Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Procedure

Vergelijkbare documenten
Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Procedure

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

DG CONTROLEBELEID. Directie Plantenbescherming en Veiligheid van de Plantaardige Productie

Omzendbrief met betrekking tot fytosanitaire noodmaatregelen tegen Xylella fastidiosa

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

4. Definities en afkortingen

Opschorting van de validatie van een autocontrolesysteem

Omzendbrief betreffende de hygiëne en de verplichtingen inzake de traceerbaarheid van vrij wild en verklaringen van wildbewerkingsinrichtingen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

PRI 2139 Laboratorium schadelijke organismen wetenschappelijke doeleinden [2139] v2

PRI 3334 Laboratorium schadelijke organismen - Wetenschappelijke doeleinden - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3334] v1

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit

PROCEDURE Beslissingsproces voor de verplichte validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties

Omzendbrief met betrekking tot de aangifte door buitenlandse operatoren van in België gelegen percelen waarop paspoortplichtige planten worden geteeld

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Beroepsprocedure in het kader van de validatie van autocontrolesystemen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Procedure

AANVRAAG WETENSCHAPPELIJK ADVIES OVER EEN SECTORGIDS

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief betreffende het bezit van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen waarvan de verkoop of het gebruik verboden is

Omzendbrief met betrekking tot de validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export naar derde landen

Technische specificatie 2018/1209/PCCB. Validatie van het autocontrolesysteem in het kader van export voor bepaalde product-land combinaties

IDENTIFICATIE VAN DE TE VOLGEN PROCEDURE VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN ADVIES AAN HET WETENSCHAPPELIJK COMITÉ

Publicatieblad van de Europese Unie

AANVRAGEN VAN EEN FORMEEL ADVIES AAN HET WETENSCHAPPELIJK COMITÉ

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

Omzendbrief met betrekking tot de wederzijdse erkenning van de Gekwalificeerde Persoon binnen de Benelux

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Procedure. Evaluatie sectorprocedure in het kader van e xport

Xylella fastidiosa in Europa: EU noodmaatregelen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FAQ - Sectorgids voor wegtransport en opslag in de voedselketen

FAQ - Gids autocontrole vissector

Opstellen van een bericht over de toewijzing van analyses in het geval van een niet-erkend laboratorium

PROCEDURE EQUIVALENTIE VAN BEPAALDE AUDITREFERENTIELEN MET DE AUTOCONTROLEGIDSEN

1. AANGIFTE IN DE GIP 2 2. CONTROLES 2 3. VERVOER NAAR SCHEEPSBEVOORRADER 3 4. ERKENNINGSVOORWAARDEN VOOR SCHEEPSBEVOORRADER 3

Technische specificatie 2013/643/PCCB. Non-conformiteiten tijdens audits

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Procedure. Beroepsprocedure. Secretariaat staf DG Controlebeleid

FAQ - Gids autocontrole vissector

Omzendbrief met betrekking tot de traceerbaarheid bij het verzenden van levensmiddelen van dierlijke oorsprong.

FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

IEC 2475 Infrastructuur, inrichting, hygiëne : Erkende inspectieplaatsen voor fytosanitaire invoercontroles (plantaardige productie) [2475] v2

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE

LAB 00 P 510 Aanvraag erkenning door externe laboratoria. Versie 04 Datum van toepassing

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Nederland en met het Groothertogdom Luxemburg.

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

Augustus Deze instructiebundel beschrijft de modaliteiten inzake pre-attestatie en precertificatie.

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

Omzendbrief met betrekking tot particuliere slachtingen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FAQ - Gids autocontrole vissector

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

AANVRAGEN VAN EEN SPOEDRAADGEVING AAN HET WETENSCHAPPELIJK COMITÉ

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Omzendbrief betreffende de verplichtingen van de slachthuisexploitanten in het kader van de controle van de identificatie van paarden

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Invoer en binnenbrengen van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Omzendbrief met betrekking tot meststoffen/bodemverbeterende middelen die dierlijke bijproducten bevatten

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Frankrijk.

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

CERTIFICATIE IN DE SECTOR VAN HET HOUTEN VERPAKKINGSMATERIAAL VOOR INTERNATIONALE HANDEL FYTOSANITAIR BEHANDELD CONFORM ISPM 15

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

CORRIGENDUM. Aan: Uw brief van Uw kenmerk Ons Kenmerk Bijlagen Datum PCCB/GDS387969/B 23/12/2009

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 -

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Omzendbrief betreffende het grensoverschrijdende handelsverkeer in niet-onthuid grof vrij wild

FAQ - Sectorgids autocontrole van de aannemers van land- en tuinbouwwerken voor de primaire plantaardige productie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Omzendbrief ten attentie van de. Handelaars in levende dieren. 1. Context

Gearchiveerd op 09/06/2011

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

ERKENNING VAN DE ROUTINEMETHODES EN DE APPARATUUR IN HET KADER VAN DE OFFICIELE BEPALING VAN DE KWALITEIT EN SAMENSTELLING VAN MELK

IB.CN Januari Veterinair certificaat betreffende voor uitvoer naar China bestemde duiven.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

PRI 3045 Dierlijke producten (rauwe melk) - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3045] v1

Export buiten de EU - Fytosanitaire vereisten

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Gearchiveerd op 01/03/2012

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Publicatieblad van de Europese Unie d.d BIJLAGE III

PRI 3050 Konijnenbedrijven - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3050] v1

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door professionele gebruikers en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen door distributeurs.

Uw brief van Uw referten Onze referten Bijlagen Datum CONT/PPV/03/800/ /11/03

Omzendbrief betreffende de controle op de radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan

Vertaling. Overwegende:

Transcriptie:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 2009 / 75 / PCCB Procedure - INVOEREN EN IN VERKEER BRENGEN VAN SCHADELIJKE ORGANISMEN, PLANTEN, PLANTAARDIG MATERIAAL EN ANDER MATERIAAL VOOR PROEFNEMINGEN OF WETENSCHAPPELIJKE DOELEINDEN EN VOOR SELECTIEWERKZAAMHEDEN - Versie 03 In toepassing vanaf 03/02/2015 Verantwoordelijke administratie DG Controlebeleid Verantwoordelijke dienst Plantenbescherming en veiligheid van de plantaardige productie Bestemmelingen Bioveiligheidsverantwoordelijke van een laboratorium / selectie-inrichting. Personeel van het FAVV betrokken bij het afleveren van erkenningen en officiële toelatingen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden. Naam functie / dienst Datum Handtekening Opgesteld door: Swillens Liesbeth Expert planten 15/01/2015 Liesbeth Swillens (get.) Nagezien door: Walter Van Ormelingen Directeur 15/01/2015 Walter Van Ormelingen (get.) Goedgekeurd door: Pierre Naassens Directeur-generaal a.i. Controlebeleid 21/01/2015 Pierre Naassens (get.) Bert Matthijs Directeur-generaal a.i. Laboratoria 23/01/2015 Bert Matthijs (get.) Jean-Marie Dochy Directeur-generaal Controle 02/02/2015 Jean-Marie Dochy (get.) 2009 / 75 / PCCB pagina 1 van 17

Overzicht van de revisies Revisie Van toepassing vanaf Reden en omvang van de revisie 0 22/11/2006 Oorspronkelijke versie Rev. 1 26/06/2012 Vervanging van Procedure PB 01 P02 REV 0 2006: Uitbreiding van het materiaal waarop de procedure van toepassing is; codificatie van richtlijn 95/44/EG door richtlijn 2008/61/EG. Verduidelijkingen Introductie moederdocument Wijziging benaming van gerelateerde documenten Rev. 2 03/02/2015 Uitzondering NRL voor opleidingen Enkel systematisch versturen van elektronische versie van officiële toelating Trefwoorden Schadelijke organismen Wetenschappelijk onderzoek Richtlijn 2008/61/EG 2009 / 75 / PCCB pagina 2 van 17

INHOUDSOPGAVE 1. Doel... 4 2. Toepassingsgebied... 4 3. Referenties... 5 4. Definities en afkortingen... 5 5. Voorwaarden... 6 5.1. ERKENNING... 6 5.1.1. DOSSIER: AANVRAAG TOT ERKENNING... 6 5.1.1.1 Het aanvraagfomulier... 6 5.1.1.2 De bijlage (bijzonderheden)... 6 5.1.1.3 Operatoren met een toelating voor ingeperkt gebruik... 7 5.1.2. ALGEMENE VOORWAARDEN TOT GOEDKEURING... 7 5.1.3. WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN VAN DE SCOPE WAARVOOR EEN ERKENNING VERKREGEN WERD... 8 5.2. OFFICIËLE TOELATING ( LETTER OF AUTHORITY ) 2009 / 75 / PCCB bijl.02... 8 5.2.1. MATERIAAL DAT IN BELGIË WORDT INGEVOERD UIT DERDE LANDEN OF BINNENGEBRACHT UIT ANDERE LIDSTATEN... 8 5.2.2. MATERIAAL DAT TUSSEN OPERATOREN IN BELGIË VERVOERD WORDT... 11 5.2.3. MATERIAAL VAN OORSPRONG UIT BELGIË DAT NAAR EEN ANDERE EU-LIDSTAAT WORDT VERZONDEN... 12 5.3. VRIJGAVE UIT QUARANTAINE (OFFICIËLE VRIJGAVE)... 12 5.4. FYTOSANITAIR CERTIFICAAT... 13 5.5. VEEL GESTELDE VRAGEN (FAQ)... 13 6. Gerelateerde documenten... 17 2009 / 75 / PCCB pagina 3 van 17

1. Doel Dit document is een leidraad bij het invoeren en het in verkeer brengen van schadelijke organismen, planten, plantaardig materiaal en ander materiaal voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden. 2. Toepassingsgebied Op grond van het KB van 10 augustus 2005 (Richtlijn 2000/29/EG) is het verboden schadelijke organismen (zoals bedoeld in bijlage I en II van voornoemd KB) geïsoleerd of samen met de overeenkomstige planten of plantaardige producten in de Gemeenschap in te voeren of daarbinnen naar een andere plaats over te brengen. Bepaalde planten, plantaardige producten en ander materiaal (zoals bedoeld in bijlage III van voornoemd KB), waaronder grond en groeimedium, mogen evenmin in de Gemeenschap worden ingevoerd. De in bijlage IV van voornoemd KB vermelde planten, plantaardige producten en andere materiaal mogen enkel in de Gemeenschap ingevoerd of in verkeer gebracht worden indien aan de vermelde bijzondere eisen is voldaan. De in bijlage V, deel B van voornoemd KB vermelde planten, plantaardige producten en andere materialen uit derde landen mogen alleen in de Gemeenschap worden ingevoerd als zij voldoen aan de bijzondere invoereisen en vergezeld gaan van een officieel fytosanitair certificaat waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden is voldaan. Echter, indien deze schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen ingevoerd of naar een andere plaats overgebracht worden voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden dan zijn deze voorschriften niet van toepassing. Om verspreiding van schadelijke organismen te voorkomen worden hiervoor op communautair niveau voorwaarden vastgelegd (Ministerieel besluit van 4 juli 1996 (Richtlijn 2008/61/EC)). Alle planten behoren tot het toepassingsgebied. Planten zijn levende planten en nader omschreven levende delen van planten, met inbegrip van zaden. (artikel 1 van het KB van 10 augustus 2005). Onder «levende delen van planten» worden onder meer verstaan: - vruchten in botanische zin die niet door middel van diepvriezen worden bewaard, - groenten die niet door middel van diepvriezen worden bewaard, - wortelknollen, knollen, stengelknollen, bollen, wortelstokken, - snijbloemen, - takken met loof, - gevelde bomen die nog van loof zijn voorzien, - bladeren, loof, - plantenweefselculturen, - levende pollen, - enten, stekken, knoppen. Onder «zaden» worden zaden in botanische zin verstaan, met uitzondering van zaden voor andere dan plantdoeleinden. Vermoedelijk besmette planten en plantaardige producten vallen eveneens onder het toepassingsgebied aangezien men hiervoor niet kan garanderen dat ze aan de voorwaarden uit het voornoemd KB voldoen en uit het voorzorgsprincipe. 2009 / 75 / PCCB pagina 4 van 17

Ook de invoer, het verkeer en het gebruik van ander risicovol materiaal, zoals grond en groeimedium en organismen waarop noodmaatregelen van de Europese Commissie van kracht zijn of een aantal van de organismen die zich bevinden op de EPPO-Alert of Actielijst, dient onder toezicht te staan. Bijgevolg is dit document ook van toepassing op de organismen opgenomen in de Niet limitatieve lijst van schadelijke organismen die niet vermeld worden in de bijlagen van het KB van 10/08/2005 maar die onderworpen zijn aan officiële toelatingen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden die zich op de website van het Agentschap bevindt (FAVV > Beroepssectoren > Plantaardige productie > Fytosanitaire aspecten > Fytosanitaire invoercontroles > Uitzondering invoer schadelijke organismen voor wetenschappelijke doeleinden). De handel van in het wild levende dier en plantensoorten (CITES) alsook de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen valt niet binnen het toepassingsgebied van het MB van 4 juli 1996 (Commissie richtlijn 2008/61/EC) maar wordt geregeld volgens respectievelijk Verordening (EG) 338/97 van de Raad (zoals gewijzigd) en Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad. 3. Referenties Koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (zoals gewijzigd). Ministerieel besluit van 8 augustus 2008 tot vaststelling van de bijzondere modaliteiten voor een melding met het oog op registratie of een aanvraag voor toelating en/of erkenning bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Koninklijk besluit van 10 augustus 2005 (zoals gewijzigd) betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen (omzetting van Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 en wijzigingen). Ministerieel besluit van 4 juli 1996 (zoals gewijzigd) tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen in de bijlagen I tot en met V bij het koninklijk besluit van 3 mei 1994 - (vervangen door KB van 10 augustus 2005) - betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of in verkeer gebracht (omzetting van Richtlijn 2008/61/EG van de Commissie van 17 juni 2008). 4. Definities en afkortingen Invoer Verkeer Derde landen Officiële toelating het fysisch binnenbrengen in de Gemeenschap van planten, plantaardige producten of andere materialen van oorsprong van een derde land de fysische verplaatsing van planten, plantaardige producten en andere materialen in de Gemeenschap (indien dit uitsluitend verkeer binnen België betreft, wordt dit uitdrukkelijk vermeld!) landen of grondgebieden andere dan deze die deel uitmaken van de Gemeenschap Lettre Officielle d autorisation Letter of Authority: het A4 document dat elke zending vergezelt 2009 / 75 / PCCB pagina 5 van 17

Moederdocument Officiële toelating die gedurende 1 jaar voor meerdere zendingen van hetzelfde materiaal gebruikt mag worden Activiteiten alle activiteiten voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en selectiewerkzaamheden (inclusief het in collectie houden) FAVV Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen PCE Provinciale Controle Eenheid Operator Laboratorium / selectie-inrichting Quarantainemateriaal Schadelijke organismen, planten, plantaardig materiaal en andere materialen (groeimedium, grond) waarvan de invoer, het verkeer en het gebruik onder het toepassingsgebied van het ministerieel besluit van 04/07/1996 valt. 5. Voorwaarden Vooraleer een operator activiteiten mag uitvoeren met schadelijke organismen, planten, plantaardig materiaal en andere materialen (groeimedium, grond) zoals bedoeld in het KB van 10 augustus 2005 of andere risicovol materiaal, dient de operator een erkenning (KB van 16 januari 2006, bijlage II, 15.1) te bekomen. Hiertoe moet een aanvraag tot erkenning ingediend worden (zie 5.1.1). Overeenkomstig de bepalingen van art. 4 3 van het KB van 16 januari 2006 voert het FAVV een administratief en technisch onderzoek uit ten einde na te gaan of aan de in bijlage I van het MB van 4 juli 1996 vastgestelde algemene voorwaarden is voldaan. Op basis hiervan levert het FAVV een erkenning af. Pas nadat het FAVV een erkenning aan de operator verleende, is het mogelijk een officiële toelating ( Letter of Authority ) voor het invoeren of in verkeer brengen van materiaal zoals vernoemd in de bijlagen van het KB van 10 augustus 2005 of ander risicovol materiaal aan te vragen (zie 5.2). Deze officiële toelating moet het bedoelde materiaal steeds vergezellen. 5.1. ERKENNING 5.1.1. DOSSIER: AANVRAAG TOT ERKENNING 5.1.1.1 Het aanvraagformulier Het aanvragen van de erkenning gebeurt aan de hand van het formulier Model van aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning opgenomen in de bijlage van het MB van 8 augustus 2008 dat op de FAVV website beschikbaar is (http://www.favvafsca.fgov.be/erkenningen/modelaanvraagformulier.asp). Het ingevulde formulier wordt overeenkomstig de modaliteiten van art. 2 van dit MB per brief, fax of elektronische weg verstuurd naar het hoofd van de PCE waar het labo gevestigd is. Meer info hierover is beschikbaar op de website www.favvafsca.fgov.be/erkenningen. 5.1.1.2 De bijlage (bijzonderheden) Als bijlage bij het formulier dient een dossier toegevoegd te worden dat minstens de volgende bijkomende informatie bevat, overeenkomstig de minimale gegevens vermeld in bijlage I van het MB van 4 juli 1996: 1. Identificatie: 2009 / 75 / PCCB pagina 6 van 17

naam en adres operator 2. De wetenschappelijke naam of namen van het materiaal, en indien van toepassing de betrokken schadelijke organismen 3. Het soort materiaal 4. De hoeveelheid materiaal 5. De plaats van oorsprong van het materiaal met geschikte bewijsstukken voor materiaal dat vanuit een derde land wordt ingevoerd 6. De voorgestelde plaats van binnenkomst in de Gemeenschap voor materiaal dat uit een derde land zal worden ingevoerd 7. Het adres en de beschrijving van de specifieke plaats of plaatsen waar het materiaal in quarantaine wordt gehouden en indien van toepassing wordt onderzocht 8. Indien van toepassing, de plaats waar het materiaal onmiddellijk na de officiële vrijgave wordt opgeslagen of uitgeplant (zie 6.3) 9. Beschrijving van de activiteiten - de duur - de aard - de doeleinden met, ten minste, een samenvatting van de werkzaamheden en een specificatie voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden of selectiewerkzaamheden 10. Indien van toepassing, de voorgestelde methode voor vernietiging of behandeling van het materiaal na afloop van de goedgekeurde activiteiten Uit de informatie in het dossier moet blijken om welke activiteiten het precies gaat en dat de lokalen en inrichtingen enz. waar de activiteiten zullen plaatsvinden voldoen aan de quarantainevoorwaarden opdat verspreiding in de omgeving van het materiaal en/of schadelijke organismen voorkomen wordt. Het document 2009 / 75 / PCCB bijl.01 is bedoeld als hulpmiddel om dit dossier op te stellen. 5.1.1.3 Operatoren met een toelating voor ingeperkt gebruik Operatoren die een door een gewest afgeleverde toelating hebben voor ingeperkt gebruik van schadelijke en/of genetisch gemodificeerde organismen, kunnen zich hiervoor baseren op het dossier dat zij daartoe bij een gewest hadden ingediend. In dit geval wordt in het dossier bij de erkenningsaanvraag verwezen naar het hoofdstuk, de paragraaf of het lid waar zich de gepaste informatie bevindt in het bij een gewest ingediende dossier. Eveneens wordt een kopie toegevoegd van het bij een gewest ingediend dossier betreffende het bekomen van een toelating voor ingeperkt gebruik. 5.1.2. ALGEMENE VOORWAARDEN TOT GOEDKEURING 1. De aard en doeleinden van de activiteiten betreft inderdaad proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden of selectiewerkzaamheden. 2. De lokalen en inrichtingen waar de activiteiten zullen plaatsvinden moeten voldoen aan quarantainevoorwaarden opdat verspreiding in de omgeving van het materiaal en/of schadelijke organismen voorkomen wordt. 3. Voor elke in de aanvraag vermelde activiteit moet het risico van de verspreiding van het materiaal beoordeeld worden rekening houdend met de aard van het materiaal en de beoogde activiteit, de 2009 / 75 / PCCB pagina 7 van 17

biologie van de schadelijke organismen, hun wijze van verspreiding, de wisselwerking met de omgeving en alle andere relevante factoren. 4. De hoeveelheid materiaal staat in relatie tot de goedgekeurde activiteit en de capaciteit van de beschikbare quarantainevoorzieningen. 5. Het wetenschappelijke en technische personeel dat de activiteiten uitvoert is voldoende gekwalificeerd voor de bedoelde activiteiten. 6. De conclusies van de inspectie ter plaatse zijn gunstig. De erkenning kan te allen tijde ingetrokken worden wanneer blijkt dat niet meer aan de algemene voorwaarden is voldaan. 5.1.3. WIJZIGINGEN EN AANVULLINGEN VAN DE SCOPE WAARVOOR EEN ERKENNING VERKREGEN WERD Voorafgaand aan een wijziging of stopzetting van de erkende activiteiten dient de operator aan de hand van het formulier Model van aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning (http://www.favv-afsca.fgov.be/erkenningen/modelaanvraagformulier.asp).de wijzigingen door te geven in vak VI (aanvullende informatie). Meer info hierover is beschikbaar op de website www.favv-afsca.fgov.be/erkenningen. Details van de wijzigingen dienen opgenomen te worden in de bijlage vermeld in punt 5.1.1.2. De voor de wijziging relevante gegevens moeten worden doorgegeven samen met het bovenstaande formulier. Dit kan ondermeer het geval zijn indien het de bedoeling is andere schadelijke organismen, planten, plantaardige producten of andere materialen in te voeren, binnen te brengen of te gebruiken of indien voor een organisme andere levensstadia zullen aangewend worden, indien een aanpassing van de hoeveelheden nodig is, indien de lokalen en inrichtingen aangepast worden en/of wanneer SOP s (Standard Operating Procedures) gewijzigd worden op zulke manier dat ze de bestaande evaluatie over de veiligheid van de activiteit beïnvloeden. De nieuwe activiteit kan pas van start gaan wanneer de aanvraag tot wijziging is goedgekeurd. Afhankelijk van de aard van de wijziging kan dit administratief gebeuren of op basis van een inspectiebezoek. 5.2. OFFICIËLE TOELATING ( LETTER OF AUTHORITY ) 2009 / 75 / PCCB BIJL.02 5.2.1. MATERIAAL DAT IN BELGIË WORDT INGEVOERD UIT DERDE LANDEN OF BINNENGEBRACHT UIT ANDERE LIDSTATEN Nadat de erkenning afgeleverd is, kan het FAVV toestaan dat het in de aanvraag vermelde materiaal wordt ingevoerd, binnengebracht of gebruikt op voorwaarde dat het materiaal vergezeld gaat van de officiële toelating ( Letter of Authority ). Stap 1: De operator stuurt de ingevulde officiële toelating elektronisch naar het FAVV (importpermit@favv.be). 2009 / 75 / PCCB pagina 8 van 17

Stap 2: Stap 3: Stap 4: Na goedkeuring, ondertekent het FAVV de ingevulde officiële toelating en wordt deze elektronisch teruggestuurd naar de aanvrager van de officiële toelating (zie figuur 1). Op vraag kan de officiële toelating ook per post verstuurd worden. De operator bezorgt de ondertekende officiële toelating aan de verzender van het materiaal. Indien het land van oorsprong een EU-lidstaat is, dient de verzender van het materiaal de officiële toelating te laten signeren door de officiële dienst in de EU-lidstaat van oorsprong (zie figuur 2, vak 13) overeenkomstig artikel 2 punt 2 a van het MB 04/07/1996. Indien het land van oorsprong een derde land is, worden de geschikte bewijsstukken ten aanzien van de plaats van oorsprong samen met het materiaal verstuurd overeenkomstig artikel 2 punt 2 b van het MB 04/07/1996. Stap 5: Het materiaal wordt verzonden vergezeld van de officiële toelating en in voorkomend geval samen met het plantenpaspoort of het fytosanitair certificaat en bewijs van oorsprong. 2009 / 75 / PCCB pagina 9 van 17

Figuur 1 Figuur 2 Voor materiaal dat binnen de EU vervoerd wordt, kan gebruik gemaakt worden van een moederdocument (origineel van de officiële toelating afgeleverd door het FAVV dat gekopieerd wordt) onder volgende voorwaarden: - het moederdocument geldt enkel voor het in vak 8 vermelde materiaal; - in vak 8 kan maar 1 schadelijk organisme per moederdocument worden ingevuld; - het moederdocument is 1 jaar geldig vanaf de dag van de afgifte; - de twee voorgaande voorwaarden worden op volgende manier door het FAVV toegevoegd in vak 11: Dit moederdocument is geldig voor het vervoer van het in vak 8 vermelde materiaal binnen België of vanuit lidstaten van de Gemeenschap naar België en is 1 jaar geldig vanaf de datum van afgifte vermeld in vak 14. ; - de operator dient elk ingevuld afschrift van het moederdocument onder elektronische vorm over te maken aan het FAVV (importpermit@favv.be) op de datum van gebruik; - in het kader van de traceerbaarheid dient door de operator een volgnummer (toe te voegen aan het nummer toegekend door het FAVV), de datum waarop het afschrift vertrekt (toe te voegen in vak 11) en de hoeveelheid materiaal die zal worden binnengebracht/vervoerd, te worden opgenomen op het afschrift van het moederdocument (zo wordt elke zending begeleid door een uniek document) 2009 / 75 / PCCB pagina 10 van 17

en dient een kopie van elk document bijgehouden te worden en voorgelegd te worden bij inspectie door het FAVV; - operatoren die van een moederdocument gebruikmaken, dienen twee keer per jaar, nl. voor 31/12 en voor 15/07 volgende informatie over de ontvangen zendingen aan het FAVV (via e-mailadres importpermit@favv.be) te bezorgen: datum van de verschillende bewegingen op basis van kopieën van de officiële toelating, referentienummer van het afschrift, hoeveelheid materiaal en EU-land van herkomst; - indien de verzender zich in een andere lidstaat van de EU bevindt, dient de plantenziektekundige dienst (NPPO) van de betreffende lidstaat in vak 13 zijn goedkeuring te verlenen alvorens de zending in het verkeer kan worden gebracht; Indien niet meer voldaan wordt aan één van deze voorwaarden, wordt het moederdocument ingetrokken. Van zodra een operator vaststelt dat niet meer aan de voorwaarden voldaan is, bezorgt hij het moederdocument met eventueel nog bestaande afschriften onmiddellijk terug aan het FAVV (importpermit@favv.be) met vermelding van de redenen. Indien een operator van een moederdocument gebruik wil maken, moet dit uitdrukkelijk vermeld worden in de aanvraag voor de officiële toelating. 5.2.2. MATERIAAL DAT TUSSEN OPERATOREN IN BELGIË VERVOERD WORDT Nadat het FAVV aan beide operatoren een erkenning heeft afgeleverd, kan het FAVV toestaan dat het in de aanvraag vermelde materiaal vervoerd wordt tussen 2 Belgische operatoren, op voorwaarde dat het materiaal steeds vergezeld gaat van de officiële toelating ( Letter of Authority ). Stap 1: Stap 2: Stap 3: De operator die het initiatief neemt om het materiaal in het verkeer te brengen, of hij nu de verzender of ontvanger is, stuurt de ingevulde officiële toelating elektronisch naar het FAVV (importpermit@favv.be). Na goedkeuring ondertekent het FAVV de ingevulde officiële toelating en wordt deze elektronisch teruggestuurd naar de aanvrager van de officiële toelating (zie figuur 1). Op vraag kan de officiële toelating ook per post verstuurd worden. Het materiaal wordt verzonden vergezeld van de officiële toelating en in voorkomend geval samen met het plantenpaspoort. Het moederdocument beschreven in 5.2.1 mag onder de vermelde voorwaarden gebruikt worden voor het in het verkeer brengen in België De nationale referentielaboratoria hoeven in hun hoedanigheid van NRL geen officiële toelating aan te vragen voor vervoer binnen België (tussen NRL onderling of tussen NRL en erkende operator) dat dient te gebeuren in het kader van analyses voor het controleprogramma van het FAVV en voor ringtesten. Ook in het kader van het meenemen van quarantainemateriaal naar een opleiding wordt er een uitzondering voorzien op voorwaarde dat de volgende maatregelen genomen worden om de ontsnapping en/of verspreiding van de organismen tijdens het vervoer/de opleiding, te voorkomen: - vervoer/demonstratie van de organismen en/of planten met symptomen dient te gebeuren in hermetisch afgesloten recipiënten - na de opleiding dient het materiaal meteen teruggebracht te worden naar het quarantaine-lokaal van het NRL voor bewaring of vernietiging 2009 / 75 / PCCB pagina 11 van 17

Dit geldt enkel voor de organismen die vallen onder de erkenning van het NRL en op voorwaarde dat elk transport geregistreerd wordt. 5.2.3. MATERIAAL VAN OORSPRONG UIT BELGIË DAT NAAR EEN ANDERE EU- LIDSTAAT WORDT VERZONDEN Analoog als in 5.2.1. wordt door degene die het materiaal ontvangt (ontvanger) een officiële toelating gevraagd bij de officiële dienst in het land van bestemming (zie figuur 3). De operator in België ontvangt een ondertekende officiële toelating van de persoon die het materiaal wenst binnen te brengen in zijn/haar land en bezorgt dit document aan het FAVV die ditzelfde document bekrachtigt in vak 13 (links onderaan - zie figuur 4). De bekrachtigde officiële toelating van de andere lidstaat wordt elektronisch aan de operator bezorgd (op vraag kan de officiële toelating ook per post verstuurd worden). Pas dan mag het materiaal samen de bekrachtigde officiële toelating verzonden worden. Figuuur 3 Figuur 4 5.3. VRIJGAVE UIT QUARANTAINE (OFFICIËLE VRIJGAVE) Officiële vrijgave betekent dat het materiaal niet langer onder quarantainevoorwaarden wordt gehouden maar in open lucht of serres uitgeplant wordt. Vooraleer het materiaal officieel wordt vrijgegeven dient het onderworpen te worden aan welbepaalde officiële analyses. Welke analyses dienen te gebeuren, is afhankelijk van het materiaal en wordt opgelijst in bijlage III van het MB van 4 juli 1996. Stap 1: De operator verwittigt de PCE van het FAVV vooraleer het materiaal wordt vrijgegeven. 2009 / 75 / PCCB pagina 12 van 17

Stap 2: De PCE komt ter plaatse, neemt in voorkomend geval monsters en laat deze op welbepaalde schadelijke organismen analyseren. Bij conform resultaat wordt het materiaal officieel vrijgegeven. In bepaalde gevallen wordt het materiaal onmiddellijk bij binnenkomst vrijgegeven uit quarantaine zoals bij selectiewerkzaamheden die onmiddellijk in open veld plaatsvinden. In dit geval wordt het materiaal door de operator bij binnenkomst aangeboden bij de PCE en wordt bij binnenkomst een controle uitgevoerd en worden in voorkomend geval monsters voor analyse genomen. Hiertoe verwittigt de operator de PCE minimaal 24 uur, zaterdag, zondag en feestdagen daar niet inbegrepen, op voorhand wanneer en waar het materiaal binnenkomt. 5.4. FYTOSANITAIR CERTIFICAAT Voor planten, plantaardige producten en andere materialen vermeld in bijlage V, deel B van het KB van 10 augustus 2005 moet het materiaal, zo mogelijk, ook vergezeld gaan van een fytosanitair certificaat. De officiële dienst van het land van oorsprong dient een dergelijk certificaat af te geven waaruit blijkt dat aan de voorwaarden van het KB van 10 augustus 2005 wordt voldaan, behalve voor wat de schadelijke organismen betreft waarvoor de proefnemingen worden uitgevoerd en waarvoor een officiële toelating werd afgeleverd. Planten, plantaardig materiaal en andere materialen vermeld in bijlage III van het KB van 10 augustus 2005 (materiaal dat de EU niet mag ingevoerd worden m.u.v. wetenschappelijke doeleinden en selectiewerkzaamheden) dient bij het invoeren eveneens vergezeld te zijn van een fytosanitair certificaat. 5.5. VEEL GESTELDE VRAGEN (FAQ) VOOR WELK MATERIAAL DIENT EEN OPERATOR EEN ERKENNING AAN TE VRAGEN? Schadelijke organismen, planten en ander materiaal (groeimedium, grond) zoals vermeld in de bijlagen van het KB van 10/08/2005 en waarvan de invoer, het verkeer en het gebruik om fytosanitaire redenen verboden is, vallen onder de bevoegdheid van het FAVV. Indien met dit materiaal gewerkt wordt, dient een erkenning aangevraagd te worden bij het FAVV. Ook voor de schadelijke organismen en planten opgenomen in de Niet limitatieve lijst van schadelijke organismen die niet vermeld worden in de bijlagen van het KB van 10/08/2005 maar die onderworpen zijn aan officiële toelatingen voor proefnemingen, wetenschappelijke doeleinden of selectiewerkzaamheden die zich op de website van het FAVV bevindt (FAVV > Beroepssectoren > Plantaardige productie > Fytosanitaire aspecten > Fytosanitaire invoercontroles > Uitzondering invoer schadelijke organismen voor wetenschappelijke doeleinden) dient een erkenning aangevraagd te worden bij het FAVV. Het betreft hier bijvoorbeeld schadelijke organismen waarvoor de Europese Commissie noodmaatregelen overweegt of heeft genomen of organismen uit de EPPO-Alertlijst. Ook voor de diagnose van vermoedelijk besmette monsters is de erkenning noodzakelijk. Voor elke individuele zending dient bovendien een officiële toelating aangevraagd te worden. Officiële toelatingen worden enkel afgeleverd aan erkende operatoren. 2009 / 75 / PCCB pagina 13 van 17

Voor het transport van vermoedelijk besmet materiaal dat vervoerd wordt tussen erkende operatoren dient eveneens een officiële toelating aangevraagd te worden. BIJ WIE KAN EEN AANVRAAG TOT ERKENNING VAN DE OPERATOR INGEDIEND WORDEN? Het dossier wordt ingediend bij het hoofd van de Provinciale Controle Eenheid (PCE) (www.favv.be) aan de hand van het formulier opgenomen in de bijlage van het MB van 8 augustus 2008. HOE BEKOMT MEN EEN OFFICIËLE TOELATING? Het model van de officiële toelating is als invulbare pdf beschikbaar op de website van het FAVV. Hierin dienen de vakken 1, 2, 4, 5, 6 (indien van toepassing), 7 (indien van toepassing), 8, 9, 10 en 12 (indien van toepassing) elektronisch te worden ingevuld. Dit elektronisch ingevuld exemplaar wordt verstuurd naar importpermit@favv.be. KAN HET INGEVOERD OF IN VERKEER GEBRACHT (VANUIT ANDERE EU-LIDSTATEN) MATERIAAL GEBRUIKT WORDEN OP VERSCHILLENDE LOCATIES / BIJ DIVERSE OPERATOREN BINNEN BELGIË? Het ingevoerd of in verkeer gebracht (vanuit andere EU-lidstaten) materiaal kan opgesplitst worden en naar verschillende operatoren verstuurd worden op volgende voorwaarden: - Bij de aanvraag van de officiële toelating worden de plaatsen waar het materiaal in quarantaine wordt gehouden, vermeld. - Elke operator die materiaal in ontvangst neemt, heeft een erkenning van het FAVV om met het ingevoerd of in verkeer gebracht (vanuit andere EU-lidstaten) materiaal te werken. - Het materiaal gaat steeds vergezeld van de officiële toelating. - Het vervoer van het materiaal moet onder volgende quarantainevoorwaarden gebeuren, t.t.z. voorwaarden die de ontsnapping en/of verspreiding van de organismen tijdens het vervoer voorkomen: o De verpakking moet hermetisch gesloten zijn ; o In het geval van vloeibare inhoud, dient de verpakking gemaakt te zijn van vochtabsorberend materiaal; o Op de verpakking dient het teken biohazard, de bestemming, de identiteit van de verzender met een telefoonnummer en de aard van het materiaal vermeld te worden. KAN MATERIAAL VERVOERD WORDEN TUSSEN BELGISCHE LABORATORIA? Ja, onder volgende voorwaarden: - Beide laboratoria dienen over een erkenning te beschikken (punt 5 van deze procedure) - De operator die het initiatief neemt voor het in het verkeer brengen van het materiaal, of hij nu verzender of ontvanger is, moet een officiële toelating aanvragen - De officiële toelating dient het materiaal te vergezellen tijdens het vervoer - Het vervoer van het materiaal moet onder de volgende quarantainevoorwaarden gebeuren: o De verpakking moet hermetisch gesloten zijn ; o In het geval van vloeibare inhoud, dient de verpakking gemaakt te zijn van vochtabsorberend materiaal; 2009 / 75 / PCCB pagina 14 van 17

o Op de verpakking dient het teken biohazard, de bestemming, de identiteit van de verzender met een telefoonnummer en de aard van het materiaal vermeld te worden. - Duidelijke vermeldingen worden in de registers van de verzendende en ontvangende operator opgenomen. VALT HET INVOEREN OF IN VERKEER BRENGEN VAN GROND EN GROEIMEDIUM AFKOMSTIG VAN DERDE LANDEN ONDER DE SCOPE VAN MB VAN 4 JULI 1996? Antwoord: Ja. Grond en groeimedium afkomstig van welbepaalde landen zoals vermeld in het KB van 10 augustus 2005 mag niet in de Europese Unie ingevoerd worden. Een opsomming van planten, plantaardig materiaal en andere voorwerpen afkomstig van derde landen die niet in de Europese Unie mogen ingevoerd worden, is weergegeven in bijlage 3 van KB van 10 augustus 2005. Alle afwijkingen van dit invoerverbod voor wetenschappelijke doeleinden of selectiewerkzaamheden vallen onder het MB van 4 juli 1996. Opmerking: de gewesten leveren geen toelating af voor ingeperkt gebruik voor proefnemingen op grond. De operator moet bij zijn erkenningsaanvraag dus het volledige dossier indienen. WELKE TIJDSDUUR WORDT VOORZIEN VOOR HET AFLEVEREN VAN EEN ERKENNINGEN EN EEN OFFICIËLE TOELATING? Na het indienen van een volledig dossier om een erkenning te bekomen, verlopen maximaal 30 werkdagen vooraleer een inspectie ter plaatse plaatsvindt. Tussen het ontvangen van de volledige aanvraag en het afleveren van een officiële toelating tot het invoeren of in verkeer brengen van materiaal verlopen maximaal 10 werkdagen. WELKE BIOVEILIGHEIDSGRAAD WORDT DOOR HET FAVV GEËIST? Afhankelijk van het materiaal en de aard van de activiteiten zijn er andere quarantainevoorwaarden van toepassing. De operator argumenteert in het dossier van zijn erkenningsaanvraag welke quarantainemaatregelen voorzien worden in functie van het materiaal waarmee gewerkt wordt en de aard van activiteiten die men zal uitvoeren. Bij voorkeur beschikken operatoren die met materiaal uit het KB van 10 augustus 2005 of met organismen waarvoor noodmaatregelen werken, over L2Q. Voor operatoren die enkel met organismen werken uit de Niet limitatieve lijst van schadelijke organismen die niet vermeld worden in de bijlagen van het KB van 10/08/2005 maar die onderworpen zijn aan officiële toelatingen voor proefnemingen of wetenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden waar geen noodmaatregelen voor gelden, volstaat L2. MOET MATERIAAL STEEDS VERNIETIGD WORDEN NA AFLOOP VAN HET ONDERZOEK? Materiaal dient niet steeds vernietigd te worden na afloop van het onderzoek op voorwaarde dat de quarantainevoorwaarden gerespecteerd blijven en er geen gevaar dreigt voor verspreiding in de omgeving of op voorwaarde dat het materiaal vrijgegeven is uit quarantaine. Ook dit wordt duidelijk aangegeven in het dossier om een erkenning te bekomen. Men kan dus materiaal als referentiemateriaal onder quarantainevoorwaarden bewaren. 2009 / 75 / PCCB pagina 15 van 17

Een lijst van welk referentiemateriaal in collectie wordt gehouden, wordt toegevoegd aan het dossier: aanvraag tot erkenning. MOET VOOR GEFIXEERDE, AFGEDODE OF OP ANDERE MANIER BEHANDELDE SCHADELIJKE ORGANISMEN EEN OFFICIËLE TOELATING AANGEVRAAGD WORDEN? Voor afgedode schadelijke organismen dient er geen officiële toelating te worden aangevraagd aangezien er geen risico voor de plantengezondheid is. Voor gefixeerde of op andere manier behandelde schadelijke organismen is er ook geen officiële toelating vereist voor zover er een garantie is dat het schadelijk organisme geen schade meer kan veroorzaken en er geen verspreiding mogelijk is. KAN HET FAVV EEN BEWIJS AFLEVEREN DAT ER GEEN OFFICIËLE TOELATING NOODZAKELIJK IS OM HET BETREFFENDE MATERIAAL IN BELGIË IN TE VOEREN? Het FAVV levert enkel een verklaring af dat er geen officiële toelating noodzakelijk is als er een bewijs van de bevoegde overheid van het land van de verzender is dat dergelijke verklaring noodzakelijk is. Indien de bevoegde overheid van het land van de verzender een dergelijk bewijs niet voldoende acht en enkel toestaat om het materiaal te verzenden als er een officiële toelating afgeleverd wordt, zal het FAVV een officiële toelating afleveren. Ook in dit geval moet er een schriftelijk bewijs van de bevoegde overheid worden voorgelegd. ZIJN ER BIJ INVOER VAN SCHADELIJKE ORGANISMEN, PLANTEN, PLANTAARDIG MATERIAAL EN ANDERE MATERIALEN AFKOMSTIG UIT DERDE LANDEN BIJKOMENDE CONTROLES VEREIST? Antwoord: ja Gezien het gaat om materiaal dat slechts bij wijze van uitzondering in de EU mag ingevoerd worden en gezien het artikel 2, 2 b van het MB van 4 juli 1996 (Europese richtlijn 2008/61/EG) oplegt dat de lidstaat er voor moet zorgen dat het materiaal bij het invoeren en het transport onder quarantainevoorwaarden wordt bewaard en direct en onmiddellijk naar de in de aanvraag vermelde plaats of plaatsen wordt gebracht, moet de zending aangemeld worden ten einde het vereiste toezicht te kunnen uitvoeren. De zending wordt aangemeld zoals een zending van planten, plantaardig materiaal en andere materialen die onder de fytosanitaire wetgeving vallen. De te volgen werkwijze wordt beschreven in de omzendbrief PCCB/S1-4/1173544 met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles (www.favv.be > professionelen > plantaardige productie > omzendbrieven). De invoercontrole bestaat uit een documenten- en identiteitscontrole. Het fytosanitair vervoersdocument wordt verder aangevuld (vakken 7, 8, 9 & 10) en vervolgens wordt de toestemming gegeven om de zending naar zijn bestemming te laten doorgaan. Er wordt geen bijkomende retributie aangerekend voor deze documenten- en identiteitscontrole, gezien deze vervat zit in de retributie die betaald moet worden voor het bekomen van de officiële toelating. 2009 / 75 / PCCB pagina 16 van 17

6. Gerelateerde documenten - 2009 / 75 / PCCB bijl.01 Bijkomende informatie dossier : aanvraag tot erkenning van de operator - 2009 / 75 / PCCB bijl.02 Officiële toelating ( Letter of Authority ) 2009 / 75 / PCCB pagina 17 van 17