Opgave 1: Theorie - meerkeuzevragen



Vergelijkbare documenten
- De herexamenvragen mag u houden! -

- De herexamenvragen mag u houden! -

Datum : Woensdag 30 juni 2010 Opleiding : CCM15 Examen : Module 3 International Business & Credit Management (IB&CM) : 3 klokuren

Vóór aanvang van het examen dient u zich te legitimeren aan de hand van een geldig legitimatiebewijs indien de surveillant hier naar vraagt.

Opgave 1: Theorie - meerkeuzevragen

- De examenvragen mag u houden! -

Datum : zaterdag 19 juni 2010 Opleiding : CCM15 Examen : Module 3 International Business: EM & CM : 3 klokuren

Legitimatie: U dient zich te kunnen legitimeren met een geldig ID bewijs indien de surveillant hiernaar vraagt.

Legitimatie: U dient zich te kunnen legitimeren met een geldig ID bewijs indien de surveillant hiernaar vraagt.

- De examenvragen mag u houden! -

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

- Antwoordenset - Datum: donderdag 30 juni 2011 Opleiding: CCM16 Herexamen: Module 3 IB&CM Tijd: 3 klokuren

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Vóór aanvang van het herexamen dient u zich te legitimeren aan de hand van een geldig legitimatiebewijs indien de surveillant hier naar vraagt.

Literatuurlijst CCM20 Collegejaar 2: Module 4: IB&CM International Business & Credit Management

Legitimatie: U dient zich te kunnen legitimeren met een geldig ID bewijs indien de surveillant hiernaar vraagt.

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019

Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019

UIT groei en conjunctuur

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

De agrarische handel van Nederland in 2013

Export-update Noord- en Zuid-Amerika - juli 2014

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019

De agrarische handel van Nederland in 2013

Marktontwikkelingen varkenssector

De buitenlandse handel van België

UIT theorie ASAD

Trends in Export 2018

UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

De handelsbetrekkingen van België met Bolivia

Internationale handel in goederen van Nederland 2012

Examen HAVO. Economie 1

De agrarische handel van Nederland in 2014

Reader Bedrijfseconomische berekeningen

wiskunde C vwo 2018-I

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1

Internationale handel visproducten

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

De handelsbetrekkingen van België met Mozambique

Regionaal-Economische Barometer

Exportprestaties van het industriële MKB in 2003

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

2 Constante en variabele kosten

Economie groeit met 0,7 procent

Recordhoeveelheid varkensvlees uitgevoerd

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1

Marktbeeld appels en peren

Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen heeft 5 opgaven en omvat 21 vragen.

Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Griekenland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Algerije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1

De Nederlandse handel met Tsjechië en Slowakije

Gezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland

Acquisitie en verkoop activiteiten

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Polen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Staten-Nederland 1

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Handels- en investeringscijfers China-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1

Examen VWO. wiskunde C. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Handels- en investeringscijfers Saoedi-Arabië-Nederland 1

Transcriptie:

DATUM : zaterdag 15 november 2014 OPLEIDING : CCM19 EXAMEN : Mod4 IB&CM International Business & Credit Management DOCENT : Drs. J.H. Gieskens AC CCM QT TIJD : 10:00 13:00 uur Vóór aanvang van het examen dient u zich te legitimeren aan de hand van een geldig legitimatiebewijs indien de surveillant hier naar vraagt. U dient uw jas, tas en telefoon te deponeren tegen de muur achter de surveillant. Het is verboden om tijdens het examen een multimedia-apparaat (zoals een telefoon) of laptop bij u te dragen. Examen: Dit examen bestaat uit 5 opgaven, verdeeld over 12 pagina s. Controleer dit! De vragen van dit examen zijn gebaseerd op de leerstof uit de reader, de colleges alsmede de verstrekte hand-outs. Toegestane hulpmiddelen: Balpen(nen); het gebruik van potlood en/of vulpen is verboden! Calculator (niet grafisch en/of programmeerbaar); multimedia-apparatuur is verboden! Liniaal / tekenliniaal. Uitwerkingen: Formuleer uw antwoorden in correct Nederlands, gebruik géén telegramstijl. Einduitkomsten van berekeningen dient u af te ronden op twee cijfers achter de komma. U dient uw uitwerkingen in te leveren op het uitgereikte uitwerkingenpapier. Beschrijf het uitwerkingenpapier enkel aan de voorkant en voorzie elk blad van uw naam en paginanummer. Begin elke opgave op een nieuw uitwerkingenblad! CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 1 van 12

Opgave 1: Theorie - meerkeuzevragen 1. Wat wordt verstaan onder het begrip internationale handel? a. Het verkopen van goederen aan het buitenland. b. Alle uitwisselingen van goederen en diensten die nationale grenzen overschrijden. c. De export waar geld aan wordt verdiend. d. Hetzelfde als binnenlandse handel maar dan met een buitenlandse koper. 2. Waardoor ontstaan volgens de Heckscher-Ohlin-theorie internationale prijsverschillen? a. Door de relatieve beschikbaarheid van productiefactoren in de verschillende landen. b. Door verschillende belastingen en heffingen die landen kunnen toepassen. c. Door verschil in loonkosten per land. d. Door productiviteitsverschillen. 3. Welke typen van ondernemingen onderscheidt Perlmutter ten aanzien van het internationaliseringsproces? a. Regiocentrisch, etnocentrisch, multicentrisch, polycentrisch. b. Multimarket, globalmarket, singlemarket, supramarket. c. Polycentrisch, geocentrisch, etnocentrisch, regiocentrisch. d. Etnocentrisch, precentrisch, regiocentrisch, geocentrisch. 4. Het Nederlandse exportbeleid bestaat uit de volgende twee soorten maatregelen: a. Sectorspecifieke maatregelen, horizontale maatregelen. b. Horizontale maatregelen, verticale maatregelen. c. Financiële maatregelen, voorwaardenscheppende maatregelen. d. Algemene maatregelen, sectorspecifieke maatregelen. CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 2 van 12

5. Wat streeft de Nederlandse overheid na met haar beleid van handelspolitiek? a. Het vergroten van de Nederlandse export. b. Het opheffen van zoveel mogelijk kunstmatig opgeworpen barrières voor het handelsverkeer. c. Het ondersteunen van Nederlandse exporteurs op buitenlandse markten. d. Het regelen van exportfinanciering. 6. Wat wordt in de Nederlandse handelspolitiek verstaan onder strategische goederen? a. Goederen ontworpen voor militair gebruik. b. Nucleaire splijtstoffen en aanverwante artikelen. c. Chemicaliën en hoogwaardige meetapparatuur. d. Goederen die alleen uitgevoerd mogen worden met een uitvoervergunning van het ministerie van Economische Zaken. 7. Wat valt niet onder bilaterale handelsbetrekkingen? a. Ontwikkelingshulp. b. Compensatiehandel. c. Belastingverdragen. d. Internationale investeringen. 8. Voor welke van onderstaande ondernemingen zijn politieke criteria in een landenselectie relatief belangrijk? a. Een bouwonderneming die grote infrastructurele projecten uitvoert. b. Een onderdelenfabrikant van de auto-industrie. c. Een koekjesfabrikant. d. Een producent van gereedschapskisten. CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 3 van 12

9. Een voorbeeld van een strategische toetredingsbelemmering tot een bedrijfstak in het buitenland is de: a. hoogte van de importbelemmeringen; b. hoogte van de belastingen; c. aanwezigheid van een sterk lokaal merk; d. omvang van de schaalvoordelen. 10. Indien een onderneming wil weten of op het geselecteerde land exportkredietverzekeringen afgesloten kunnen worden, zal het te rade gaan bij: a. De Nederlandsche Bank (DNB); b. Atradius; c. De huisbank van de onderneming; d. Economische Voorlichtingsdienst (EVD). CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 4 van 12

Opgave 2: Macro economie Lees onderstaand CBS conjunctuurbericht van 15 juni 2010 en beantwoord de bijbehorende vragen. Forse toename uitvoer CBS Conjunctuurbericht dinsdag 15 juni 2010 Het volume van de uitvoer van goederen was in april ruim 17 procent groter dan een jaar eerder. Daarmee neemt de groei van het uitvoervolume in de eerste maanden van 2010 steeds verder toe. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met de forse terugval van de uitvoer, die in november 2008 begon. Daarna was het uitvoervolume in de eerste helft van 2009 zo n 11 tot 15 procent lager dan een jaar eerder. Sindsdien is de afname steeds kleiner geworden. In december was er voor het eerst weer een hoger uitvoervolume. Het uitvoervolume is in april nagenoeg gelijk aan dat van april 2008. Het volume van de invoer nam in april met bijna 13 procent toe. Het invoervolume ligt nog wel duidelijk onder het niveau van april 2008. De volumecijfers zijn gecorrigeerd voor werkdageffecten. Volgens de Exportradar van juni zijn de omstandigheden voor de Nederlandse export iets gunstiger dan een maand eerder. Na een lange periode waarin de omstandigheden verslechterden, is de situatie vanaf mei 2009 geleidelijk verbeterd. De waarde van de in- en uitvoer van machines, transportmiddelen, grondstoffen, en minerale brandstoffen nam, ten opzichte van een jaar eerder, fors toe. Ook de uitvoer van chemische producten kende een sterke toename. De invoer van voeding en dranken bleef gelijk. Voor het eerst sinds maart 2009 groeit de uitvoer naar EU-landen harder dan de uitvoer naar andere landen. De invoer uit niet-eu-landen nam juist sterker toe dan de invoer uit EU-landen. Mede als gevolg van hogere prijzen van aardolie- en basismetaalproducten en chemische producten waren de uitvoerprijzen 7 procent hoger dan een jaar eerder. Vooral door hogere prijzen van aardolie en aardolie- en basismetaalproducten waren de invoerprijzen 9 procent hoger dan een jaar eerder. De ruilvoet van de buitenlandse goederenhandel is daarmee ten opzichte van april 2009 verslechterd. De waarde van de goederenuitvoer kwam uit op 30,2 miljard euro. Dat is ruim een kwart meer dan een jaar eerder. De invoerwaarde steeg met bijna een kwart tot 26,7 miljard euro. Figuur: uitvoer goederen (volume) CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 5 van 12

Gevraagd: 1. 1a. Het CBS publiceert periodiek conjunctuurberichten (zoals bovenstaand bericht) in haar Webmagazine. Wat wordt hier bedoeld met het begrip conjunctuur? 1b. Wat is de taak van het CBS en waar staat de afkorting voor? 2. 2a. In het conjunctuurbericht wordt gesproken over invoer en uitvoer van goederen. Welke definities hanteert het CBS voor deze begrippen? 2b. Bereken over de maand april het handelssaldo van Nederland en geef aan of het saldo een handelsoverschot of handelstekort is. 2c. Geef de formule van de handelsquote en bereken deze voor april 2010 indien voorts nog gegeven is dat het BBP over april 48.212 mln bedraagt. 2d. In het artikel wordt gesproken van een forse terugval van de uitvoer, die in november 2008 begon. Welke reden(en) lagen ten grondslag aan deze forse terugval van de uitvoer? 3. 3a. Kunt u naar aanleiding van de tekst, de grafiek alsmede de berekening onder vraag 2 concluderen of Nederland een relatief open of gesloten economie is? Verklaar uw antwoord! 3b. Neem onderstaand schema over op uw uitwerkingenblad en geef aan welke economische orde en handelspolitiek het best aansluiten op een open economie en welke op een gesloten economie? Economie Economische orde Handelspolitiek Open :.................... :.................... Gesloten :.................... :.................... 3c. Welke economische orde kent Nederland? Motiveer uw antwoord. CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 6 van 12

Opgave 3: Managementmodellen Combi BV is een internationale groothandel in elektronische apparatuur. Het assortiment bestaat voornamelijk uit bruingoed en witgoed. De producten zijn in de markt bekend onder de merknamen Superpech, Yokodrama en Blitz Wit. Combi BV richt zich op het lage segment van de markt. Recentelijk zijn nieuwe producten, zoals flat screens en enkele assortimentvreemde producten als telescopen, carsystems en metaaldetectoren gelanceerd. De afzet oriënteert zich op Nederland en enkele West-Europese landen. De belangrijkste klanten in Nederland zijn Megazool, Wijkshop, Lokker, Kraxis en Fart Smith. In Nederland wordt 60% afgezet en de overige 40% gaat naar diverse afnemers in België, Frankrijk, Spanje en Portugal. De verwachtingen omtrent de marktontwikkeling voor de markt voor elektronische gebruiksartikelen voor 2010 zijn onzeker. De consumentenbestedingen in de elektronica sector zijn als gevolg van de kredietcrisis enigszins gestagneerd, maar anderzijds zijn er enkele positieve marktimpulsen te noemen zoals de wereldkampioenschappen voetbal die traditioneel garant staan voor een omzetboost in het bruingoed. Daarnaast kunnen productinnovaties eveneens een impuls geven aan de omzet. Innovatieve producten, zoals de nieuwe generatie DVD-, multimedia- en AV homesystemen die na de zomervakantie worden verwacht zullen de consumenten bestedingen vanaf het najaar van 2010 en de jaren daarna laten toenemen. Uit marktonderzoek is bovendien gebleken dat een uitgekiend assortiment in combinatie met een adequate dienstverlening tegen lage kosten, kansen biedt voor de elektronica groothandel. Naast deze positieve vooruitzichten ziet de credit manager van Combi ook enkele donkere wolken aan de horizon. De kredietcrisis heeft de landen uit de garlic belt immers hard geraakt; de kredietstatus van deze zogenoemde PIGS-landen werd door de credit rating agencies enkele keren afgewaardeerd. De overheden van Spanje, Griekenland en Frankrijk kondigden reeds drastische bezuinigingsronden aan en ook de pensioenleeftijd zal in deze landen niet ongemoeid worden gelaten. De vakbonden voorspellen een hete zomer CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 7 van 12

Gevraagd: a. Stel de Ansoff-matrix met groeistrategieën op (theoretisch model). b. Stel voor Combi BV de Ansoff-matrix met groeistrategieën op. c. Stel de Negencellenmatrix ten behoeve van de MABA analyse op (theoretisch model). d. Stel voor Combi BV de Negencellenmatrix op. CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 8 van 12

Opgave 4: Incoterms en douane Onderstaand treft u een fragment aan uit het artikel Incoterms 2010 dat afkomstig is uit het tijdschrift Douane Nieuws van april 2011. Lees het stuk en beantwoord onderstaande vragen. Incoterms 2010 Afgelopen jaar zijn de Incoterms 2010 gepubliceerd. De Incoterms zijn regels voor zowel de binnenlandse als internationale handel. De Incoterms zijn voor het eerst in 1936 gepubliceerd en zijn daarna regelmatig geactualiseerd. Dit komt onder meer door de ontwikkeling en uitbreiding van de wereldwijde handel. Ook de steeds verdere digitalisering (bijvoorbeeld de elektronische documenten) en de informatie die verstrekt dient te worden omtrent (keten)veiligheid heeft ertoe geleid dat de regels duidelijker gedefinieerd dienen te worden. In dit artikel zal worden uiteengezet wat de Incoterms 2010 beogen te regelen, maar ook wat ze niet regelen. In het handelsverkeer bestaat hier nog al eens onduidelijkheid over. Wat regelen de Incoterms Door het gebruik van de Incoterms worden in principe de taken, de kosten en de risico's verbonden aan de levering van goederen, geregeld tussen de koper en de verkoper. Afhankelijk van de gekozen regel wordt onder meer de plaats van levering geregeld, vanaf welk moment het risico overgaat van de verkoper naar de koper, wie welke kosten draagt en wie moet zorgen voor de documentatie. Denk hierbij aan het indienen van de in- en/of uitvoeraangifte. De rechten en plichten van de koper en verkoper verschillen per regel. Als contractspartij is het belangrijk de verschillen tussen de Incoterms te kennen. Dit om vervelende verrassingen achteraf te voorkomen. Wat regelen de Incoterms niet De Incoterms regelen ook een groot aantal zaken niet. Een van de belangrijkste zaken die de Incoterms niet regelen is de eigendomsoverdracht Dit terwijl hier veel contractspartijen wel vanuit gaan. Daarnaast wordt bijvoorbeeld de prijs en de wijze van betaling, de gevolgen van contractbreuk en de garantie niet geregeld via de gekozen Incoterms. Deze bepalingen worden normaliter opgenomen in de koopovereenkomst of geregeld door het recht dat van toepassing is. De Incoterms zijn slechts een onderdeel van de koopovereenkomst, ze vervangen de koopovereenkomst niet ( ). CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 9 van 12

4.1 Incoterms a. Waar staat de afkorting Incoterms voor en hoe luidt de gangbare Nederlandse vertaling van het begrip? b. Door welke instantie worden de Incoterms opgesteld en gepubliceerd? Geef de volledige naam en het acroniem. c. Geef in een omschrijving aan wat de betekenis is van de Incoterms voor de internationale handel. d. Kunnen de Incoterms gelijk zijn aan de algemene voorwaarden van een exporteur? Motiveer uw antwoord. e. Welke drie aspecten van de internationale handelskoop worden door de Incoterms geregeld? Benoem de aspecten en geef een korte toelichting. f. In het artikel wordt melding gemaakt van de nieuwe Incoterms 2010. Komen hiermee de oude Incoterms te vervallen? Motiveer uw antwoord. g. De Incoterms kunnen worden onderverdeeld naar diverse groepen van Incoterms. Geef één van deze onderverdelingen weer en licht deze toe. 4.2 Logistiek en Douane a. Omschrijf de betekenis van een douane-entrepot en de betekenis van een veem, ofwel natiegebouw (Belgisch Nederlands) in de internationale handel. b. Wat is het kenmerkende verschil tussen een douane-entrepot en een veem? CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 10 van 12

Opgave 5: Exportfinanciering Greenworld B.V. Roosendaal gaat een unieke machine leveren (inclusief installatie ter plaatse) aan een Russische afnemer. Het bedrag dat met deze levering gemoeid is bedraagt USD 3.150.000. De leveringsconditie luidt DAF Russische grens, Incoterm 2000 (Delivered at Frontier = afgeleverd aan grens). De betalingsvoorwaarden luiden: 15% betaling vooruit, 60% betaling tegen documenten, 25% betaling na installatie en acceptatie koper. De doorlooptijd, van start productie tot eindoplevering, bedraagt 6 maanden. De productie start 3 maanden na ondertekening van de overeenkomst. Gevraagd: a. Wat is een adequaat alternatief voor de leveringsconditie DAF (Delivered at Frontier) Russische grens? Voorzie uw antwoord van een toelichting! b. Vormt een documentair incasso Cash Against Documents een effectieve aanvulling op de betalingsvoorwaarden? Licht uw antwoord toe! c. De Russische koper biedt 20% extra bij betaling achteraf in Roebels. Welke risico s loopt de exporteur? d. Hoe luidt uw advies met betrekking tot de factuurvaluta? e. Hoe luidt uw advies met betrekking tot de importvergunning? CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 11 van 12

f. Geef twee wijzen waarop het valutarisico kan worden afgedekt. g. Geef twee wijzen waarop het debiteurenrisico in combinatie met het landenrisico (Rusland) kunnen worden afgedekt. CCM19 Mod4 IB&CM 141115 examen Pagina 12 van 12