VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING DECREET AANPASSING MIDDELENBEGROTING VLAAMSE GEMEENSCHAP 1998



Vergelijkbare documenten
VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Felix Strackx. betreffende het terugdringen van het aantal abortussen in Vlaanderen VERSLAG

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

PLENAIRE VERGADERINGEN

PLENAIRE VERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Didier Ramoudt. betreffende het televisieprogramma Vlaanderen Vakantieland VERSLAG

BEKNOPT VERSLAG BIJLAGE

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van de heer Johan Malcorps. betreffende de milieubeleidsovereenkomst afvalbanden VERSLAG

PLENAIRE VERGADERINGEN

VERZOEKSCHRIFT. over een voordelig internetabonnement voor andersvaliden VERSLAG

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG. namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Carl Decaluwe

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

PLENAIRE VERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT ZITTING SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

COMMISSIEVERGADERINGEN

VERZOEKSCHRIFT. over duo-opleidingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs VERSLAG

6. aanpassing van het reglement van orde van het HOC aan de reorganisatie van AWZ (HOC );

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998

VLAAMS PARLEMENT ZITTING SEPTEMBER 1996 ONTWERP VAN DECREET

VERZOEKSCHRIFT. over voorrang bij inschrijving in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel volgens het decreet gelijke onderwijskansen-i (GOK) VERSLAG

COMMISSIEVERGADERINGEN

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

BEKNOPT VERSLAG BIJLAGE

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

COMMISSIEVERGADERINGEN

VLAAMSE RAAD ZITTING OKTOBER 1995 ONTWERP VAN DECREET

2. ontwerp-besluit van de Vlaamse regering houdende

VERZOEKSCHRIFT. over een oplossing voor de gelijkwaardigheidserkenning van de diploma s psychologie van de Open Universiteit Nederland/Vlaanderen

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over het laten samengaan van reclame voor alcoholische dranken met de boodschap "Geniet, maar drink met mate"

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015

BEKNOPT VERSLAG BIJLAGE

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST i;!

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008 AMENDEMENTEN

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van televisiesignalen VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over de leerplicht tot het bekomen van een diploma of vaardigheid dienstbaar aan de samenleving of arbeidsmarkt VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT. VERSLAG namens de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer André Moreau

VERSLAG VAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse vinger aan de Europese pols. Overzicht van voor Vlaanderen belangrijke EU-dossiers in 2005.

tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

PLENAIRE VERGADERINGEN

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2004 AMENDEMENTEN. Stuk 1948 ( ) Nr.

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

BESTUURSMEMORIAAL VU.Hilaire Ost, Provinciegriffier, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200, Sint-Andries

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de zorgverzekering VERSLAG

VR DOC.0161/1

ONTWERP VAN DECREET. houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2006 AMENDEMENTEN

5. Voorontwerp van CAO voor de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaamse openbare instellingen (voortzetting onderhandeling).

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

VERZOEKSCHRIFT. namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie uitgebracht door mevrouw Kathleen Helsen en de heer Jef Tavernier

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING BIJZONDER DECREET WIJZIGING BIJZONDERE WET TOT HERVORMING DER INSTELLINGEN

Ontwerp van decreet. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1992 AMENDEMENTEN

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

I stuk 532 ( )- Nr. 11

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP. 7 JULI Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 (1)

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 23 MEI 1996

COMMISSIEVERGADERINGEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMSERAAD ONTWERP VAN DECREET. houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1993

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Ontwerp van decreet. houdende wijziging van het tarief op het recht op verdelingen en gelijkstaande overdrachten

11. * KENNISGEVING AFWEZIGE LEDEN VAN DE AFVAARDIGING VAN DE OVERHEID

Ontwerp van decreet. Verslag. stuk ingediend op

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. betreffende de terugbetaling van een gemeentelijke belasting in Kontich VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

I 8 oktober 1998 I. Stuk 1157 ( ) - Nr. 1. Zitting ONTWERP VAN DECREET

11. NAAM VAN DE AANWEZIGE EN VAN DE AL OF NIET MET KENNISGEVING AFWEZIGE LEDEN VAN DE AFVAARDIGING VAN DE OVERHEID

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Sonja Van Lindt en mevrouw Anny De Maght-Aelbrecht

HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING MORGENVERGADERING DECREET REGELING VAN DE STUDIETOELAGEN VOOR HET HOGER ONDERWIJS

SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST. protocol nr

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET. houdende goedkeuring van de volgende internationale akten :

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de opsplitsing van het aanslagbiljet onroerende voorheffing over verschillende mede-eigenaars VERSLAG

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Verzoekschrift. over de voorwaarden voor de Vlaamse aanmoedigingspremie Landingsbaan social profit. Verslag

houdende diverse financiële bepalingen

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING MIDDAGVERGADERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

ADVIES. 10 maart 2014

VERZOEKSCHRIFT. over een eerste Vlaamse rookvrije dag op 31 mei 2009 VERSLAG

Transcriptie:

Nr. 48 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1997-1998 23 juni 1998 HANDELINGEN PLENAIRE VERGADERING DECREET AANPASSING MIDDELENBEGROTING VLAAMSE GEMEENSCHAP 1998 DECREET AANPASSING ALGEMENE UITGAVENBEGROTING VLAAMSE GEMEENSCHAP 1998 DECREET BEGELEIDING BEGROTINGSAANPASSING 1998 DECREET GOEDKEURING SAMENWERKINGSAKKOORD VLAANDEREN EN ROEMENIË DECREET WIJZIGING EN OPHEFFING BEPALINGEN DECRETEN EN WETTEN VLAAMSE OPEN- BARE INSTELLINGEN DECREET ORGANISATIE VLAAMSE HOGESCHOLENRAAD MONDELINGE VRAGEN

Nr. 48 omslag 2 Inhoud Nr. 48 Dinsdag 23 juni 1998 Berichten van verhindering 1 Voorstel van decreet Indiening en verwijzing 1 Voorstellen van resolutie Indiening en verwijzing 1 Beleidsplan Indiening en verwijzing 1 Verslagen Indiening 2 Tekst aangenomen door de Commissies Indiening 5 Motie Indiening 5 Met redenen omklede moties Indiening 5 Advies van de Raad van State Indiening 6 Voorontwerp van decreet Indiening 6 Motie van een gemeente Indiening 6 Mededelingen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Indiening 6 Jaarverslagen Indiening 7 Arresten van het Arbitragehof Indiening 7 Kennisgevingen van het Arbitragehof Indiening 7 Motie van orde Vraag om opheldering over de stand van zaken 7 Sprekers : mevrouw Patricia Ceysens, mevrouw Sonja Becq en de heren Gilbert Bossuyt en André Denys

Nr. 48 omslag 3 Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 13-A (1997-1998) Nr. 1 : Toelichtingen 18 (1997-1998) Nrs. 1 tot 3 : Ontwerp van decreet 21 (1997-1998) Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 13-A (1997-1998) Nr. 1 : Toelichtingen 19 (1997-1998) Nrs. 1 tot 6 : Ontwerp van decreet 21 (1997-1998) Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 1049 (1997-1998) Nrs. 1 tot 9 Algemene bespreking 9 Sprekers : de heren Peter Vanvelthoven, verslaggever, Johan De Roo, André Denys, Gilbert Bossuyt, Joachim Coens, Leo Cannaerts, Carlos Lisabeth, Filip Dewinter, Chris Vandenbroeke, Jos Geysels, Georges Cardoen, Robert Voorhamme, Herman De Reuse, Jef Sleeckx, Stefaan Platteau en minister Wivina Demeester-De Meyer Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 13-A (1997-1998) Nr. 1 : Toelichtingen 18 (1997-1998) Nrs. 1 tot 3 : Ontwerp van decreet 21 (1997-1998) Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof Artikelsgewijze bespreking 38 Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 13-A (1997-1998) Nr. 1 : Toelichtingen 19 (1997-1998) Nrs. 1 tot 6 : Ontwerp van decreet 21 (1997-1998) Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof Artikelsgewijze bespreking 40 Ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 1049 (1997-1998) Nrs. 1 tot 9 Artikelsgewijze bespreking 55 Ontwerp van decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse regering en de regering van Roemenië, ondertekend in Boekarest op 12 juni 1997 1005 (1997-1998) Nrs. 1 en 2 Algemene bespreking 60 Sprekers : de heren Patrick Hostekint, verslaggever, Stefaan Platteau en Jef Sleeckx, mevrouw Cecile Verwimp-Sillis, de heer Karim Van Overmeire, mevrouw Mia De Schamphelaere, de heer Chris Vandenbroeke, minister Luc Van den Bossche en minister-president Luc Van den Brande Artikelsgewijze bespreking 68 Ontwerp van decreet tot wijziging en opheffing van sommige bepalingen van decreten en wetten betreffende sommige Vlaamse openbare instellingen en tot opheffing van wettelijke bepalingen inzake prioritaire aanwerving bij de Vlaamse openbare instellingen 972 (1997-1998) Nrs. 1 en 2 Algemene bespreking 68 Artikelsgewijze bespreking 68

Nr. 48 omslag 4 Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van de Vlaamse Hogescholenraad 1033 (1997-1998) Nrs. 1 tot 3 Algemene bespreking 77 Sprekers : mevrouw Mia De Schamphelaere, de heren Ludo Sannen en Chris Vandenbroeke en minister Luc Van den Bossche Artikelsgewijze bespreking 78 Regeling van de werkzaamheden 80 Bijlagen Bijlage I : Mondelinge vragen Mondelinge vraag van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen tot de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, over de dienstroosters in de welzijnsvoorzieningen 84 Mondelinge vraag van mevrouw Marijke Dillen tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, over de sanering van de gronden van de voormalige arseenfabriek in Reppel 87 Mondelinge vraag van de heer Johan Malcorps tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, over de opvolging van de werkzaamheden van de commissie Baeyens 89 Mondelinge vraag van de heer Johan Malcorps tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening en mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, over de ozon-noodmaatregelen voor de zomer 1998 92 Mondelinge vraag van de heer Dirk Van Mechelen tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, over de stand van zaken van de commissie tot evaluatie van de milieu-uitvoeringsreglementering 96 Mondelinge vraag van de heer Jacky Maes tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, over de waterpeilbeheersing in het Blankaartbekken 99 Mondelinge vraag van de heer Johan Malcorps tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling en de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening, over de gezondheidsproblemen en de juridische problemen in verband met het Inafzo-stort in Zonnebeke 101 Mondelinge vraag van mevrouw Kathleen Helsen tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, over de problematiek van de Laak 104 Mondelinge vraag van mevrouw Trees Merckx-Van Goey tot de heer Luc Van den Brande, ministerpresident van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Wetenschap en Technologie, over de uitvoering van het kampeerdecreet 106 Mondelinge vraag van mevrouw Vera Dua tot mevrouw Brigitte Grouwels, Vlaams minister van Brusselse Aangelegenheden en Gelijkekansenbeleid, over de werking van het Vrouwen Overleg Komitee 109 Mondelinge vraag van mevrouw Veerle Heeren tot de heer Luc Van den Bossche, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, over samenwerkingsovereenkomsten in het basisonderwijs 111 Bijlage II : Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 (Tabel) 113 Bijlage III : Ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 (Tabel) 123

-1- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 VOORZITTER : De heer Norbert De Batselier De notulen van de jongste vergadering worden ter tafel gelegd. De vergadering wordt geopend om 15.23 uur. De voorzitter : Dames en heren, de vergadering is geopend. Ik verontschuldig me ervoor dat we zo laat kunnen beginnen. De oorzaak is een technische panne in heel de regio. We hopen dat we kunnen vergaderen op een normale manier, maar dit is niet zeker. We proberen er het beste van te maken. Desnoods vergaderen we zonder Handelingen. Dat zou historisch zijn. Ik heb al gesuggereerd om de betogen uit te schrijven. Dat zou het aantal betogen beperken. BERICHTEN VAN VERHINDERING Anny De Maght-Aelbrecht, Bruno Tobback : gezondheidsredenen ; Lydia Maximus : buitenslands. VOORSTELLEN VAN RESOLUTIE Indiening en verwijzing De voorzitter : De volgende voorstellen van resolutie werden ingediend : Voorstel van resolutie van de heren John Taylor, Stefaan Platteau, Carlos Lisabeth, Herman De Reuse, Jean-Marie Bogaert en Jos Geysels betreffende regeling van het statuut van de commissarissen van de Vlaamse regering aan de Vlaamse universiteiten 1082 (1997-1998) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Financiën en Begroting. Voorstel van resolutie van de heren Felix Strackx en Wilfried Aers betreffende de Conventie van de Raad van Europa inzake de Rechten van de Mens en de Biogeneeskunde 1085 (1997-1998) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden. Voorstel van resolutie van de heren John Taylor, Stefaan Platteau, Carlos Lisabeth, Herman De Reuse, Jean-Marie Bogaert en Jos Geysels betreffende de toepassing en evaluatie van de regelgeving inzake de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap 1086 (1997-1998) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Financiën en Begroting. VOORSTEL VAN DECREET Indiening en verwijzing De voorzitter : Het volgende voorstel van decreet werd ingediend : Voorstel van decreet van mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh houdende wijziging van het decreet van 27 juni 1985 houdende erkenning en subsidiëring van de privaatrechtelijke Nederlandstalige archief- en documentatiecentra 1092 (1997-1998) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Cultuur en Sport. BELEIDSPLAN Indiening en verwijzing De voorzitter : Het volgende beleidsplan werd ingediend : Beleidsplan tot realisatie van de kindeffectrapportage en tot toetsing van het regeringsbeleid aan de naleving van de rechten van het kind, ingediend door de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn 1088 (1997-1998) Nr. 1. Verwezen naar de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin.

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 Verslag namens het Advies- en Overlegcomité voor Brussel en Vlaams-Brabant uitgebracht door de heer Jan Béghin aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de alge- -2- VERSLAGEN Indiening De voorzitter : De volgende verslagen werden ingediend : Verslag namens de Commissie voor Financiën en Begroting uitgebracht door de heer Peter Vanvelthoven over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 18 (1997-1998) Nr. 3. Verslag namens de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Stadsvernieuwing en Huisvesting uitgebracht door de heer André Kenzeler aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-A. Verslag namens de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer Fred Dielens aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-B. Verslag namens de Commissie voor Cultuur en Sport uitgebracht door de heer Joachim Coens aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-C. Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud uitgebracht door de heer Jacky Maes aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-D. Verslag namens de Commissie voor Mediabeleid uitgebracht door de heer Erik Matthijs aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-E. Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid uitgebracht door de heer Jos De Meyer aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-F. Verslag namens de Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer uitgebracht door mevrouw Maria Tyberghien-Vandenbussche aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-G. Verslag namens de Commissie voor Staatshervorming en Algemene Zaken uitgebracht door mevrouw Mieke Van Hecke aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-H. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin uitgebracht door mevrouw Veerle Heeren en mevrouw Ria Van Den Heuvel aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-I. Verslag namens de Commissie voor Werkgelegenheid en Economische Aangelegenheden uitgebracht door de heer Leo Cannaerts aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-J.

-3- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 Voorzitter mene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-K. Verslag namens de Werkgroep Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen uitgebracht door mevrouw Riet Van Cleuvenbergen aan de Commissie voor Financiën en Begroting over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 5-L. Verslag namens de Commissie voor Financiën en Begroting uitgebracht door de heer Peter Vanvelthoven over het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 19 (1997-1998) Nr. 6. Verslag namens de Commissie voor Financiën en Begroting uitgebracht door de heer Peter Vanvelthoven over het rapport over het gevoerde beleid inzake kas- en schuldbeheer van de Vlaamse Gemeenschap. Verslaggeving over het schuldbeheer in het jaar 1997 30 (1997-1998) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Mediabeleid uitgebracht door de heren Johnny Goos en Kris Van Dijck over het voorstel van decreet van de heer Dirk Van Mechelen c.s. houdende wijziging van de decreten betreffende de radioomroep en de televisie, gecoördineerd op 25 januari 1995 786 (1997-1998) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Financiën en Begroting uitgebracht door de heer Leo Cannaerts over het voorstel van resolutie van de heren John Taylor, Stefaan Platteau, Carlos Lisabeth, Herman De Reuse, Jean-Marie Bogaert en Jos Geysels betreffende de aanwending van de vastleggingsmachtiging van het FEERR MGO 836 (1997-1998) Nr. 3. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin uitgebracht door mevrouw Sonja Becq over het ontwerp van decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 856 (1997-1998) Nr. 6. Verslag namens de Commissie voor Reglement en Samenwerking uitgebracht door de heer Johan De Roo over het voorstel van decreet van de heer Norbert De Batselier, mevrouw Mieke Van Hecke en de heren Marino Keulen, Tuur Van Wallendael, Jean-Marie Bogaert en Jos Geysels houdende instelling van de Vlaamse ombudsdienst 893 (1997-1998) Nr. 6. Verslag namens de Commissie voor Financiën en Begroting uitgebracht door de heer Carl Decaluwé over het voorstel van resolutie van de heer Frank Creyelman betreffende de invloed van het registratierecht op het aan- en verkopen van woningen en de interactie met het woon-werkverkeer 897 (1997-1998) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Werkgelegenheid en Economische Aangelegenheden uitgebracht door de heren Leo Cannaerts en Jean- Marie Bogaert over de hoorzittingen over het voorstel van resolutie van de heren Karel De Gucht, Patrick Lachaert en André Denys betreffende de toekenning en het beheer van de scheepskredieten 905 (1997-1998) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer Patrick Hostekint over het ontwerp van decreet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse regering en de regering van Roemenië, ondertekend in Boekarest op 12 juni 1997 1005 (1997-1998) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin uitgebracht door mevrouw Sonja Becq over het voorstel van resolutie van mevrouw Patricia Ceysens c.s. betreffende de regeling van de overdrachten van OCMW-diensten of -inrichtingen in het kader van het ontwerp van decreet tot wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 1009 (1997-1998) Nr. 3. Verslag namens de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Stadsvernieuwing en Huisvesting uitgebracht door de heer Marcel Logist over het voorstel van resolutie van de heren Mark Van der Poorten, Fred Dielens, Julien Demeulenaere, Etienne Van Vaerenbergh, Georges Cardoen en Herman De Loor

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998-4- Voorzitter betreffende de nood aan vereenvoudiging en herorganisatie van de gemeentelijke adviesradenstructuur 1020 (1997-1998) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud uitgebracht door de heer Freddy De Vilder over het voorstel van resolutie van mevrouw Gerda Raskin en de heren Johan Sauwens, Jean-Marie Bogaert en Leonard Quintelier betreffende het beperken van de dioxineuitstoot 1031 (1997-1998) Nr. 3. Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud uitgebracht door de heer Freddy De Vilder over het voorstel van resolutie van de heer Johan Malcorps betreffende het tot een minimum herleiden van de uitstoot van dioxines en dioxine-achtige stoffen in Vlaanderen 1032 (1997-1998) Nr. 2. Verslag namens de Commissie voor Cultuur en Sport uitgebracht door de heer Hugo Marsoul over het voorstel van decreet van de heer Joachim Coens, mevrouw Mieke Van Hecke, de heren André Van Nieuwkerke, Kris Van Dijck en Jos Stassen houdende oprichting van de Vlaamse Sportraad en de Adviserende Beroepscommissie voor sportaangelegenheden 1047 (1997-1998) Nr. 3. Verslag namens de Commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Stadsvernieuwing en Huisvesting uitgebracht door de heer André Kenzeler over het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 (Hoofdstuk V Leegstandsheffing) 1049 (1997-1998) Nr. 3. Verslag namens de Commissie voor Financiën en Begroting uitgebracht door de heer Peter Vanvelthoven over het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 (Hoofdstuk III Oprichting van begrotingsfondsen ; Hoofdstuk VI Onroerende voorheffing ; Hoofdstuk VII Omvorming van indirecte schuld naar directe schuld ; Hoofdstuk VIII Successierechten ; Hoofdstuk X Dienst met Afzonderlijk Beheer : Autonome Vlaamse fiscale inning ; Hoofdstuk XI Inwerkingtreding) 1049 (1997-1998) Nr. 4. Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud uitgebracht door de heer Jacky Maes over het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 (Hoofdstuk I Fonds voor Landinrichting en -beheer) 1049 (1997-1998) Nr. 5. Verslag namens de Commissie voor Mediabeleid uitgebracht door de heer Erik Matthijs over het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 (Hoofdstuk IV Media) 1049 (1997-1998) Nr. 6. Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid uitgebracht door de heer Jos De Meyer over het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 (Hoofdstuk IX Onderwijs) 1049 (1997-1998) Nr. 7. Verslag namens de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin uitgebracht door mevrouw Ria Van Den Heuvel over het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 (Hoofdstuk II Gezondheidszorg) 1049 (1997-1998) Nr. 8. Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid uitgebracht door de heer Freddy Sarens over het ontwerp van decreet houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs 1058 (1997-1998) Nr. 4. Verslag namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid uitgebracht door de heer Freddy Sarens over de hoorzitting over het ontwerp van decreet houdende diverse maatregelen met betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs 1058 (1997-1998) Nr. 5. Verslag namens de Commissie voor Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer uitgebracht door de heer Patrick Lachaert over de hoorzitting over de mobiliteitsproblematiek in en rond Gent (slot) 1083 (1997-1998) Nr. 1.

-5- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 Voorzitter Verslag namens de Commissie voor Werkgelegenheid en Economische Aangelegenheden uitgebracht door de heer Paul Deprez en mevrouw Veerle Heeren over de hoorzittingen over de diverse deelaspecten van de thermische isolatie en ventilatievoorzieningen 1084 (1997-1998) Nr. 1. Verslag namens het Advies- en Overlegcomité voor Brussel en Vlaams-Brabant uitgebracht door de heer Fred Dielens over de hoorzitting over één jaar Randkrant 1087 (1997-1998) Nr. 1. Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud uitgebracht door de heer Georges Beerden over de gedachtewisseling met de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek en de hoorzitting over de evaluatie van het mestactieplan 1093 (1997-1998) Nr. 1. TEKST AANGENOMEN DOOR DE COMMIS- SIES Indiening De voorzitter : De volgende tekst aangenomen door de Commissies werd ingediend : Tekst aangenomen door de Commissies van het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 1049 (1997-1998) Nr. 9. MOTIE Indiening De voorzitter : De volgende motie werd ingediend : Motie van de heren André Denys, Paul Van Grembergen en Jos Geysels c.s. houdende verzoek tot raadpleging van de Raad van State over het ontwerp van decreet houdende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Hoge Raad voor het Toerisme 846 (1997-1998) Nr. 11. MET REDENEN OMKLEDE MOTIES Indiening De voorzitter : De volgende met redenen omklede moties werden ingediend : Met redenen omklede motie van de heren Wilfried Aers en Felix Strackx tot besluit van de op 16 juni 1998 door de heer Etienne De Groot in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, over de gevolgen voor het drugspreventiebeleid van de federale richtlijn met betrekking tot het vervolgingsbeleid inzake verdovende middelen 1089 (1997-1998) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heren Johan Malcorps en Kris Van Dijck tot besluit van de op 16 juni 1998 door de heer Johan Malcorps in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, over het onderzoek naar en de promotie van borstvoeding 1090 (1997-1998) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heren Etienne De Groot en Johan Sauwens, mevrouw Sonja Becq en mevrouw Yolande Avontroodt tot besluit van de op 16 juni 1998 door de heer Etienne De Groot in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Wivina Demeester- De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid, over de gevolgen voor het drugspreventiebeleid van de federale richtlijn met betrekking tot het vervolgingsbeleid inzake verdovende middelen 1091 (1997-1998) Nr. 1. Met redenen omklede motie van de heer André Denys tot besluit van de op 17 juni 1998 door de heer André Denys in commissie gehouden interpellatie tot de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstel-

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998-6- Voorzitter ling, over het feitelijk monopoliseren van de markt van de industriële afvalwaterzuivering door het Aquafin-dochterbedrijf Aquaplus 1094 (1997-1998) Nr. 1. Motie van de stad Damme waarbij een bijsturing wordt gevraagd van de regelgeving met betrekking tot bouwwerken aan zonevreemde woningen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 mei 1998 (DOC 182/1997-1998). Deze motie van een gemeente ligt ter inzage op het Secretariaat van het Vlaams Parlement, afdeling Decreetgevend Secretariaat. ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE Indiening De voorzitter : Het volgende advies van de Raad van State werd ingediend : Advies van de Raad van State over het ontwerp van decreet houdende de openbare instelling Toerisme Vlaanderen en de Hoge Raad voor het Toerisme 846 (1997-1998) Nr. 12. VOORONTWERP VAN DECREET Indiening De voorzitter : Het volgende voorontwerp van decreet werd ingediend : Voorontwerp van decreet betreffende het voeren van een beleid ter aanmoediging van de technologische innovatie, zoals aangepast door de Vlaamse regering aan de adviezen van de SERV, de VRWB en het IWT (VR 12/1997-1998). Dit voorontwerp van decreet ligt ter inzage op het Secretariaat van het Vlaams Parlement, afdeling Decreetgevend Secretariaat. MOTIE VAN EEN GEMEENTE Indiening De voorzitter : De volgende motie van een gemeente werd ingediend : MEDEDELINGEN VAN DE SOCIAAL-ECO- NOMISCHE RAAD VAN VLAANDEREN (SERV) Indiening De voorzitter : De volgende mededelingen van de SERV werden ingediend : Advies van de SERV aangaande het voorontwerp van decreet betreffende de aanpassing van het onderwijs voor sociale promotie (DOC 177/1997-1998) ; Advies van de SERV aangaande het voorontwerp van decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding (DOC 178/1997-1998) ; Standpunt van de SERV inzake het milieuvergunningsbeleid : evaluatie en voorstellen inzake milieuvergunningen en -vergunningsprocedures, invulling van de milieuaccenten in het kaderakkoord werkgelegenheid 1998-2000 (DOC 179/1997-1998) ; Evaluatie van de SERV inzake het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, de bestaande uitvoeringsinstrumenten en de problematiek van zonevreemde bedrijven, ter voorbereiding van de invulling van de ruimtelijke accenten in het kaderakkoord van de sociale partners van 17 november 1997 (DOC 180/1997-1998) ; Standpunt van de SERV inzake een sociaaleconomische aftasting van probleemvelden in verband met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, de bestaande uitvoeringsinstrumenten en de problematiek van zonevreemde bedrijven, invulling van de ruimtelijke accenten

-7- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 Voorzitter in het kaderakkoord van de sociale partners van 17 november 1997 (DOC 181/1997-1998). Deze mededelingen van de SERV liggen ter inzage op het Secretariaat van het Vlaams Parlement, afdeling Decreetgevend Secretariaat. JAARVERSLAGEN ARRESTEN VAN HET ARBITRAGEHOF Indiening De voorzitter : De volgende arresten van het Arbitragehof liggen ter inzage bij het Secretariaat van het Vlaams Parlement, afdeling Decreetgevend Secretariaat : Arrest nr. 57/98 van 27 mei 1998 ; Arrest nr. 61/98 van 4 juni 1998 ; Arrest nr. 62/98 van 4 juni 1998 ; Arrest nr. 64/98 van 10 juni 1998 ; Arrest nr. 65/98 van 10 juni 1998 ; Arrest nr. 66/98 van 10 juni 1998 ; Arrest nr. 67/98 van 10 juni 1998 ; Arrest nr. 68/98 van 10 juni 1998. Indiening De voorzitter : De volgende jaarverslagen werden ingediend : Jaarverslag 1997 van de Vlaamse Hoge Raad voor de Sport (DOC 171/1997-1998) ; Jaarverslag 1997 van de Dienst voor de Scheepvaart (DOC 172/1997-1998) ; Jaarverslag 1997 van het Vlaams Egalisatie Rente Fonds (DOC 173/1997-1998) ; Jaarverslag 1995 van de opvolgingscommissie betreffende de Milieutaksen (DOC 174/1997-1998) ; Jaarverslag 1997 van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (DOC 175/1997-1998) ; KENNISGEVINGEN VAN HET ARBITRAGE- HOF Indiening De voorzitter : De volgende kennisgevingen van het Arbitragehof betreffende beroepen tot vernietiging en prejudiciële vragen liggen ter inzage bij het Secretariaat van het Vlaams Parlement, afdeling Decreetgevend Secretariaat : Rolnummers 1298 en 1340 (samengevoegde zaken) ; Rolnummer 1335 ; Rolnummer 1330 ; Rolnummer 1334 ; Rolnummer 1333 ; Rolnummer 1336 ; Rolnummer 1338 ; Rolnummer 1341. Jaarverslag 1997 van het departement Algemene Zaken en Financiën (DOC 176/1997-1998). Deze jaarverslagen liggen ter inzage op het Secretariaat van het Vlaams Parlement, afdeling Decreetgevend Secretariaat. MOTIE VAN ORDE Vraag om opheldering over de stand van zaken De voorzitter : Met toepassing van artikel 44 van ons Reglement heeft mevrouw Ceysens bij motie van orde het woord gevraagd.

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998-8- Voorzitter Mevrouw Ceysens heeft het woord. Mevrouw Patricia Ceysens : Mijnheer de voorzitter, ik vraag bij motie van orde het woord. Op 4 juni is in de commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin het ontwerp van decreet op de OCMWaanpassing goedgekeurd. De zaak is afgehandeld. Er was een strikte timing gehanteerd, precies omdat de deadline van 30 juni aanstaande enige implicaties heeft voor het decreet. We dachten dat het zeker op deze zitting ter stemming zou voorliggen. Op de ontwerpagenda stond het ontwerp van decreet, maar het staat er nu niet meer op. Ik zou hierover graag wat uitleg hebben, precies omdat het werkveld zo gebeten is op de naderende datum van 30 juni. Het zou netjes zijn geweest indien wij ook ons werk voor die datum zouden hebben afgerond. Dat zal niet meer kunnen. Ik zou graag weten waarom het niet op de agenda staat. De voorzitter : Mevrouw Becq, het zou misschien goed zijn dat u als verslaggeefster de reden zou uitleggen. Naar verluidt waren er op het ambtelijk voorbereidend niveau geen problemen. Daarom meende ook het Uitgebreid Bureau dat het op de agenda moest komen. Verslaggeefster mevrouw Becq had nog een aantal dagen de tijd om het verslag te ondertekenen. Men zegt dat door haar drukke agenda en door de complexiteit van het verslag van het ontwerp ze mocht en wilde het verslag nog doornemen dit niet meer binnen deze termijn kon. Mevrouw Becq heeft het woord. Mevrouw Sonja Becq : Omwille van de complexiteit van het dossier dachten we echter dat het niet goed was om het op twee dagen te lezen, maar dat we er beter onze tijd voor konden nemen. Het gaat om een complexe aangelegenheid. Volgens mij is het geen probleem dat het vandaag niet is geagendeerd. Men wist dat dit ontwerp mogelijk op de laatste plenaire vergadering zou worden behandeld. De voorzitter : Mevrouw Ceysens heeft het woord. Mevrouw Patricia Ceysens : Mijnheer de voorzitter, ik betreur dit ten zeerste, vooral omdat het een decreet is met een bijzondere inzet. We hebben bij de mensen op het veld voortdurend aangedrongen op deze deadline en hebben altijd gezegd dat die datum een zwaard van Damocles was. De datum stond op federaal niveau vast. Ik betreur dat juist het parlement op het einde niet klaar is. Het zal niet worden goedgekeurd voor de vooropgestelde datum, wat ik zeer jammer vind. We moeten aan de mensen op het veld niet zeggen dat zij zich altijd moeten houden aan strikte data als de politieke klasse dit zelf niet kan waarmaken. Er was tijd genoeg. We hebben er hard aan gewerkt in de commissie en er allemaal onze agenda aan aangepast. Ik betreur dat er nu niet over kan worden gestemd. De voorzitter : De heer Bossuyt heeft het woord. De heer Gilbert Bossuyt : Mijnheer de voorzitter, ik wil het niet over dit specifieke geval hebben, maar dring er toch op aan om deze manier van werken niet te gebruiken. Het kan toch niet dat een verslaggever verantwoordelijk zou zijn voor het vertragen van een ontwerp of voorstel van decreet. Daartoe bestaan er parlementaire mogelijkheden, met name een lezing van het verslag. Als er zich inderdaad bijzondere technische complicaties voordoen, dan heb ik zelfs liever dat men een tweede lezing van het verslag vraagt. Dan hebben we tenminste duidelijkheid. We kunnen toch niet aanvaarden dat het ingrijpen van de verslaggever zelf voor een vertraging kan zorgen van de ontwerpen of voorstellen van decreet. Met het oog op de toekomst moet ik sterk voor een dergelijke methode waarschuwen. De voorzitter : Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de verslaggever en een lid van de commissie. De verslaggever heeft het recht om het verslag door te nemen en daar de nodige tijd voor uit te trekken. Wou de commissie snel te werk gaan, dan had ze het initiatief kunnen nemen om de reflectietijd in te trekken. Ze had met andere woorden unaniem kunnen beslissen om geen reflectienota in te dienen, waardoor men in feite zeven dagen had kunnen winnen. Ik denk dan ook dat de verantwoordelijkheid hier aan verschillende kanten moet worden gezocht. Ik kan dus de verslaggever niet terechtwijzen aangezien ze het volste recht heeft op deze manier te handelen. Mevrouw Sonja Becq : De gecoördineerde tekst van het ontwerp werd zo snel mogelijk aan iedereen bezorgd. Daar hebben we dus wel voor gezorgd. De volledige tekst van het verslag was evenwel nog niet klaar. De voorzitter : De heer Denys heeft het woord.

-9- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 De heer André Denys : Mijnheer de voorzitter, ik sluit me voor een deel aan bij de redenering van de heer Bossuyt. Ik wil het niet over dit concrete geval hebben en stel het recht tot nakijken van de verslaggever ook niet in vraag. Ik vind echter dat daarop een termijn moet worden gekleefd. Zo niet, dan zou een verslaggever dit recht kunnen misbruiken om te verhinderen dat iets wordt behandeld. Dat kan toch onmogelijk de bedoeling zijn. De voorzitter : Dat kan altijd, maar ik geef toe dat in het reglement geen termijnen zijn bepaald. Ik kan alleen nagaan of een overtreding werd begaan. Dat was hier niet het geval. Wil men in het reglement termijnen opnemen, dan moet deze vergadering zich daarover uitspreken. We gaan er wat al te gemakkelijk van uit dat iets dat in de commissie is afgehandeld, onmiddellijk naar de plenaire vergadering wordt doorgestuurd. Dit werd in de loop der jaren als vanzelfsprekend beschouwd, maar is het eigenlijk niet, omdat het niet als dusdanig in het Reglement is opgenomen. Hetzelfde geldt voor enkele andere zaken. De heer André Denys : Dit is niet in het Reglement opgenomen omdat we ervan uitgaan dat de verslaggever neutraal is. Ik ken geen enkel precedent. De voorzitter : Neen, het is inderdaad een heel uitzonderlijke situatie, die wat mij betreft niet voor herhaling vatbaar is. Zo niet moeten we in het Reglement in een termijn voorzien. Mevrouw Becq, ik zie u bedenkelijk kijken, maar ik heb zowel de zaken die in uw voordeel pleiten aangehaald als de zaken die tegen u pleiten. Mevrouw Sonja Becq : Twee dagen zijn voor een lijvig verslag en een complexe materie als deze bitter weinig. Men zegt dat dit heel moeilijk ligt voor de betrokkenen op het terrein, maar zij weten maar al te goed wat er is beslist en hoe er moet worden gehandeld. Het is een overdreven stelling dat men op het terrein in de problemen raakt. De voorzitter : Mevrouw Ceysens heeft het woord. Mevrouw Patricia Ceysens : Ik heb dit aan de orde gebracht omdat de bijzondere gevoeligheid van dit ontwerp van decreet en het niet-agenderen ervan opnieuw heel wat speculaties heeft losgeweekt. In de commissie was de zaak afgehandeld, en daarom gingen zowel wij als de betrokkenen op het terrein ervan uit dat de datum van 30 juni perfect haalbaar was. Ik geef toe dat het om een complexe en uiterst technische materie handelt, wat de redactie van een verslag bemoeilijkt. Maar om de speculaties vanuit verschillende hoeken tegen te gaan, wou ik dat deze zaak vandaag aan de orde werd gesteld of dat er verduidelijking kwam waarom dit niet het geval is. De reden is me nu duidelijk : het verslag was niet klaar. De voorzitter : Na de vaststelling dat de formele indiening niet meer mogelijk was, hebben we besloten dit punt van de agenda te verwijderen. De stemming werd naar een latere plenaire zitting verschoven. Het incident is gesloten. ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 13-A (1997-1998) Nr. 1 : Toelichtingen 18 (1997-1998) Nrs. 1 tot 3 : Ontwerp van decreet 21 (1997-1998) Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof ONTWERP VAN DECREET houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 13-A (1997-1998) Nr. 1 : Toelichtingen 19 (1997-1998) Nrs. 1 tot 6 : Ontwerp van decreet 21 (1997-1998) Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof ONTWERP VAN DECREET houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998 1049 (1997-1998) Nrs. 1 tot 9 Algemene bespreking De voorzitter : Dames en heren, aan de orde zijn het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de middelenbegroting van de Vlaamse Gemeen-

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998-10- Voorzitter schap voor het begrotingsjaar 1998, het ontwerp van decreet houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 en het ontwerp van decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1998. Het Uitgebreid Bureau stelt voor de algemene besprekingen van die drie ontwerpen van decreet samen te voegen tot één algemene bespreking, met dien verstande dat de artikelsgewijze besprekingen en de stemmingen gescheiden blijven. Is het parlement het hiermee eens? (Instemming) Het Uitgebreid Bureau heeft op grond van artikel 43, punt 7 van het Reglement de maximumspreektijd vastgesteld op 20 minuten per fractie. De algemene bespreking is geopend. De heer Vanvelthoven, verslaggever, heeft het woord. De heer Peter Vanvelthoven, verslaggever (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, de commissie voor Financiën en Begroting heeft vier vergaderingen gewijd aan de bespreking van de begrotingscontrole voor het jaar 1998, aan het rapport over kas- en schuldbeheer en aan het programmadecreet. Voor een uitgebreid relaas verwijs ik naar het extensieve verslag. Ik zal me beperken tot het weergeven van de voornaamste discussiepunten. De minister heeft in haar toelichting de vier voornaamste accenten in de uitgavenzijde van de begrotingscontrole 1998 op een rijtje gezet. Ten eerste komt er een belangrijke bijkomende investeringsimpuls van 2,775 miljard frank. Ten tweede worden de akkoorden over de social-profitsector en het onderwijs budgettair vertaald. Het gaat om een bedrag van 2,029 miljard frank. Ten derde worden de inspanningen voor werkgelegenheid geconcentreerd volgens de Europese richtsnoeren voor tewerkstelling. Ten vierde wordt voor de economische-expansiewetgeving een inhaalbeweging verzekerd voor een bedrag van 1,4 miljard frank. Inzake de inkomstenzijde, heeft de minister erop gewezen dat er geen bijkomende lasten aan de bevolking worden opgelegd. De minister is tegemoetgekomen aan de meeste opmerkingen van het Rekenhof. In de commissie hebben verscheidene collega's vragen gesteld aan de minister, waardoor een discussie ontstond over twee thema's : de lease-in-enlease-outoperaties en de extra middelen voor het FEERR. Diverse collega's hadden opmerkingen over de voorgenomen LILO-transacties voor het Graaf de Ferrarisgebouw en het Hendrik Consciencegebouw. Ze vroegen zich af of de wetgeving op de overheidsopdrachten van toepassing is op deze transacties, en of dit al dan niet een debudgetteringsoperatie is. Het Rekenhof is van oordeel dat de wetgeving op de overheidsopdrachten van toepassing is op deze transacties. De minister betwist dat standpunt en argumenteert dat het een overeenkomst betreft die niet onder bezwarende titel werd afgesloten. Tijdens de discussie bleek in elk geval dat de geest van de regelgeving inzake overheidsopdrachten en met name over het beginsel van mededinging, door de Vlaamse regering ten volle werd gerespecteerd. In de commissie werd afgesproken dat het Rekenhof in het najaar, na ontvangst van alle nodige en nuttige documenten over de LILO-operatie van de Liefkenshoektunnel, aanbevelingen zal doen aan het Vlaams Parlement over het besluitvormingsproces bij deze operaties, opdat de democratische controle van het parlement optimaal zou zijn. Voor de discussie over het FEERR is het voldoende dat ik verwijs naar enerzijds het verslag van de heer Cannaerts over het voorstel van resolutie hierover, en anderzijds naar de verklaring van minister Van Rompuy in de commissie voor Financiën. Hij heeft stellig ontkend dat de verhoging van middelen werd ingegeven door een beleidswijziging om een hogere expansiesteun toe te kennen. Het betreft een eenmalige inhaaloperatie. Verder wil ik u er nog op wijzen dat op verzoek van de minister aan de door de commissie aangenomen tekst nog drie technische correcties werden aangebracht. U vindt deze achteraan in het verslag. Uiteindelijk kan ik u nog meedelen dat het ontwerp van decreet houdende de aanpassing van de middelenbegroting werd aangenomen met acht stemmen voor en zes tegen bij één onthouding, en dat het ontwerp van decreet houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting werd aangenomen met acht stemmen voor bij zeven onthoudingen. (Applaus) De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord.

-11- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 De heer Johan De Roo (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, dames en heren, het eerste wat opvalt bij de begrotingscontrole 1998 is dat slechts beperkte wijzigingen werden aangebracht aan de in december 1997 goedgekeurde begroting. Dit bewijst dat bij de opstelling de inkomsten en uitgaven realistisch werden ingeschat. Reeds verscheidene jaren vormt de meesternorm de leidraad voor de Vlaamse begroting. Deze inspanning werpt thans haar vruchten af. Met de begroting 1998 werd een van de belangrijkste streefdoelen van het regeerakkoord, met name het nultekort, bereikt. Met tevredenheid mag onze fractie vaststellen dat de economische groei in Vlaanderen hoog blijft. Er is dus geen reden voor economisch pessimisme. Het consumentenvertrouwen groeit en de werkloosheidscijfers evolueren in de goede richting. Voor het eerst sedert mei 1992 zijn de officiële werkloosheidscijfers in Vlaanderen weer onder de 200.000 gezakt. Vooral de jeugdwerkloosheid daalt fel. De begrotingscontrole heeft geen spectaculaire bijsturingen opgeleverd, maar legt wel vier klemtonen : investeringen, social-profit en onderwijs, werkgelegenheid en economie. Deze accenten beantwoorden aan de bekommernissen die in onze fractie leven. Het is voor de CVP van zeer groot belang dat de gesloten akkoorden in de social-profitsector, in het onderwijs en in verband met de beroepsopleiding worden gehonoreerd. De goede werkgelegenheidscijfers mogen de aandacht voor de werkgelegenheid niet laten verslappen. Dankzij de begrotingscontrole stijgt het totale budget voor tewerkstelling met 600 miljoen frank. Deze middelen worden aangewend voor het WEPprivé-plan, dat de werkervaringsplaatsen uitbreidt naar de commerciële sector, en voor een uitbreiding van de premies voor arbeidsherverdeling. Binnen de groep van werkzoekenden vormen de langdurig laaggeschoolde werklozen een belangrijk segment. Daarom moet Vlaanderen zijn beloften in het kader van het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid nakomen. Dit betekent dat in 1999 bijkomend 1,25 miljard frank zal worden uitgegeven. In 2000 stijgt dit zelfs tot 1,5 miljard frank. De economische expansiesteun wordt geconfronteerd met een stijgend aantal aanvragen. Dit is op zich goed nieuws : het wijst op een stijging van de bedrijfsinvesteringen. In totaal gaat 2,8 miljard frank extra naar het FEERR. De helft daarvan is vers geld, de andere helft is afkomstig uit reeds in de begroting ingeschreven Vesoc-middelen. Naar aanleiding van de begrotingscontrole is zowel in de commissie voor Financiën als in de commissie voor Economie de discussie over de expansiesteun geopend. We zijn bereid een evaluatie te maken. Er werd gepleit voor een algemeen omgevingsbeleid in plaats van een rechtstreeks subsidiebeleid. In de discussie over de expansiesteun mag men echter de volgende punten niet over het hoofd zien. Ten eerste moeten we onze engagementen uit het verleden naleven. Bedrijven die aan de voorwaarden voldoen, hebben recht op expansiesteun. Men kan de regels niet en cours de route wijzigen. Dit neemt niet weg dat we het nut en de modaliteiten van expansiesteun opnieuw willen bekijken. Ten tweede zijn onze buurlanden nogal gul met subsidies als instrument om buitenlandse investeringen aan te trekken. Misschien kunnen zij meer verdoken handelen dan wij omdat we zo dicht bij de Europese diensten zitten. Het zou van een grote naïviteit getuigen om onze steun eenzijdig stop te zetten. Ten derde, de voorbije jaren werd op initiatief van voormalig minister van Economie De Batselier al gewerkt aan een strengere selectiviteit. In 1990 ging nog meer dan de helft van de totale steun naar basissteun. Vandaag is dat nog slechts 273 miljoen frank op een totaal bedrag van 4,5 miljard frank. De rest gaat naar milieu- en tewerkstellingsinvesteringen. De rol van de expansiesteun reikt dus veel verder dan het louter stimuleren van investeringen. Ten vierde, de expansiesteun is een van de weinige instrumenten waarover Vlaanderen beschikt om een daadwerkelijk economisch beleid te voeren. In afwachting van de uitbreiding van de fiscale Vlaamse bevoegdheden kunnen we het systeem van de expansiesteun beter in stand houden. De infrastructuurinvesteringen stijgen met 1,360 miljard frank ten opzichte van de initiële begroting. Dat is positief, maar toch blijft dit bedrag nog een eind onder de verhoging die de SERV als een minimum voorstelt, met name 2,5 miljard frank. Daarenboven verwachten we van de regering blijvende aandacht voor de goedgekeurde motie van aanbeveling die een actieplan vraagt om de achterstand in het onderhoud van de wegen weg te werken. De rechtstreekse steun die in het verleden naar de schrijvende pers ging, wordt voortaan gebruikt om

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998-12- De Roo in die sector multimedia-initiatieven te ondersteunen. Inmiddels is deze steunmaatregel voor de digitale diversificatie samen met andere maatregelen, zoals de uitwerking van een voorstel voor een gedegen journalistenopleiding en meer algemeen het communicatiebeleid van de Vlaamse regering, opgenomen in een nieuw protocol met de schrijvende pers. In het licht van een goed communicatiebeleid moet de Vlaamse overheid stelselmatig, in functie van de boodschap die ze wil brengen, het meest aangewezen medium kiezen. Onze fractie vestigt de aandacht op de aanslepende onderbemanning van de cel Gelijke Kansen in Vlaanderen. In deze cel is slechts in drie personeelsleden voorzien, maar in de praktijk blijkt dat er sinds het begin van dit jaar nog maar één administratieve kracht werkt. We vragen dat voor dit personeelstekort zonder verder uitstel de voorgestelde oplossing wordt uitgevoerd. We stellen ten slotte vast dat er tijdens deze begrotingscontrole geen ruimte werd gevonden om het persoonlijk aandeel voor chronisch zieken in gezins- en bejaardenhulp te verlagen. Wat zijn nu onze verwachtingen voor de volgende maanden? Binnen enkele weken wordt van start gegaan met de begroting voor 1999. Namens de grootste fractie in dit parlement wil ik de Vlaamse regering nu reeds enkele punten aangeven waarvan we verwachten dat ze de nodige aandacht krijgen. De voorbije weken en maanden werden heel wat decreten goedgekeurd die belangrijke gevolgen hebben voor de onderwijswereld. Het gaat daarbij om het Tivoli-akkoord, dat in het decreet voor het secundair onderwijs vervat ligt, het Vlhora-decreet en het Onderwijsdecreet IX. Voor de christen-democraten is het van uitzonderlijk belang dat er historische stappen werden gezet om de onrechtvaardige verdeling van de werkingsmiddelen tussen het gesubsidieerd en het gemeenschapsonderwijs recht te trekken. Het principe van een correcte financiering dat nu werd goedgekeurd, moet vanaf het begrotingsjaar 1999 zijn beslag krijgen. We zijn er ons van bewust dat de wetenschappelijke studie over de objectiveerbare verschillen tussen de netten de volgende jaren gevolgen kan hebben voor het onderwijsbudget. Vanaf nu moet hiermee in de algemene benadering van de begroting en in de perspectieven voor de toekomst rekening worden gehouden. Ook de uitvoering van het decreet voor het secundair onderwijs zal de volgende jaren op de opeenvolgende begrotingen wegen. In de ogen van de CVP is dit echter een verantwoorde keuze omdat dit een uitvoering is van een van de belangrijkste punten uit het regeerakkoord. De CVP wil dat spoedig werk wordt gemaakt van een zorgverzekering om de aanvullende niet-medische zorgkosten te dekken. We opteren voor een veralgemeend solidair systeem, waarbij iedere potentiële rechthebbende vanaf de beroepsactieve leeftijd een bijdrage betaalt. Via een combinatie van repartitie en collectieve kapitaalvorming moet vanaf volgend jaar een stabiel systeem worden uitgebouwd. Het systeem moet leefbaar en betaalbaar zijn en perspectieven bieden. Zowel de ziekenfondsen als de privé-verzekeringsmaatschappijen kunnen in de uitbouw van deze zorgverzekering participeren. De CVP opteert principieel voor een systeem dat openstaat voor alle bijdrageplichtigen. In de gefaseerde uitbouw geven we echter voorrang aan de meest zorgbehoevenden. De CVP verwacht veel van de commissie ad hoc voor Mobiliteit die in het Vlaams Parlement van start is gegaan. We hopen dat in de loop van de volgende maanden realistische oplossingen worden gevonden. Ook het aanpakken van het mobiliteitsvraagstuk zal niet zonder budgettaire gevolgen blijven. De CVP is vragende partij voor een nieuw decreet op de ruimtelijke ordening. Voor de Vlaamse christen-democraten is het essentieel dat het nieuwe decreet werkbaar is, vooral qua planning. Dit betekent ook dat de nodige middelen worden uitgetrokken voor de uitvoering. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de opmaak van de plannen en de uitbouw van de gemeentelijke stedenbouwkundige diensten. De gemeenten, die talloze initiatieven moeten nemen, moeten hierbij worden ondersteund. Ten slotte steunen wij de Vlaamse regering in haar voornemen om de Vlaamse fiscale autonomie binnen afzienbare termijn op een normaal peil te brengen, en om de Vlaamse begroting aan het Europese stabiliteitspact aan te passen door vanaf nu de zogenaamde euromeesternorm te respecteren. In die zin kan de discussie in de commissie voor Staatshervorming over de fiscale autonomie bakens voor de toekomst uitzetten. Deze discussie met de minister van Begroting moet uitmonden in realistische voorstellen. De CVP zal daartoe haar steentje bijdragen.

-13- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 De Roo De CVP-fractie is tevreden met de beperkte wijzigingen die aan de begroting zijn aangebracht. Het bewijs is geleverd dat de begroting voor 1998 goed was opgemaakt. Dit toont aan dat Vlaanderen financieel goed wordt bestuurd. De accenten die de regering bij deze begrotingscontrole heeft gelegd, krijgen onze steun. Onze fractie zal de ontwerpen van decreet dan ook goedkeuren. (Applaus bij de CVP) De voorzitter : De heer Denys heeft het woord. De heer André Denys (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, ik heb met enig ongeloof de uiteenzetting van de heer De Roo beluisterd. Ik kan begrijpen dat hij deze begrotingsaanpassing verdedigd. Maar zijn weinig kritische zin ik durf haast zeggen : de euforische ondertoon van zijn betoog heeft me verrast. Diegenen die de commissiebesprekingen goed hebben gevolgd, kunnen immers drie grote vaststellingen niet over het hoofd zien. Ten eerste zijn de tijdens de vorige begrotingsbespreking door het Vlaams Parlement in moties gevraagde correcties niet uitgevoerd. Ook de CVPfractie had nochtans om die wijzigingen gevraagd. Ten tweede gaat de belangrijkste meeruitgave naar economische subsidies. Een derde vaststelling betreft de verwachtingen van de heer De Roo voor de begroting van 1999 : de nog niet ingevulde begrotingsruimte voor 1999 is nu reeds volledig gehypothekeerd door een aantal beleidsbeslissingen. Dat maak ik op uit het antwoord van de minister, zoals dat in het verslag is terug te vinden. Iedereen die het debat heeft bijgewoond en de verslagen erop naleest, kan deze vaststellingen beamen. Deze begrotingsaanpassing is geen louter technische aangelegenheid. Er hangen belangrijke politieke aspecten aan vast. Ons inziens illustreert deze begrotingsaanpassing nogmaals het falen van de rooms-rode coalitie. Waaruit bestaat dat falen? Dit kan in één zin worden samengevat : zowel de CVP als de SP missen de daadkracht om in te gaan tegen een netwerk van belangen dat ervoor zorgt dat het begrotingsbeleid wegzinkt in subsidies en uitgavenmechanismen die nooit in vraag worden gesteld, maar die er wel voor zorgen dat er geen alternatieven mogelijk zijn. Dat netwerk van belangen zorgt ervoor dat de accenten die het Vlaams Parlement vraagt, er niet komen. Deze begrotingsaanpassing toont dat op schrijnende wijze aan. Ik zal dat illustreren met drie voorbeelden. Ten eerste had het Vlaams Parlement om drie correcties gevraagd. Die correcties betroffen het indexeren van het Gemeentefonds, het wegwerken van de blackpoints inzake bodemvervuiling, en het onderhoud van de wegen. Met die vragen van het parlement werd geen rekening gehouden, wat de heer De Roo ook moge beweren. Zo heeft de minister in commissie gezegd dat voor het volledig indexeren van het Gemeentefonds jaarlijks 800 miljoen frank nodig is. In de begrotingsaanpassing vinden we daar niets van terug. Minister Wivina Demeester-De Meyer : Ik moet u even corrigeren. Het bedrag van 800 miljoen frank slaat op de afschaffing van de beperkte stijging van alle werkingsmiddelen. Als het over het Gemeentefonds alleen gaat, spreken we nog slechts over 200 miljoen frank. Toen iedereen moest bijdragen tot de sanering van de overheidsuitgaven, werd beslist om de werkingskosten slechts met 75 percent van de indexstijging omhoog te laten gaan. Nu kun je deze indexrem niet ongedaan maken voor het Gemeentefonds en hem laten bestaan in de andere Vlaamse departementen. Dat is tegen het gelijkheidsbeginsel. De heer André Denys : Dit parlement heeft unaniem gevraagd dat het Gemeentefonds opnieuw voor de volle 100 percent van de indexstijgingen zou kunnen genieten. Ook de CVP stond achter die motie. Bij de begrotingsaanpassing trekt de regering geen frank uit om die motie in daden om te zetten. Hetzelfde geldt voor het wegwerken van de blackpoints in het kader van de bodemsanering. Volgens de minister moet daarvoor jaarlijks 2,3 miljard frank worden gereserveerd. In de begroting vinden we slechts 1,3 miljard frank terug. Het ontbrekende miljard vinden we evenmin in deze begrotingsaanpassing, want daar staat maar 48 miljoen frank ingeschreven. Ook over het onderhoud van de Vlaamse wegen heeft dit parlement unaniem een motie goedgekeurd, waarin het aandrong op structurele oplossingen. De heer Gilbert Bossuyt : U zult zich misschien herinneren dat ik daarbij indertijd voorbehoud heb aangetekend. De SP heeft toen duidelijk gezegd dat die structurele aanpak maar kon in de mate dat er middelen voorhanden waren. Bij mezelf heb ik zelfs de bedenking gemaakt dat het beter is zulke moties niet goed te keuren.

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998-14- De heer Joachim Coens : Ik wil ook ons standpunt hierover even verduidelijken. Bij de vorige begrotingsbesprekingen hebben wij, omwille van een aantal kritieken van de SERV en anderen, gevraagd dat er een actieprogramma zou komen over de structurele achterstand van onze infrastructuur. We wilden een duidelijk beeld over de toestand en over de kosten om die achterstand weg te werken. Er is een inspanning gedaan voor het structureel onderhoud. Bij de begrotingswijziging is voorzien in 750 miljoen frank extra. Dit is positief. Maar we blijven op onze honger zitten. Tijdens de begrotingsbesprekingen in de commissie heeft de minister ons beloofd de inventaris van het actieprogramma op te vragen bij de administratie. Ik ben net als de heer Denys van mening dat we een zicht moeten krijgen op de inventaris van de structurele achterstand van de levenscyclus van onze wegen. Het parlement heeft deze vraag reeds gesteld in december van vorig jaar. Onze fractieleider heeft zojuist nogmaals op een antwoord aangedrongen. De voorzitter : De heer Bossuyt heeft het woord. De heer Gilbert Bossuyt : Die inventaris bestaat reeds. Men moet er slechts de programma's op nalezen. Dit is ook de reden waarom ik me heb verzet tegen de motie over het toekennen van bijkomende middelen voor structuur. Het gaat niet op dat de minister van Financiën zich in de regering verzet tegen een verdere uitbreiding van de begroting, terwijl dezelfde partij meer middelen vraagt. De heer Denys zal zich deze discussie ongetwijfeld nog herinneren. De heer André Denys : Ik wil erop wijzen dat deze drie moties zijn goedgekeurd in het volle besef dat er een prijskaartje aanhangt. Dit was een signaal vanuit het parlement, niet om de algemene begrotingsaanpak te wijzigen, maar om binnen een bepaalde begrotingsruimte het accent te verschuiven naar het Gemeentefonds, het onderhoud van de wegen en het Bodemsaneringsfonds. Op dat vlak is echter bijzonder weinig gerealiseerd. Dit staat in schril contrast tot de extra uitgaven van ongeveer 3 miljard frank voor expansiesteun, die geen enkel parlementslid, behalve de heer Schuermans, de man van het NCMV, heeft gevraagd. Hij is lid van de CVP maar we weten tot welke strekking hij behoort. We weten allemaal dat het NCMV de enige organisatie is die baat heeft bij expansiesteun. Maar niemand beschouwt de meeruitgaven voor expansiesteun als de prioriteit bij uitstek voor een duurzame groei van de investeringen, integendeel. Dit instrument is voorbijgestreefd. De expansiesteun heeft hoofdzakelijk betrekking op een vermindering van de intrestlast bij bedrijfsinvesteringen. Ze werd dan ook ingevoerd toen de intresten hoog waren, en was toen een nuttig instrument. Bovendien worden bedrijfsinvesteringen momenteel in grote mate op andere manieren gefinancierd. Dat het bedrijfsinvesteringsniveau vandaag hoog ligt, heeft in geen geval te maken met de expansiesteun. Ons uitgavensysteem zit vastgeklonken aan een aantal situaties uit het verleden. We slagen er blijkbaar niet in om die te wijzigen. De heer De Roo beweert dat dit reglementair vastligt. Dat is maar een halve waarheid. De volledige waarheid is dat men moet vooruitzien en niet moet wachten tot het te laat is. Maar dat heeft men hier toch gedaan. Dit is de Dehaene-aanpak. Men treedt pas op wanneer de problemen zich voordoen. Het is reeds geruime tijd geweten dat de economische expansiesteun een voorbijgestreefd instrument is dat veeleer moet worden afgebouwd in plaats van uitgebreid. De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord. De heer Johan De Roo : Mijnheer Denys, ik heb zonet toegezegd dat we bereid zijn de discussie over de evaluatie van de expansiewetgeving en de toepassing ervan aan te gaan. In de commissie werd dat trouwens ook al beloofd. De expansiewetgeving is sterk geëvolueerd in vergelijking met vijftien jaar geleden. In de jaren zeventig was de expansiewetgeving enkel een instrument voor rentesubsidies en kapitaalpremies. Vooral in 1990 werd de expansiewetgeving omgebouwd tot een instrument waarmee ook sturend kan worden opgetreden voor milieu- en tewerkstellingsinvesteringen. Dat was een belangrijke wijziging. Als er een decreet bestaat dat in bepaalde steunmaatregelen voorziet voor onder meer milieu- en tewerkstellingsinvesteringen, dan kan men daar niet naast kijken. Zolang een dergelijk decreet bestaat, komt het beleid maar geloofwaardig over als ondernemingen die een aanvraag indienen en aan de voorwaarden voldoen, ook daadwerkelijk in aanmerking komen voor expansiesteun. Zolang het decreet bestaat, bestaat het en kan men er niet naast kijken. Dat blijkt trouwens ook uit de cijfers van de minister van Economie. Er worden de laatste twee jaar veel meer aanvragen ingediend omdat er ook veel meer wordt geïnvesteerd dan bijvoorbeeld zes of zeven jaar geleden. Nochtans moest er toen een

-15- Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998 De Roo veel grotere koek worden verdeeld op het vlak van de expansiewetgeving. Men moet klaar en duidelijk zijn. Het heeft geen zin bij andere gelegenheden een litanie af te steken en te verwijzen naar alles wat in Henegouwen mogelijk is om zelfs Vlaamse ondernemingen aan te trekken. Grond wordt er bijna gratis te grabbel gegooid. Dat is trouwens ook het geval in Noord- Frankrijk. Hier beschikt men echter nog maar over één instrument voor beperkende steunmaatregelen aan ondernemingen die men hier wil houden of hier wil laten investeren. Ik stel voor dat het debat over de evaluatie van de expansiewetgeving in de commissie voor Economische Aangelegenheden wordt gevoerd. Eventueel kunnen daar een aantal hoorzittingen worden georganiseerd. Ik ben er in elk geval voor op mijn hoede om het enige instrument voor steun aan bedrijven waarover we nog beschikken, zomaar van de baan te schuiven. In andere landen gebeurt dat immers niet. In Duitsland geven de Länder steun en in Noord-Frankrijk werden een groot aantal ondernemingen en investeringen aangetrokken met middelen van de Europese Structuurfondsen. Bij ons bestaat die mogelijkheid niet, behalve in enkele beperkte regio's. De expansiewetgeving blijft voor ons dan ook een echt instrument voor het economisch beleid. Ik vind het niet gepast naar één collega te verwijzen. Het gaat trouwens om een bestaand decreet dat niet werd afgeschaft. Ondernemingen kunnen er een beroep op doen. We blijven dat verdedigen. De heer André Denys : Een goed beleid voeren, is vooruitkijken. De heer Leo Cannaerts : Mijnheer Denys, pleit de VLD inderdaad voor een eenzijdige opzeg van engagementen die vroeger werden aangegaan, ook ten aanzien van heel grote bedrijven die zich juist in Vlaanderen vestigden omwille van die investeringssteun? U hebt het altijd over dat fameuze poldermodel. Zweert u dat model dan af? Nederland concurreert nochtans met Vlaanderen bij het geven van steun aan grote bedrijven voor de bepaling van hun vestiging. Ik begrijp u niet goed. De heer André Denys : Mijnheer Cannaerts, het spijt me dat u me niet goed begrijpt. Zowel in plenaire vergadering als in de commissie heb ik duidelijk gezegd dat het verhaaltje dat we dat decreet moesten uitvoeren, maar de halve waarheid is. Natuurlijk kan men niet anders dan een decreet en reglement uitvoeren, maar een goed beleid voeren, is vooruitkijken. We uiten al gedurende vier of vijf jaar kritiek op de expansiewetgeving. Beweren dat de wetgeving nu moet worden geëvalueerd, is opnieuw achter de feiten aanhollen. Mijn fractie en ik blijven erbij dat dit een slecht instrument is. Bedrijven die zich in een streek of land vestigen omdat ze er investeringssubsidies krijgen, zijn geen goede bedrijven. Het poldermodel heeft daar dus niets mee te maken. Wel heeft dit te maken met het algemene ondernemingsklimaat, bijvoorbeeld met een aspect als het ruimtelijke-ordeningsbeleid. Als er vandaag meer investeringen zijn, dan heeft dit niets te maken met subsidies die men krijgt in het kader van de expansiewetgeving. Iedereen weet dat. Men pikt graag die subsidies mee, maar geen enkel bedrijf zal omwille van deze subsidies besluiten om hier verder te investeren. Dit is een instrument van het verleden. Het grootste deel van die begrotingsruimte naar aanleiding van de beleidsaanpassing vloeit echter daarheen. Dat vinden we een verkeerd beleid, want daardoor kunnen we geen invulling geven aan de vraag van het parlement inzake bodemsanering, het onderhoud van de infrastructuur en de indexering van het Gemeentefonds. Dames en heren, ik haalde dit voorbeeld van de expansiesteun slechts aan omdat het symptomatisch is voor het hele beleid. Ondanks onze begrotingsruimte slagen we er niet in om een ander begrotingsbeleid te voeren. Er zijn een aantal wensen en verwachtingen die moeten worden vervuld in de begroting voor 1999. Mijnheer De Roo, ik kan zo voorspellen dat dit niet zal gebeuren. Er worden een aantal dingen gevraagd inzake onderwijs, zorgverzekering en mobiliteit. Daarnaast wil men meer steun aan de gemeenten voor stedenbouw. Minister Demeester heeft zelf gezegd in de commissie dat de begrotingsruimte voor 1999 reeds is ingenomen en gehypothekeerd. In het verslag staat voor welke doeleinden : vormingsprojecten in het kader van de Europese richtlijn, SIF-projecten en de social-profitsector. Dat zijn althans de belangrijkste zaken die ze opsomde. Dat is het drama van het huidige begrotingsbeleid : ondanks het begrotingsoverschot kunnen we de correctie die een overgrote meerderheid van dit parlement wenst niet realiseren. De reden hiervoor ligt in het feit dat deze roomsrode regering om verschillende redenen niet de moed heeft om voor iedere subsidie en elk uitgavenmechanisme na te gaan of ze al dan niet gewettigd is.

Vlaams Parlement Plenaire vergadering Nr. 48 23 juni 1998-16- Denys Een eerste reden schuilt in het feit dat vele subsidies te maken hebben met belangen van belangengroepen. Ik gaf daarnet reeds het voorbeeld van het NCMV, dat belang heeft bij de expansiesteun. In alle sectoren heeft men die vermenging. Men moet de politieke moed hebben om daar tegenin te gaan. Deze regering doet dit niet. Al te lang zitten dezelfde personen in deze regering, waardoor deze band vergroeid is. Men beschikt niet meer over de afstand om zaken grondig opnieuw te bekijken en in vraag te stellen. Dames en heren, het overgrote deel van onze begroting is vastgeroest in mechanismen en subsidies die ons, ondanks onze begrotingsruimte, niet toelaten om de fundamentele wijzigingen die het parlement in verscheidene moties vroeg, uit te voeren. De voorzitter : De heer De Roo heeft het woord. De heer Johan De Roo : Ik wil even de zaken duidelijk stellen. De expansiewetgeving, die rigoureus door de minister van Economie wordt toegepast en aangehouden, is niet gericht op verlieslatende ondernemingen. Dat is een belangrijk verschil met de praktijk van decennia geleden. Verder stel ik vast dat in 1997 voor 62 miljard frank werd geïnvesteerd in Vlaanderen, wat goed was voor 3.800 nieuwe jobs. Deze kwamen inderdaad in aanmerking voor toepassing van de expansiewetgeving. Zonder die jobs en dat tewerkstellingseffect zou die steun ook niet zijn toegepast. De criteria voor onder meer milieu-investeringen en investeringen gericht op extra werkgelegenheid worden nu opgesplitst. Het instrument laat nu dus heel wat meer ruimte voor nuanceringen dan vroeger. Mijnheer Denys, ik kan niet geloven dat u echt meent wat u net hebt gezegd. De VLD moet toch voorstander zijn van steun aan ondernemingen, gericht op milieu-investeringen en investeringen in de werkgelegenheid? In percent uitgedrukt komt de tewerkstellingsgerichte expansiesteun uiteindelijk ook neer op arbeidskostenverlaging. Dat kunt u niet ontkennen. Mijnheer Denys, uit uw woorden leid ik af dat de VLD dit alles eigenlijk overbodig vindt. Ik herinner me echter nog een aantal vroegere betogen van VLD-parlementsleden. Inzake investeringen in de automobielsector klaagden zij op een bepaald moment aan dat de Vlaamse regering er niet in was geslaagd een belangrijke investering in Noord- Frankrijk naar Vlaanderen te halen. Mijnheer Denys, u moet kleur bekennen! De heer André Denys : Mijnheer De Roo, ik zal kleur bekennen. Ik denk dat u de enige bent die gelooft dat de subsidies in het kader van de expansiesteun aanleiding geven tot meer tewerkstelling in Vlaanderen. U draait de zaken om : de subsidies zijn een gevolg van de hogere tewerkstelling, niet de oorzaak ervan. Natuurlijk gaat het momenteel beter in Vlaanderen. U beweert echter dat dit uitsluitend de verdienste is van de Vlaamse regering. De heer Johan De Roo : Mijnheer Denys, dat heb ik zo niet gezegd. De heer André Denys : Mijnheer De Roo, de huidige opleving van de Vlaamse economie vindt plaats ondanks de Vlaamse regering. De heer Johan De Roo : In Nederland is die opleving dus wel te danken aan de paarse coalitie, maar in Vlaanderen heeft de regering daar niets mee te maken. Dat is toch wat u zegt? De heer André Denys : Dat is inderdaad zo. Dit heeft te maken met het feit dat Vlaanderen niet beschikt over het vereiste instrumentarium. Het beleid inzake de arbeidslasten en het beleid inzake de sociale zekerheid zijn nog steeds federale bevoegdheden. De Vlaamse instrumenten voor een duurzame groei gebruiken we bovendien nog verkeerd. Ik verwijs naar het beleid inzake ruimtelijke ordening en milieu. Hoe lang vragen we al niet om de coördinatie van de milieuwetgeving en de wetgeving op de ruimtelijke ordening? Hoe lang vragen we al niet om een éénloketsysteem? Hoe lang vragen we al niet om een degelijk vergunningenbeleid? De heer Johan De Roo : Mijnheer Denys, die zaken zullen er ook komen. De heer André Denys : Mijnheer De Roo, dat zegt u al drie jaar. De huidige regering heeft ook beloofd dat ze tegen het einde van 1997 terzake initiatieven zou nemen. Jammer genoeg is dat nog altijd niet gebeurd. Als het vandaag goed gaat in Vlaanderen, is dit dus niet dankzij maar wel ondanks de Vlaamse regering. Dat is de voornaamste conclusie die we kunnen trekken uit dit begrotingsbeleid. (Applaus bij de VLD, de VU en het VB) De voorzitter : De heer Lisabeth heeft het woord. De heer Carlos Lisabeth (Op de tribune) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, ik wil het kort hebben over de begrotingscontrole in het algemeen en over de inkomstenzijde van de