ILEISCHMA. Die Modellbqhn der Profis TWIN.BOOSTER 6807 BETRIEBSANLEITUNG. Operating lnstruction. Instructions de service.



Vergelijkbare documenten
Het multiprotocol power system. Handboek

43 Keerlusprint Werking. informatieblad 43 keerlusprint KLS versie 2.0

Digitale decoder voor magneetartikelen. Installatiehandleiding DIGITAL 2. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld

SLX815 Draaischijfbesturing Aansluiten en bedienen Eigenschappen:

De LK100 is een keerlusmodule voor het gebruik in het Digital plus systeem van Lenz. De LK100 wordt gebruikt bij keerlussen in de digitale modelbaan.

MODEL & TECHNIEK 16 12i_Maerklin Digital_MMint_ _120117_RZ_tg.indd :18

Gebruiksaanwijzing Nederlands. FLEISCHMANN DCC-Digitaal rijregelaar LOK-BOSS art. Nr. 6865

De wereld van de seinen

Terugmeldmodule 63320

H-TRONIC pendeltreinautomaat

Terugmeldingen. Misschien zijn er nog meer detectie mogelijkheden, maar laten we deze maar eens nader bekijken wat de voor- en nadelen zijn!

Vertaling voor eigen gebruik P.Heinst

* Gratis bij aanschaf PC I/O terugmeldsysteem, zie SOFTLOK info!!

Digitaal Professional worden! 1. Boosterkringen. RAILWARE, Intellibox, DB-2 Booster, Ringleidingen

Handleiding KeerPlus3 Keerlusoplossing voor digitale modelspoor

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik CAR module 4. Werking van de CAR module 4. Aansluiten van de CAR Module 5. Technische gegevens 10

MRDIRECT BOOSTER. Handleiding. Werkt met de volgende systemen: Werkt niet met de volgende systemen: Werkt met de volgende protocollen:

Terugmeld module in combinatie met andere merken 13. Aansluiten van de meldingangen 14. In gebruik nemen en testen van de terugmeld module 16

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

1. BESCHRIJVING. "-" aansluiting. power LED. ventilator "+" aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2.

Weergave met punten van 4 posities, waarbij het eerste getal van de adres (altijd de 1) ontbreekt bv. voor het wagonadres 10074:

Rautenhaus digital RMX - multiprotocol modelbaanbesturing in het echt

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik van de s88-n-16/cd terugmeldingsmodule 4. Aansluitingen s-88-n-16/cd 4

ALLES OVER Afleve 6 SEINEN

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Belangrijk! Montage- informatie voor het aansluiten van de decoder beslist helemaal doorlezen!

Digitale Centrale VOOR G-SPOOR. Handleiding. voor installatie & gebruik

8-VOUDIGE BEZETMELDER

HANDLEIDING - LEVEL INDICATOR M A N U A L

2. Decoder eigenschappen. Configuratie. 4. Aansluitingen

Regelen met het Central Station

Digitaal Modelsporen. Inleiding. Jan Boen, Ing, MSc

Met de Central Station 3 bevredigt Märklin de meest uiteenlopende behoeften van de modelspoorders. We laten vier voorbeelden zien.

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9

De Ideale Modelbaan. Wat is nu de ideale modelbaan?

Vrij. Vrij. Pin 3 Pin 1 (Aarde) Pin 2

Multi Purpose Converter 20A

Gebruiksaanwijzing CABLE TESTER CT100. Professional 6-in-1 Cable Tester

SOFTLOK en de Multidecoder

Video Intercom Systeem

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

Aansluitvoorbeelden voor terugmeldmodules RM-DEC-88 en RM-DEC-88-Opto!

Pagina 1 van 7. Nederlandse uitgave:

1. BESCHRIJVING. power LED. sigarettenplug. ON/OFF schakelaar. ventilator. AC uitgangsstopcontact. zekering 2. AANSLUITINGEN

Handleiding DCC Functie-Decoder

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

Digitaal Professional worden!

Detectech, Raveslootstraat 3, 7701XK. Dedemsvaart, Pagina:

Universele netvoeding EA-4000 B-3 EA-4000 B-4.5

De juiste basis. Voorbeeldgetrouw rijden zorgt voor veel plezier. We laten zien hoe seingedeelten op de modelbaan het beseft kunnen worden ingericht.

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Inhoudsopgave. Handleiding: MC v2.0a. Pagina - 1 -

Bedieningshandleiding. Schakelactor

Gebruiksaanwijzing S4-Herz Servo Decoder

GEBRUIKSAANWIJZING Kabeldetector PCE-180 CBN

Aansluitmodule voor Schakelbord / Schakelpaneel

1 Veiligheidsinstructies

Aansluitvoorbeelden voor de terugmeldmodules RM-88-N en RM-88-N-Opto!

Auto adapter voor kleine apparaten 120 W

Aansluitvoorbeelden voor de terugmeldmodules RM-88-N en RM-88-N-Opto!

Beschrijving: SAM 8.1/2 Tl.Nr.: HOL

Gebruikshandleiding E515

Systeem 2000 Trappenhuisverlichtingsautomaat, Basiselement impulsgever. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

CrossMaster BrightButton de líchtgevende drukknop

Detectech, Raveslootstraat 3, 7701XK. Dedemsvaart, Pagina:

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

Bouwbeschrijving. DC-Car Booster

Beschrijving Opto-48

FLEXESS TERRA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS100 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS100 SPECIFICATIES

Beknopte handleiding voor de Nucleus CP910 en CP920 geluidsprocessors. Eerste stappen Beknopte handleiding

4 functies in 1, te gebruiken als oplader voor diverse apparaten, om de auto of motorfiets te starten als starthulp en als lamp.

LocoBooster HDM05 Disclaimer van Aansprakelijkheid

Module Installatiehandleiding E46 Module

Digitale remmodule. Installatiehandleiding. Modellspielwaren GmbH Am Bahnhof 1 D Hatzfeld Vertaling: Koen Vaganée 1

LAADZUIL ELEKTRISCHE. MONTAGE EN GEBRUIK. Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met passysteem LAADPAS LAADPAS

Inrit Spoor 3. Uitrit Spoor 1

Montage- en bedieningshandleiding. Huisstation opbouw Vrij spreken

DIGITALE STROOMTANG - KEW SNAP MODEL 2017/2027RMS voor het meten van wisselstroom. Klauwen. Klauwopener. Bereikkeuzeschakelaar. Veiligheidsarmband

1. Videoschakelaar. De videoschakelaar bestaat uit een centrale en schakelunit.

Infrarood lichtmodule SM-IR-16-2 V1.00

AD B

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Voedingseenheid. Art.-Nr.: 2005 REG. Art.-Nr.: 2002 REG. Bedieningshandleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Inbouwhandleiding

Air Trade Centre NV, Hoogstraat 180, 1930 Zaventem, België

Modelspoor en het digitale tijdperk. (Deel IV).

Werkplaatshandboek voor het rangeersysteem. Type Mammut AMS 1

Handleiding ECoSLink Terminal

Handleiding decoder RFI 1000

Technische gegevens 12

Video Intercom Systeem

WISSELDECODER. Handleiding

Bedieningshandleiding. Netgelijkrichter 24 V, 5 A met UPS Oproepsysteem 834

BES External Signaling Device

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement. Bedieningshandleiding

Rijden met de CS3. Na de basis gaat het nu beginnen: We besturen onze locomotieven met de Central Station 3. Zo gemakkelijk gaat het.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Lichtmanagement DIN-rail dimmer universeel W. Art.-Nr.: UD 1255 REG. Bedieningshandleiding

Handleiding S88N TERUGMELDER

Montagevoorschriften

Decoder inbouw. Het ombouwen van een analoge tot een digitale loc. Jan Boen, Ing. voor het Locje Dilbeek

Transcriptie:

ILEISCHMA Die Modellbqhn der Profis BETRIEBSANLEITUNG Operating lnstruction. Instructions de service. Handleiding TWIN.BOOSTER 6807 Wir freuen uns, dass Sie die Erweiterung lhrer digitalen Anlage mit dem TWIN-BOOSTER fortsetzen. Wir sind sicher; Sie werden auch an diesem Gerát viel Freude haben. Mit dem TWIN-BOOSTER erweitern Sie die Leistungsfàhigkeit lhrer TWIN-Technik, denn mit diesem Geràt kónnen Streckenabschnitte, die nicht direkt mit dem TWIN-CENTER verbunden sind, mit Strom bis zu 3 A versorgt werden. Des Weiteren beinhaltet der TWIN- BOOSTER eine Kehrschleifen-Automatik und ist umschaltbar auf einen Betrieb als DGG-Bremsgenerator. Nicht geeignet fiir Kinder unter 3 Jahren. Not suitable for children under 3 years of age.. Ne conviênt pas aux ênfants de moins de 3 ans.. Niet geschikt voor kinderen onder de 3 jaar, Warnhinweise auíbewahren!. Retain warning instructions!. Gardez les indications d'avertissement!. Aanwijzingen bewaren!. Conserva I'indicazioni di awiso! ( ê cebr. FLEIscHMANN GMBH & co. KG \ \ D-9O9NURNBERG V - 1SV::: (LocoNet)

Inhoud 1. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 3.1 3.2 ee 3.4 4. 4.1 4.2 c. l t-z Algemeen In gebruik nemen Het aansluiten van de TWIN-BOOSTER Het aansluiten van de trafo, modelbaan en TWIN-CENTER Het aansluiten van meerdere boosters Het aansluiten van een DCC-centrale Keuze van de bedrijfs-mogelijgheden Booster Beschrijving Aansluitkeuze voor het stuursignal Spanning op de modelspoorweg Bedrilf via de DCC-ingang zonder terugmelding aan de centrale Keerlusautomaat Aansluiten Het inschakelen van de keerlusautomaat DCG-Remgenerator Beschrijving Aansluiten van de remtraject 24 24 i i í. Algemeen Een TWIN-CENTER kan een maximale stroom van 3A aan de aangesloten modelbaan leveren, voor locs, wagens met interieurverlichting, magneetartikelen enz. Als de vermogensgrens is bereikt schakelt het TWIN-CENTER automatisch, thermisch uit. Dit is dus het geval bij een stroomverbruik groter dan 3 A. De modelbaan moet dan in meerdere apade, elekrische circuits worden onderverdeeld. Het eerste circuit wordt dan door het TWIN-CENTER van stroom en digitale informatie voorzien, alle andere circuits krijgen via boosters stroom. Deze boosters krijgen hun vermogen van hun eigen trafo's. Dit vermogen wordt in de booster met de digitale informatie van het TWIN-CENTER gecombineerd en in dezelfde vorm als bij het TWIN-CENTER naar de rails geleidt. Omdat het TWIN-CENTER meerdere digitale talen beheerst, moet de booster dit ook kunnen. Aan deze eis voldoet de TWIN-BOOSTER. Hij levert net als het TWIN-CENTER tot 3 A stroom aan het aangesloten circuit en is tevens kortsluit beveiligd. Verder bevat de booster een apart inschakelbare keerslus-automaat en is omschakelbaar voor het bedrijí als NMRA compatibele DCC remgeneíator. 2. In gebruik nemen Hierna worden de aansluitingen van de TWIN- BOOSTER beschreven en vooral waar bij het aansluiten van de diverse apparaten op gelet dient te worden. 2.1 Het aansluiten van de TWIN-BOOSTER 3 S-polige steekbus: verbinding met volgende booster of centrale 4 3-polige steekbus verbinding met DCC-centrale 5 4-pol. D P-switch: instelling bedrijíswaarden Voor het aansluiten van trafo. rails. keerlus en DOC-centrale worden er bij de booster twee klemstekkers meegeleverd. Door met een kleine schroevendraaier (2 mm breed) de klemmen in de bovenste opening van de stekker iets in te drukken worden deze geopend. De draden met het blanke einde naar voren in de klemstekker duwen. Door de schroevendraaier nu los te laten worden de draden vastgezet en ontstaat er een goed contact. Als alle draden zijn aangesloten wordt de stekker in de TWIN-BOOSTER gestoken. 2.2 Het aansluiten van trafo, modelbaan en TWIN-CENTER Het aansluiten van de trafo..rails en keerlus geschiedt met behulp van de 6-polige klemstekker in bus 1. De volgende foto toont de volgorder van de gekleurde draden in de klemstekker. Keerlus Railaansluitino 5.4 Keuze van de bedrijfswijze Remgenerator zonder verbinding met de centrale Keuze van de aansluitbussen voor het kortsluitsignaa Foutmeldingen 7. Technische speciíicaties 28 1 6-polige steekbus: trafo, modelbaan, keelus 2 S-polige steekbus: verbinding met volgende booster of centrale 1 Keerlus (violet) 2 Keerlus (violet-wit) 1456

, 3 Digitalespanningrailaansluiting rechterrailstaaf (violet-wit) 4 Digitalespanningrailaansluiting linkerrailstaaf (violet) 5 Massavan de wisselspanningvan de trafo (zwart) 6 Wisselspanningvan de trafo (geel) BELANGRIJK Let er op dat het aansluiten van de trafo via de klemmen 5 en 6 geschiedt. Het aansluiten van de trafo op de andere klemmen leidt tot beschadiging van het TWIN.CENTER. Trafo De optimale transíormator voor het storingsvrij functioneren van een TWIN-BOOSTERis de FLEISCHMANNtrafo 6812.Deze levert een vermogen van T2VAbii een spanningvan 18V. De spanningvan de trafo wordt d.m.v. de klemmen 5 (zwart) en 6 (geel)van de 6-poligê klemstekkerop bus 1 aangesloten. BELANGRIJK Houd er s.v.p- rekening mee dat u bij een stroomverbruik van meer dan 3 A de modelspoorweg in meerdere stroomkringen moet verdelen. Zie ook punt 1 "Algemeen". In dit geval moeten beide railstaven elektisch van elkaar gescheiden worden, d.w.z. de ene stroomkring moet elektrisch volledig van de andere worden gescheiden. TWIN-CENTER De elektrischeverbindingvan het TWIN-CENTER met de TWIN-BOOSTERgeschiedt met de bij de booster meegeleverdeplatte kabel. Aansluitbus 2 van de TWIN-BOOSTERwordt met bus 2 van het TWIN-CENTERverbonden..::::::::::::::t::-. Hierbij dient de stekker zo geplaatst te worden dat de kabel bii het TWIN-CENTERen de TWINBOOSTERaan de bovenziideuit de stekker komt. 2.3 Het aansluiten van meerdere boosters Op de aansluitbus3 van de TWIN-BOOSTER kunnen meerdere booster worden aangesloten. -111:l TIP Hoe verder een loc van het aansluitpunt waar de stroom op de rails komt is verwijderd, des te langzamer rijdt deze loc bij grotere modelbanen met lange trajecten zijn spanningsverliezen onvermijdelijk. Daarom is het aan te raden de stroom op meerdere plaatsen aan te sluiten. Hiertoe kan een speciale voeding met behulp van de kabel 6982 als ingleiding worden aangelegd. Vanaf deze ringleiding wordt om de drie meter een elektrische verbinding met de rails gemaakt. Let daarbij op de gelijke polariteit van de railaansluitingen. 1 C= signaal+ 2 D= 5igns313 E= kortsluitmeldingkabel 3 2.5 Keuze van de bedrijfsmogeliikheden Met behulp van D P-switch 5 worden de verschillende bedrijfsmogelijkheden van het apparaat ingesteld. De modelspoorweg De modelspoorweg wordt d.m.v.de klemmen 3 en 4 van de.1 klemstekkerop bus aangesloten. zijn bereik een kortsluiting vaststelt, dan geeft hij verbonden.de D P-switchaan de achterzijdevan dat via de klem 3 van de 3-polige klemstekker het apparaat dient aíhankelijkvan deze keuze aan de koésluitmelding-ingang van de DCC-cen- ingesteldte worden. trale door. (Deze ingang wordt bij verschillende DCC-centralesmet C aangeduid). Hierbij dient de stekker zo geplaatst te worden dat de kabel bij beide TWIN-BOOSTERSaan de bovenzijde uit de stekker komt. 2.4 Het aansluiten op een DCCcentrale De DOC-commandoklemmen (deze worden bij verschillende DOC-centrales C en D genoemd) worden op de klemmen 1 en 2 van de 3-polige klemstekker aangesloten. Deze stekker wordt in bus 4 van de TWIN-BOOSTERgesstoken. Verder beschikt de TWIN-BOOSTERover een kortsluitmelding-kabel.wanneerde TWIN-BOOSTERin 1 Omschakelingvan de ingangvan het TWINCENTERop DCC (hoofdstuk 3) 2 Remgeneratorbedrijf(hoofdstuk 5) 3 Keerlusautomatiek(hoofdstuk 4) 4 Begrenzingvan de uitgangsspanning(hooíd stuk 3) 3. Booster 3.1 Beschrijving De TWIN-BOOSTERheeft een uitgangsspanning van maximaal 3A (Ampère).De uitgang is kortsluit beveiligd. De TWIN-BOOSTERkan samen met verschillende digitalecentralesingesteldworden. In combinatie met het TWIN-CENTERstuurt hij FMZ en DCC signalennaar de rails. Samen met een DDO-centralestuurt hii de signalen, die deze centrales uitzenden. 3,2 Aansluitkeuze voor het stuursignaal De TWIN-BOOSTERkan zijn stuursignalen van een TWIN-CENTERof een DCC-centrale krijgen. Afhankelijkvan het formaat worden deze centrales via verschillendeaansluitingenmet de booster rffiry,-@u-'= Schakelaarnr.-> 1 2 3 4 Schakelaar1 UIT als het apparaatvia bus 2 met het TWIN-CENTERis verbonden. Schakelaar 1 AAN als het apparaat via bus 4 met een DCC-centraleis verbonden. 3.3 Spanning op de modelspoorweg Hiermee kan de spanning op de baan tot 18V worden begrensd.mogelijkeinstellingen:ho-bedrijf zonder spanningsbegrenzing of bij N-bedrijf met spanningsbegrenzing tot 18V. Instellingaf fabriek:h0-bedrijf. Spanning bij H0-bedrijf De uitgangsspanningwordt niet geregeld en bedraagt afhankelijkvan de belastingmaximaal 24 V topspanningbij een ingangswisselspanning ván de trafo van 18V. Deze instellingis aan te bevelenvoor H0 en alle groterespoorwijdtes. Schakelaar4 UIT - geen begrenzingvan de uitgangsspannrng Spanning bij N-bedrijf De uitgangsspanningwordt tot maximaal 18V begrensd. Schakelaar4 AAN - begrenzingvan de uitgangsspanningtot een maximalewaardevan 18V. Bij het gebruik van de ontvanger voor magneetaftikelen 6850 moet de spanning op H0-bedijf zijn ingesteld. 3.4 Bedrijf via de DOO-ingang zonder terugmelding aan de centrale Wanneer een bepaald traject door een TWINBOOSTERvan stroom wordt vooaien, zonder de

..::, mogeliikheden van de kortsluitherkenningen kortsluitmeldingte gebruiken,dan moeten alleen de C en D draden met de DCC-centraleworden verbonden, de E-draad wordt niet aangesloten (zieaansluitenvan een DCC-centrale). In geval van kortsluitingschakelt de booster de railspanninguit. Na ca. 10 seconden wordt de railspanningautomatischweer ingeschakeld.als de kortsluitingdan nog niet is verholpenschakelt de boosteropnieuwca. 10 secondenuit. :',:.1';:,:...;,.:..,i... ::...:.,,,::::: spanning via een en dezelfde booster krijgen! Dit houdt in dat de rails die direct met de gei'soleerde keerlus zijn verbonden hun stroom via dezelfde booster moeten krijgen als waaffnee de keerlus is verbonden. 5.2 Aansluiten van het remtraject 4.2 Het inschakelen van de keerlusautomaat Om de TWIN-BOOSTERals de booster met keeílusautomaatte laten Íunctionerenmoet de DIPswitch aan de achterzijde van het apparaat als volgt worden ingesteld. 4. Keerlusautomaat 4.1 Aansluiten Het bouwen van een keerlusleidt onvermijdeliik trajectendoor dit railfiguur- zondergei'soleerde tot een kortsluiting.de boosterschakeltuit. De kortsluitingwordt verhinderdals de keerlus aan beide zijden van de het traject wordt gei'soleerd. Deze geisoleerde keerlus wordt op de klemmen 1 en 2 van stekker 1 van de TWINBOOSTER aangesloten. Er kunnen meerdere keerlussenworden aangesloten,er kan echter maar een keerlustegelijkertijdworden bereden. Railaansluitinq Andere"nomale" strmmkringen (boostergedeelten) ol ïwn-centêrsb@mking- Schakelaar3 AAN - om de keerlusautomaatin te schakelen. Tegelijkertijd moet de DCO-remgenerator (bij DCC) uitgeschakeldzijn: Schakelaar2 UlT. BEIANGRIJK Voor de juiste werking van de keerlus moet de DCC-remgenerator van de TWIN- BOOSTER u itgeschakeld zijn. Omdat de keerlusautomaat wordt gestuurd door de loc over de geilsoleerde stukken te laten rijden, moeten de rails zo dicht mogelijk bij deze geisoleerde plaatsen /'net de keerlusuitgang resp. met de normale uitgang van de TWIN-BOOSIEF worden verbonden. 5. DGG-Remgenerator )'. 5.í Beschrijving Zoals in de schets aangegeven,wordt het keer- Als DCC-remgeneratorzorgt de TWIN-BOOSTER lustrajectop de klemmen1 en 2 en het normale er voor, dat de locomotieven met digitale DCCtraiect op de klemmen 3 (violet-wit) en 4 (violet) decoders met de vooraf ingestelde remvertraging stoppen. In deze bedrijfswijze genereert de aangesloten TWIN-BOOSTERzelf de overeenkomstige remcommando's voor locs met DOC-decoders oí HEEL BELANGRIJK TW N-decoders. Voor locs met FMZ-decoders Het keerlustraject moet absoluut worden geen commando's uitgezonden, noch beide zijden geisoleerd ziin! rem- noch rijcommando's. Keerlusgedeelten en aangrenzende "normale" boostergedeelten moeten hun De remgeneratorbewaakt ieder remtrajecl. Zodra een trein zich volledig in het remtraject bevindt, wordt de voeding in dit traject door het TWINCENTERresp. door de TWIN-BOOSTERop de DCC-remgenerator omgeschakeld. Om de locomotievenmet DCC-decoders/TWINdecoders automatisch te laten afremmen wordt een remtraject ingericht, dat aan alle kanten van de overige sporen is ger'soleerd. Dit traject wordt via een 2-polig omschakelrelais (6955)voor de remwerking rhet de TWIN-BOOSTER als DCC-remgeneÍator of voor het rilden met het TWIN-CENTERresp. een anderetwinboosterverbonden. Bij het tijdstip van omschakelen van het relais moet de trein zich volledig in het remtrajectbevinden. 5.3 Keuze van dê bedrijfswijze Voor het bedrijf van de TWIN-BOOSTER als DCC-remgenerator moêt de D P-switch aan de achterzijde van het apparaat als volgt worden ingesteld: Remgeneratorbedrijf inschakelen: schakelaar2 AAN. Hierbij moet de keerlusautomaat uitgeschakeld ziin: schakelaar3 UlT. 5.4 Remgeneratorzonder verbindingmet de centrale door deze uitgeschakeldworden. Er wordt ook geen kortsluitinformatie naar het TWIN-CENTER gestuurd. 5.5 Keuze van de aansluitbussen voor het kortsluitsignaal Als u de kortsluitinformatie wilt ontvangenmoet u de DCC-booster.zoals in hoofdstuk 2 beschreven op het TWIN-CENTER,DCC-booster of DCC-centraleaansluiten. Nu kan de TWIN-BOOSTER ook als DCC-remgeneratorvia het TWIN-CENTER of de DCC-centrale geschakeldworden.hiervooris een verbinding met het TWIN-CENTERoÍ de DCC-centraleaan te raden. De TWIN-BOOSTER als DCO-remgenerator dient hiervoor of met hèt TWIN-CENTERof met een anderetwin-booster of met een DCC-centrale door middel van kabelsmet elkaarverbonden te worden. Met behulp van de D P-switchesaan de achterzijdevan het apparaat kunt u instellen met welk apparaatde TWIN-BOOSTERals remgeneratoris verbonden. Schakelaar1 UIT - als het apparaatvia de bus 2 met een TWIN-CENTER(of TWIN-BOOSTER)is verbonden. Schakelaar1 AAN - als het apparaatvia de bus 4 met een TWIN-CENTERis verbonden. 6. Foutmeldingen De TWIN-BOOSTERmeldt storingen door het afwisselendknipperenvan de rode en de groene LED. Als DCC-remgenerator werkt de TWIN-BOOS- Groene LED aan - rode LED uit TER volkomen zelfstandig,d.w.z. hij heeft geen Normalebedrijfstoestand, railspanningingeschaverbindingmet het TWIN-CENTER, TWIN-BOOS- keld, "go"-toets ingedrukt. TER of DCC-centralenodig. Rode LED aan - groene LED uit De TWIN-BOOSTERschakelt in geval van kort- Railspanningdoor de centraleuitgeschakeld, sluiting op het remtraject ca. 10 seconden de rail- "stop"-toetsingedrukt. spanninguit. Daarnawordt de railspanningautomatisch weer ingeschakeld. Als de kortsluiting Groene LED uit - rode LED knippert dan nog niet is verholpen schakelt de booster Kortsluitingop de rails. opnieuw ca. 10 seconden uit. Het remtraject kan zonder aansluitingop het TWIN-CENTERniet

Raum ftir lhre Notizen LED's knipperen wisselend 1x rood, 1x groen Oververhitting, railspanning wordt uitgeschakeld. LED's knipperen wisselend 1x rood, 2x groen Geen ingangsignaal aan de TWIN-BOOSTER Ingang. LED'S knipperen wisselend 1x rood, 3x groen Tijdens het inschakelen bevindt zich een vreemde spanning op de lailuitgang. 7. Technische specificaties Maximaal toegelaten ingangsspanning 18 V wisselspanning. Maximale stroombelasting 3 A door de railtrajecten. Alle uitgangen zijn tegen kortsluiting beveiligd. AÍmetingen '180 x 136 x 80 mm. 28 29