Toolbox Gevaarlijke stoffen Stichting Arbouw 2009. Alle rechten voorbehouden
Hoe herken je een gevaarlijke stof? Gevaarlijke stoffen herken je aan het etiket: gevaarsymbolen; R-zinnen; S-zinnen. 2
Gevaarsymbolen Gevaarsymbolen geven globaal het risico aan: vergiftig (T) zeer vergiftig (T+) Ontplofbaar (E) Bijtend (C) Oxiderend (O) Gevaarlijk voor het milieu (N) licht ontvlambaar (F) zeer licht ontvlambaar (F+) Irriterend (Xi) Schadelijk (Xn) 3
R-zinnen Risico-zinnen: wat is het risico Bijvoorbeeld: R1: in droge toestand ontplofbaar R10: ontvlambaar R20: schadelijk bij inademing R36: irriterend voor de ogen 4
S-zinnen Safety-zinnen: welke veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen Bijvoorbeeld: S1: achter slot bewaren S15: verwijderd houden van warmte S30: nooit water op deze stof gieten 5
Gevaarlijke stoffen die ontstaan tijdens het werk Tijdens het bewerken van materiaal kunnen gevaarlijke stoffen ontstaan: Hout: schuren, frezen, boren > houtstof Steen/beton: boren, slijpen etc. > kwartsstof Diesel: verbranden in motor > dieselmotoremissies Asbest: schuren, boren etc. > asbeststof (vezels) 6
Blootstelling aan gevaarlijke stoffen Blootstelling: opname van gevaarlijke stoffen in het lichaam. Dit kan gebeuren: via de huid (aanraken, spatten); via de mond (eten, roken); door inademen (damp, gas, kleine stofdeeltjes). 7
Schadelijkheid, hoeveelheid en duur Hoe ernstig de gevolgen zijn van blootstelling aan gevaarlijke stoffen, hangt af van: hoe schadelijk het product is voor de gezondheid; de hoeveelheid waaraan je wordt blootgesteld; hoe lang je eraan wordt blootgesteld. 8
Effect van gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen kunnen een direct effect hebben en een effect op lange termijn. Direct: oplosmiddel inademen: hoofdpijn en duizelig; asbestvezels inademen: merk je niets van. Lange termijn: jarenlang oplosmiddel inademen: schade aan zenuwstelsel (OPS); asbestvezels inademen: 10 jaar later asbestose, kanker. 9
Voorbeeld: gevolgen van epoxy Blootstelling aan epoxy kan verschillende gevolgen hebben: eczeem, dit kan direct (acuut) en chronisch zijn; chemische verbranding, een direct effect van epoxy dat op de huid is gekomen, epoxy kan zelfs door de broek heen gaan; allergie, dit is meestal een langetermijneffect, maar hoeft niet persé. 10
Gevolgen van epoxy (2) Eczeem 11
Gevolgen van epoxy (3) Chemische verbranding 12
Gevolgen van epoxy (4) Allergie 13
Wat kun je zelf doen? lees het etiket en volg de instructies; vraag je leidinggevende om instructie bij ontbreken etiket; denk bij elke bewerking na; maak gebruik van afzuiging en/of ventilatie; gebruik het juiste gereedschap; vermijd alle contact met het product; draag de pbm die nodig is; trek werkkleding uit voor het eten; was je handen voor het eten en voor toiletbezoek; rook niet. 14
Wat kan je werkgever doen? andere (minder gevaarlijke) producten (laten) gebruiken; andere werkmethodes invoeren (knippen i.p.v. zagen); zorgen voor machines met watertoevoer of afzuiging; zorgen voor voldoende ventilatie; instructie geven over de omgang met gevaarlijke stoffen; zorgen voor de juiste persoonlijke bescherming. 15
Samenvatting weet waaraan en waarmee je werkt; (volg de instructie, lees het etiket en de handleiding) gebruik de beschermingsmiddelen; (gebruik deze zorgvuldig) gebruik het juiste gereedschap; werk hygiënisch; (niet eten, drinken en roken op de werkplek, handen wassen en werkkleding uit voor de pauze) Onbekend of geen etiket >> eerst overleg. 16
Tips houd in de gaten of collega s in de buurt misschien met gevaarlijke stoffen aan het werken zijn en neem je maatregelen; andersom geldt: waarschuw je collega s als je zelf met gevaarlijke stoffen gaat werken; let op: producten worden soms overgegoten in andere verpakkingen, er zit dan geen veiligheidsetiket meer op; trek iedere dag schone werkkleding aan. Bij het aantrekken van vieze kleding komen er gevaarlijke stoffen op je huid. 17
Welke van deze stoffen herken je als gevaarlijk? Cementgebonden producten Kunstharsgebonden producten Verven, lijmen en kitten Expanderende isolatiemiddelen Oplosmiddelen Vulmiddelen Reinigingsmiddelen Verontreinigde grond Uitlaatgassen Bitumengebonden producten Bitumen oplosmiddelen Bitumen toevoegmiddelen Boor-, frees-, zaag-, slijp-, schaaf- & schuurstof Kalk- en gipsmortel en stof Morteltoevoegmiddelen Lasdampen 18
Gevaarlijke stoffen Weet waarmee je werkt!! 19