Pagina 1 van 7 SYNODE DER SCHRISTELIJKE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND LEEUWARDEN 2001 Aan de Landelijke Vergadering van de Nederlands Gereformeerde Kerken Amersfoort 2001 ds. K. Muller, eerste scriba Oude Veenscheiding 15 8446 LC HEERENVEEN Groningen/Huizen, 18 december 2001 Zeer geachte broeders, van de Christelijke Gereformeerde Kerken van Leeuwarden/Nunspeet heeft zich naar aanleiding van het rapport van Deputaten voor de Eenheid van Gereformeerde Belijders in Nederland bezig gehouden met de contacten die er tussen uw kerken en de onze bestaan. De vergadering kwam eenstemmig tot de besluiten, die u in de bijlagen aantreft. We realiseren ons dat het besluit van de synode van 1998 bij u gevoelens van teleurstelling en verdriet heeft opgeroepen. Uw brief van 29 juni jl. spreekt daar ook over. Namens uw kerken heeft ds. W. Smouter in zijn toespraak tot de synode de pijn, die in uw kerken over dit besluit leeft, verwoord. De manier waarop hij dat deed, bracht ons opnieuw het besef bij hoezeer in uw kerken het hartelijke verlangen leeft naar kerkelijke eenheid met allen die de verschijning van de Heere Jezus Christus hebben liefgehad (2 Tim. 4: 8). Wees er van overtuigd, broeders, dat in onze kerken dezelfde begeerte leeft. De verdeeldheid van Christus kerk doet ons verdriet juist omdat Gods Woord en de gereformeerde belijdenis zo duidelijk spreken over de eenheid van Gods kerk. Met dankbaarheid vernam de synode van deputaten dat de gesprekken met uw Commissie voor Contact en Samenspreking niet zonder zin zijn geweest. Bovendien bleek het wegvallen van de druk waaronder de vorige gesprekken stonden bevorderlijk voor de ontmoeting. Het deed de synode ook goed om te vernemen, zowel uit uw brief, uit de rapportage van deputaten als in de toespraak van ds. W. Smouter, dat uw vergadering het signaal van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en de Chr. Ger. Kerken over de manier waarop de eenheid in de leer in de Nederlands Gereformeerde Kerken wordt bewaard, serieus wil nemen en de bezinning daarop, ook in regionaal verband, wil stimuleren.
Pagina 2 van 7 Een aantal plaatselijke kerken zond aan de vergadering van onze synode signalen waarbij gewezen werd op wat in plaatselijke contacten met Nederlands Gereformeerde Kerken bereikt werd waarin Gods zegen ervaren werd. Gelet hierop en op het voorlopige karakter van het besluit van 1998 tot het beëindigen van de samensprekingen op landelijke niveau besloot de synode een krachtig en broederlijk appèl op uw vergadering te doen. Dit appèl bedoelt u op te roepen om helderheid te geven over de aard van de binding aan Schrift en confessie en, in het verlengde daarvan, over de functionering van het Akkoord van Kerkelijk Samenleven. Hierbij denken wij met name met name aan art. 17. Wij hopen dat het in die weg zal kunnen komen tot hernieuwde samensprekingen met uw commissie in het kader van het zoeken naar kerkelijke eenheid. Het is ons hartelijke gebed, broeders, dat de Heere Zelf wegen wijst om te komen tot kerkelijk samengaan van allen die in de gehoorzaamheid van het geloof buigen voor Zijn Woord. Dat ontslaat ons niet van onze verantwoordelijk om zelf ook deze wegen te zoeken. In dat licht richten we ons tot u in de hoop dat het langs deze weg zou mogen komen tot hernieuwde samensprekingen. Van harte wenst de synode u de zegen van de Heere, onze God, toe bij uw verdere beraadslagingen. Met hartelijke broedergroet, namens het moderamen van de generale synode, ds. J. Plantinga, preses drs. G. van Roekel, eerste scriba
Pagina 3 van 7 Besluit betreffende de verhouding met de Nederlands Gereformeerde Kerken Bijlage 1, behorend bij brief de dato 18 december 2001. 1. dat deputaten vermelden dat zij volgens hun mandaat contact hebben onderhouden met de NG-commissie, mede met het oog op de plaatselijke situaties en zaken van gemeenschappelijk belang; 2. dat deputaten vermelden dat deze gesprekken zinvol zijn geweest en in een betere sfeer konden worden gevoerd dan in de vorige periode; besluit deputaten op te dragen de gesprekken met de NG-commissie vooralsnog te continueren, mede met het oog op de plaatselijke situaties en zaken van gemeenschappelijk belang.
Pagina 4 van 7 Besluit betreffende de positie van de samenwerkende en de samenwerkingsgemeenten Bijlage 2, behorend bij brief de dato 18 december 2001. 1. dat de generale synode van Haarlem-Noord uitsprak dat wat op plaatselijk niveau met de NGK bereikt is bestendigd kan blijven; 2. dat deputaten melden dat er van de zijde van de samenwerkingsgemeenten geen behoefte is aan aparte regelingen; 3. dat deputaten melden dat er zich met name knelpunten voordoen bij de afvaardiging naar meerdere vergaderingen; van oordeel 1. dat de samenwerkingsgemeenten een volwaardige plaats hebben en ook willen hebben binnen het verband van de Christelijke Gereformeerde Kerken; 2. dat het deel uit maken van de desbetreffende gemeenten van het verband der Nederlands Gereformeerde Kerken niet in mindering komt op het deel uit maken van het verband der Christelijke Gereformeerde Kerken; spreekt uit 1. dat in de meerdere vergaderingen de status quo moet worden aanvaard dat de samenwerkingsgemeenten mede gediend worden door niet-christelijk-gereformeerde ambtsdragers; deze kunnen dus als waarnemer ook op meerdere vergaderingen ontvangen worden; 2. dat voor de samenwerkingsgemeenten dezelfde kerkordelijke regels gelden als voor iedere Christelijke Gereformeerde Kerk; en besluit deputaten te machtigen met de samenwerkingsgemeenten in gesprek te blijven met het oog op hun bijzondere positie.
Pagina 5 van 7 Besluit betreffende een instructie inzake een aspect in de verhouding met de Nederlands Gereformeerde Kerken Bijlage 3, behorend bij brief de dato 18 december 2001. 1. welke spanningen zich voordoen wanneer kerken in hun samenwerking met een NGK te maken krijgen met vrouwelijke ambtsdragers; 2. dat de synode van 1998 heeft uitgesproken: a. dat uit het geheel van het spreken van de Heilige Schrift duidelijk is dat het gezaghebbend leiding geven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt; b. dat het standpunt ten aanzien van de vrouw in het ambt, dat in de Christelijke Gereformeerde kerken steeds heeft gegolden, Schriftuurlijk verantwoord is; van oordeel dat kerken die vrouwelijke ambtsdragers toelaten nauwer kerkelijk samenleven blokkeren; besluit 1. de desbetreffende kerken op te roepen dit in hun samenwerking met de NGK aan de orde te stellen; 2. de classes op te roepen hierop toe te zien via de rapportages naar art. 41 KO en/of via de kerkvisitaties; 3. deputaten op te dragen in de lijn van besluit 3 van art. 305 van de Acta 1998 hiernaar te informeren bij de samenwerkende gemeenten en hierover aan de synode te rapporteren.
Pagina 6 van 7 Besluit betreffende een instructie inzake de mogelijkheid van samensprekingen met de NGK door gemeenten die in hun voortbestaan worden bedreigd Bijlage 4, behorend bij brief de dato 18 december 2001. constaterende 1. dat de generale synode van 1998 de samensprekingen met de Nederlands Gereformeerde Kerken voorlopig beëindigd heeft en uitgesproken heeft dat er geen grond meer is om bijlage 6 K.O. voortaan nog toe te passen op de relatie met de Nederlands Gereformeerde Kerken, 2. dat de generale synode tot dit besluit gekomen is vanwege blijvende verschillen in de samensprekingen met betrekking tot de toe-eigening des heils, de relatie Schrift en confessie, de vragen ten aanzien van het AKS en het besluit van de landelijke vergadering van de NGK inzake de openstelling van het diakenambt voor zusters der gemeente; 3. dat de generale synode alleen een uitzondering gemaakt heeft voor gemeenten die in een ver gevorderd stadium van samensprekingen waren; 1. dat de nood in verschillende kleiner wordende gemeenten zo groot is, dat zij in hun voortbestaan worden bedreigd; 2. dat plaatselijke samenwerking van de Christelijke Gereformeerde Kerk met de Nederlands Gereformeerde Kerk het voortbestaan van deze gemeenten in sommige gevallen lijkt mogelijk te maken, 3. dat deze plaatselijke samenwerking evenwel door het besluit van de generale synode van 1998 onmogelijk is, indien de gemeenten niet in een ver gevorderd stadium van samensprekingen waren; 4. dat niet uitgesloten kan worden geacht, dat plaatselijke samensprekingen van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederlands Gereformeerde Kerk tot overeenstemming leiden en dat deze overeenstemming door classes en vertegenwoordigers van particuliere synoden naar art. 49 kan worden geapprobeerd indien bijlage 6 K.O. van toepassing zou zijn op de relatie met de Nederlands Gereformeerde Kerken; 5. dat deputaten eenheid voor de gereformeerde belijders in Nederland van de generale synode opdracht hebben gekregen om nader contact te onderhouden met de Nederlands gereformeerde commissie voor contact en samensprekingen, mede met het oog op plaatselijke situaties; 6. dat deputaten eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland van de generale synode opdracht hebben gekregen om onderzoek te doen naar de kerkrechtelijke positie van de zgn. samenwerkingsgemeenten; 7. dat deputaten eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland van de generale synode opdracht hebben gekregen om mogelijkheden te onderzoeken voor interkerkelijk overleg en samenwerking van kerken op plaatselijk niveau; 8. dat deputaten grootstedelijke problematiek van de generale synode opdracht hebben gekregen om na te gaan op welke wijze de kerken in de grootstedelijke gebieden kunnen worden bijgestaan om onder de zegen van de Heere God de posities van Christus' gemeenten zo lang mogelijk te kunnen handhaven; spreekt uit 1. dat de nood in verschillende kleiner wordende gemeenten zo groot is dat deze gemeenten hun voortbestaan worden bedreigd en dat deze nood vraagt om een oplossing; 2. dat niet bij voorbaat uitgesloten mag worden dat deze oplossing gezocht en gevonden wordt in plaatselijke samenwerking van de Christelijke Gereformeerde Kerk met de Nederlands Gereformeerde Kerk;
Pagina 7 van 7 3. dat er in deze noodsituatie geen reden is om bijlage 6 K.O. niet toe te passen op plaatselijke samenwerking van de Christelijke Gereformeerde Kerk met de Nederlands Gereformeerde Kerk indien voluit aan de in bijlage 6 K.O. genoemde voorwaarden is voldaan; en besluit dat het besluit van de generale synode 1998 inzake de landelijke samensprekingen met de Nederlands Gereformeerde Kerken wordt aangevuld met de uitspraak dat de uitzondering die in `spreekt uit' punt 4 van bedoeld synodebesluit wordt genoemd ook geldt voor die gemeenten waar de nood zo groot is dat ze in hun voortbestaan worden bedreigd, indien deze gemeenten in plaatselijke samensprekingen op alle door de generale synode genoemde punten tot overeenstemming zijn gekomen, met inachtneming van eventuele nadere bepalingen van de generale synode ingevolge het onderzoek van deputaten eenheid van de gereformeerde belijders in Nederland naar de kerkrechtelijke positie van de zgn. samenwerkingsgemeenten.