Compensatieplan De Wheme in Vorden rapportnummer 1191
Compensatieplan De Wheme in Vorden Dit rapport is afgedrukt op FSC-gecertificeerd en CO2-neutraal papier.
Colofon Zelhem : augustus 2011 Rapportnummer : 1191 Projectnummer : 1456 Opdrachtgever Contactpersoon Opdrachtnemer Auteur(s) : ProWonen : Dhr. H. Mulder : Stichting Staring Advies Dr. Grashuisstraat 8 7021 CL Zelhem T 0314 641910 F 0314 641909 info@staringadvies.nl www.staringadvies.nl : Bas Voerman
Inhoud 1 Inleiding 4 2 Geplande werkzaamheden 5 3 Mitigerende en compenserende maatregelen 7 3.1 Mitigerende maatregelen 7 3.2 Compensatie 8
1 Inleiding Dit compensatieplan is geschreven naar aanleiding van de bevindingen van natuuronderzoeken zoals uitgevoerd op het terrein van de Wheme in Vorden. Quickscan natuurtoets De Wheme in Vorden; rapportnummer 1052, Stichting Staring Advies 2010. Aanvullend natuuronderzoek De Wheme in Vorden; rapportnummer 1181, Stichting Staring Advies 2011. Tijdens het natuuronderzoek zijn enkele zwaar beschermde soortgroepen op het terrein aangetroffen: Vogels Vleermuizen Aangezien een deel van de gebouwen worden gesloopt en het hieromheen liggende terrein opnieuw wordt ingericht, heeft de toetsing aan de Flora- en faunawet zich gericht op deze ruimtelijke ontwikkeling. Uit de toetsing kwam het volgende naar voren: Van de groep vogels is 1 soort aangetroffen waarvan de nestlocaties jaarrond bescherming genieten. Dit betreft de huismus. Het deel van de gebouwen waar deze soort broedt blijft behouden. Hierdoor is geen nadere compensatie voor deze soort noodzakelijk. Van de groep vleermuizen is van de gewone dwergvleermuis vastgesteld dat er enkele baltslocaties en 1 grote kraamkolonie in het gebouw aanwezig zijn. De geplande sloopwerkzaamheden hebben tot gevolg dat twee baltslocaties zullen verdwijnen. Voor deze twee locaties is compensatie noodzakelijk. Van deze soort zijn eveneens aanwijzingen dat een winterverblijf in de spouwmuur aanwezig is. Een exacte plaats is hiervan echter niet vastgesteld. Gezien de biologie van de soort is het aannemelijk dat een groot deel van de aanwezige spouwmuren in het gehele huidige gebouw geschikt zijn als winterverblijf. Hierdoor moet bij sloop rekening worden gehouden met mogelijke aanwezigheid en zijn mitigerende en compenserende maatregelen noodzakelijk. Deze notitie beschrijft de mitigerende en compenserende maatregelen voor twee baltslocaties en een winterverblijf van gewone dwergvleermuis. Voor de overige soortgroepen zijn geen zwaar beschermde soorten in het geding waardoor geen nadere maatregelen noodzakelijk zijn. Stichting STARING ADVIES 4
2 Geplande werkzaamheden Gegevens plangebied Locatie: De Wheme Plaats: Vorden Gemeente: Bronckhorst Provincie: Gelderland Geplande werkzaamheden Op de locatie zullen de recreatiezaal, de keuken, de receptie, het winkeltje en de andere kantoorruimtes van het woonzorgcentrum De Wehme, enkele wooneenheden aan de Delle en de tijdelijke vestiging van de Sutfene met aanwezige units gesloopt worden. De verwachting is dat de sloop in 2011 plaats zal vinden. De bouwtijd van het verzorgingshuis duurt zeker 1,5 jaar. De verwachte oplevering vindt dan in 2012/2013 plaats. In figuur 1, 2 en 3 is weergegeven welk deel wordt gesloopt in relatie tot de aanwezigheid van beschermde soorten. In figuur 2 is zichtbaar dat twee baltslocaties van gewone dwergvleermuis worden aangetast. De aanwezigheid van een winterverblijf is in alle spouwmuren goed mogelijk en niet weergegeven op de kaart. Figuur 1. Ligging van het plangebied met in rood kader het te amoveren deel van het gebouw. De overige gebouwen blijven behouden. Stichting STARING ADVIES 5
Figuur 2: Verspreidingskaart aangetroffen vleermuizen en huismus. kraamkolonie > 127 uitvliegende gewone dwergvleermuizen baltslocaties gewone dwergvleermuis Figuur 3: Inrichtingsschets oude en nieuwe situatie Stichting STARING ADVIES 6
3 Mitigerende en compenserende maatregelen Door de aanwezigheid van baltslocaties en een mogelijk winterverblijf in de te slopen delen van het gebouw, is het noodzakelijk mitigerende en compenserende maatregelen te treffen en wordt geadviseerd een ontheffingsaanvraag in te dienen bij Dienst Regelingen van het ministerie van EL&I. De hieronder beschreven mitigerende en compenserende maatregelen zijn gebaseerd op de ecologie van gewone dwergvleermuizen. 3.1 Mitigerende maatregelen Vaste verblijfplaats baltslocaties en winterverblijf De periode van de werkzaamheden van de sloop wordt afgestemd op de ecologie van de soort: na de winterperiode en voor het koloniseren van kraam- en zomerverblijven of na de baltsperiode en voor de winterperiode. Dit alles mits er geen individuen aanwezig zijn. In de te slopen delen vindt vooraf verstoring plaats van het binnenklimaat (periode: begin maart tot eind april en 1 september tot ½ november) waardoor vleermuizen gestimuleerd worden hun verblijfplaats te verlaten en elders een nieuw verblijf te zoeken. Concreet betekend dit dat in de te slopen gebouwen minimaal een week voorafgaand aan de sloop de betimmeringen worden verwijderd, eventuele dakpannen worden verwijderd en op verschillende plekken gaten (circa 1 m 2 ) in spouwmuren worden aangebracht. Zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde. Deze maatregelen zorgen voor tocht in de spouw en verblijfsruimten waardoor het binnenklimaat niet meer gunstig is voor een verblijfplaats en de dieren passief worden gedwongen te verhuizen. De onderlinge afstand tussen de gaten bedraagt globaal 5-10 meter. Alle verstoringmaatregelen dienen alleen bij gunstige weersomstandigheden te worden uitgevoerd (nachttemperatuur >8-10 C en droog weer). Deze aanpak zal voor alle muren met spouwen en pannendaken in het plangebied uitgevoerd worden, omdat verspreidt over de gebouwen verblijven van solitaire gewone dwergvleermuizen en een groter winterverblijf mogelijk is. Verdere mitigerende maatregelen om individuen te ontzien zijn niet noodzakelijk aangezien er na verstoring geen directe contacten zijn met vleermuizen. Bij het slopen van gebouwen dient een vleermuisdeskundige aanwezig of ten minste oproepbaar te zijn zodat eventueel toch gevonden vleermuizen deskundig kunnen worden opgevangen. Stichting STARING ADVIES 7
3.2 Compensatie Baltslocaties Voor het bepalen van de juiste compensatie is het van belang te bepalen welke functies het plangebied voor de vleermuizen vervult. Hierbij stelt de ene vleermuissoort andere eisen dan de andere vleermuissoort, is de ene soort flexibeler dan de andere en variëren dus ook de effecten en daarmee de mogelijkheden voor afdoende compensatie en mitigatie. Er verdwijnen minimaal twee baltslocaties door de voorgenomen sloop. Doordat een groot deel van de bebouwing behouden blijft en de omgeving voor vleermuizen geschikt blijft, wordt een compensatie verhouding van 1:2 voorgesteld. Hierdoor is het noodzakelijk minimaal 4 voorzieningen te treffen die geschikt zijn als toekomstige baltslocaties. Voor deze locatie wordt geadviseerd gebruik te maken van inmetselvleermuiskasten (zie figuur 4). Deze hebben een blijvend karakter en worden in de spouw weggewerkt waarbij een smalle toegang in de muur open blijft. Zie voor enkele voorbeelden: http://www.vleermuizenindestad.nl/node/70#inbouwkasten. Situering kasten: Kasten dienen op minimaal 3 meter hoogte te worden aangebracht, bij voorkeur hoger. Locatie ten opzichte van de windrichting is niet essentieel. Voorkeur gaat uit naar zuidoost tot zuidwest. Variatie in alle windrichtingen is echter aan te bevelen. Winterverblijf Ter compensatie van een winterverblijf is het noodzakelijk dat spouwmuren op diverse locaties toegankelijk blijven of worden gemaakt door het open laten van enkele stootvoegen. Voor het geschikt maken van de spouw zijn echter wel enkele voorwaarden. Zie figuur 5. Spouw toegankelijk middels 1 of enkele stootvoegen Stootvoegen zo hoog mogelijk, > 3 meter hoogte Ruimte in de spouw dient voldoende groot te zijn: 3-4 m 2 (indien deze wordt beperkt en niet de gehele spouw toegankelijk wordt gehouden) Vleermuizen gebruiken de hangplekken tegen de binnenmuur en mijden daarbij isolatie als glas- en steenwol. Hiervoor kunnen tegen het mineraalwol ruwe planken, eventueel voorzien van ingezaagde sleuven, worden geplaatst als hanglocaties Bij gebruik van gladde isolatie dient dit ruw gemaakt te worden, bijvoorbeeld door het aanbrengen van planken, zie punt boven, of kippengaasstroken. Deze realisatie van geschikte winterverblijflocaties in de spouw dient op minimaal 2-3 locaties verspreidt over de gebouwen (willekeurig, echter zuidelijke georiënteerde muren zijn zeer geschikt) te worden gerealiseerd. Stichting STARING ADVIES 8
Figuur 4: Voorbeelden inmetselkasten. houtbeton, (links boven type 1FR - Waveka) Figuur 5: Voorbeelden verblijf in spouwmuur (tekening BSR) Stichting STARING ADVIES 9
stichting staring advies Dr. Grashuisstraat 8 7021 CL Zelhem T 0314 641910 F 0314 641909 info@staringadvies.nl www.staringadvies.nl