter de deur. 3. De aangiftebereidheid van slachtoffers van huiselijk geweld te verhogen. 4. Het voorkomen van recidive door middel van gerichte interventies zoals in dit protocol beschreven. Protocol VeiligHuis 2

Het optreden van politie en OM dient mede ter behartiging van de belangen van het slachtoffer en de eventuele kinderen die getuige zijn van het geweld. Plegers van huiselijk geweld dienen zoveel mogelijk met het strafrecht als stok achter de deur gedwongen te worden tot daderhulpverlening. Daarbij is de reclassering de noodzakelijke schakel tussen OM en daderhulpverlening. De strafrechtelijke reactie fungeert als stok achter de deur voor de dader om deze hulpverlening aan te vangen en te voltooien. Daderhulpverlening moet onder meer gericht zijn op herstel van de ontstane normvervaging bij de dader en het aanleren van methodieken ter voorkoming van recidive. Voorts is van belang dat het slachtoffer adequaat wordt geïnformeerd over het verloop van de procedure conform de Aanwijzing Slachtofferzorg en de Aanwijzing Huiselijk Geweld. De ketenpartners VeiligHuis faciliteren Slachtofferhulp hierin door tijdige en goede onderlinge afstemming. Slachtofferhulp Nederland, regio Utrecht neemt voor dit deel van het convenant de verantwoordelijkheid. De rol van Slachtofferhulp is erin gelegen slachtoffers van huiselijk geweld die geen aangifte hebben gedaan actief te benaderen. Slachtofferhulp kan mensen motiveren en begeleiden in het doen van aangifte. Indien sprake is van een netwerk (casusoverleg), waarin huiselijk geweldzaken worden besproken door ketenpartners kan Slachtofferhulp informatie delen met De Waag (waardoor daders een traject bij De Waag aangeboden kunnen krijgen). 1.5 Reikwijdte protocol 1. Doelgroep voor dit protocol zijn meerderjarige mannen en vrouwen tegen wie vanwege een strafbaar (seksueel) geweldsfeit ten aanzien van de (ex-)partner, kinderen en/of (overige) gezinsleden, aangifte is gedaan, of ambtshalve vervolging is ingesteld. Zij worden in dit protocol nader genoemd verdachten. 2. Het daderhulpverleningsaanbod is tevens beschikbaar voor minderjarige verdachten, met dien verstande dat daarvoor de route minderjarige verdachte (via de Raad voor de Kinderbescherming) gevolgd dient te worden. 3. Onder geweldsfeit wordt -conform de definitie van de Aanwijzing Huiselijk Geweld- verstaan: elk strafbaar feit betreffende lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis). 4. Het protocol is van kracht voor de Politie Regio Utrecht / het arrondissement Utrecht. Protocol VeiligHuis 3

2. PROCEDURE 2.1 Stroomschema Zie het bijgevoegde stroomschema dat deel uitmaakt van dit protocol (pagina?). 2.2 Taken van de ketenpartners VeiligHuis Zie het bijgevoegde overzicht dat deel uitmaakt van dit protocol (pagina?). 2.3 Daderhulpverlening De Waag heeft in de afgelopen jaren een uitgebreid hulpaanbod ontwikkeld voor plegers van huiselijk geweld en de betrokkenen uit hun directe leefomgeving (partner en eventuele kinderen, als slachtoffer of als getuige). Na de intake met de dader en indien aanwezig- zijn of haar partner volgt na zorgvuldige diagnostiek- toewijzing aan een van de volgende behandelmogelijkheden: - Training Veilig Huis (10x) - Psychotherapiegroep Relationeel Geweld (26x) - Individuele behandeling - Medicamenteuze behandeling - Echtpaartraining Veilig Huis (10x) - Relatietherapie - Ouderbegeleiding - Gezinstherapie - Kinderen: diagnostiek, behandeling, verwijzing naar andere GGZ-instellingen - Partnergroep Meerdere behandelingen kunnen parallel of opeenvolgend plaatsvinden. Iedere behandeling wordt afgesloten door een evaluatiegesprek met de dader en indien aanwezig- zijn of haar partner. Op grond van een recidive-risicotaxatie wordt geadviseerd tot vervolg-behandeling of afsluiting. Ook voor minderjarige plegers van huiselijk geweld bestaan diverse behandelmogelijkheden: onder andere Multi System Therapy, Equip, agressieregulatie-therapie, gezinstherapie. 3. KOSTEN De ketenpartners VeiligHuis verplichten zich om voldoende capaciteit vrij te maken voor het uitvoeren van de taken die voortvloeien uit het protocol, waarbij wordt uitgegaan van een minimum aantal verdachten van 200 per jaar. De kosten die aan een behandeling in De Waag verbonden zijn, kunnen worden verhaald op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De kosten van het drukken en binden van dit protocol worden gedragen door de Stichting Reclassering Nederland, De Waag, de politie Utrecht en het arrondissementsparket Utrecht. 4. INWERKINGTREDING, IMPLEMENTATIE EN EVALUATIE 1. Dit protocol is van kracht vanaf 1 juli 2005 en heeft een permanent karakter. 2. De ketenpartners VeiligHuis dragen zorg voor de verdere implementatie van de in dit protocol beschreven werkwijze in hun eigen organisatie. Protocol VeiligHuis 4

3. Een jaar na tekendatum wordt de in dit protocol beschreven werkwijze geëvalueerd binnen de stuurgroep strafrechtelijk protocol VeiligHuis. 5. STUURGROEP De ketenpartners VeiligHuis verplichten zich ertoe iemand uit de eigen organisatie af te vaardigen voor een stuurgroep, die de uitvoering van dit protocol zal volgen, begeleiden en bewaken, nader te noemen de stuurgroep strafrechtelijk protocol VeiligHuis. Deze stuurgroep komt twee maal per jaar bijeen, op initiatief van het openbaar ministerie. 6. AFBAKENING In dit protocol wordt de route beschreven ten aanzien van verplichte doorverwijzing van verdachten van huiselijk geweld naar de daderhulpverlening binnen een justitieel kader. Daarnaast hebben de Politie Utrecht en De Waag werkafspraken gemaakt inzake de vrijwillige doorverwijzing van plegers van huiselijk geweld. Deze werkafspraken gelden voor de gehele Politie Utrecht en voorzien slechts in die gevallen van huiselijk geweld, waarin in tegenstelling tot de gevallen van het onderhavige protocol - geen aangifte is gedaan, er geen sprake is van ambtshalve vervolging en er dus geen sprake is van een justitieel traject. Deze werkafspraken met betrekking tot vrijwillige doorverwijzing blijven onverkort bestaan naast dit protocol. Slachtofferhulp kan in het geval er sprake is van een casusoverleg, waarin ketenpartners huiselijk geweldzaken bespreken, daders aanmelden bij de Waag, zodat deze een vrijwillig traject aangeboden kunnen krijgen. In het kader van bijzondere hulpverlening aan slachtoffers wordt in het arrondissement Utrecht, onder de projectnaam Juridische Opvang van Slachtoffers van Seksueel geweld (JOSS), bijstand verleend in de fase waarin slachtoffers aangifte of melding willen doen van een jegens hen gepleegd seksueel delict. Ten aanzien van JOSS wordt momenteel een protocol ontwikkeld. Dit protocol heeft een relatie met het protocol VeiligHuis, aangezien een deel van de slachtoffers van huiselijk geweld ook valt onder de doelgroep van JOSS. 7. CITEERTITEL Dit protocol kan worden aangehaald als protocol VeiligHuis. Utrecht, 1 juli 2005 Namens Openbaar ministerie, arrondissement Utrecht Mevrouw H.W. Samson-Geerlings Hoofdofficier van Justitie Namens Politie Utrecht Protocol VeiligHuis 5

Mevrouw J.A. van den Berg Districtschef politie Eemland-Zuid en regionaal portefeuillehouder huiselijk geweld Namens Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Utrecht De heer L.C. van Beetz Regiomanager Utrecht/Arnhem Namens Dr. Henri van der Hoeven Stichting te Utrecht De heer J.R. Mulder Directeur De Waag Namens Slachtofferhulp Nederland regio Utrecht De heer A.C. Laney Regiodirecteur Slachtofferhulp Nederland regio Utrecht Protocol VeiligHuis 6

Taken van de Ketenpartners VeiligHuis Taken Politie inzake huiselijk geweld 1. Alle incidenten huiselijk geweld worden door de politie gekenmerkt middels de projectcode Huiselijk Geweld in het Bedrijfs Processen Systeem (BPS). 2. Indien geen aangifte wordt gedaan en geen aanleiding bestaat tot ambtshalve vervolging, wordt in de politieregio Utrecht de verdachte van huiselijk geweld op vrijwillige basis doorverwezen naar De Waag voor daderhulpverlening. Deze doorverwijzing wordt in de politieregistratie vastgelegd. 3. Een aangifte van huiselijk geweld wordt onverwijld voorgelegd aan een hulpofficier van justitie. Uitgangspunt is dat elke huiselijk geweldzaak in aanmerking komt voor afdoening volgens dit protocol. De zaak wordt geoormerkt als protocolzaak. 4. Verdachten van huiselijk geweld worden: in een heterdaadsituatie: terstond aangehouden buiten heterdaad: ten spoedigste aangehouden of ontboden 5. Tijdens de inverzekeringstelling van een verdachte van huiselijk geweld voert de hulpofficier van justitie overleg met de piketofficier van justitie of de verdachte moet worden voorgeleid aan de rechter-commissaris of moet worden heengezonden met een dagvaarding of oproeping voor een (Taakstraf Openbaar ministerie) TOM-zitting. 6. De kennisgeving van inverzekeringstelling wordt door de politie gefaxt naar de Stichting Reclassering Nederland en wordt digitaal voorzien van het kenmerk huiselijk geweld en het kenmerk Protocol VeiligHuis. 7. De vroeghulpmeldingen voor de districten Eemland Noord en Eemland Zuid worden door de politie gefaxt naar het Veiligheidshuis Amersfoort. De vroeghulpmeldingen voor de districten Paardenveld, Marco Polo, Utrecht Noord en Tolsteeg worden door de politie gefaxt naar het Veiligheidshuis Utrecht. De aldaar dienstdoende medewerker van een van de reclasseringsorganisaties bezoekt de klant of nodigt hem of haar uit voor een intakegesprek. De vroeghulpmeldingen voor de overige districten, welke (nog) niet door een van de Veiligheidshuizen worden bediend worden centraal naar de reclassering gefaxt. 8. Indien de verdachte wordt heengezonden met een dagvaarding of oproeping voor een TOMzitting, bespreekt de hulpofficier van justitie de zaak met een parketsecretaris. 9. Het slachtoffer wordt op de hoogte gesteld van de te volgen strafrechtelijke aanpak. 10. Er wordt zorggedragen voor een volledig en kwalitatief goed dossier, - indien relevant - voorzien van foto s en medische verklaringen en gebaseerd op de uitgangspunten van de Aanwijzing Huiselijk Geweld van het College van procureurs-generaal. 11. Indien de verdachte wordt voorgeleid aan de rechter-commissaris, vergewist de politie zich ervan of de bewaring wordt toe -of afgewezen, dan wel de voorlopige hechtenis wordt geschorst (met bijzondere voorwaarden), en stelt het slachtoffer daarvan onverwijld op de hoogte. 12. Bij schorsing van de voorlopige hechtenis houdt de politie toezicht op de naleving van de gestelde schorsingsvoorwaarden. Bij overtreding van de gestelde schorsingsvoorwaarden wordt onverwijld de piketofficier van justitie ingelicht. Taken reclassering inzake huiselijk geweld 1. De vroeghulpmeldingen voor de districten Eemland Noord en Eemland Zuid worden door de politie gefaxt naar het Veiligheidshuis Amersfoort. De vroeghulpmeldingen voor de districten Paardenveld, Marco Polo, Utrecht Noord en Tolsteeg worden door de politie gefaxt naar het Veiligheidshuis Utrecht. De aldaar dienstdoende medewerker van een van de reclasseringsorganisaties bezoekt de klant of nodigt hem of haar uit voor een intakegesprek. De vroeghulpmeldingen voor de overige districten, welke (nog) niet door een van de Veiligheidshuizen worden bediend worden centraal naar de reclassering gefaxt. Protocol VeiligHuis 7

2. Na ontvangst van de vroeghulpmelding en / of de opdracht tot een voorlichtingsrapportage van de parketsecretaris of officier van justitie, bevattende het verzoek een intake bij De Waag te verzorgen, wordt de zaak na binnenkomst toebedeeld aan een reclasseringswerker. 3. Binnen een week na ontvangst van de opdracht wordt met de verdachte een intakegesprek gehouden om de motivatie te onderzoeken voor behandeling in De Waag. 4. Als de verdachte gemotiveerd is, wordt onverwijld contact opgenomen met De Waag om de verdachte binnen een week uit te nodigen voor een intakegesprek bij De Waag. 5. Indien de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt: a. neemt de reclassering contact op met de behandelend officier van justitie, die aangeeft of het OM gelet op de ernst van de feiten zal meewerken aan een schorsing van de voorlopige hechtenis (v.h.) met de bijzondere voorwaarde behandeling bij De Waag. Zo ja: ƒ dient de reclassering een verzoek tot schorsing van de v.h. in voor de duur van een dag ten behoeve van het intakegesprek bij De Waag, en ƒ vervolgens - na ontvangst van het resultaat van de intake bij De Waag- dient de reclassering een verzoek tot schorsing van de v.h. in, met de bijzondere voorwaarde(n) dat verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering en de behandeling in De Waag zal volgen. Daarbij wordt vermeld de datum en het tijdstip waarop verdachte met de behandeling in De Waag kan aanvangen. 6. De reclassering neemt contact op met het slachtoffer met de vraag of het geweld is gestopt. 7. Binnen twee maanden na ontvangst van de aanvraag van het reclasseringsrapport, zendt de reclassering een (kort) voorlichtingsrapport met de actuele stand van zaken, de noodzakelijke behandeling bij De Waag, de programmabeschrijving van De Waag en een afdoeningsadvies aan Justitie. Daarbij wordt ingegaan op de te stellen bijzondere voorwaarde(n), zoals verplicht reclasseringscontact en het volgen van behandeling in De Waag. 8. Nadat de voorlopige hechtenis is geschorst, dan wel nadat vonnis is gewezen, dan wel de zaak voorwaardelijk is geseponeerd, houdt - voor zover van toepassing - de reclassering toezicht op de naleving van gestelde bijzondere voorwaarde(n). 9. Bij overtreding van de gestelde bijzondere voorwaarde(n), dan wel na afloop van de gestelde termijn van toezicht, zendt de reclassering bericht aan de officier van justitie over het verloop van de naleving van de bijzondere voorwaarde(n). Taken Openbaar ministerie inzake huiselijk geweld Werkwijze in geval van 6-uurszaken of heenzending na inverzekeringstelling 1. De (piket)officier van justitie (ovj) die wordt gebeld over heenzending van een in verzekering gestelde verdachte, verifieert of sprake is van huiselijk geweld. Zo ja, indien de ovj van oordeel is dat de verdachte kan worden heengezonden, benadrukt de ovj toepassing van het protocol VeiligHuis. 2. 6-uurszaken of heenzendingen binnen de inverzekeringstelling stromen in de veiligheidshuizen in 1. 3. De parketsecretaris vergewist zich ervan of een zaak van huiselijk geweld die aan hem/haar wordt voorgelegd ter beoordeling, conform de protocolafspraken is voorgelegd aan een hulpofficier van justitie, als zodanig is geoormerkt en in geval van inverzekeringstelling is besproken met een officier van justitie. 4. De parketsecretaris beoordeelt de zaak op bewijsbaarheid en het dossier op volledigheid. 5. In iedere huiselijk geweldzaak geeft de parketsecretaris al dan niet via de vroeghulp een opdracht tot een reclasseringsrapport, met het verzoek een intake van de verdachte bij De Waag te verzorgen. 6. De parketsecretaris verzorgt een dagvaarding voor een politierechterzitting of verzorgt de uitnodiging voor een TOM-zitting. Er wordt gedagvaard als naar verwachting een hogere straf wordt geëist dan kan worden afgedaan volgens het officiersmodel of indien het effectiever lijkt de verdachte het Waag traject onder druk van een PR-zitting te laten volgen. Verdachte wordt 1 Zo lang er nog PPS-ers werkzaam zijn in het gebied van team Utrecht Buiten stromen deze zaken in dit gebied in bij de PPS-ers Protocol VeiligHuis 8

in het laatste geval ter zitting afgerekend op het resultaat dat door hem/haar bij de Waag is behaald. In dit geval wordt de zaak na 3 maanden op zitting geplaatst. Voor de TOM-variant wordt gekozen indien een voorwaardelijk sepot (traject bij de Waag) een effectieve sanctie lijkt of indien het nuttig is zowel een Waag traject als een taakstraf op te leggen. In het geval van een TOM-zittingwordt de verdachte zo snel mogelijk op TOM-zitting gepland. 7. In zaken van huiselijk geweld is bij samenlevende partners het eisen van een geldboete ongewenst, omdat een geldboete dan veelal (tevens) het slachtoffer treft. Werkwijze in geval van voorgeleiding 1. Indien de ovj van oordeel is dat de verdachte moet worden voorgeleid aan de rechtercommissaris (r.c.): ziet de ovj er op toe dat in de opdracht tot de reclasseringsrapportage wordt verzocht zo snel mogelijk hulpverleningsmogelijkheden in De Waag te onderzoeken en daarover (tussentijds) te rapporteren; ziet de ovj erop toe dat zowel de advocaat van verdachte als de rechter commissaris ten tijde van de voorgeleiding beschikken over een kopie van de aanvraag reclasseringsrapportage. 2. Als de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, beziet de ovj - gelet op de ernst van de feiten - de mogelijkheid tot schorsing van de voorlopige hechtenis (met bijzondere voorwaarden), en voert daarover overleg met de reclassering. In het geval van schorsing van de voorlopige hechtenis wordt een traject bij De Waag onder toezicht van de reclassering als bijzondere voorwaarde opgelegd. Voorwaarde hiervoor is een positieve intake bij De Waag. 3. De ovj draagt er zorg voor dat alle betrokkenen (slachtoffer, reclassering, politie) onverwijld in kennis worden gesteld van een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis, dan wel een afwijzing van de vordering tot voorlopige hechtenis en daarbij gestelde voorwaarden. 4. Ook na schorsing van de voorlopige hechtenis ziet de ovj erop toe dat de zaak tijdig op zitting (TOM, PR of MK) wordt aangebracht. Op zitting wordt de voorlopige hechtenis verrekend. In het geval van een TOM-zitting kan geen voorwaardelijk sepot worden opgelegd in verband met het verrekenen van de voorlopige hechtenis. 5. Indien geen sprake is geweest van schorsing van de voorlopige hechtenis wordt bij elke straf tot drie jaar een voorwaardelijk deel geëist, waarbij een traject bij De Waag, onder toezicht van de reclassering de voorwaarde is. Voorwaarde hiervoor is een positieve intake bij De Waag. 6. De ovj verifieert of in zaken van huiselijk geweld de reclasseringsrapportage is bijgevoegd en of het slachtoffer is geïnformeerd. 7. Op zitting verwijst de ovj in zaken van huiselijk geweld altijd naar het protocol VeiligHuis en hetgeen de reclassering omtrent de afdoening van de zaak heeft geadviseerd. In de strafeis wordt rekening gehouden met het traject dat verdachte eventueel bij de Waag heeft gevolgd. 8. In zaken van huiselijk geweld is bij samenlevende partners het eisen van een geldboete ongewenst, omdat een geldboete dan veelal (tevens) het slachtoffer treft. 9. Indien na afloop van de termijn waarin aan de bijzondere voorwaarde had moeten zijn voldaan, uit de terugmeldrapportage (alleen in het geval dat toezicht is opgelegd) van de reclassering blijkt dat daaraan niet is voldaan, wordt de zaak onverwijld: ƒ (na een voorwaardelijk sepot) op zitting aangebracht voor inhoudelijke behandeling; ƒ (na een voorwaardelijke straf ) op zitting aangebracht voor tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk gedeelte. Taken De Waag inzake huiselijk geweld 1. Nadat De Waag van de reclassering een verzoek tot het houden van een intakegesprek met de verdachte heeft ontvangen, krijgt de verdachte binnen een week een uitnodiging daartoe van De Waag. 2. Dit intakegesprek vindt plaats binnen twee weken na de uitnodiging op De Waag. 3. De Waag meldt het resultaat van de intake onverwijld aan de reclassering. Protocol VeiligHuis 9

4. Na een positieve intake kan de behandeling in beginsel binnen één week beginnen. 5. Bij verzuim, terugval of weigering van behandeling wordt de Reclassering onverwijld geïnformeerd. 6. Na afronding van verplichte behandeling(en) wordt de reclassering eveneens telkens op de hoogte gesteld van het behandelresultaat en van het advies van De Waag tot vervolgbehandeling of afsluiting. Protocol VeiligHuis 10

Stroomschema Protocol VeiligHuis 11

Overname en / of openbaarmaking van (gedeelten van) deze uitgave uitsluitend met bronvermelding. Dit protocol kunt u uitsluitend schriftelijk bestellen bij: Arrondissementsparket Utrecht t.a.v. Communicatie O.v.v. Aanvraag protocol VeiligHuis Postbus 16005 3500 DA Utrecht Tweede herziene druk Protocol VeiligHuis 12