Nieuwsbrief. Phalaenopsis in de winter. Opkweek Phalaenopsis uit 3 pluggen. Verbetering lichten CO 2 -benutting Phalaenopsis. Cymbidium 7 teelttips

Vergelijkbare documenten
BREEDING BUSINESS. Phalaenopsis: Een ander licht op verlichting. Cymbidium: De invloed van de warme zomer BREEDING YOUR SUCCESS

5 Cymbidium. Nieuwsbrief. Afscheid van Lux, welkom voor PAR. Phalaenopsis de winter. Cymbidium. 6 teelttips. 7 Ureum

Nieuwsbrief. Phalaenopsis teelttips. Phalaenopsis. 4 teelttips. Vegetatieve en generatieve groei. Cymbidium. Jaarrondproductie.

Rapportage Temperatuur- en RV-metingen

4 Cymbidium. Nieuwsbrief. Meer is niet altijd beter! Substraatontwikkelingen. Seizoensverwachting. Cymbidium. 5 teelttips. 7 Water

Introductie temperatuur

ERVARINGEN MET HET NIEUWE TELEN

Cymbidium Snijbloem. groot- en kleinbloemig. Teelt

Het Nieuwe Telen. Basis HNT. Wat is de kern van HNT? en CO 2. Natuurkundige principes oa: Plantfysiologie Plantbalans. Vochtbalans Energie balans

Marletta (E20B.4541) Teeltrichtlijnen

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld , Arie de Gelder

Breeding your success BREEDING BUSINESS NIEUWSBRIEF APRIL Cymbidium: Teeltinfo. Phalaenopsis: Liever te donker dan te licht

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Nieuwsbrief. De plug! The orchid professionals since Phalaenopsis in de winter. Cymbidium teelttips. Nieuwe ontwikkelingen in klimaatregeling

Luchtbevochtiging in de zomerperiode: Wat wil de plant?

Grip op licht. Meer energie besparing bij Het Nieuwe Telen Potplanten met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring. Arenasessie 1 okt 2013

Floriclone Phalaenopsis Potplant

Systemen voor buitenluchttoevoer

Gerbera: maximale isolatie & lichtonderschepping

Verbranding bladranden Hortensia

Nieuwsbrief. Seizoensverwachting Cymbidium Teeltschema Cymbidium 2 snijbloem. Airco in Cymbidium? Einde aan verwarring in.

Energiebesparing in de broei van lelies

Belichten bij CAM-planten (Phalaenopsis als case-studie)

Licht Event. December Filip van Noort met dank aan o.a. Tom Dueck en Leo Marcelis

Vragen. Groeien en bloeien

Het Nieuwe Telen. Het Nieuwe Telen. Wat kan ik er NU mee? Ing René Beerkens

Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie?

Grip op licht. Het Nieuwe Telen Potplanten: Meer energie besparing met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring

Workshops LichtEvent 9 december 2015

Groei en oogst. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

5 Miltonia. 7 Cymbidium. Nieuwsbrief. Het Nieuwe Telen : Ramp of redding? 3 Phalaenopsis. Dendrobium

8 Tips. Nieuwsbrief. Bladvlekken in Phalaenopsis. Overinvesteren. Phalaenopsis bemestings- 5 proef. Cymbidium

Luchtvochtigheid. maximale luchtvochtigheid; relatieve luchtvochtigheid; vochtdeficit. Absolute luchtvochtigheid (AV)

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie

Optimale benutting licht en CO 2 bij CAM-planten. Govert Trouwborst Plant Lighting B.V. Energiekevent 11 april 2019

Nieuwsbrief. PAR plus Phalaenopsis presteert. Wondermiddel. Cymbidium 5 productie. Cymbidium 6 teelttips. Phalaenopsis potplant 7 economie

Luchtvochtigheid en temperatuur

Energiezuinig telen in de glastuinbouw. Cursus Klimaat 8/02/2012 Kris Goen

Emissieloos Telen 2017 Update 31/08/2017 nummer 4

Het Nieuwe Telen Potplanten

Uniek in ROOD. HR : Tm 0-3 IR : Lt Krachtig gewas. Stabiel vruchtgewicht door het jaar heen Dikwandig

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bijeenkomst CO 2 en Venlow Energy Kas. Venlow Energy kas 2 juli 2012 Frank Kempkes, Jan Janse

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Belichting in de Glastuinbouw. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw energiek2020, 17 maart 2011

Kaite. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen. de kracht van onze paprika s de kracht van Enza Zaden

Klimaat (on)gelijkheid en luchtbeweging. Peter van Weel, Wageningen UR Glastuinbouw Seminar HNT 2011, Zoetermeer

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

-meter en de ph- en EC-meter.

6 Nieuw: Plantvoice / gewasactiviteit en watergift

Energiebespaar Tips!

Nieuwsbrief. Pseudomonas cattleyae en Erwinia, een telkens terugkerend probleem. Krijt eraf, Cymbidium productie- 5 prognose. Cymbidium teeltadviezen

Het handige stappenplan van ECOstyle

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

VOCHT EN VENTILATIE. Goede ventilatie voorkomt vocht in uw woning

Maxeza. Teeltrichtlijnen. enzazaden.nl. Raseigenschappen

Effect van daksproeier of hoge druknevel op kasklimaat en waterhuishouding bij komkommer

Visie kleinfruit Actie is Reactie Door: Hans Puijk 15 februari 2017

De minimale lichtbehoefte van Zantedeschia. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Energiebespaar Tips!

Luchtbeweging. Door : Rene Poldervaart, Tim Stolker, Jan en Pieter Reijm

29/05/2013. Het Nieuwe Telen, algemene ontwikkelingen, praktische. In stappen naar Het Nieuwe Telen (Sheet uit breakfast briefing 2009)

INFORMATIE OVER BEVOCHTIGINGSSYSTEEM VOOR GROENTE EN FRUIT FRESH IN FRESH OUT

Huurdersinformatie. Goed ventileren, erg belangrijk

CO 2 bij paprika: wanneer kan ik het beste doseren? Anja Dieleman, Wageningen UR Glastuinbouw

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

TEELTHANDLEIDING INTICANCHA

Workshops LichtEvent 9 december Door: André Flinterman

Technisch en teelttechnisch verslag van het project Lucht in de kas bij Themato (opgesteld door Martien Duijndam)

Kanavaro. Teeltrichtlijnen. de kracht van Kanavaro de kracht van Enza Zaden

Energiezuinige teelt Alstroemeria

De voordelen en het gebruik van een modulerende kamerthermostaat

Effect temperatuur in winter bij vroegbloeiende Cymbidium maart 2007

Gialte (E20B.0132) enzazaden.nl. Teeltrichtlijnen. Raseigenschappen

Vermeerdering van boomkwekerijgewassen onder LED in een meerlagensysteem. Themabijeenkomst LED in de boomkwekerij

Het Nieuwe Telen toegepast in aardbeien onderglas!

Technieken voor ontvochtiging

Ik ben Feije de Zwart en mij is gevraagd om wat te vertellen over schermen en ontvochtiging. Ik ben onderzoeker kasklimaat en energie.

DLV Aktua Chrysant. Aanvulling op discussie over beter Coolen

Transporteren en plaatsen van de matten

Nieuwe simulatietool voor optimaal CO 2 -doseren Gebruik elke kilogram alsof het de laatste is!

Teelt en energie van VenlowEnergy naar ID

17/10/2013. Vermeerdering van boomkwekerijgewassen onder LED in een meerlagensysteem. Planten en licht. Invloed lichtkleuren (i.c.m.

HNT in de praktijk : ervaringen eerste jaar

HNT toegepast in potplanten. Studiemiddag HNT, LTO Glaskracht 2018 Door: Tristan Marçal Balk

Vochtbeheersing onder een scherm. Peter van Weel

Licht, belichting & kwaliteit. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw KCB, 16 febr 2011

Optimaal gebruik van CO 2

De toegevoegde waarde van Ammonium in Kalksalpeter

Gialte (E20B.0132) Teeltrichtlijnen. enzazaden.nl. Raseigenschappen

Goede middag, Met dezepresentatiewilikprobereneen getalsmatiginzichttegevenin verdampingen ontvochtiging en het energieverbruik dat daarmee gemoeid

Teelt de grond uit Zomerbloemen

LED verlichting in kassen:

De Wandelende Klimaatbox

Optimaal CO 2 doseren. Recente ontwikkelingen uit onderzoek.

Vochtoverlast en ventilatie in de woning

Nieuwsbrief. Luchtvochtigheid belangrijke factor in de groei van Miltonia en Cymbidium. Teelttips Phalaenopsis

De ka(n)s voor energie: The Big Picture

Uniek in ROOD. HR : Tm 0-3 IR : Lt Krachtig gewas. Stabiel vruchtgewicht door het jaar heen Dikwandig

Bloem en vruchtvorming

Transcriptie:

Nieuwsbrief JAARGANG 31 NR. 2 NAJAAR 2013 The orchid professionals since 1933 Phalaenopsis in de winter 2 de Phalaenopsis in winter Opkweek Phalaenopsis uit 3 pluggen 5 in Verbetering lichten CO 2 -benutting Phalaenopsis Cymbidium 7 teelttips Bladverbranding In de winter zien we bij Phalaenopsis verandering van bladkleur en het ontstaan van bladvlekken die sterk lijken op verbranding door een te hoog lichtniveau. Het is echter niet het lichtniveau zelf wat de verbranding veroorzaakt maar de verandering in belichting en/of het spectrum. We hebben verbranding gezien in de warme opkweekafdeling alleen door verandering van de belichtingstijd. Bijvoorbeeld na een dag zonder belichting kan de volgende dag bij volle belichting verbranding optreden. Vooral na het uitzetten of wisseling van kasafdeling is de plant gevoelig voor verandering van het belichtingsschema. In de situatie bij een WKK-storing in de nacht, overgaand in de ochtend en waarbij lampen uren later aan gaan dan de normale starttijd, raden wij aan te starten met half lichtniveau en niet alles op alles te zetten om de gewenste lichtsom te halen op deze dag. De volgende dag kan vaak weer op de normale begintijd gestart worden met de lampen en met volledig lichtniveau. Bij een schermreparatie in de morgen (scherm dicht) kan ook schade ontstaan als doeken pas aan het einde van de morgen open lopen in plaats van s morgens vroeg. Het dag- en nachtritme van de plant wordt dan verstoord. Waarschijnlijk staan de huidmondjes nog open (CO 2 -opname in het donker) als het volle licht in één keer aan gaat. Dit kan de plant vaak niet aan, wordt op die manier leeg getrokken en laat dan een soort verbranding in het blad zien. Bij een groot verschil in belichtingsniveau tussen de opkweeken koelafdeling is de plant het gevoeligst. U kunt de schade beperken door de overgangsverschillen te verkleinen. Hetzij door méér licht in de laatste weken voor koeling te geven, of in de opkweek op koelafstand zetten (is ook meer licht), of juist minder licht te geven in de eerste week van de koeling. Een overgang van 4 mol/m 2 /dag naar 6 mol/m 2 /dag is beter dan van 3 mol naar 7 mol. Eerder starten met assimilatiebelichting door elke dag een paar minuten eerder beginnen is normaal gesproken geen probleem (dus met kleine stapjes), of koppel de lampen bijvoorbeeld 10 of 12 uur na zon-onder aan. Dan wordt er altijd een minimale nacht aangehouden van resp. 10 of 12 uur. De nacht blijft zeer belangrijk voor Phalaenopsis om te herstellen van de dag ervoor, maar ook om klaar te zijn voor de volgende dag. lees verder op pagina 2

Belichting Het rendement van de belichting wordt mede bepaald door het aantal uren licht per etmaal. Gezien het CAM-gedrag van de plant is een voldoende donkerperiode noodzakelijk. De maximale daglengte mag niet langer zijn dan 14 uur. Vroeger beginnen dan om 04.00 uur s nachts heeft dus geen zin als het om 17.00 uur s middags donker wordt. Om bij een afnemende som aan PAR-licht toch het gewenste dag totaal te halen, kan men dus niet onbeperkt vroeger beginnen met belichten. Ook het langer door belichten in de namiddag heeft weinig zin. De sensormetingen laten zien dat de plant halverwege de middag bij afnemend licht de huidmondjes opent en CO 2 gaat opnemen. Langer door belichten verstoort dit proces. Na een donkerperiode heeft de plant enkele uren nodig om op gang te komen. Laat een zwaardere belichtingsinstallatie met meer dan 5.000 lux capaciteit dan ook trapsgewijs schakelen naar het volledige lichtniveau. Welig blad Als het lichtniveau in de winter afneemt en er ook minder gelucht wordt, maakt de plant snel een wat langer en slapper blad. Dit wordt mede sterk beïnvloed door het totale N-gehalte in de bemesting. Om de planten een snelle start te geven in de opkweek wordt vaak N toegevoegd in de mestbak. Bijvoorbeeld door 20-20-20 of een deel daar van te vervangen door 28-14-14 of iets vergelijkbaar. Dit moet men in de winter echter niet te lang aanhouden en na 4 tot maximaal 6 weken weer aanpassen. Een combinatie van 20-20-20 met 15 à 20% kalksalpeter voorkomt een te zacht, welig en bacteriegevoelig gewas. Een hogere bladtemperatuur en meer rood licht als gevolg van de SON-T lampen geeft ook meer strekking. Ook het lichtniveau en tijdig ruimer zetten is erg belangrijk voor een goed plantmodel. Door planten wijder te zetten, kan met onvoldoende (kunst)licht toch meer licht gegeven worden. Zo kan tijdens de winter een plant ook compact blijven. Phal. 441950 Water Ook het watergebruik kan s winters behoorlijk veranderen. Bij een lager lichtniveau gebruikt de plant minder. Maar door harder stoken verdampt er meer! Aangezien circa 75% van het waterverbruik uit de pot verdampt, kan de pot toch al snel te droog staan. Men heeft dan de neiging om vaker te gieten met minder liters per gietbeurt. Het gevaar hierbij is dat men minder drain krijgt dan wat noodzakelijk is. De hoeveelheid liters die men moet geven hangt af van meer factoren zoals grofheid van het substraat, type regendoppen, duur van de watergift en de gietfrequentie. Een drainpercentage van 30 à 40% is gewenst om de EC niet op te laten lopen en om voldoende luchtverversing (zuurstof) in het substraat te krijgen. Het meten van lekwater zowel wat betreft EC, ph en drainhoeveelheid is belangrijk om te kunnen sturen. Ook een meetopstelling voor gewichtsbepaling laat zien of een watergift al nodig is of dat afdroging te lang duurt en er actiever gestookt en gelucht moet worden. Na 4 à 5 dagen moet de pot weer afgedroogd zijn. Als er vanwege goede afdroging vaker gegoten kan worden, neemt de groei toe en worden takken zwaarder. Bij een schrale oostenwind en vorst is een voldoende watergift noodzakelijk en kan ook gerust de nevel regelmatig aan. De vochtonttrekking aan de lucht is dan zeer hoog en de afdroging van het substraat is vergelijkbaar met mooi weer in het voorjaar. EC Een hoge EC ontstaat vooral aan de bovenrand van de pot en wordt soms niet opgemerkt omdat drain- en EC-gegevens of substraatanalyse goed zijn door het gemiddelde effect van de hele pot. Als de wortels boven op het substraat zwart/bruin verkleuren en indrogen en er in de pot stagnerende donkere wortelpunten ontstaan, is meestal de EC te hoog en soms ook de ph te laag en is het tijd voor een schoonwater spoelbeurt. Hiervoor is zeker 14 à 15 liter per m 2 nodig. Streef naar een EC in het substraat van 0,8 tot 1,0. In het lekwater mag niet meer gemeten worden dan 0,2 EC boven de bemestingswaarde, dus een waarde van 1,0 tot 1,2 EC. Verwarming Laat van de verwarming de bovenbuis goed mee lopen, zodat de onderbuis niet te heet hoeft te worden. Houd bij voorkeur boven- en ondernet gelijk. Het ondernet in eerste instantie verwarmen tot maximaal 50 C graden, waarbij het bovennet verhoudingsgewijs warmer gehouden kan worden als de warmtebehoefte dat vereist of bijvoorbeeld bij een hoge RV in de kas. Controleer ook of alle verwarmingsbuizen goed warm worden. Slangen kunnen verstopt raken met vuil of er kan lucht in het systeem zitten. 2

Klimaat Sneeuw- en hagelbuien kunnen voor een plotselinge temperatuurdaling zorgen. Als dit gebeurt met sterk wisselend weer, dan is het handiger om met doeken dicht en lampen aan de temperatuur constant en nog op peil te houden. Bij gematigd weer juist opletten met te veel nevel, dan liever later starten met een kortere pulslengte, terwijl bij sneeuwval en/of strenge vorst, nevel de afdroging van de potten wat kan vertragen. Verwijder een eventuele voornacht in de koeling, bepaalde soorten hebben erg veel moeite met extra koude. Gewenste etmaaltemperaturen worden normaal gesproken toch wel gehaald in de winter. Houd er rekening mee dat gerealiseerde plant- of bladtemperatuur s winters vaak lager ligt (bij lampen uit en beperkte zonnestraling) bij eenzelfde gerealiseerd etmaal in een andere periode van het jaar. Dit houdt in dat er dus een hogere kastemperatuur nagestreefd en gerealiseerd moet worden. Let op koude, heldere nachten (volle maan) dat bladtemperatuur duidelijk verder weg kan zakken dan in een bewolkte nacht. Probeer dit op te vangen met de schermdoeken en stookinstellingen. Bij een kastemperatuur onder de stooktemperatuur moet LS10 dicht liggen en zal dan na verloop van tijd vanzelf weer open gestookt moeten worden. Opkweek Phalaenopsis uit pluggen Floricultura werkt al enige tijd aan het ontwikkelen van een Phalaenopsis opkweeksysteem in pluggen, met het doel individueel verenkelde jonge planten af te leveren. De jonge planten in pluggen zijn zeer uniform wat het mogelijk maakt om het oppotproces te automatiseren. Voor opkweek in pluggen is bewust gekozen voor het materiaal kokos. Kokos heeft een zuigende werking, is luchtig en kan dus gemakkelijk en snel water opnemen. Bovendien kan het ook weer vlot afdrogen. Met deze eigenschappen kun je in de opkweek een teeltrecept creëren, waarbij je de groei van de wortel het meest bevordert. De grootste wateropname van een epifytische wortel vindt namelijk plaats, op het moment dat al de kleinste hoeveelheid water langs het wortelgestel stroomt. Het gedrag van de wateropname van deze wortels is vergelijkbaar met een vloeipapier, dat in contact met water in een mum van tijd absorbeert en daarbij verzadigt. De onderstaande illustratie geeft daar een indruk van. Ongedierte Zorg dat ongedierte (muizen en ratten) bestrijding op orde is, in één nacht kan aanzienlijke schade aangericht worden in vooral bloeiende planten. Onderhoud Onderhoud en voorbereiding voor de winterperiode wordt nogal eens vergeten. Het zijn niet alleen de winterbanden onder uw auto en antivries, afsluiten van kranen, vorstgevoelige planten naar binnen brengen, maar ook zaken aan uw bedrijf die aandacht verdienen: Controleer uw dek en gevels grondig op kapotte ruiten. Dit is uw eerste energiebesparing. Controleer uw lampen. Dit voorkomt temperatuurverschillen in de kas en van het blad/plant. Controleer of uw luchtramen en schermen goed sluiten en een eventuele kier over heel de breedte hetzelfde is, anders is er een grote kans op kouval en dus voortakken! Bij afwijkingen is het goed om luchtramen en schermdoek(en) opnieuw af te (laten) stellen. Op een donkere en niet te koude dag zou heel goed het kasdek van binnenuit gereinigd kunnen worden. De schermen kunnen dan immers open zonder al te veel problemen. Zorg voor regelmatig onderhoud aan uw ketel en WKK. In de winter liggen de ramen en schermen vaker dicht zodat de concentratie van bepaalde gassen als CO, NO x en ethyleen hoog kunnen oplopen. Daarnaast zorgt goed onderhoud van de WKK voor een zuiniger gedrag. Laat bij regelmatige knopval eens een kasluchtmeting uitvoeren of er toch geen ethyleen vrijkomt. Afbeelding 1: Afbeelding van een Phalaenopsis wortel die zich bij een gering aanbod van water al van vocht voorziet. In de natuur zie je dat de wortel en het aantal wortels zich na de vochtopname, over het bodemoppervlak verspreiden om bij een volgend aanbod van water, dit weer zo goed mogelijk op te kunnen nemen. Tevens kunnen de wortels vocht opnemen uit de lucht. In de huidige manier van telen is dit vergelijkbaar met de vorming van halswortels. Veel wortelgroei in de pot zie je vaak weer op plaatsen, waar weinig substraat zit en direct contact met water en lucht mogelijk is. De snelste groei vindt plaats direct na het gietmoment en neemt af met de snelheid waarmee het substraat weer afdroogt. Bij een minder snelle afdroging van het substraat, zal ook de wortelgroei minder zijn. Het duurt namelijk langer tot het volgende gietmoment. Als je in je gietrecept de situatie weet te creëren om na gemiddeld 4 tot 5 dagen weer te gieten, dan blijft de snelheid van groei optimaal. Met deze theoretische achtergronden en ervaringen uit de praktijk, kan gestuurd worden op een 3

zo goed mogelijke start van de plug na oppotten. We zien dat pluggen op verschillende manieren en omstandigheden weg kunnen groeien. Het grote verschil met wat we gewend zijn met verspeenbakken, is dat we nu een plantje oppotten mét substraat. Dit met het oog op het verenkelen van planten en de automatiseringsslag voor de toekomst. De tegenstrijdigheid hierin is: de plant heeft het substraat niet nodig om te groeien en onttrekt hier ook geen voeding aan. Om ervoor te zorgen dat wortels uit de plug komen en zich een weg banen door het nieuwe substraat, is het belangrijk te weten hoe je dit kunt stimuleren. Factoren als aansluiting van substraat op en om de plug, vochtbalans tussen de substraten (plug en pot), meststoffen en EC, schoon water en hoeveelheid water spelen hierbij een rol. Hieronder schetsen wij een aantal stuurmogelijkheden in de praktijk van de watergift bij pluggen na het oppotten. Vochtigheid van de plug Een goede wortelgroei na oppotten zien wij over het algemeen wanneer pluggen 2 à 3 dagen vóór het oppotten voor het laatst bevochtigd zijn. Ons idee is namelijk dat wortels vanuit de plug gemakkelijk doorgroeien in de bark, als het verschil in hoeveelheid vocht tussen plug en nieuw substraat/schors gering is. Waterbehoefte na oppotten Voor een snelle start en groei van de halswortel bij Phalaenopsis kan het voor planten uit een verspeenbak beter zijn, je op de dag van oppotten te beperken tot bevochtiging van de bovenlaag. Ook kan het al voldoende zijn de uitdroging van de plant en de lucht tot een minimum te beperken. Voor een plant in de plug geldt in principe hetzelfde. Bovendien weet je dat de plug om de wortel, voor een minder snelle afdroging van de wortel ondergronds zorgt. Dan kan volgens ons het eerste gietmoment bijvoorbeeld een dag worden uitgesteld. Er hoeft alleen water langs de nog korte wortels aanwezig te zijn, dus het heeft geen zin een pot vol substraat met water te verzadigen. Waterverdeling in en tussen potten Juist voor een gelijkmatige start kan het van belang zijn met een minimum aantal liters te werken om alle potten bij benadering even nat te krijgen. Het gebruikte substraat (welke fracties en welke bestanddelen) in verhouding tot de hoeveelheid lucht, kan bepalen wat in uw situatie de beste manier is om van start te gaan. In een luchtig substraat zullen potten eerder draineren, wat lang niet altijd zal betekenen dat het gehele substraat in die pot direct verzadigd is! Een fijn substraatmengsel zal langzamer afdrogen en dus een kleinere watergift vragen. Een gietboom met gerichte waterstralen op elke pot, geeft een gelijkmatigere bevochtiging dan een regenleiding. Afhankelijk van het gebruikte substraat kan een aanpassing in de stikstof bemesting noodzakelijk zijn. Onze ervaring is dat er meerdere manieren zijn om met een plug goed te starten. Kokos bestanddelen in het substraat kunnen weer goed aansluiten, op de eigenschappen van de door ons gebruikte plug. Wortelverdeling in pot Aangezien de plant het kokos/bark substraat in de pot niet daadwerkelijk nodig heeft om te groeien, is onze ervaring dat veel wortels en wortelpunten vaak terug te vinden zijn bovenin (ontstaan vanuit de hals van de jonge plant), tussen de wand en het kokos/bark substraat en onderin de pot. Deze wortels proberen de omstandigheden in de pot zo te maken dat als er weer gegoten wordt, het water maximaal langs de wortels kan stromen. Optisch gezien kan er ondergronds een groot verschil in de hoeveelheid en lengte van de wortels van plugplanten zijn t.o.v. verspeenbakplanten. De wortels van plugplanten kunnen er na de start wat langer over doen, maar zijn dikker en met meer inhoud. In het tweede deel van de opkweek wordt de wortelgroei ruimschoots gecompenseerd en weer goed gemaakt. Bovengronds vinden we compactere planten, meer gestapeld en met meer blad. De bladstand is Phal. 212850 Phal. 242802 4

ook wat meer schuin omhoog gericht. Het plantmodel van de plug is o.a. te verklaren door het verschil in groeisnelheid t.o.v. planten uit de verspeenbak. Iedere plant krijgt en neemt wat hij nodig heeft aan vocht en staat ruimer (meer licht). Door de ongestoorde doorgroei na het oppotten hebben plugplanten reeds een voorsprong. Gezien de compactheid en het aantal bladeren is de verwachting, sneller een plant met meer bladparen te kunnen koelen. Uit metingen van onze proeven levert dit, aan het einde van de teelt een hogere productie per eenheid op. Samenvatting De opkweek van jonge planten in pluggen biedt mogelijkheid voor een geautomatiseerde, uniforme en snellere teeltwijze. De watergift en klimaatomstandigheden in de kas moeten aan de plug aangepast zijn. In de startfase volstaan kleinere watergiften met een interval van 3 à 4 dagen. Samen met een actief ondernet en stabiel kasklimaat, zullen de wortels zich snel in het substraat van de pot ontwikkelen en grotere watergiften met voldoende drain aankunnen. Verbetering licht- en CO 2 - benutting in Phalaenopsis De verschillende teeltmethoden leren ons dat er meerdere wegen bewandeld kunnen worden, om een goede plant te telen. Om tegen een zo laag mogelijke kostprijs een optimaal rendement te behalen, is uit recent onderzoek gebleken dat factoren als licht en CO 2 beter ingezet kunnen worden. Hierdoor kan minimaal hetzelfde en zelfs een hoger resultaat behaald worden. Door iets minder hard te lopen, kun je dus ook minder vermoeid als eerste aankomen. Wat is er mooier als je dan ook nog wat over hebt! Het toedienen van licht en het doseren van CO 2 zijn aan een maximum gebonden. Is het niet vanwege de capaciteit of regelgeving op de kwekerij, dan blijkt het in sommige gevallen nu ook voor de planten eerder nadelen dan voordelen op te leveren. Met behulp van de growwatch is dit in grafiekvorm visueel te maken. In de praktijk zijn de nadelen misschien niet altijd even duidelijk zichtbaar in uw teelt, maar kun je die tegen komen in de vorm van een groeiafwijking. Een teelt zal je nu eenmaal niet zo snel aanpassen, vanwege een afwijking in één variëteit. Hier zal je eerder toe geneigd zijn, als je blad, takken en bloemproductie over het geheel ziet toenemen. Een aanpassing voor een soort, kan ook dus voordelig uitpakken voor de rest van het assortiment. Dit is juist weer niet eenvoudig aan te tonen. Uit metingen aan verschillende gewassen waaronder Phalaenopsis is gebleken dat meer doseren dan de onderzochte CO 2 -niveaus, afhankelijk van de lichthoeveelheid en de tijd van jaar, geen extra rendement oplevert voor de plant. De fotosynthese gaat niet sneller, de teeltduur wordt niet korter. Er kan zelfs een teeltduurverlenging optreden. Het rendement van de fotosynthese neemt af. Dit kan veroorzaakt worden doordat planten een hoog CO 2 -niveau voelen als stress. Gevolg hiervan is dat huidmondjes zich kunnen gaan sluiten, of zelfs dicht blijven op het moment als deze zouden moeten gaan openen! Vergelijk dit met het feit dat je bijna geen adem kunt halen door bijvoorbeeld vergiftiging van de lucht. Voor het doseren van licht blijkt nu dat afhankelijk van de fase van de teelt en het lichtniveau waar naar gestreefd wordt, het rendement zelfs kan halveren. Bedenk dat op dat moment de kosten twee keer zo hard gaan. Je maakt kosten voor de belichting, die voor de plant op dat moment belastend zijn en niet wordt benut. Er is bijvoorbeeld in de opkweek geen toename van de droge stof in het blad. Hier kom je weer op een punt uit eerder genoemde nieuwsbrieven, van de lichtbelasting die uiteindelijk ook schade aan het gewas kan opleveren. Hieronder volgen enkele oplossingen ter verbetering van licht- en CO 2 -benutting in Phalaenopsis. Voor belichten en ook voor het toedienen van CO 2 zou je de dag bijvoorbeeld in vijf delen kunnen opsplitsen, van op- en afschakelen en hoger en lager doseren. Natuurlijk altijd afhankelijk van de buitenomstandigheden. Opschakelen van de belichting met stappen van 30 umol, heeft aangetoond de plant hieraan al moet wennen. Bij een daglengte van 10 uur, zijn de volgende verhogingen van toepassing: - Van 5.000 lux naar 8.000 lux komt overeen met van 2.2 naar 3.5 mol. - Van 4.000 lux naar 8.000 lux komt overeen met van 1.8 naar 3.5 mol. - Van 5.000 lux naar 10.000 lux komt overeen met van 2.2 naar 4.4 mol. In uw situatie kan het dus handiger zijn met een lagere begin som te starten, dit op te bouwen tot midden op de dag en weer te verminderen naar de nacht. Hierbij de gehele dag rekening houdend met het bereiken van de gewenste PAR-som. Indien mogelijk de belichting in minimaal twee of meer fasen opschakelen met ruime tussenpozen van minimaal een half uur. Voor CO 2 -opname is bekend dat deze in de omschakel momenten van licht en donker, maar ook op de dag, en aan het begin en einde van de nacht verschillend zijn. Doseren van CO 2 op momenten dat de plant er ook iets mee doet en afhankelijk van de tijd van het jaar, niet boven de 800 PPM. In hoeverre heeft zin om CO 2 te doseren als de behoefte voor de plant op dat moment minimaal is. De aanvang dosering, het aantal uren van doseren en de CO 2 -opname capaciteit van de plant, zijn afhankelijk van het lichtniveau van de voorgaande dag. De plant kan met een lichthoeveelheid van 6 mol bij de start van de dag tot halverwege de dag goed mee omgaan. Aangezien de hoeveelheid CO 2 in de plant halverwege de dag kan zijn gehalveerd of voor het einde van de dag op is, kan vervolgens dezelfde 6 mol zelfs schade opleveren voor de plant. 5

Cymbidium teelttips (Super) Vroeg sortiment Sortiment dat voor 1 november heeft gebloeid, moet in november in rust gaan. Wijder zetten, schoonmaken zijn zaken die dan moeten worden gedaan. Het vroege sortiment kunnen we zo langzamerhand uit splitsen in super vroeg en vroeg. Super vroeg zijn afdelingen die in augustus-september leeg zijn gesneden en vroeg die in oktober worden geoogst. Het super vroege sortiment moet nu (voor 1 november) al op zijn plek staan zodat de koude, voor zover mogelijk al kan starten vóór 1 november. De afdelingen die grotendeels in oktober worden geoogst, dus vóór 1 november, die moeten vóór de Kerst, uiterlijk direct na de jaarwisseling, op juiste afstand worden gezet! Voor een goede koude behandeling is een gemiddelde etmaaltemperatuur van 13 C van belang. Dus overdag 13-14 C en de nacht 11-12 C. Veel kouder hoeft niet. Bij extreem koud weer, zoals nachttemperaturen van minus 5 C en lager, of sneeuwval, kan enkele graden lager worden aangehouden om energie te besparen. Dit kan tot 7 C etmaalgemiddelde. Een verkeerde lezer kan, omdat hij geen geld uit wil geven aan energie, direct streven naar deze 7 C, maar daarmee schiet hij in zijn eigen voet. Dit getal gaat alleen op voor dagen met extreme koude. Als het boven 0 C is, zorg dan maar dat het rond de 10 C blijft als onderwaarde. Er zijn soorten die slecht reageren op te lage temperaturen in de koeling. De veel geteelde Earlisue 'Paddy' en Beauty Fred '60' zijn hier voorbeelden van. Van nummer '60' is bekend dat ca. 10 C etmaalgemiddelde ten opzichte van 13 C etmaalgemiddelde, twee takken per m 2 kost, dus twee takken per m 2 minder productie. We denken dat een korte tijd lagere temperaturen bij extreme koude, geen grote negatieve consequenties hoeft te hebben en dat op die manier energie en kosten bespaard kunnen worden. Maar nogmaals, voor een korte periode van 1 tot 2 weken en alleen bij extreem lage temperaturen. Uit proeven is gebleken dat het optimum tussen 10-13 C ligt. Zorg altijd wel voor voldoende actief klimaat, hoe laag de temperaturen ook zijn. Het gewas moet wel bezig blijven met verdampen en water opnemen. De wateropname is dan een controlemiddel om te zien of de plant nog actief is. Dus wekelijks drain meten en vergelijken. Het kan echter voorkomen dat de buitentemperaturen hoog zijn. Bij deze 'warmere' weersomstandigheden zoals 12 C en méér, zorg dan dat het gewas op tijd wordt geactiveerd door ventileren en één tot twee uur in de morgen met een minimum buis te stoken, om er anderzijds voor te waken dat het toch te warm wordt. Er zijn bedrijven die hun verwarmingspijpen hebben begrensd tot bijvoorbeeld 40 C. Zij hebben een temperatuur ingesteld in de computer, soms gekoppeld aan een RV-regeling. Dit kan echter betekenen dat als we een zeer zachte winter hebben, de gemiddelde etmaaltemperatuur te hoog wordt. Er wordt dan te weinig koeling opgebouwd, wat uiteindelijk een lagere, latere en over een langere periode productie geeft. Pas de regeling dan aan. De tijdsduur van deze koeling is ca. 90-100 dagen. Een te korte koude periode kost productie. Geef in deze fase schoon water of maximaal 0,25 EC mee. Blijf altijd de drain controleren! Vanaf eind januari op zijn vroegst tot half februari, moet de gemiddelde etmaaltemperatuur naar de 20 C. Vanwege de stookkosten, stookplanning, gewenste bloeitijd e.d. kunt u hier ook één tot twee weken later mee beginnen. Van belang is wel dat als u hiermee later begint, u beter moet zorgen dat de gewenste temperatuursom wordt gehaald. Als u door te lage temperaturen 'achterstand' op loopt, dan kunt u dit realiseren door een iets hogere etmaalgemiddelde dan 20 C, bijvoorbeeld 20,5 tot 21 C te hanteren, maar spreidt dit dan over een lange periode uit, d.w.z. over 2 à 3 maanden. Hogere etmaaltemperaturen boven de 21 C leidt tot productieverlies. Voor het realiseren van een goede planttemperatuur is het van belang om van januari tot en met medio maart, een AC-foliescherm aan te leggen. De plant- en bladtemperatuur ligt structureel 1-1,5 C hoger dan zonder folie. Bedrijven met dubbelglas hebben dit voordeel ook, dus daar zal een folie minder voordelen bieden. Het bespaart ook veel energie. Het is belangrijk de ramen gedoseerd te openen als het zonnig wordt en de temperatuur te hoog wordt, zoals dat in maart kan gebeuren, maar sluit op tijd in de middag om de temperatuur gevangen te houden om daarmee energie te kunnen besparen. Wij hebben het vorig jaar ook al gememoreerd. Er moet wel voldoende licht zijn als de temperaturen omhoog gaan. Als het kasdek smerig is, AC-folie erin, het weer is donker (bewolkt etc.) dan zal met de temperatuurverhoging gewacht moeten worden tot dat er voldoende licht is. De hogere etmaaltemperaturen voor laatste week januari zou bij diverse soorten tot een lagere opbrengst kunnen leiden vanwege te weinig licht in verhouding met de hogere etmaaltemperatuur. Cym. Green Rock 6

Kerst sortiment Hetzelfde proces als bij vroeg, maar dan 1,5 maand later. U moet zorgen dat deze afdeling voor de Valentijn op zijn plek staat. Als u het later doet, dan neemt u een risico als het begin maart al mooi weer is. Door op tijd (voor Valentijn) de planten wijder te zetten, zijn ze geacclimatiseerd voordat de temperaturen overdag te hoog kunnen oplopen en de RV te laag wordt. Als dat gebeurt, bestaat er een grote kans op verdroging van de bloemtakknop. De wateropname is de eerste 14 dagen na het verplaatsen van Cymbidium planten 50% lager dan normaal! Vanaf begin april kan hier de gemiddelde etmaaltemperatuur ook op 20 C worden ingesteld. Over het algemeen gaat dit met de natuur mee, maar als het langdurig koud en slecht weer is, is het wel verstandig om via de klimaatregeling hierop in te spelen. Het is van belang goed op het waterverbruik te letten. Er zijn cultivars die rond de Kerst bloeien en tijdens de takstrekkingsfase veel water opnemen. Bent u een droge teler en het wordt zonnig weer, dan moet u een extra druppelbeurt inbouwen anders krijgt u knoprui. Blijft het echter zacht en vochtig weer en u bent een natte teler, dan kunt u beter een beurt overslaan omdat u anders sommige soorten van de wortel giet. Meet wekelijks de gift en drain, controleer de EC van de drain bij verschillende soorten, zodat u op tijd ziet welke soorten meer of minder water opnemen. Bovendien kunt u aan de hand van drain-ec zien of de planten minder of geen voeding meer gebruiken. Verlaag de EC dan! De wortels blijven beter. Zorg ervoor, dat de watertemperatuur minimaal 12 C is. Als het vriest en u water onder het ijs van het bassin vandaan haalt, dan is dit te koud. De wortels kunnen wel wit blijven, maar de tak wordt slapper. Bovendien is er een grotere kans op watervlekken in de bloemen. Midsortiment Het midsortiment bouwt koude op voor bloei voor het volgende jaar al tijdens de uitgroei c.q. takstrekking en de bloei vanaf november. Normaal gesproken is dit voldoende, zeker met bloeitijd tot en met de Vrouwendag (eerste week maart). Als u toch harder moet stoken om op tijd bloei te realiseren voor Pasen, dan is de kans aanwezig dat er te weinig kou gegeven kan worden voor dit sortiment. Dit kan weer leiden tot een verdere verlating van dit sortiment in het volgende bloei jaar. Voor Pasen 2014 vragen wij nu al aandacht. Dat valt zeer laat, namelijk 20 en 21 april. Dit betekent dat u nu een keuze moet maken, om het sortiment dat medio maart bloeit te vervroegen naar eind februari - begin maart door warmer te gaan telen, of dat u vanaf begin november al zo actief koud mogelijk gaat om de productie te vertragen om de bloei richting Pasen te verschuiven. Met 'actief' bedoelen wij niet alleen zo koel mogelijk telen, maar ook rekening te houden met de luchtvochtigheid (vochtdeficiet) en buitentemperaturen. Zorg dat het gewas aan het verdampen blijft met minimaal 2-3 liter per m 2 per week. Laat sortiment Het late sortiment wordt nu nog warm gehouden met een etmaalgemiddelde van minimaal 20 C-21 C. Voor de echt late bloei moet er warmte (is verlating) worden gegeven tot de Kerst en sommige kwekers gaan door tot begin/half januari. Voor bloei in juni, moet er ook een goed klimaat tijdens de bloei worden gerealiseerd. Men moet in staat zijn bij hoge temperaturen en veel instraling, een goede takkwaliteit te houden. Hogere kassen met een nevelinstallatie en of buitenscherm zijn dan nodig. Als dat niet het geval is, dan worden de risico s om een zo late bloei te realiseren te groot. Als het klimaat niet koel gehouden kan worden met warm weer, leidt dit tot versnelde bloei, kleinere bloemen en fletsere kleuren. De afbouw naar koud moet in stapjes gebeuren zodat dit 10 tot 14 dagen duurt. Koud kan dan heel koud zijn, 8-10 C maar hangt ook af van de buitenomstandigheden en de luchtvochtigheid. Vriest het dan kan het best onder de 10 C worden. De verdamping is onder die omstandigheden meer dan voldoende. Is het weer echter veel te warm voor de tijd van het jaar, dan moet u naast veel ventileren, toch elke dag 1 tot 1,5 uur de minimum buis aanzetten om het gewas actief te houden. In de late afdeling kan het gewas zeker tot medio januari nog veel voeding tot zich nemen. Het kan makkelijk dat u nog 0,7 EC geeft en maar 0,4 in de drain vindt. Echter, binnen een week kan de plant hiermee stoppen en niets meer opnemen. U ziet dan de EC-drain oplopen. Direct de EC halveren! Blijf elke week diverse soorten controleren op EC- en ph-drain en zorg ervoor dat de planten gemiddeld ca. 2-3 liter/m 2 /week verdampen. Dit is dus bijna net zo veel als op een gemiddelde zomerse dag! Bestrijding De plaag die u óók in de winter moet controleren is spint. In de late afdeling wordt lang doorgestookt. Elke kas heeft zijn eigen plekken waar vaker hardnekkig spint kan voorkomen. Vooral wanneer gestookt wordt, zijn er voor spint interessante droge plekken en als daar ook nog gevoelige soorten staan, dan kunt u een (kleine) aantasting verwachten. Hier kan nog gemakkelijk een effectieve bestrijding uitgevoerd worden. Laat u het op zijn beloop, dan wordt de aantasting op zijn vroegst pas tijdens het aanbinden zichtbaar en dan is bestrijden zeer lastig. Dit geldt ook 7

Copyright Floricultura BV. Gehele of gedeeltelijke overname is toegestaan op voorwaarde van bronvermelding. Onze informatie en adviezen worden met de grootst mogelijke zorg samengesteld, doch zijn te allen tijden vrijblijvend. voor vroeg- en midsortiment. Het zeer vroege sortiment vraagt om aandacht als de temperaturen weer worden verhoogd. Als u regelmatig scout, kan het niet snel uit de hand lopen en is met minimale bestrijding een vrijwel spintvrije teelt mogelijk. Ook wanneer planten goed groeien door een goed en actief klimaat, zullen de problemen met plagen minder zijn. Sneeuw Tijdens sneeuwval is de verdroging van het kasklimaat hoog. Vergelijkbaar aan dat van mooi weer begin april. De kas (kasdek) werkt als een condensdroger. De temperatuur in de kas hoeft dan helemaal niet warm aan te voelen, maar de vocht onttrekking door het klimaat (condensatie aan het koude glas) aan plant en pot is groter dan gedacht. Er moet dan meer water worden gegeven dan wordt gedacht! Luchtvochtigheid Het is nu herfst. In zijn algemeenheid kun je twee hoofdlijnen onderscheiden ten aanzien van de luchtvochtigheid. Te laag in voorjaar zomer, te hoog in herfst winter. Vanaf eind juli - medio augustus, afhankelijk van de weersomstandigheden, moet een actief vochtbeleid worden gevoerd. Dit betekent op tijd ventileren en stoken. De kas zoveel mogelijk dichthouden om met zo weinig mogelijk gas per m 2 nog een goede kwaliteit te realiseren is geen optie. Dat gaat ten koste van kwaliteit! Dus ventilatielijnen op of onder de stooklijnen. Zodra het kouder wordt, je een winterjas en of handschoenen nodig hebt omdat het buiten echt koud wordt, dan wordt er vanzelf meer gestookt en verdwijnen klimaatproblemen als sneeuw voor de zon. In de loop van januari - begin februari kan de RV in de kas te laag worden, vooral bij vriezend weer en of een noordoostenwind. Dan moet de schakelaar worden omgezet naar vocht sparen. Dus minder snel ventileren, schermen dichter houden om zodoende minder vocht uit de kas te verliezen. Cym. Anika P.O. Box 100, 1960 AC Heemskerk, The Netherlands T: +31 (0)251-20 30 60 F: +31 (0)251-20 30 61 E: orchids@floricultura.com I: www.floricultura.com