ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors



Vergelijkbare documenten
ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

ATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren

ATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, model 2200

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A September ATEX installatie-instructies voor Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters

ATEX installatieinstructies. Micro Motion D- en DL-sensoren

Installatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A Juli ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1500 en 2500

Micro Motion model 775

Installatie Instructies P/N , Rev. C Juni Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring

Installatietekeningen en instructies ATEX zone 2 en 22

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion - transmitters, modellen 1700, 2700 en 2750

Installatie van Micro Motion Sensors. Handleiding CE-vereisten MMI , Rev AB April 2014

Micro Motion MVD Direct Connect -meters

Model 3700 transmitter (9-draads) of Model 3350 randapparatuur

CE-vereisten P/N MMI , Rev. AA Januari Micro Motion 9739 MVD-transmitters CE-vereisten

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Micro Motion CNG050 sensoren

Rosemount 5400 Series

Productnietlangerleverbaar'

Rosemount Veiligheidsinstructies ATEX en IECEx drukvast. Aanvulling op handleiding , Rev AA Mei 2009 Rosemount 2130

E69F Elektro-pneumatische signaalomvormer en E69P Elektro-pneumatische klepstandsteller. Veiligheidsinformatie

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8530

Gebruiksaanwijzing Inductieve naderingsschakelaar NAMUR. Sachnr /01 08/04 NE****/ NF****/ NG****/ NI****/ NN****/ NT****/ NS****

Rosemount golfgeleide radar

Gebruiksaanwijzing Schakelversterker N00..A N05..A / / 2014

Rosemount 848L. Discrete Logic Transmitter met FOUNDATION veldbus. Productnietlangerleverbaar' Rosemount 848L

Micro Motion model 3700 transmitter (MVD) of model 3350 randapparatuur

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8640

RADAR-NIVEAUMETER SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIE

Rosemount 5400 niveautransmitter

Rub-Block RB100DN met PT100 sensor

Rosemount 702 draadloze discrete transmitter

Model RFT9739 Instructies voor transmitterinstallatie

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8660

Stappenplan voor het explosieveiligheidsdocument. In een onderzoek kunnen de volgende stappen genomen worden:

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141

Micro Motion model 3500 transmitter (MVD) of model 3300 controller

Micro Motion F-serie-sensor

GEBRUIKSAANWIJZING Thermometer PCE-IR 50

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139

Weerstandsthermometer Type TR55, met geveerde meetpunt

AVID standaanwijzers. Het assortiment. CR standaanwijzer Corrosiebestendige IP68 standaanwijzer voor afsluiters.

Rosemount 3490-serie 4 20 ma + HART-compatibele regelaar

Hoe veilig is úw installatie? Karel Neleman BARTEC

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

IP65 (1) AXIALE BUISVENTILATOREN COMPACT TCBB / TCBT (ALUMINIUM WAAIERS)

Snelstartgids , v. BB Juni Sensorconstructie Rosemount 0065/0185

SET/TSH2- en SET/TSHS2

SmartPower -oplossingen. Snelstartgids , Rev DB Grasmaand 2019

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8680

BELANGRIJKE KENNISGEVING

Applicatie zuurstofmonitor M1000

Online-datasheet. TRANSIC Extractive KLANTSPECIFIEKE ANALYSESYSTEMEN

Snelstartgids , Rev. BA Februari Rosemount 0085-buisklemsensorconstructie

Explosieveilige Ribbenbuiskachels Type ERB (RVS)

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

OFFICINE OROBICHE S.p.A. 1/5 GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR MAGNETISCHE sensoren voor serie 2000 instrumenten

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-IKT-Y1X-H1141

Product information Scheidingsversterkers en Beveiliging

Bestektekst E-IB geïsoleerde EC boxventilator

Instructie. MI Oktober Veiligheidsinformatie stromingsproducten

GearUnits voor hoogvermogen schijnwerperverlichtin g

Installatie en bedieningsvoorschriften

Online-datasheet FLOWSIC500 GASMETER

GearUnits voor hoogvermogen schijnwerperverlichting

Magneetventielen type 3963

Gebruiksaanwijzing Platformweegschaal

Rosemount 8714D (kalibratiestandaard) magnetische meetbuissimulator. Snelstartgids , Rev DA Maart 2014

Rosemount 3308-serie draadloze golfgeleide radar, 3308A

Installatie en bedieningsvoorschriften

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

ATEX samenstellingen. Michiel Bakker MiBEx

GearUnits voor hoogvermogen schijnwerperverlichting

Profibus ook de juiste techniek in applicaties met explosie risico.

Intrinsiek veilige temperatuursensoren volgens ATEX-Richtlijn 94/9/EG. 45 jaar passie en kwaliteit. Gecertificeerde productielocaties

Symbool Aansluiting 1, 3 Aansluiting 2, (3) Werkdruk Materiaal Tekening nr. TYPENUMMER (bar)

Rosemount 5600 Series radarniveautransmitter met HART en Foundation Fieldbus-protocol

Bedieningshandleiding

SS / / / ATEX 94 / 9EG

Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol

Terminator. ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN

Dräger VarioGard 3300 IR Transmitter Detectie van ontvlambare gassen en dampen

CE-vereisten MMI , Rev AA April Micro Motion -transmitters uit de en 2000-serie

Installatie van Elektrische apparatuur in ATEX zones. IECEx 05 Ex

Rosemount 415 Fire Pump

Harsh & Hazardous. Dé richtlijnen voor extreme omstandigheden EXPLOSIES

Aanvullende handleiding. Connector Harting HAN 7D. Voor continu metende sensoren. Document ID: 34457

Magneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EG08-Y1X

De PROFINET, PROFIBUS & IO-Link dag. 7 juni 2012

Handleiding. Explosieveilige raam airconditioner Type serie AR-054. II 3 G Ex ic nac h IIC T3 Gc

Economische oplossing voor terreinverlichting

Inductieve sensor BI10-M30-Y1X-H1141

Snelstartgids , Rev AB Juni Rosemount Volume 1-sensorconstructie

Handleiding. Explosieveilige airconditioner Type serie AR-051. II 3 G Ex ic na h IIC T4 Gc

Transcriptie:

Installatie-instructies P/N MMI-20010080, Rev. B December 2007 ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors Voor de installatie van sensors met ATEX-goedkeuring

NB: Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa dient u norm EN 60079-14 te raadplegen als er geen landelijke normen van toepassing zijn. Informatie bevestigd aan apparatuur die voldoet aan de Pressure Equipment Directive (Richtlijn drukapparatuur) is te vinden op internet op www.micromotion.com/library. 2007, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. ELITE en ProLink zijn gedeponeerde handelsmerken en MVD en MVD Direct Connect zijn handelsmerken van Micro Motion, Inc., Boulder, Colorado, VS. Micro Motion is een gedeponeerde merknaam van Micro Motion, Inc., Boulder, Colorado, VS. De logo s van Micro Motion en Emerson zijn handelsmerken en servicemerken van Emerson Electric Co. Alle andere handelsmerken zijn het eigendom van de respectieve eigenaren.

ATEX-installatie-instructies Voor de installatie van de volgende Micro Motion-sensors met ATEX-certificaatnummer BVS 06 ATEX E 045 X: - Model CMF010 - Model CMF025 - Model CMF050 - Model CMF100 - Model CMF200 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMF200 (A, B, C of E)) - Model CMF300 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMF300 (A, B, C of E)) - Model CMF400 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMF400 (A, B, C of E)) - Model CMFHC3 (inclusief het voor hoge temperaturen geschikte model CMFHC3 (A, B, C of E)) Onderwerp: Type apparatuur Sensortype CMF*** *******Z**** Vervaardigd en ingediend voor onderzoek door Adres Onderzoeksbasis: Micro Motion, Inc. Boulder, Colorado 80301, VS Bijlage II van Richtlijn 94/9/EG Gebaseerd op normen EN 60079-0:2006 Algemene vereisten EN 60079-11:2007 EN 61241-0:2006 en EN 61241-1:2004 Intrinsieke veiligheid i Stofevaluatie td A Code voor beveiligingstype II 2G Ex ib IIB/IIC T1 T5/T6 II 2D Ex td A21 IP65 T* ATEX-installatie-instructies 1

1) Onderwerp en type Sensortype CMF*** *******Z**** Op de plaats van de sterretjes (***) komen letters en cijfers die de volgende wijzigingen aanduiden: C MF * * * * * * * * * * Z * * * * Markering niet relevant voor beveiligingstype Letter voor doorvoerverbindingen Letter voor elektronica-interface 2 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing 3 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing 4 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing met afstandsstuk 5 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing met afstandsstuk 6 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing voor directe host 7 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing voor directe host 8 = Verbeterde kernprocessor in aluminium behuizing met afstandsstuk voor directe host 9 = Verbeterde kernprocessor in roestvrijstalen behuizing met afstandsstuk voor directe host A = Lokale kernprocessor B = Lokale kernprocessor met afstandsstuk C = Integraal, transmitter 1700/2700 F = Integraal, transmitter 1700/2700 met afstandsstuk D = Lokale kernprocessor voor directe host E = Lokale kernprocessor met afstandsstuk voor directe host R = Met 9-draads aansluitkast H = 9-draads aansluitkast met afstandsstuk Q = Kernprocessor in aluminium behuizing V = Kernprocessor in aluminium behuizing met afstandsstuk W = Kernprocessor in aluminium behuizing voor directe host Y = Kernprocessor in aluminium behuizing met afstandsstuk voor directe host S = 9-draads roestvrijstalen aansluitkast T = 9-draads roestvrijstalen aansluitkast met afstandsstuk Markering niet relevant voor beveiligingstype A = Hittebestendige 316L roestvrijstalen pijp 350 C B = Hittebestendige Hastelloy C-22 pijp 350 C C = Hittebestendige 316L roestvrijstalen pijp 427 C E = Hittebestendige Hastelloy C-22 pijp 427 C Overige markering niet relevant voor beveiligingstype 3 cijfers voor het sensortype 2 ATEX-installatie-instructies

2) Omschrijving De flowsensor wordt in combinatie met een transmitter gebruikt voor flowmetingen. De flowsensor bestaat uit buizen die magnetisch in trilling worden gebracht. De elektrische componenten van de sensor zijn spoelen, weerstanden, temperatuursensors, aansluitklemmen en connectors. In plaats van de aansluitkast (CMF********(R, H,S of T)*Z****) kan ook een behuizing worden gebruikt met een integraal gemonteerde signaalprocessor van type 700; deze uitvoering wordt aangeduid met type CMF*** *****(A, B, D of E)*Z**** voor een roestvrijstalen behuizing en CMF*** *****(Q, V, W of Y)*Z**** voor een aluminium behuizing. Bij gebruik met een integraal gemonteerde verbeterde signaalprocessor van type 800 heeft deze uitvoering de aanduiding type CMF*** *****(3, 5, 7 of 9)*Z**** bij gebruik van een roestvrijstalen behuizing en CMF*** *****(2, 4, 6 of 8)*Z**** bij een aluminium behuizing. Een andere mogelijkheid is om een transmitter van type *700********** rechtstreeks aan de aansluitkast te monteren; deze uitvoering heeft de aanduiding type CMF*** *****(C of F)*Z****. De voor hoge temperaturen geschikte uitvoering CMF*** (A, B, C of E)******Z**** kan worden voorzien van een aansluitkast, transmitter, kernprocessor of verbeterde kernprocessor; deze uitvoering heeft dan ook altijd de aanduiding CMF*** (A, B, C of E)******Z****. Rechtstreekse montage van de sensor aan de *700 transmitter heeft gevolgen voor het gebruik van het apparaat. Zie hiervoor de onderstaande tabel. Sensor CMF010*****(C of F)*Z**** CMF025*****(C of F)*Z**** CMF050*****(C of F)*Z**** CMF100*****(C of F)*Z**** CMF100*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF200*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF300*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF400*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF200*****(C of F)*Z**** CMF300*****(C of F)*Z**** CMF400*****(C of F)*Z**** CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CIC A5 CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CIC A5 CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CIC A5 Transmittertype *700*1(1 of 2)******* 0575 II 2 G Ex ib IIB+H 2 T1 T5 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype *700*1(3, 4 of 5)******* 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype *700*1(1 of 2)D****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB+H 2 T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 5 Transmittertype *700*1(3, 4 of 5)D****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIC T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype 2700*1(1 of 2)(E of G)****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB+H 2 T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype 2700*1(3, 4 of 5)(E of G)****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIC T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 T5 (1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden. ATEX-installatie-instructies 3

De gewijzigde serieweerstand van de aandrijfspoel voor de sensors CMF100, CMF200, CMF300, CMF400 en CMFHC3 die worden gebruikt voor lage temperaturen en IIC-toepassingen worden aangeduid met de constructie-identificatiecode (CIC) A4. De gewijzigde aandrijfspoel, pick-off-spoelen en serieweerstanden voor de CMF200A-, B-, C- en E-, CMF300A-, B-, C- en E-, evenals CMF400A-, B-, C- en E-sensors zijn ter identificatie voorzien van constructie-identificatiecode (CIC) A5. De EN 500** normen zijn vervangen door de EN 60079-** normen, wat heeft geleid tot een andere markering. Er is een code T voor de elektronica-interface toegevoegd voor de uitgebreide roestvrijstalen aansluitkast. Verder is er een CIC-opmerking toegevoegd aan temperatuurgrafieken voor hoge temperaturen en zijn de nieuwe sensormodellen CMFHC3 en CMFHC3A, B, C en E toegevoegd. Constructie-identificatiecode (CIC) (ongeveer getoond op de standlocatie) 3) Parameters 3.1) Type CMF********(R, H, S of T)*Z**** (behalve CMF***(A, B, C of E)****(R, H, S of T)*Z****) Constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) en geen markering 3.1.1) Aandrijfcircuit Vermogen Spanning Stroom Effectieve inwendige capaciteit 2,54 W 11,4 V gelijkspanning 2,45 A Te verwaarlozen Sensortype: Zelfinductie (mh) Spoelweerstand (Ω) Serieweerstand (Ω) CMF010 2,51 78,7 948,9 40 CMF010 2,51 0 945,1 240 CMF025 2,51 78,7 170,8 40 CMF025 2,51 0 170,1 240 CMF050 2,51 78,7 170,8 40 CMF050 2,51 0 170,1 240 CMF100 6,7 58,4 89,0 40 CMF100 6,7 52,4 89,0 60 CMF100 6,7 0 177,0 240 CMF200 9,5 92,9 0 40 CMF200 9,5 85,8 0 55 Minimumtemp. omgeving/vloeistof ( C) 4 ATEX-installatie-instructies

Sensortype: Zelfinductie (mh) Spoelweerstand (Ω) Serieweerstand (Ω) CMF200 9,5 0 177,0 240 CMF300 9,5 92,9 0 40 CMF300 9,5 85,8 0 55 CMF300 9,5 0 177,0 240 CMF400 11,75 83,5 19,8 40 CMF400 11,75 71,4 19,8 68 CMF400 11,75 0 187,1 240 CMFHC3 5,0 19,5 38,5 50 CMFHC3 5,0 0 126,0 240 Minimumtemp. omgeving/vloeistof ( C) 3.1.2) Pick-off-circuit (klem 5,9 en 6,8; groenwitte en blauwgrijze draden) Spanning Stroom Vermogen Effectieve inwendige capaciteit Tot 30 V gelijkspanning Tot 101 ma Tot 750 mw Te verwaarlozen Sensortype: Zelfinductie (mh) Spoelweerstand (Ω) Serieweerstand (Ω) Minimumtemp. omgeving/vloeistof ( C) CMF010 2,51 78,7 0 40 CMF010 2,51 0 0 240 CMF025 2,51 78,7 0 40 CMF025 2,51 0 0 240 CMF050 2,51 78,7 0 40 CMF050 2,51 0 0 240 CMF100 0,441 11,1 0 40 CMF100 0,441 9,9 0 60 CMF100 0,441 0 0 240 CMF200 2,0 41,9 0 tot 567,9 40 CMF200 2,0 38,7 0 tot 567,9 55 CMF200 2,0 0 0 tot 567,9 240 CMF300 2,0 41,9 0 tot 567,9 40 CMF300 2,0 38,7 0 tot 567,9 55 CMF300 2,0 0 0 tot 567,9 240 CMF400 12,4 128,3 0 tot 566,4 40 CMF400 12,4 109,8 0 tot 566,4 68 CMF400 12,4 0 0 tot 566,4 240 CMFHC3 2,8 49,2 42,6 tot 566,4 50 CMFHC3 2,8 0 198,4 tot 566,4 240 ATEX-installatie-instructies 5

3.1.3) Temperatuurcircuit Spanning Stroom Vermogen Effectieve inwendige capaciteit Effectieve inwendige zelfinductie Tot 30 V gelijkspanning Tot 101 ma Tot 750 mw Te verwaarlozen Te verwaarlozen 3.1.4) Temperatuurklasse De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF010-, CMF025- en CMF050-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om voor een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur de temperatuurklasse te bepalen. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 254 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.5) Omgevingstemperatuurbereik Ta 240 C tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 6 ATEX-installatie-instructies

3.1.6) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF100-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om voor een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur de temperatuurklasse te bepalen. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 254 C. 3.1.7) Omgevingstemperatuurbereik Ta tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. ATEX-installatie-instructies 7

3.1.8) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF100-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 254 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.9) Omgevingstemperatuurbereik Ta 60 C tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 8 ATEX-installatie-instructies

3.1.10) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF200- en CMF300-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 254 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.11) Omgevingstemperatuurbereik Ta 55 C tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. ATEX-installatie-instructies 9

3.1.12) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF400-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2: tot T1:T 234 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.13) Omgevingstemperatuurbereik Ta 68 C tot +60 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +60 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 10 ATEX-installatie-instructies

3.1.14) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMFHC3-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 207 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.15) Omgevingstemperatuurbereik Ta 50 C tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. ATEX-installatie-instructies 11

3.1.16) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) en constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 254 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.17) Omgevingstemperatuurbereik Ta 240 C tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 12 ATEX-installatie-instructies

3.1.18) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF400-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en constructieidentificatiecode (CIC) A4 (IIC) Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistof- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2: tot T1:T 234 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.19) Omgevingstemperatuurbereik Ta 240 C tot +60 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +60 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. ATEX-installatie-instructies 13

3.1.20) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMFHC3-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en constructieidentificatiecode (CIC) A4 (IIC) Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 207 C. De minimale voor stof toelaatbare omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.1.21) Omgevingstemperatuurbereik Ta 240 C tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 14 ATEX-installatie-instructies

3.2) Type CMF***(A, B, C of E)****(R, H, S of T)*Z**** Voor CMF200(A, B, C of E)-, CMF 300(A, B, C of E)- en CMF400(A, B, C of E)-sensors met integrale aansluitkast en CMFHC3(A, B, C of E)-sensors met integrale aansluitkast 3.2.1) Aandrijfcircuit Vermogen Spanning Stroom Effectieve inwendige capaciteit 2,54 W 11,4 V gelijkspanning 2,45 A Te verwaarlozen Effectieve inwendige max. L I, min. spoel- en serieweerstand, min. omgevings-/vloeistoftemp. Sensortype Zelfinductie (mh) Spoelweerstand (Ω) Serieweerstand (Ω) CMF200(A,B,C en E) 4,0 32,3 19,8 50 CMF200(A, B, C en E) 1,1 15,4 9,6 50 CIC A5 CMF300(A,B,C en E) 4,0 32,3 19,8 50 CMF300(A, B, C en E) 1,1 15,4 9,6 50 CIC A5 CMF400(A,B,C en E) 7,75 54,3 19,8 50 CMF400(A, B, C en E) 3,4 35,2 12,8 50 CIC A5 CMFHC3(A, B, C en E) 5,95 51,3 12,8 50 CMFHC3(A, B, C en E) 5,95 51,3 88,9 50 Minimumtemp. omgeving/vloeistof ( C) 3.2.2) Pick-off-circuit Spanning Stroom Vermogen Effectieve inwendige capaciteit Tot 30 V gelijkspanning Tot 101 ma Tot 750 mw Te verwaarlozen Sensortype Zelfinductie (mh) Spoelweerstand (Ω) Serieweerstand (Ω) CMF200 (A, B, C en E) 1,25 15,4 569,2 50 CMF200(A, B, C en E) 0,50 8,0 569,2 50 CIC A5 CMF300 (A, B, C en E) 1,25 15,4 569,2 50 CMF300(A, B, C en E) 0,50 8,0 569,2 50 CIC A5 CMF400 (A, B, C en E) 6,5 41,1 569,2 50 CMF400(A, B, C en E) 1,10 15,4 569,2 50 CIC A5 CMFHC3(A, B, C en E) 0,85 9,1 42,6 50 CMFHC3(A, B, C en E) 0,85 9,1 42,6 50 Minimumtemp. omgeving/vloeistof ( C) ATEX-installatie-instructies 15

3.2.3) Temperatuurcircuit Spanning Stroom Vermogen Effectieve inwendige capaciteit Effectieve inwendige zelfinductie Tot 30 V gelijkspanning Tot 101 ma Tot 750 mw Te verwaarlozen Te verwaarlozen 3.2.4) Temperatuurklasse De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF200(A of B)- en CMF300(A of B)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) en voor CMF400(A of B)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5. En voor CMFHC3(A of B)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en met constructieidentificatiecode (CIC) Geen markering of A4 (IIC). Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2:T 290 C, T1:T 363 C. De voor stof toegestane minimale omgevingsen procesvloeistoftemperatuur is. 16 ATEX-installatie-instructies

Voor CMF200(C of E)- en CMF300(C of E)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) en voor CMF400(C of E)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5. En voor CMFHC3(C of E)-sensors met integrale aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters en met constructieidentificatiecode (CIC) Geen markering of A4 (IIC). Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T6:T 80 C, T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2:T 290 C, T1:T 440 C. De voor stof toegestane minimale omgevingsen procesvloeistoftemperatuur is. 3.2.5) Omgevingstemperatuurbereik Ta 50 C tot +55 C De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 3.3) Type CMF********(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** met kernprocessor (behalve CMF***(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** Constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) en geen markering) 3.3.1) Ingangscircuits (aansluitklemmen 1 4) Spanning Tot 17,3 V gelijkspanning Stroom Tot 484 ma Vermogen Tot 2,1 W Effectieve inwendige capaciteit 2200 pf Effectieve inwendige zelfinductie 30 μh ATEX-installatie-instructies 17

3.3.2) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek: Voor CMF010-, CMF025-, CMF050- en CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met integrale kernprocessor 700 of 800 en voor CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met integrale kernprocessor 700, transmitter 1700/2700 of kernprocessor 800 Afname met 0,093 C omg. per C vloeistof Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 254 C. 3.3.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta tot +55 C 18 ATEX-installatie-instructies

3.3.4) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek: Voor CMF400-sensors met integrale kernprocessor 700 of 800 en voor CMF400-sensors met constructieidentificatiecode (CIC) A4 (IIC) met integrale kernprocessor 700 of 800 Afname met 0,093 C omg. per C vloeistof Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 234 C. 3.3.5) Omgevingstemperatuurbereik Ta tot +60 C ATEX-installatie-instructies 19

3.3.6) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek: Voor CMFHC3-sensors met integrale kernprocessor 700 of 800 en voor CMFHC3-sensors met constructieidentificatiecode (CIC) A4 (IIC) met integrale kernprocessor 700 of 800 Afname met 0,093 C omg. per C vloeistof Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 207 C. 3.3.7) Omgevingstemperatuurbereik Ta tot +55 C 3.4) Type CMF***(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** Voor CMF200(A, B, C of E)-, CMF 300(A, B, C of E)- en CMF400(A, B, C of E)-sensors met op afstand gemonteerde kernprocessor 700 of 800 3.4.1) Ingangscircuits (aansluitklemmen 1 4) Spanning Tot 17,3 V gelijkspanning Stroom Tot 484 ma Vermogen Tot 2,1 W Effectieve inwendige capaciteit 2200 pf Effectieve inwendige zelfinductie 30 μh 20 ATEX-installatie-instructies

3.4.2) De indeling in temperatuurklassen hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de volgende grafieken: Voor CMF200(A of B)-, CMF300(A of B)-, CMF400(A of B)- en CMFHC3(A of B)-sensors met op afstand gemonteerde kernprocessor 700 of 800 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5 Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2: T 290 C, T1:T 363 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. Voor CMF200(C of E)-, CMF300(C of E)-, CMF400(C of E)- en CMFHC3(C of E)-sensors met op afstand gemonteerde kernprocessor 700 of 800 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5 Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2: T 290 C, T1:T 440 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 3.4.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta 50 C tot +55 C Omdat de elektronica op ca. 1 meter afstand van de sensor wordt gemonteerd en verbonden via een flexibele roestvrijstalen leiding, kan de sensor worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 3.5) Type CMF********(C of F)*Z**** (behalve CMF***(A, B, C of E)****(C of F)*Z****) Constructie-identificatiecode (CIC) A4 en geen markering ATEX-installatie-instructies 21

3.5.1) Voor elektrische parameters zie EB-3600636 voor transmittertype*700********* 3.5.2) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek: Voor CMF010-, CMF025-, CMF050- en CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en voor CMF100-, CMF200- en CMF300-sensors met constructieidentificatiecode (CIC) A4 (IIC) met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 Afname met 0,093 C omg. per C vloeistof Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 254 C 22 ATEX-installatie-instructies

Voor CMF400-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en voor CMF400-sensors met constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 Afname met 0,093 C omg. per C vloeistof Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 234 C. Voor CMFHC3-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en voor CMFHC3-sensors met constructie-identificatiecode (CIC) A4 (IIC) met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 Afname met 0,093 C omg. per C vloeistof Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2 tot T1:T 207 C 3.5.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta tot +55 C ATEX-installatie-instructies 23

3.6) Type CMF***(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** Voor CMF200(A, B, C of E)-, CMF 300(A, B, C of E)-, CMF400(A, B, C of E)- en CMFHC3(A, B, C of E)-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 3.6.1) Voor elektrische parameters zie EB-3600636 voor transmittertype*700********* 3.6.2) De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium, waarbij rekening wordt gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek: Voor CMF200(A of B)-, CMF300(A of B)-, CMF400(A of B)- en CMFHC3(A of B)-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5 Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2: T 290 C, T1:T 363 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. Voor CMF200(C of E)-, CMF300(C of E)-, CMF400(C of E)- en CMFHC3(C of E)-sensors met transmitter 1700/2700 met integrale kernprocessor 700 en met constructie-identificatiecode (CIC) Geen markering of A5 Opmerking 1. Gebruik bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven vloeistofen omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt: T5:T 95 C, T4:T 130 C, T3:T 195 C, T2: T 290 C, T1:T 440 C. De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is. 24 ATEX-installatie-instructies

3.6.3) Omgevingstemperatuurbereik Ta 50 C tot +55 C Omdat de elektronica op ca. 1 meter afstand van de sensor wordt gemonteerd en verbonden via een flexibele roestvrijstalen leiding, kan de sensor worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan +55 C, mits de omgevingstemperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. 4) Markering Voor sensors met aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitters of niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) Type Classificatie CMF010*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 CMF025*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 CMF050*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 CMF200*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 CMF200*****(R, H of S)*Z**** CMF200(A, B, C of E)****(R, H of S)*Z**** CMF200(A, B, C of E)****(R, H of S)*Z**** CIC A5 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 CMF300*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 CMF300*****(R, H of S)*Z**** CMF300(A, B, C of E)****(R, H of S)*Z**** CMF300(A, B, C of E)****(R, H of S)*Z**** CIC A5 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 240 C Ta +55 C 240 C Ta +55 C 240 C Ta +55 C 55 C Ta +55 C 240 C Ta +55 C 50 C Ta +55 C 50 C Ta +55 C 55 C Ta +55 C 240 C Ta +55 C 50 C Ta +55 C 50 C Ta +55 C (1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden. ATEX-installatie-instructies 25

Voor sensors met aansluitkast, aangesloten op niet-mvd-transmitters (bijvoorbeeld 9739) Type Classificatie CMF100*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 Ta +55 C CMF100*****(R, H of S)*Z**** (1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden. 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 240 C Ta +55 C Voor sensors met aansluitkast, aangesloten op MVD-transmitter Type Classificatie CMF100*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 60 C Ta +55 C CMF100*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 240 C Ta +55 C CMF400*****(R, H of S)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 68 C Ta +60 C CMF400*****(R, H of S)*Z**** CMF400(A, B, C of E)****(R, H of S)*Z**** CMF400(A, B, C of E)****(R, H of S)*Z**** CIC A5 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 240 C Ta +60 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 50 C Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 50 C Ta +55 C CMFHC3*****(R, H, S of T)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 50 C Ta +55 C CMFHC3*****(R, H, S of T)*Z**** 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 240 C Ta +55 C CMFHC3(A, B, C of E)****(R, H, S of T)*Z**** CMFHC3(A, B, C of E)****(R, H, S of T)*Z**** (1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden. 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T6 50 C Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T6 50 C Ta +55 C 26 ATEX-installatie-instructies

Type CMF010*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF025*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF050*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF100*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF100*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF200*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF200*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF200(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF200 (A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CIC A5 CMF300*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF300*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF300(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF300(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CIC A5 CMF400*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF400*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF400(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMF400(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CIC A5 Classificatie 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 50 C Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 50 C Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 50 C Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 50 C Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 50 C Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 50 C Ta +55 C ATEX-installatie-instructies 27

Type CMFHC3*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMFHC3*****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** CMFHC3 (A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** Classificatie 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 Ta +55 C 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 50 C Ta +55 C CMFHC3(A, B, C of E)****(2 9, A, B, D, E, Q, V, W of Y)*Z**** (1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden. 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 50 C Ta +55 C 5) Speciale voorwaarden voor veilig gebruik/installatie-instructies 5.1) Rechtstreekse montage van de sensor CMF********C*Z**** of CMF********F*Z**** aan de transmitter *700********* heeft gevolgen voor het gebruik van het instrument. Zie hiervoor de onderstaande tabel: Sensor CMF010*****(C of F)*Z**** CMF025*****(C of F)*Z**** CMF050*****(C of F)*Z**** CMF100*****(C of F)*Z**** CMF100*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF200*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF300*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF400*****(C of F)*Z**** CIC: A4 CMF200*****(C of F)*Z**** CMF300*****(C of F)*Z**** CMF400*****(C of F)*Z**** CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CMF200(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CIC A5 CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CMF300(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CIC A5 CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CMF400(A, B, C of E)****(C of F)*Z**** CIC A5 Transmittertype *700*1(1 of 2)******* 0575 II 2 G Ex ib IIB+H 2 T1 T5 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype *700*1(3, 4 of 5)******* 0575 II 2 G Ex ib IIC T1 T5 0575 II 2 G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype *700*1(1 of 2)D****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB+H 2 T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 5 Transmittertype *700*1(3, 4 of 5)D****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIC T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype 2700*1(1 of 2)(E of G)****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB+H 2 T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 T5 Transmittertype 2700*1(3, 4 of 5)(E of G)****** 0575 II 2 (1) G Ex ib IIC T1 5 0575 II 2 (1) G Ex ib IIB T1 T5 (1) Zie de temperatuurgrafieken voor de stoftemperatuurwaarden. 28 ATEX-installatie-instructies

5.2) Als voor een toepassing sensors met IIB-certificatie moeten worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen van klasse IIC, kunnen deze sensors worden aangepast door toevoeging van een onfeilbare serieweerstand aan de circuits van de aandrijfspoel. Dit dient te worden gedaan door de fabrikant of diens vertegenwoordiger. In dat geval kan de sensor worden gemarkeerd met IIC en moet deze worden gemarkeerd met een identificatiecode (een CEQ-nummer). Bovendien moet de fabrikant of diens vertegenwoordiger een Manufacturing Declaration (fabricageverklaring) indienen waarin staat aangegeven hoe de berekeningen hebben plaatsgevonden, welke weerstandswaarde moet worden toegevoegd en wat de identificatiecode is. 5.3) Het bovenstaande geldt ook voor sensors met IIB- of IIC-certificatie die gebruikt zullen worden bij lagere vloeistoftemperaturen dan aangegeven in de verklaring van het EG-typeonderzoek. 5.4) Een combinatie van punt 5.2 en 5.3 is ook toegestaan. ATEX-installatie-instructies 29

30 ATEX-installatie-instructies

Kabelwartels en -adapters ATEX-installatie-instructies 1) Vereiste voor ATEX-certificering Voor alle kabelwartels en -adapters van sensors en transmitters is ATEX-certificering vereist. Raadpleeg de website van de desbetreffende fabrikant voor installatie-instructies. ATEX-installatie-instructies 31

2007, Micro Motion, Inc. Alle rechten voorbehouden. P/N MMI-20010080, Rev. B *MMI-20010080* De meest recente productspecificaties van Micro Motion kunt u vinden onder PRODUCT op onze website WWW.MICROMOTION.COM Emerson Process Management BV Nederland Patrijsweg 140 2289 EZ Rijswijk T +31 (0) 70 413 6607 F +31 (0) 70 413 6603 www.emersonprocess.nl Emerson Process Management Micro Motion Europa Neonstraat 1 6718 WX Ede Nederland T +31 (0) 318 495 555 F +31 (0) 318 495 556 Micro Motion Inc. USA Wereldwijd hoofdkantoor 7070 Winchester Circle Boulder, Colorado 80301, VS T +1 303-527-5200 +1 800-522-6277 F +1 303-530-8459 Emerson Process Management nv/sa België De Kleetlaan 1831 Diegem België T +32 (0) 2 716 77 11 F +32 (0) 2 725 83 00 gratis nummer klantendienst debietmetingen T 0800 75 345 www.emersonprocess.be Emerson Process Management Micro Motion Azië 1 Pandan Crescent Singapore 128461 Republiek Singapore T +65 6777-8211 F +65 6770-8003 Emerson Process Management Micro Motion Japan 1-2-5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo 140-0002 Japan T +81 3 5769-6803 F +81 3 5769-6844