focusthema 1 1 Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden Les 1 Van eeuwenband naar tijdsband 21e eeuw - In welke eeuw leven we nu?



Vergelijkbare documenten
Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden. Van eeuwenband naar tijdsband. 3e 2e 1e 1e 2e 3e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 11e 12e 14e 15e 16e 17e 18e 19e 20e 21e C.

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

VERSIE LERAARSKAMER. focusthema 2

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 1 Ω Steden Ω Les 1: De middeleeuwse steden Naam:

Werkkatern 1 Welkom in mijn leven! Van eeuwband naar eeuwenband. Eigen situatie. kleur de 4e eeuw na Christus blauw.

een zee van tijd Werkblad 31 Ω De riddertijd Ω Les 1: De bouw van een kasteel Naam:

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

Werkkatern 6 Welkom in onze provincie

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Wat een vreemde bromfiets!

Les 1: Kinderarbeid. Bedelende jongen

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Geschiedenis hoofdstuk 3

André Rouvoet ChristenUnie. Foto: Marie Cecile Thijs

* = Hallo in het Latijn (de taal van de Romeinen). Het Romeinse Rijk

Dit is het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie. Dit vindt de ChristenUnie belangrijk voor Nederland. Lees maar!

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

een zee van tijd Werkblad 31 Ω De riddertijd Ω Les 1: De bouw van een kasteel Naam:

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

T1 L3 In het spoor van de Romeinen Oudheid (800 v.c. tot 500) 1 Wonen: van eenvoudige hut tot chique villa

Project Prehistorie, Grieken en Romeinen ABC

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Stem dan ChristenUnie. André Rouvoet ChristenUnie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Denk je eens in. God bestaat en houdt van mensen. Hij schiep de hemel en de aarde om met ons op te trekken.

Afval vroeger en nu. Naam: Vroeger was alles anders. De mensen leefden heel primitief. Dat heb je gezien in het filmpje van Schooltv.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

Lou en Lena in Ecuador

Even herhalen. democratie. militaire dril. slimme list. Gwijde van Dampierre. Leliaerts Guldensporenslag

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

LES6. De wegloper belonen. Sabbat. Zondag Lees Lees 'De wegloper. Teken Teken een gympie en. Leer Begin met het uit je hoofd

Kastelen. Dit werkboekje is van:

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Hoe maak je een werkstuk?

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd

WERKBOEK VOOR DE DALTON-VERSIE. Dit werkboek is van:. Ik zit in groep:.

3. Van wie is de kreet? 4. Wat wil Albor met het zwijntje doen?

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

100% Romeins. op zoek naar de Romein in jezelf

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Vollenhove Wonen op een havezate

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Gebedsboek. voor dagelijks gebruik. Dinsdag

Naam: Klas: Maand(en): Seizoen(en): Zoek op wat jouw naam betekent. Vind je geen uitleg, verzin er dan zelf een! Eigen situatie Voornaam:

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Verslag Geschiedenis De Grieken

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

De steentijd Jagers en verzamelaars

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

Hoe maak ik een Spreekbeurt?

Lesbrief. Introductie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

KOPIEERBLADEN. THEMA 5: Ik wil ridder worden! Plantyn - TotemTaal - Thema 5: ik wil ridder worden!

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

De bruiloft van Simson

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Schokland Werelderfgoed Kijktocht basis onderwijs

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Praat-plaat. aad/thema/ik werkblad 1

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

tip 1: Vraag aan je ouders of leraar als je op internet mag 6 tip 2: Maak internet-afspraken met je ouders of leraar 10

FAIRTRADE. Een beter leven. Wat is Fairtrade

Werkboek Het is mijn leven

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Team 5: Natuur. Onderzoek naar de natuurlijke zonnecel

DOPEN. Th ema s N i e u w L e v e n M a as tri ch t. Geloven = dopen

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Wat staat er in dit boekje?

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

DE ROMEINEN KOMEN!! Groep 5 en 6. Vragenlijst Museumzaal Thermenmuseum. 1. Namen leerlingen: Naam van de school: Te:

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff

Lees het verhaal over master Roelof en slaaf Tomboy (deel 1).

66 GZBwereld. groep 3/4/5 2015/ 2016

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Grote Klus Middeleeuwen

6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan.

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Spreekbeurtinformatie Millenniumdoelen

Op de vlucht. Lesprogramma. Voor kinderen van 8-12 jaar. Logo Share tech mono. Pay off Exo 2.0 Regular

Oefenen in gehoorzaamheid

Transcriptie:

5e leerjaar 1 Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden Les 1 Van eeuwenband naar tijdsband Naam: Klas: voor OSVG en GO! De eeuwenband: nog even herhalen ER 1 Vul aan. 8e 7e 6e 5e 4e 3e 2e 1e 1e 2e 3e 4e 5e 6e 7e 8e 9e 10e 11e 12e 13e 14e 15e 16e 17e 18e 19e 20e 21e AM C. - In welke eeuw leven we nu? 21e eeuw - In welke eeuw is het jaar 304? 4e eeuw SK - Wat is het eerste jaar van de vijf de eeuw? 401 - Wat is het eerste en het laatste jaar van de dertiende eeuw? 1201 1300 - Hoe schrijf je 300 jaar voor Christus verkort? 300 v. C. AA R In welke eeuw valt dat jaar? 3e eeuw v. C. - Kleur op de eeuwenband alle eeuwen die in deze oefening zijn vermeld. De tijdsband, een opwarmertje de Prehistorie LE R 2 de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijd Kleef hier de tijdsband van je klas. 3800 1 SI E 3 C. 500 1500 2 6 Zet de nummers van deze afbeeldingen bij de juiste periode onder de tijdsband. 2 3 1e eeuw 12e eeuw rond 10 000 v. C. 4 5 6 2005 19e eeuw 16e eeuw VE R 1 1945 5 4

Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden 2 Les 2 Het leven van Sterke Beer en Lenige Hinde de Prehistorie de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijd Kleef hier de tijdsband van je klas. 1 Het verhaal van Sterke Beer Wat vertelt hij zoal? Vul de woordspin aan met korte, krachtige zinnen of woordgroepen. wonen samen met stam in grot naast bos aan een beekje 3800 voedsel zoeken = belangrijkste bezigheid 2 Het vuur, een belangrijke ontdekking Geef drie voordelen. vlees roosteren en planten koken Wanneer komen de jagers terug? mannen gaan op jacht lekker warm bij het vuur is gevaarlijk goed afspreken gevangen dier niets gaat verloren of jagertje spelen met namaakspeer vuur houdt wilde dieren op een afstand C. 500 1500 1945

3 3 Wie doet wat? Kleef de prenten van het stickervel in de juiste kolom. mannen vrouwen kinderen 4 Zwervers worden landbouwers Vul het schema aan. Gebruik je eigen woorden of kies uit: verblijven lange tijd op een plaats - kweken planten en dieren als voedsel - dieren leven in het wild - schuilen in grotten of tenten. eerste mensen gaan op zoek naar voedsel schuilen in grotten of tenten zwerven van de ene plaats naar de andere dieren leven in het wild > eerste landbouwers bouwen eigen hutten met simpele materialen > > kweken planten en dieren als voedsel verblijven lange tijd op een plaats - dieren worden tam gemaakt > - dieren blijven bijeen door omheining - dieren helpen de mens Wat denk je? Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? Ja. Neen. Ja, maar Leg straks uit waarom. Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? Vertel er meer over in de klas.

5e leerjaar 4 Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden Les 3 Het leven van Cornelius en Aurelia de Prehistorie de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijd Kleef hier de tijdsband van je klas. C. 500 1500 1945 ER 3800 Het rijk van de Grieken en van de Romeinen We situeren. Vul aan. AM 1 De Oudheid is vooral de tijd van twee volkeren. Eerst had je de en daarna Grieken. SK. De Grieken bleven rond de de Romeinen Middellandse Zee Het rijk van de Romeinen was veel groter, tot in onze streken. AA R Duid aan op de kaart met een letter: O - de belangrijkste stad van de Grieken, Athene (A) - de belangrijkste stad van de Romeinen, Rome (R) - de Middellandse Zee (MZ) - onze streek (O) MZ A Griekse en Latijnse woorden LE R 2 R Verbind met de juiste betekenis. toga tunica SI E discus villa forum R gymnasium platte schijf, wordt mee gegooid als sport marktplein, centrale plaats in de stad eenvoudig kleed gebouw voor sportbeoefening grote lap stof over de schouder gedragen als kledingstuk groot Romeins huis VE Extra! Oudgrieks en Latijn, de belangrijkste talen van de Oudheid, spreken mensen nu niet meer. Het zijn dode talen. En toch kun je die straks nog altijd leren op de middelbare school. Waarom is dat zo, denk je? - Je leert zo hun ideeën en teksten kennen. - Latijn is de voorloper van moderne talen. Wie Latijn kent, begrijpt die ook beter. Wij gebruiken nog veel woorden van Latijnse oorsprong. - Sommigen beweren dat je zo beter leert nadenken.

5 3 Rijk en arm Schrijf bij elk kind een belangrijke bezigheid uit zijn of haar dagelijkse leven. Cornelius (rijk) krijgt les van zijn privéleraar sporten in het gymnasium 4 De Grieken en hun goden Aurelia (arm) Lees de tekst en markeer. Kijk naar het voorbeeld. Geef daarna de afgebeelde goden hun juiste naam. De Grieken vereerden niet één god, maar verschillende goden tegelijk. Al die goden samen vormden één grote familie. De godenfamilie woonde op Olympos, de godenberg. De goden waren precies als mensen, met elk hun eigen karakter. Zo waren er goede en slechte goden. Sommige goden waren zelfs getrouwd en hadden kinderen. Zeus was de oppergod, de bliksemslingeraar en de koning van de goden. Hij had twee broers Poseidon, de god van de zee met zijn drietand, en Hades, de god van de onderwereld met zijn driekoppige hond. Hera, zijn vrouw, was de koningin van de goden. En verder was er nog Apollo, de god van de zon, dichters en musici, en Aphrodite, de godin van de liefde. 5 De Romeinen: de veroveraars! Markeer de sleutelwoorden. Kijk naar het voorbeeld. moet mama helpen spelen met vriendinnen Apollo Zeus Hades Aphrodite Poseidon bronzen helm met pluim van paardenhaar De Romeinen zijn vooral gekend als grote veroveraars. Het Romeinse leger was goed georganiseerd. In hun grote leger had je twee delen: de legioenen en de hulptroepen. Iedereen had er zijn eigen taak. Zo had het leger ook bakkers en dokters in dienst. De hulptroepen bestonden vooral uit ruiters en boogschutters. Het Romeinse leger kon zich snel verplaatsen dankzij de heerbanen die ze hadden aangelegd. Dat waren de eerste wegen die in steen werden gelegd. Ook de handelaars maakten dankbaar gebruik van die snelwegen. Het leger was lang niet altijd onderweg. Op belangrijke plaatsen sloegen zij hun kamp op. Dat groeide soms uit tot een heus fort of een stad! Wat denk je? Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? Ja. Neen. Ja, maar Leg straks uit waarom. Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? Vertel er meer over in de klas. pilum (speer) maliënkolder ovaal schild kort zwaard leren sandalen met schoenspijkers

Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden 6 Les 4 Het leven van Arnaud en Margaretha de Prehistorie Kleef hier de tijdsband van je klas. 3800 1 Kind van de burcht of van de hoeve, een groot verschil Wat hoort bij wat? Kleur het bolletje aan de juiste kant. Margaretha in het kasteel 2 Rijk en arm Juist of fout? Kruis aan. de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijd ik moet elke dag hard werken op het land. mijn vrienden en ik spelen op het kasteel. ik gun de mensen beneden mijn stand geen blik. We hebben vaak honger. mijn broertje van zes wordt opgeleid tot page. 1 iedereen had een gemakkelijk, comfortabel leventje in de Middeleeuwen. 2 in het kasteel konden de kinderen vrij rondlopen. 3 meisjes werden rond hun veertiende uitgehuwelijkt. Daar keken ze echt naar uit. C. 500 1500 1945 4 in de Middeleeuwen stierven er vaak kinderen door de honger of door één of andere besmettelijke ziekte. Arnaud op de hoeve juist fout 5 de boeren mochten steeds de volledige oogst houden om te kunnen verkopen. 6 in het kasteel was het altijd lekker warm. 7 de kasteelheer had respect voor de mensen die voor hem werkten. 8 je werd eerst page, dan schildknaap en dan pas ridder.

7 3 Later in de Middeleeuwen: het leven in de stad Lees de tekst en markeer de sleutelwoorden. Bekijk de tekening. Beantwoord daarna de vragen. hoi, ik ben Conrad. Mijn vriend Arnaud ken je vast al. Hij woont samen met zijn familie op het platteland. Wij woonden er vroeger ook, maar mijn papa vond het veiliger om in de stad te gaan wonen. Hij is nu smid en maakt spijkers, messen, bijlen allerlei ijzeren voorwerpen. Hij mag wel geen wapens maken. Dat is verboden. Het is hier wel niet echt netjes. De straten zijn echte modderpoelen. Iedereen gooit zijn afval gewoon op straat. Een stinkend boeltje! Eigenlijk hebben we best veel geluk dat papa werk vond. Er zijn hier immers ook veel werklozen, zieken en bejaarden. Zij kunnen enkel overleven door te bedelen op straat. 1 Wat doen de mensen met hun afval? Ze gooien dat gewoon op straat. 2 Hoe zien de straten eruit? Het zijn echte modderspelen. 3 Waarvan zijn de huizen gemaakt? De huizen zijn gemaakt van hout, stro en leem. 4 Zou jij er graag wonen? Waarom wel/niet?

8 4 De standenmaatschappij Lees en markeer de sleutelwoorden. De samenleving in de Middeleeuwen was er eigenlijk een met grote ongelijkheid. We noemen het een standenmaatschappij. Er waren drie belangrijke standen of groepen: de geestelijken, de adel en de boeren/ stedelingen. Eigenlijk bestond er nog een andere stand, namelijk die van de horigen en de lijfeigenen. Die hadden letterlijk enkel hun eigen lijf in bezit. Zij hadden niets te zeggen en hoorden gewoonweg bij een stuk land. Ze konden ook weggegeven of verkocht worden. Bij welke groep hoorden ze? Vul aan: hertog, boer, priester, koning, monnik, graaf, smid. de eerste stand > de geestelijken de tweede stand > de adel de derde stand > de gewone burgers 5 Kruiswoordraadsel priester, monnik hertog, koning boer, smid Zoek de antwoorden in je bronnenboek of in je werkkatern. 1 Boeren krijgen een stuk land en een plek om te wonen. In ruil staan ze een deel af van hun.. 2 in het of de burcht lopen niet enkel de heer en zijn familie rond, maar ook bedienden, keukenpersoneel en stalknechten. 3 als er gevaar dreigde, bood de heer aan de boeren. 7 Ze mochten in zijn burcht schuilen. 4 er bestonden drie belangrijke standen: de, de geestelijken en de boeren/stedelingen. 1 2 o K o a G s s t t e e l 5 als kleine jongen werd je als opgeleid tot schildknaap en later tot ridder. 6 en lijfeigenen bezaten niets, enkel hun eigen 'lijf'. Het waren slaven die bij een stuk grond hoorden. 7 later in de Middeleeuwen 3 b e 5 s P c 4 a h a G e d e r e m l i n g ontstonden de eerste. 6 h o r i G e n Wat denk je? Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? Ja. Neen. Ja, maar Leg straks uit waarom. Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? Vertel er meer over in de klas.

Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden 9 Les 5 Het leven van Willem en Grietje de Prehistorie Kleef hier de tijdsband van je klas. 3800 1 De grote ontdekkingen Lees de tekst en markeer de sleutelwoorden. Beantwoord daarna de vragen. Willem vertoeft veel in de Antwerpse haven. Daar leggen de grote schepen aan en vertrekken ze. Met de uitvinding van het kompas is het veiliger varen op zee. Een karveel, een nieuw soort zeilschip met drie of vier masten, vaart sneller en kan een grotere lading vervoeren. Met het karveel kunnen de ontdekkingsreizigers op zoek gaan naar nieuwe landen. Daar vinden ze allerlei nieuwe vruchten, groenten, kruiden, stoffen Zo komen al die producten uit de Nieuwe Wereld bij ons terecht. Willem doet niets liever dan die nieuwe producten te bekijken, te voelen, te proeven, te ruiken Helaas kan zijn papa die dingen niet betalen. Daarom loopt hij stiekem in de haven rond. Wanneer de rijke koopmannen komen om hun koopwaar te bekijken, zien Willem en Grietje hun mooie kleren en hun fonkelende goudstukken! Heel spannend allemaal! - Welke grote verandering is er in vergelijking met de Middeleeuwen? - Geef twee voordelen van het karveel. - Welke werelddelen noemen ze in deze periode de Nieuwe Wereld? Kruis aan. Met het kompas en karvelen ontdekken ontdekkingsreizigers nieuwe landen en producten. vaart sneller grotere lading de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijd Noord- en Zuid-Amerika Azië Afrika C. 500 1500 1945 - uit welke streek brachten de ontdekkingsreizigers deze producten mee? Zoek in je bronnenboek. peper laken cacao de Nieuwe Wereld het Oosten engeland

10 2 Nieuwe ontdekkingen, nieuwe woorden Leg uit met je eigen woorden. Kijk in de tekst van oefening 1 of gebruik je woordenboek. specerij: ontdekkingsreiziger: karveel: kompas: 3 Naar school Van tekst naar schema. Vul aan. Willem helpt met zijn papa in de. 1x per week naar de daar leert hij: > heel veel kinderen samen in een klas geen zit- of schrijfplaats > oplossing van Willem: (door zijn oom gemaakt) Willem zou graag > kruid, gedroogd deel van een plant dat een smaak geeft een avonturier die landen of streken verkent waar voorheen nooit iemand was geweest. een snel zeilschip met drie tot vier masten toestel waarin een naald het noorden aanwijst lezen schrijven rekenen maar: ouders > weverij zondagschool nog langer leren knielessenaar hebben daarvoor geen geld DUS: Willem zal later een worden (net als zijn vader) wever Wat denk je? Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? Ja. Neen. Ja, maar Leg straks uit waarom. Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? Vertel er meer over in de klas.

Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden 11 Les 6 Het leven van Celina en Clement de Prehistorie de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijd Kleef hier de tijdsband van je klas. 3800 1 Het leven van Celina Vul de woordvelden aan. Gebruik de woorden uit je bronnenboek. Je mag ook pijlen bij zetten. kleine huisjes, beluik veel mensen in een huis 2 Arbeiders en patroons Celina woont Celina werkt Celina droomt Verklaar met je eigen woorden. Gebruik je bronnenboek of woordenboek. maar zes toiletten vuil water loopt door goot spinnerij, lange dagen, voor weinig loon, gevaarlijk, strenge patroon van een beter leven, van spelen, van naar school gaan, een mooi huis baas van de fabriek patroon: een straat met enkel kleine arbeidershuisjes beluik: fabriek waar draden worden gesponnen spinnerij: kinderen moeten werken C. 500 1500 1945 kinderarbeid:

12 3 Prijzenslag 1841 2010 Vergelijk beide rekeningen. Reken uit wat er overblijft. Gebruik je zakrekenmachine. INKOMSTEN MAANDELIJKSE UITGAVEN OVERSCHOT inkomsten - uitgaven =? Loon vader: 6,60 frank per week loon moeder: 3,30 frank per week loon één kind: 1,70 frank per week 1841 2010 TOTAAL: 46,4 frank (per maand = 4 weken) Woning (huur): 6,80 frank per maand Kleding: 2 frank per maand voedsel per week: - 4 broden: 2,2 frank - aardappelen (35 kg): 1,55 frank - boter of vet: 1,65 frank - karnemelk: 0,35 frank - koffie: 0,50 frank - zout, peper, azijn: 0,30 frank - spek (zondag): 0,50 frank - meel: 0,30 frank Voedsel per maand: 7,35 x 4 = 29,40 verwarming/verlichting/was: 8,6 frank per maand TOTAAL: 46,8 frank (per maand) - = frank over te kort 1 euro = 40 frank Wat stel je vast? Noteer naast elke uitspraak het passende jaartal. het gezin kan iets sparen. Zonder het inkomen van de kinderen komt het gezin niet rond. er is geld over voor ontspanning. voedsel vraagt het grootste deel van het gezinsbudget. het voedsel is heel eentonig. er is geen budget voor transport. loon vader: 1850 euro per maand loon moeder: 1420 euro per maand TOTAAL: 3270 euro (per maand) Woning (lening): 790 euro per maand Kleding: 270 euro per maand voedsel per week: gemiddeld 160 euro Voedsel per maand: 160 x 4 = 640 euro ontspanning: - restaurant: 65 euro - cinema: 30 euro - zakgeld: 40 euro - reizen: 3000 euro per jaar of 250 euro per maand - sportclub/hobby: 100 euro energie per maand: 185 euro 2 auto s per maand benzine: 350 euro andere (verzekeringen, internet, school ) 300 euro per maand TOTAAL: 3020 euro (per maand) 46,4 46,8 3270 3020 0,4 250 - = euro over te kort 2010 1841 2010 1841 1841 1841 Wat denk je? Zou je in deze tijd geleefd willen hebben? Ja. Neen. Ja, maar Leg straks uit waarom. Ken jij dingen die verwijzen naar deze periode? Vertel er meer over in de klas.

Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden 13 Les 7 en 8 Het leven van Lotte en Sander de Prehistorie de Oudheid de Middeleeuwen de Nieuwe Tijden Onze Tijd Kleef hier de tijdsband van je klas. 3800 1 Dagschema van Lotte Vul aan. maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag SCHOOL SCHOOL SCHOOL SCHOOL SCHOOL SCHOOL SCHOOL SCHOOL SCHOOL Vergelijk het weekschema van Lotte met een dag uit het leven van Celina in de vorige periode. Schrijf een duidelijk verschilpunt op. 2 De communicatiemaatschappij Stel: de toren van Pisa stort plots in. Waar kun je daarover snel informatie vinden? televisiejournaal radiojournaal 3 Woorden uit onze tijd Markeer de juiste verklaring. C. 500 1500 1945 zwemmen djembéles zwemwedstrijden internet teletext scoutsdag Overdag moet Lotte naar school, maar ze heeft nog ruim de tijd voor al haar hobby's. chatten = online een gesprek voeren / een e-mail verzenden / de computer aanzetten gadgets = kleine garages / de nieuwste snufjes / minicomputers technologisch = wat de mens weet om te zetten in iets praktisch / wat te maken heeft met wiskunde / wat door de mens wordt uitgevonden gsm = een computerprogramma / een satellietsysteem / een mobiele telefoon

14 4 Ken je eigen tijd! Los dit kruiswoordraadsel op. Gebruik je bronnenboek en woordenboek. 1 Als je op het internet zit, ben je o. 2 enkele belangrijke wereldtalen vandaag zijn Spaans, Frans en E. 3 het A is een belangrijk monument in Brussel. Het is gemaakt voor de wereldtentoonstelling Expo 58. Het bestaat uit negen aluminium bollen. 4 met de kun je in de meeste Europese landen betalen. Die munteenheid is in 2002 ingevoerd. 5 in de wereld zijn er heel wat arme landen. Ons landje België hoort echter bij de groep van de landen ter wereld. 6 ondanks alle nieuwe uitvindingen en technieken heeft onze wereld sterk te kampen met v. De mens tast het milieu ernstig aan. Zowel de bodem, de lucht als het water hebben het hard te verduren. 7 door het enorme aantal auto s op de weg ontstaan er elke ochtend en avond in de spitsuren lange. 8 in de wereld waarin wij leven is c heel belangrijk. De telefoon, de computer, de gsm allemaal manieren om met elkaar in contact te komen. 9 het is een computernetwerk. Het is een enorm web waarop miljoenen mensen dagelijks surfen. 8 6 1 7 o n l i n e v e r v u i l i n g 2 3 Wat denk je? Zou je in deze tijd willen leven? Ja. Neen. Ja, maar Leg straks uit waarom. Ken jij dingen die typisch zijn voor deze periode? Vertel er meer over in de klas. 4 5 9 e n G e l s a t o m i u m f i l e s e u r o c o m m u n i c a t i e r ij K s t e

Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden Herhaling 15 1 De eeuwenband Vul aan. 1807 valt in de eeuw. 1301 is het begin van de eeuw. 1700 is het einde van de eeuw. De zevende eeuw begint in het jaar en loopt tot en met het jaar. 2 Noteer de namen van de perioden van je tijdsband in de juiste volgorde achter elkaar. 3 Schrijf de naam van de passende periode onder elk hokje. Gebruik je bronnenboek. Hoi, ik ben Marcus Catalinus. Straks ga ik sporten. Maar nu moet ik eerst nog een Grieks vers overschrijven op mijn wastafeltje. 19e 14e 17e Ik ben Valerie. Ik ben 12 jaar en werk samen met mijn ma in de wasserij. Het is er vuil en gevaarlijk. Ik ben doodmoe. 601 700 de Prehistorie, de Oudheid, de Middeleeuwen, de Nieuwe Tijden, Onze Tijd Oudheid Middeleeuwen Onze Tijd Prehistorie Morgen zijn er spelen op het kasteel. Dan komen er ridders van overal naar hier. Spannend! Nieuwe Tijden Nieuwe Tijden Onze Tijd Middeleeuwen 4 Wat is je favoriete periode in dit thema?

Werkkatern 1 Kinderen van alle tijden Studiewijzer 16 Lees, markeer en kruis aan. 1 ik ken en begrijp deze woorden en namen. villa, slaaf, tunica, toga, forum, huurkazerne, Grieken, Romeinen, heerbaan, kasteelheer, burcht, hongersnood, page, schildknaap, standenmaatschappij, Nieuwe Wereld, zondagsschool, kompas, karveel, specerij, ontdekkingsreiziger, dagloner, beluik, patroon, chatten, spelconsole, laptop, communicatie, gadget, technologisch Tip: Zoek waar de woorden staan in het werkkatern of bronnenboek. Zorg dat je weet wat het woord betekent en bij welke periode het hoort. Zeg het op of schrijf het op. 2 ik kan de periodes van de tijdsband in de juiste volgorde opschrijven. Tip: Zet de namen op kaartjes en oefen. 3 ik kan op de eeuwenband zeggen: - in welke eeuw een jaartal valt; - wanneer een eeuw begint of eindigt. Tip: Oefen met verschillende eeuwen en jaartallen die je vraagt aan iemand of jezelf opgeeft. (Zie bronnenboek pagina 3, zie werkkatern pagina 1.) Zeg het op of schrijf het op. 4 ik kan zaken van vroeger en nu (mensen, voorwerpen, tekstjes ) - in de juiste periode plaatsen; - op volgorde zetten van vroeger naar nu. Tip: Bij deze vragen mag je straks je boeken gebruiken. Zorg dat je alles in het werkkatern en bronnenboek goed begrijpt. 5 ik kan van zaken van vroeger en nu (mensen, voorwerpen, tekstjes ) zeggen wat er eerst was en waarin het veranderde. (evolutie) - Hhoe veranderde het leven van de eerste mensen, toen ze niet meer rondzwierven maar langer op een plaats bleven wonen? - Hhoe kwam het dat men in het begin van de 16e eeuw verre ontdekkingsreizen durfde te ondernemen? - Hoe zou je leven er anders uitzien als arbeiderskind in de 19e eeuw? Tip: Bij deze vragen mag je straks je boeken gebruiken. Zorg dat je alles in het werkkatern en bronnenboek goed begrijpt. 6 ik kan uitleggen waarom iets vroeger gebeurde. Of ik kan beoordelen of de uitleg die ik krijg, klopt of niet. - Welke plek kozen de eerste mensen voor hun nederzetting? - Waarom heeft Cornelius een Griekse leraar? - Waarom legden de Romeinen heerbanen aan? - Waarom woonden mensen in de Middeleeuwen graag dicht bij een burcht? - Tot welke stand zouden jij en je gezin hebben behoord in de Middeleeuwen? - Waarom zegt men dat wij nu leven in een communicatiemaatschappij? OK Dit ken ik. Dit begrijp ik. Tip: Bij deze vraag mag je straks je boeken gebruiken. Zorg dat je alles in het werkkatern en bronnenboek goed begrijpt. Wat ik moet kennen, moet ik eerst begrijpen en dan enkele keren opzeggen, opschrijven, tekenen tot ik het uit mijn hoofd ken. Dat wil zeggen: ik kan het opschrijven of zeggen zonder hulp. Dat is zo voor 1 en 2. Wat ik moet kunnen, moet ik vooral begrijpen. Dat wil zeggen: stel dat juf of meester iets vraagt dat daarop lijkt, dan kan ik dat oplossen. Dat is zo voor 3, 4, 5 en 6. Ik noteer wat ik nog niet begrijp en vraag het straks in de klas. Herdruk 2012/63 ISBN 978 90 4860 684 9 - K.B. D/2010/0147/203 - Bestelnummer 60 1010 401 - NUR 193 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge - H.R. Brugge 12.225 Copyright die Keure, Brugge 9 7 8 9 0 4 8 6 0 6 8 4 9