Benchmark Hogescholen In opdracht van Platform Bètatechniek Ten behoeve van bestuurlijk overleg met hogescholen Auteur: ir.ing. R.M.F. Brennenraedts Datum: mei 2007 Projectnummer: 2007.039
Achtergrond De data beschrijft de situatie van: 9 Hogescholen met kwalificatie voor de tweede ronde van het HBO-sprint programma 8 Hogescholen zonder kwalificatie voor de tweede ronde van het HBO-sprint programma De hogescholen zijn als volgt weergegeven Hogeschool A1, A2 A9 Æ Hogescholen met kwalificatie Hogeschool B1, B2 B8 Æ Hogescholen zonder kwalificatie 2
Lijst met beschreven hogescholen Met kwalificatie voor de 2e tranche van het HBO Sprint Programma: Hogeschool Rotterdam Hogeschool Utrecht Hogeschool Leiden Saxion Hogescholen Hogeschool Zuyd Hogeschool Windesheim Hogeschool van Arnhem en Nijmegen NHTV Breda Hogeschool van Amsterdam Zonder kwalificatie voor de 2e tranche van het HBO Sprint Programma: Fontys Hogescholen Haagse Hogeschool Avans Hogeschool Hogeschool Zeeland Hanzehogeschool Groningen Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Hogeschool Drenthe Hogeschool INHOLLAND 3
Gehanteerde bronnen Platform bètatechniek http://www.hbo-raad.nl http://www.lectoren.nl http://www.ib-groep.nl http://www.kiesjestudie.nl http://www.cfi.nl NB: Speciale dank gaat uit naar de HBO-raad. Hun datasets ( Het hbo ontcijferd ) waren onmisbaar als input voor het overgrote merendeel van de analyses. 4
Drie verschillende onderwerpen Kerncijfers Omvang gehele hogeschool en bètatechniek Oordeel auditcommissie Strategische beleidsvorming Doelgroepenbeleid Studenttevredenheid Samenwerking Internationalisering Kennisuitwisseling met omgeving Management en organisatie Managementstructuur hogeschool Personeelsbeleid Huisvesting 5
1. Kerncijfers 6
Gehanteerde indicatoren bij kerncijfers (i) Omvang gehele hogeschool en bètatechniek Aantal ingeschreven studenten totaal Aantal ingeschreven HTNO studenten Instroom totaal Instroom - HTNO Verdeling instroom VT / DT / Duaal Verdeling instroom VT / DT / Duaal - HTNO Aantal opleidingen Aantal opleidingen - HTNO Aantal nieuwe opleidingen Aantal nieuwe opleidingen - HTNO Aantal associate degree opleidingen Absoluut aantal lectoren Verdeling van lectoren over sectoren Gemiddeld aantal studenten per lector Rendement na 5 jaar Rendement na 5 jaar van HTNO opleidingen Gemiddeld aantal studenten per opleiding per onderwijsinstelling Instroom gedifferentieerd naar vooropleiding (generiek) Instroom gedifferentieerd naar vooropleiding (specifiek) Relatie tussen vooropleiding en uitval Relatie tussen vooropleiding en uitval - HTNO Relatie tussen vooropleiding en studieduur Relatie tussen vooropleiding en studieduur - HTNO Relatie tussen vooropleiding en rendement na 5 jaar Relatie tussen vooropleiding en rendement na 5 jaar - HTNO 7
45.000 Aantal ingeschreven studenten totaal Totaal aantal ingeschreven studenten 40.000 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 8
Aantal ingeschreven HTNO studenten 8.000 Totaal aantal ingeschreven HTNO-studenten 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 9
Instroom totaal 14.000 Instroom aantal studenten per inschrijvingsjaar 12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 10
Instroom HTNO Instroom aantal studenten in HTNO per inschrijvingsjaar 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 11
Verdeling instroom VT / DT / Duaal DT DUAAL VT 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Verdeling instroom in 2006 naar VT / DT / Duaal 12
Verdeling instroom VT / DT / Duaal HTNO DT DUAAL VT 0% 20% 40% 60% 80% 100% Verdeling instroom HTNO in 2006 naar VT / DT / Duaal 13
Aantal opleidingen Aantal opleidingen dat instroom kende in het betreffende jaar 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 14
Aantal opleidingen HTNO Aantal HTNO opleidingen dat instroom kende in het betreffende jaar 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 15
Aantal nieuwe opleidingen Aantal opleidingen met instroom dat in het jaar ervoor geen instroom kende 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 16
Aantal HTNO opleidingen met instroom dat in het haar ervoor geen instroom kende 5 5 4 4 3 3 2 2 1 1 0 Aantal nieuwe opleidingen HTNO 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 17
Aantal associate degree opleidingen Techniek 0 Geen Techniek 1 2 3 4 5 6 7 8 Aantal AD opleidingen per studiejaar 2007/2008 18
Absoluut aantal lectoren Economie Gezondheidszorg Kunst Landbouw Pedagogisch Sociaal-agogisch Techniek Meerdere sectoren 0 5 10 15 20 25 30 Aantal lectoren in mei 2007 19
Verdeling lectoren over sectoren Economie Gezondheidszorg Kunst Landbouw Pedagogisch Sociaal-agogisch Techniek Meerdere sectoren 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Verdeling van de lectoren over de sectoren (op basis van aantal lectoren in mei 2007) 20
Gemiddeld aantal studenten per lector HTNO/Techniek 0 Totaal 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 Gemiddeld aantal studenten per lector 21
Rendement na 5 jaar Verhouding afgestudeerden na 5 jaar en instroom 5 jaar eerder 70,0% 65,0% 60,0% 55,0% 50,0% 45,0% 40,0% 35,0% 30,0% 1997 1998 1999 2000 2001 22
Rendement na 5 jaar van HTNO opleidingen Verhouding HTNO-afgestudeerden na 5 jaar en HTNO-instroom 5 jaar eerder 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% 1997 1998 1999 2000 2001 23
Instroom gedifferentieerd naar vooropleiding (generiek) havo ho mbo onbekend overig vwo 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Percentage studenten met een bepaalde vooropleiding in 2006 24
Instroom gedifferentieerd naar vooropleiding (generiek) - HTNO havo ho mbo onbekend overig vwo 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Percentage HTNO-studenten met een bepaalde vooropleiding in 2006 25
Gemiddeld aantal studenten per opleiding per onderwijsinstelling HTNO Totaal 0 100 200 300 400 500 600 Gemiddelde van het totaal aantal ingeschreven (HTNO-)studenten per (HTNO-)studierichting 26
Dit soort afbeeldingen dienen als volgt gelezen te worden: De percentages refereren aan de instroom met een bepaalde vooropleiding op een bepaalde onderwijsinstelling Alleen op de kruispunten van lijnen is data beschikbaar De kleur van een vlak geeft de waarde aan van een bepaald punt De begrenzing van de vlakken is arbitriair en is meer een artist impression Voorbeeld: In 2006 had 20-25% van de instroom van een overig buitenlands diploma 27
Relatie tussen vooropleiding en uitval 40%-60% 20%-40% 0%-20% Percentage studenten dat na 1 jaar uitgevallen is (instroomjaar 2005) havo ho mbo onbekend overig vwo NB. Alleen de kruispunten van de lijnen bevatten data 28
Relatie tussen vooropleiding en uitval voor HTNO-studenten 80%-100% 60%-80% 40%-60% 20%-40% 0%-20% Percentage HTNO studenten dat na 1 jaar uitgevallen is (instroomjaar 2005) havo ho mbo onbekend overig vwo NB. Alleen de kruispunten van de lijnen bevatten data 29
Relatie tussen vooropleiding en studieduur 50-60 40-50 30-40 20-30 10-20 0-10 Gemiddelde studieduur gediplomeerden in maanden havo ho mbo onbekend overig vwo NB. Alleen de kruispunten van de lijnen bevatten data 30
Relatie tussen vooropleiding en studieduur - HTNO 60-70 50-60 40-50 30-40 20-30 10-20 0-10 Gemiddelde studieduur HTNO gediplomeerden in maanden havo ho mbo onbekend overig vwo NB. Alleen de kruispunten van de lijnen bevatten data 31
Relatie tussen vooropleiding en rendement na 5 jaar 80%-100% 60%-80% 40%-60% 20%-40% 0%-20% Percentage van de instromende studenten in 2000 dat binnen 5 jaar haar diploma haalde havo ho mbo onbekend overig vwo NB. Alleen de kruispunten van de lijnen bevatten data 32
Relatie tussen vooropleiding en rendement na 5 jaar -HTNO 80%-100% 60%-80% 40%-60% 20%-40% 0%-20% Percentage van de instromende HTNOstudenten in 2000 dat binnen 5 jaar haar diploma havo ho mbo onbekend overig vwo NB. Alleen de kruispunten van de lijnen bevatten data 33
Gehanteerde indicatoren bij kerncijfers (ii) Oordeel auditcommissie Advies PBT voor Sprint programma over kwantitatieve realisatie Advies PBT voor Sprint programma over succesvolle aanpak Advies PBT voor Sprint programma over draagvlak Advies PBT voor Sprint programma over urgentiebesef Advies PBT voor Sprint programma over consistentie NB: Er is gebruik gemaakt van een 5-punt Likert schaal. 1. Zeer negatief 2. Negatief 3. Neutraal 4. Positief 5. Zeer positief 34
Advies PBT voor Sprint-programma op criterium: kwantitatieve realisatie 5 4 3 2 1 35
Advies PBT voor Sprint-programma op criterium: succesvolle aanpak 5 4 3 2 1 36
Advies PBT voor Sprint-programma op criterium: draagvlak 5 4 3 2 1 37
Advies PBT voor Sprint-programma op criterium: urgentiebesef 5 4 3 2 1 38
Advies PBT voor Sprint-programma op criterium: consistentie 5 4 3 2 1 39
2. Strategische beleidsvorming 40
Gehanteerde indicatoren bij strategische beleidsvorming (i) Doelgroepenbeleid Instroom van allochtonen Instroom van allochtonen - HTNO Rendement van allochtonen Rendement van allochtonen - HTNO Instroom van vrouwen Instroom van vrouwen - HTNO Rendement van vrouwen Rendement van vrouwen - HTNO Wervingsbeleid op doelgroepen 41
Instroom van allochtonen 60,0% Aandeel niet-autochtonen in de totale instroom van dat jaar 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 42
Instroom van allochtonen HTNO 50,0% Aandeel niet-autochtonen in de totale instroom van dat jaar 45,0% 40,0% 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 43
Rendement van allochtonen autochtoon onbekend 0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% niet-westers Percentage van de instroom van 2000 dat in 2005 het diploma had westers 44
Rendement van allochtonen HTNO autochtoon onbekend 0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% 90,0% niet-westers Percentage van de HTNO instroom van 2000 dat in 2005 het diploma had westers 45
Instroom van vrouwen 85,0% Aandeel vrouwen in de totale instroom van dat jaar 80,0% 75,0% 70,0% 65,0% 60,0% 55,0% 50,0% 45,0% 40,0% 35,0% 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 46
Instroom van vrouwen HTNO 60,0% Aandeel vrouwen in de totale HTNO instroom van dat jaar 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0% 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 47
Rendement van vrouwen Vrouw Man 0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% Percentage van de instroom van 2000 dat in 2005 het diploma had 48
Rendement van vrouwen HTNO Vrouw Man 0,0% 10,0% 20,0% 30,0% 40,0% 50,0% 60,0% 70,0% 80,0% Percentage van de HTNO instroom van 2000 dat in 2005 het diploma had 49
Wervingsbeleid op doelgroepen allochtonen buitenlanders vrouwen functiebeperkten topsporters 0uderen en werkenden 50
Gehanteerde indicatoren bij strategische beleidsvorming (ii) Studenttevredenheid Studentenoordeel Samenwerking Samenwerking met andere onderwijsinstellingen Internationalisering Internationale uitwisseling Kennisuitwisseling met omgeving Visie op kennisoverdracht met omgeving 51
Studentenoordeel 6 6,1 6,2 6,3 6,4 6,5 6,6 6,7 6,8 6,9 7 Gemiddeld cijfer dat studenten geven aan hun opleiding 52
Samenwerking met andere onderwijsinstellingen Buitenlandse Universiteit / HBO Nederlandse Universiteit Nederlandse HBO MBO ROC VO 53
Internationale uitwisseling Uitwisseling van staf Uitwisseling van studenten Overeenkomsten met uitwisselingspartners Geen data 54
Visie op kennisoverdracht met omgeving Contract activiteiten Lectoraten en kenniskringen Schakel- en netwerkfunctie via studenten / generiek / anders 55
3. Management en organisatie 56
Onderbrenging contactpersoon Sprint programma lijn staf 57
Centraal management op Hogeschool B- 1 Hogeschool B- 2 Hogeschool B- 3 Hogeschool B- 4 Hogeschool B- 5 Hogeschool B- 6 Hogeschool B- 7 Hogeschool B- 8 Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja 58
Verschillen analyse 59
Verschillen in kerncijfers μa μb %-verschil Aantal ingeschreven studenten totaal 19927,33 18184,88 9,6% Aantal ingeschreven HTNO studenten 3732,00 2965,63 25,8% Instroom totaal 6297,44 5238,88 20,2% Instroom HTNO 1098,44 830,75 32,2% Verdeling instroom DT 3449,11 3269,75 5,5% Verdeling instroom Duaal 765,78 551,75 38,8% Verdeling instroom DT - HTNO 350,11 247,88 41,2% Verdeling instroom Duaal - HTNO 127,78 62,50 104,4% Aantal opleidingen 53,44 50,50 5,8% Aantal opleidingen HTNO 12,44 12,63-1,4% Aantal nieuwe opleidingen 2,22 3,38-34,2% Aantal nieuwe opleidingen HTNO 0,22 0,13 77,8% Aantal associate degree opleidingen 2,56 2,50 2,2% Absoluut aantal lectoren 14,67 13,63 7,6% Verdeling lectoren over sectoren - gemiddelde % technische lectoren 2,11 2,38-11,1% Gemiddeld aantal studenten per lector 1482,11 1258,88 17,7% Gemiddeld aantal HTNO-studenten per technische lector 1033,44 1311,63-21,2% Rendement na 5 jaar 0,48 0,50-4,0% Rendement na 5 jaar van HTNO opleidingen 0,45 0,48-6,8% Gemiddeld aantal studenten per opleiding per onderwijsinstelling 366,93 315,50 16,3% Gemiddeld aantal HTNO-studenten per HTNO-opleiding per onderwijsinstelling 272,36 212,63 28,1% Advies PBT voor Sprint programma op kwantitatieve realisatie 3,89 2,50 55,6% Advies PBT voor Sprint programma op succesvolle aanpak 4,78 2,50 91,1% Advies PBT voor Sprint programma op draagvlak 5,00 4,13 21,2% Advies PBT voor Sprint programma op urgentiebesef 5,00 4,50 11,1% Advies PBT voor Sprint programma op consistentie 5,00 4,25 17,6% Opmerkingen μa is de gemiddelde score van de gekwalificeerde hogescholen. μb van de niet-gekwalificeerde hogescholen. Daar waar de data betrekking heeft op tijdreeksen, is de meest recente data (typisch 2006) gemiddeld. Het %-verschil berekent het verschil van μa ten opzichte van μb. Het is belangrijk om te beseffen dat variabelen die alleen dichotome waarden kunnen krijgen (bv. Wel of geen wervingsbeleid op allochtonen), snel kunnen leiden tot grote relatieve (%) verschillen. 60
Verschillen in strategische beleidsvorming μa μb %-verschil Instroom van allochtonen 0,25 0,26-2,9% Instroom van allochtonen HTNO 0,21 0,24-12,8% Instroom van vrouwen 0,54 0,51 5,7% Instroom van vrouwen HTNO 0,16 0,12 30,5% Rendement van vrouwen 0,55 0,55-0,6% Rendement van vrouwen HTNO 0,52 0,56-6,8% Wervingsbeleid op doelgroepen: allochtonen 0,22 0,38-40,7% Wervingsbeleid op doelgroepen: buitenlanders 0,33 0,50-33,3% Wervingsbeleid op doelgroepen: vrouwen 0,00 0,00 nvt Wervingsbeleid op doelgroepen: functiebeperkten 0,44 0,1 255,6% Wervingsbeleid op doelgroepen: topsporters 0,11 0,00 nvt Wervingsbeleid op doelgroepen: ouderen 0,00 0,13 nvt Studentenoordeel 6,76 6,71 0,6% Samenwerking met andere onderwijsinstellingen: Buitenlandse Universiteit / HBO 0,44 0,38 18,5% Samenwerking met andere onderwijsinstellingen: Nederlandse Universiteit 0,89 0,75 18,5% Samenwerking met andere onderwijsinstellingen: Nederlandse HBO 0,44 0,63-28,9% Samenwerking met andere onderwijsinstellingen: MBO 0,44 0,25 77,8% Samenwerking met andere onderwijsinstellingen: ROC 0,67 0,75-11,1% Samenwerking met andere onderwijsinstellingen: VO 0,44 0,13 255,6% Internationale uitwisseling: Uitwisseling van staf 0,88 0,13 600,0% Internationale uitwisseling: Uitwisseling van studenten 1,00 1,00 0,0% Internationale uitwisseling Overeenkomsten met uitwisselingspartners 0,50 0,50 0,0% Visie op kennisoverdracht met omgeving: Contract activiteiten 0,22 0,25-11,1% Visie op kennisoverdracht met omgeving: Lectoraten en kenniskringen 0,56 0,38 48,1% Visie op kennisoverdracht met omgeving: Schakel- en netwerkfunctie 0,56 0,4 48,1% Visie op kennisoverdracht met omgeving: via studenten / generiek / anders 1,00 1,00 0,0% Opmerkingen μa is de gemiddelde score van de gekwalificeerde hogescholen. μb van de niet-gekwalificeerde hogescholen. Daar waar de data betrekking heeft op tijdreeksen, is de meest recente data (typisch 2006) gemiddeld. Het %-verschil berekent het verschil van μa ten opzichte van μb. Het is belangrijk om te beseffen dat variabelen die alleen dichotome waarden kunnen krijgen (bv. Wel of geen wervingsbeleid op allochtonen), snel kunnen leiden tot grote relatieve (%) verschillen. 61
Verschillen in Management en organisatie μa μb %-verschil Onderbrenging contactpersoon Sprint programma is lijnmanager 0,78 0,50 55,6% Centraal management op sectorniveau 0,67 0,50 33,3% Opmerkingen μa is de gemiddelde score van de gekwalificeerde hogescholen. μb van de niet-gekwalificeerde hogescholen. Het %-verschil berekent het verschil van μa ten opzichte van μb. Het is belangrijk om te beseffen dat variabelen die alleen dichotome waarden kunnen krijgen (bv. Wel of geen centraal management), snel kunnen leiden tot grote relatieve (%) verschillen. 62
63
Dialogic innovatie & interactie Hooghiemstrapark 33-36 3514 AX Utrecht 030-2150.580 64