RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 februari 2013 (OR. en) 6486/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0043 ( LE) FISC 30



Vergelijkbare documenten
Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 augustus 2017 (OR. en)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 augustus 2016 (OR. en)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

12967/17 JVB/bb/sht DGG 2B

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 juni 2015 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 juni 2006 (07.06) (OR. en) 10121/06 FISC 87

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 april 2010 (OR. en) 9107/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0100 (NLE) FISC 39

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 mei 2011 (11.05) (OR. en) 9964/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0104 (NLE) FISC 52

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 28 juli 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 september 2017 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 september 2004 (23.09) (OR. fr) 12609/04 FISC 163. VOORSTEL de Commissie d.d.: 20 september 2004 Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6

11558/02 jv 1 DG G I

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Modernisering van de btw voor grensoverschrijdende b2c-e-commerce. Voorstel voor een UITVOERINGSVERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 december 1999 (22.12) (OR. f) 14156/99 LIMITE FISC 265

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 april 2017 (OR. en)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 in verband met de invoering van de euro in Litouwen

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 2 juni 2003 (11.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 9919/03 Interinstitutioneel dossier: 2002/0286 (CNS) LIMITE FISC 87 ENER 164

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2007 (11.12) (OR. en) 16404/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0273 (CNS)

Brussel, 1 augustus 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0297 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE EUROPESE CENTRALE BANK

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 15 februari 2013 (OR. en) 6486/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0043 ( LE) FISC 30 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 13 februari 2013 Nr. Comdoc.: COM(2013) 68 final Betreft: Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde Hierbij gaat voor de delegaties het voorstel van de Commissie dat bij brief van de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, aan de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, is toegezonden. Bijlage: COM(2013) 68 final 6486/13 mt DG G II L

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 12.2.2013 COM(2013) 68 final 2013/0043 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VA DE RAAD waarbij Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde NL NL

TOELICHTI G 1. ACHTERGRO D VA HET VOORSTEL Motivering en doel van het voorstel Overeenkomstig artikel 395, lid 1, van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (hierna "de btw-richtlijn" genoemd) kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen elke lidstaat machtigen bijzondere, van de bepalingen van deze richtlijn afwijkende maatregelen te treffen, teneinde de belastinginning te vereenvoudigen of bepaalde vormen van belastingfraude of -ontwijking te voorkomen. Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 17 juni 2011, heeft de Republiek Letland (hierna "Letland" genoemd) verzocht om een maatregel te mogen toepassen die afwijkt van de algemene beginselen betreffende het recht op aftrek. Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 27 augustus 2012, heeft Letland zijn eerdere verzoek in grote mate aangepast. Overeenkomstig artikel 395, lid 2, van de btw-richtlijn heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 26 november 2012 van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 30 november 2012 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. Algemene context Overeenkomstig de artikelen 168 en 168 bis van de btw-richtlijn mag een belastingplichtige de btw op de goederen en diensten die hij voor zijn belaste handelingen aanschaft, in mindering brengen. Overeenkomstig artikel 26, lid 1, onder a), van deze richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor privédoeleinden gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel wanneer voor dit goed recht op aftrek van de btw is ontstaan. Op deze manier kan initieel afgetrokken btw worden teruggenomen voor het gedeelte privégebruik. Bij personenauto's is dit mechanisme moeilijk toe te passen, met name omdat het lastig is het privé- en het zakelijk gebruik op te splitsen. Het bijhouden en controleren van een rittenregistratie vormt zowel voor de bedrijven als de belastingdienst een extra last - zelfs wanneer Letland gebruik zou maken van de keuzemogelijkheid van artikel 168 bis, lid 2, van de btw-richtlijn om de aftrek voor uitgaven in verband met tot het bedrijf behorende voertuigen te beperken naar evenredigheid van het werkelijke zakelijke gebruik dat de belastingplichtige ervan maakt. Om die reden heeft Letland verzocht om de initiële aftrek tot een vast percentage te mogen beperken en in ruil daarvoor de bedrijven te mogen ontheffen van de verplichting om btw te voldoen over het privégebruik. Het voordeel hiervan is dat het systeem voor alle partijen wordt vereenvoudigd en tegelijkertijd wordt voorkomen dat btw wordt ontdoken of ontweken door een onjuiste administratie. Op basis van de door Letland verstrekte informatie blijkt dat personenauto's die tot het bedrijf behoren, gemiddeld voor 20 % voor privédoeleinden worden gebruikt. De aftrekuitsluiting moet derhalve worden vastgesteld op 20 %. NL 2 NL

Het nieuwe systeem zal gelden voor alle personenauto's met maximaal acht zitplaatsen en onder een bepaald gewicht die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Personenauto's die voor bepaalde specifieke activiteiten worden gebruikt, zullen evenwel van de beperking van het recht op aftrek worden uitgesloten en onder de normale regels vallen het betreft hier voertuigen die zijn aangekocht met het oog op wederverkoop, verhuur of leasing; voertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van personen (zoals taxi's) of goederen; voertuigen die worden gebruikt voor rijlessen; voertuigen die worden gebruikt voor bewakings- of hulpverleningsdiensten; en voertuigen die worden gebruikt als demonstratievoertuig in de autoverkoop. Op 29 oktober 2004 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van de Raad ingediend, dat onder meer voorziet in een harmonisatie van de uitgavencategorieën waarvoor de lidstaten het recht op aftrek kunnen uitsluiten (het zogenaamde voorstel voor de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen (COM(2004) 728 def.) Aangezien dit voorstel ook ziet op uitgaven in verband met personenauto's, mag een eventuele verlenging van de geldigheidsduur van de derogatie de datum waarop de voorgestelde richtlijn wordt aangenomen en in werking treedt, niet overschrijden. De derogatie moet in ieder geval worden beperkt tot 31 december 2015 indien de voorgestelde richtlijn op dat tijdstip nog niet in werking is getreden, om te kunnen evalueren of de uitsluiting van 20 % nog altijd een juiste weerspiegeling is van de globale opsplitsing tussen het zakelijke en het privégebruik. Een verzoek om verlenging moet uiterlijk 31 maart 2015 aan de Commissie worden toegezonden en vergezeld gaan van een verslag waarin onder meer het toegepaste percentage is geëvalueerd. Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Aan andere lidstaten zijn soortgelijke derogaties met betrekking tot het recht op aftrek verleend. Krachtens artikel 176 van Richtlijn 2006/112/EG zal de Raad bepalen voor welke uitgaven geen recht op aftrek van de btw bestaat. In afwachting daarvan mogen de lidstaten de uitsluitingen die op 1 januari 1979 van toepassing waren, handhaven. Er bestaat derhalve een reeks standstillbepalingen die het recht op aftrek ter zake van personenauto's beperken. 2. RESULTATE VA DE RAADPLEGI G VA BELA GHEBBE DE PARTIJE E EFFECTBEOORDELI G Raadpleging van belanghebbende partijen Niet relevant. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. Effectbeoordeling Het voorstel voor een besluit strekt er in de eerste plaats toe de inning van de btw te vereenvoudigen voor personenauto's die gedeeltelijk voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, en heeft aldus een potentieel positief effect. Tegelijkertijd wordt een dam opgeworpen tegen belastingontduiking door een onjuiste administratie. NL 3 NL

Gelet op de beperkte werkingssfeer en toepassingsduur van de derogatie zal het effect evenwel in ieder geval beperkt zijn. 3. JURIDISCHE ELEME TE VA HET VOORSTEL Samenvatting van de voorgestelde maatregel Machtiging van Letland om het recht op aftrek te beperken tot 80 % van de voorbelasting op uitgaven in verband met tot het bedrijf behorende personenauto's die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. In de gevallen waar het recht op aftrek is beperkt, wordt de belastingplichtige ontheven van de verplichting om btw te voldoen over het privégebruik van het voertuig. Rechtsgrondslag Artikel 395 van de btw-richtlijn. Subsidiariteitsbeginsel Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn moet een lidstaat die van die richtlijn afwijkende maatregelen wil treffen, daarvoor machtiging krijgen van de Raad in de vorm van een besluit van de Raad. Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Dit besluit betreft een machtiging die wordt verleend aan een lidstaat op diens eigen verzoek, en houdt geen enkele verplichting in. Gezien de beperkte werkingssfeer van de derogatie staat de bijzondere maatregel in verhouding tot het beoogde doel. Keuze van instrumenten Overeenkomstig artikel 395 van de btw-richtlijn kan slechts van de normale btw-regels worden afgeweken indien de Raad een lidstaat daartoe op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen machtigt. Een besluit van de Raad is het aangewezen instrument, omdat het tot individuele lidstaten kan worden gericht. 4. GEVOLGE VOOR DE BEGROTI G Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie. NL 4 NL

5. AA VULLE DE I FORMATIE Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling Het voorstel bevat een vervalbepaling. NL 5 NL

Voorstel voor een BESLUIT VA DE RAAD 2013/0043 (NLE) waarbij Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde 1, en met name artikel 395, lid 1, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Bij brieven, ingekomen bij de Commissie op 17 juni 2011 en 27 augustus 2012, heeft Letland verzocht om te mogen afwijken van de bepalingen van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het recht op aftrek van voorbelasting in verband met personenauto's. (2) Bij brief van 26 november 2012 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Letland in kennis gesteld. Bij brief van 30 november 2012 heeft de Commissie Letland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. (3) Krachtens de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de btw af te trekken ter zake van de goederen en diensten die hij ten behoeve van zijn belaste activiteiten heeft ontvangen. Krachtens artikel 26, lid 1, onder a), van die richtlijn moet btw worden voldaan wanneer een tot het bedrijf behorend goed voor andere dan bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt. (4) Het niet-zakelijke gebruik is vaak moeilijk nauwkeurig te registreren en ook als dat mogelijk is, is de procedure vaak omslachtig. De voorgestelde maatregel voorziet in een vast tarief voor de aftrekbare btw ter zake van uitgaven voor personenauto's die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, met uitzondering van enkele gevallen. Op basis van de door Letland verstrekte informatie is een tarief van 80 % gerechtvaardigd. Teneinde dubbele belasting te voorkomen, dient tegelijkertijd ontheffing te worden verleend van de verplichting om btw te voldoen over het nietzakelijke gebruik van de personenauto's die onder de bij dit besluit toegestane beperking vallen. Door deze vereenvoudigingsmaatregel hoeft niet langer een 1 PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. NL 6 NL

administratie van het privégebruik van tot het bedrijf behorende voertuigen te worden bijgehouden en wordt tegelijkertijd voorkomen dat btw wordt ontdoken door een onjuiste administratie. (5) De beperking van het recht op aftrek uit hoofde van deze machtiging geldt voor de btw die is betaald op de aankoop, leasing, intracommunautaire verwerving en invoer van bepaalde personenauto's alsook op de daarmee samenhangende uitgaven, met inbegrip van de aankoop van brandstof. (6) De machtiging geldt uitsluitend voor personenauto's met een toegestaan maximumgewicht van ten hoogste 3 500 kilogram en niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurdersplaats niet meegerekend. Personenauto's met een gewicht van meer dan 3 500 kilogram of meer dan acht zitplaatsen, de bestuurdersplaats niet meegerekend, worden nauwelijks voor niet-zakelijke doeleinden gebruikt vanwege de aard van het voertuig of het soort bedrijvigheid waarvoor het wordt gebruikt. Er wordt ook een gedetailleerde lijst opgesteld van specifieke personenauto's die van de machtiging zijn uitgesloten op basis van hun bijzondere gebruik. (7) Op 29 oktober 2004 heeft de Commissie een voorstel 2 voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG met het oog op de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen aangenomen. Richtlijn 77/388/EEG is ondertussen vervangen door Richtlijn 2006/112/EG. Dat voorstel voorziet onder meer in de harmonisatie van de uitgavencategorieën waarvoor het recht op aftrek mag worden uitgesloten. Eén van die categorieën zijn gemotoriseerde wegvoertuigen. De geldigheidsduur van dit besluit moet derhalve worden beperkt tot de datum waarop die richtlijn in werking treedt. Het is evenwel nodig een specifieke vervaldatum voor de machtiging vast te stellen indien die richtlijn op dat tijdstip nog niet in werking is getreden, omdat een evaluatie dient te worden verricht van deze machtiging en van het percentage van de globale opsplitsing tussen het zakelijke en het privégebruik. (8) Indien Letland een verlenging van de machtiging na 2015 nodig zou achten, moet het de Commissie uiterlijk 30 maart 2015 een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het toegepaste percentage tezamen met het verzoek om verlenging. (9) De derogatie zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 In afwijking van de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG wordt Letland gemachtigd om het recht op aftrek van de btw ter zake van uitgaven voor personenauto's die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, tot 80% te beperken. 2 COM(2004) 728 def. NL 7 NL

Artikel 2 In afwijking van artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG merkt Letland het privégebruik van een tot het bedrijf van een belastingplichtige behorend voertuig niet aan als een dienst onder bezwarende titel, wanneer het recht op aftrek voor dit voertuig krachtens artikel 1 van dit besluit is beperkt. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde uitgaven omvatten de aankoop, leasing, intracommunautaire verwerving en invoer van dergelijke voertuigen alsook de uitgaven in verband met onderhoud, reparatie en brandstof. Artikel 4 De artikelen 1 en 2 gelden uitsluitend voor personenauto's met een toegestaan maximumgewicht van ten hoogste 3 500 kilogram en niet meer dan acht zitplaatsen, de bestuurdersplaats niet meegerekend. Artikel 5 De artikelen 1 en 2 zijn niet van toepassing op de volgende categorieën personenauto's: a) voertuigen die zijn aangekocht met het oog op wederverkoop, verhuur of leasing; b) voertuigen die worden gebruikt voor het vervoer van personen tegen vergoeding, met inbegrip van taxidiensten; c) voertuigen die worden gebruikt voor het uitvoeren van goederenvervoer; d) voertuigen die worden gebruikt voor het geven van rijlessen; e) voertuigen die worden gebruikt voor bewakingsdiensten; f) voertuigen die worden gebruikt als hulpverleningsvoertuig; g) voertuigen die worden gebruikt als demonstratievoertuig in de autoverkoop. Artikel 6 Een verzoek om verlenging van de bij dit besluit verleende machtiging dient de Commissie uiterlijk op 30 maart 2015 te worden voorgelegd. Een verzoek om verlenging van deze machtiging dient vergezeld te gaan van een verslag met daarin ook een evaluatie van het in artikel 1 vastgestelde percentage. NL 8 NL

Artikel 7 Dit besluit verstrijkt op de datum van inwerkingtreding van regels van de Unie waarin wordt vastgesteld welke uitgaven ter zake van gemotoriseerde wegvoertuigen niet in aanmerking komen voor een volledige aftrek van de btw, doch uiterlijk op 31 december 2015. Dit besluit is gericht tot de Republiek Letland. Gedaan te Brussel, Artikel 8 Voor de Raad De voorzitter NL 9 NL