Examen VMBO-GL en TL 2013



Vergelijkbare documenten
Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2013

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Rekenen aan reacties (de mol)

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. ijzeroxide 1 III 1

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

T8: Zoutoplossingen en Zuren en Basen

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 8

Oefenopgaven CHEMISCHE INDUSTRIE

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Het smelten van tin is géén reactie.

Antwoorden. 3 Leg uit dat er in het zout twee soorten ijzerionen aanwezig moeten zijn.

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

ßCalciumChloride oplossing

Stoffen en Reacties 2

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2005

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Examen VMBO-GL en TL 2006

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

Eindexamen natuurkunde/scheikunde 2 vmbo gl/tl II

Examen HAVO. scheikunde. tijdvak 1 dinsdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

1) Stoffen, moleculen en atomen

natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL

In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

Eindexamen vmbo gl/tl nask I

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

5 Formules en reactievergelijkingen

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

5-1 Moleculen en atomen

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Samenvatting: Scheikunde H4 Reacties met zoutoplossingen. Don van Baar Murmelliusgymnasium Leerjaar

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Examen VMBO-GL en TL 2005

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

-Q) e::::s. .c e ~.- Q)

3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL

Examen VMBO-GL en TL. natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL. tijdvak 1 maandag 11 mei uur

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

Hoofdstuk 3: Water, zuren en basen

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

H7 werken met stoffen

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Het is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2015

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2012

Eindexamen havo scheikunde pilot I

5 Water, het begrip ph

natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL

Examen VWO. scheikunde 1,2. tijdvak 1 dinsdag 26 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

7,2. Samenvatting door P woorden 3 maart keer beoordeeld. Samenvatting. Scheikunde. hoofdstuk 1 1.1

Vorming van niet-metaaloxiden

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2006

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Kleinschalige chloorproductie (ce)

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010

Wet van Behoud van Massa

natuur- en scheikunde 2 GL en TL

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

2oOO. -Cl) "'C > Beroeps. - Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. :::- Onderwijs. ..c "'C. ::l. Voorbereidend. Tijdvak 1. Middelbaar ca.

Examen VMBO-GL en TL. natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 19 juni uur

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019)

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Transcriptie:

Examen VMBO-GL en TL 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur natuur- en scheikunde 2 CSE GL en TL Gebruik zo nodig het informatieboek Binas vmbo kgt. Dit examen bestaat uit 47 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 67 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. GT-0174-a-13-2-o

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Open vragen Geef niet méér antwoorden dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd, geef er dan twee en niet méér. Alleen de eerste twee redenen kunnen punten opleveren. Vermeld altijd de berekening, als een berekening gevraagd wordt. Als een gedeelte van de berekening goed is, kan dat punten opleveren. Een goede uitkomst zonder berekening levert geen punten op. Geef de uitkomst van een berekening ook altijd met de juiste eenheid. GT-0174-a-13-2-o 2 / 15 lees verder

elderheid in bruin drinkwater 1 2 3 4 5 6 7 et Friese drinkwater is op sommige plaatsen helder, maar lichtbruin gekleurd. De kleur wordt onder meer veroorzaakt door (ongevaarlijke) humuszuren in het water, dat opgepompt wordt uit de veenrijke grond. et drinkwaterbedrijf Vitens heeft een techniek ontwikkeld om het water te ontkleuren. Men laat het opgepompte water door een ionenwisselaar stromen. ierdoor wisselen de ionen die de kleur veroorzaken met de chloride ionen van de ionenwisselaar. Zo wordt het drinkwater ontkleurd. 1p 1 Welk soort water gebruikt Vitens voor zijn drinkwater? A grondwater B oppervlaktewater C regenwater D zeewater 1p 2 Welk soort mengsel is het gekleurde drinkwater (regels 1 en 2)? A emulsie B oplossing C suspensie 2p 3 Leg uit of de ionen die de lichtbruine kleur veroorzaken, een positieve of een negatieve lading hebben. Sommige kleurstoffen kunnen door waterleidingbedrijven uit het water worden verwijderd met 'actieve kool'. ierbij wordt een vat gevuld met korrels actieve koolstof. et (gekleurde) water wordt er van bovenaf opgegoten, en komt er aan de onderkant kleurloos uit. 1p 4 Wat is de naam van de scheidingsmethode waarbij de kleurstof verwijderd wordt door actieve koolstof? A adsorptie B bezinken C destillatie D extractie GT-0174-a-13-2-o 3 / 15 lees verder

Frisdrank en gebitsslijtage Frisdranken bevatten vaak fosforzuur, citroenzuur en/of koolzuur. Tandartsen geven aan dat dranken met een p lager dan 5,5 het gebit ernstig kunnen aantasten. Bij langdurig gebruik kunnen gaten in kiezen en tanden ontstaan. In onderstaande tabel staan de p en de aantasting van het gebit voor een aantal frisdranken aangegeven. oe meer + tekens er staan, hoe sterker het gebit door de frisdrank wordt aangetast. frisdrank p aantasting Coca-Cola 2,6 ++ Ice Tea 3,0 +++++ Isostar 3,8 ++ Orangina 3,2 +++ Pepsi Light 3,1 ++ Schweppes 2,5 +++ Red Bull 3,4 +++++ naar: Preventie van erosieve gebitsslijtage 2p 5 Loes stelt vast: ''oe lager de p van de drank, hoe groter de aantasting.'' Leg aan de hand van de tabel uit of Loes gelijk heeft. 1p 6 Fosforzuur kan worden gevormd uit + 3 deeltjes en PO 4 deeltjes. Wat is de formule van fosforzuur? A PO 4 B 2 PO 4 C 3 PO 4 D 4 PO 4 2p 7 Loes heeft een kleurloze frisdrank. Ze wil weten of deze frisdrank schadelijk is voor haar tanden. Om dat te bepalen doet ze een paar druppels fenolrood in een glas frisdrank. et mengsel wordt geel. Leg uit of de p van deze frisdrank volgens de tandartsen schadelijk is voor de tanden. 3p 8 Speeksel bevat CO 3 ionen. Deze base kan met het zuur uit een frisdrank reageren, maar deze reactie gaat niet erg snel. Geef de vergelijking van de reactie van + met CO 3. Geef ook de toestandsaanduidingen. 2p 9 Frisdrank bevat vaak suikers, zoals glucose. Deze suikers versterken de aantasting van het gebit. Glucose wordt in de mond omgezet tot uitsluitend melkzuur (C 3 6 O 3 ). ierbij is glucose de enige beginstof. Geef de vergelijking van deze omzetting. GT-0174-a-13-2-o 4 / 15 lees verder

Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de invloed van frisdrank op speeksel. Aan 1 ml speeksel werd telkens een hoeveelheid frisdrank toegevoegd. Vervolgens werd de p van het mengsel gemeten. In onderstaand diagram staan de meetwaarden. p 8 6 Legenda: Spa-rood Cola 4 2 0 0 1 2 3 4 5 aantal ml drank toegevoegd naar: Nederlands Tijdschrift Tandheelkunde 1p 10 Uit de grafiek hierboven is de p van speeksel af te leiden. Wat is de p van speeksel? Geef het antwoord in één decimaal. 1p 11 Leg uit waarom de p daalt naarmate er meer frisdrank is toegevoegd. 1p 12 Drinken van leidingwater, na gebruik van een frisdrank, helpt tegen aantasting van het gebit. De restjes frisdrank zullen weggespoeld worden uit de mond en de p van het speeksel gaat weer omhoog. Geef aan waarom effectiever gespoeld kan worden met leidingwater dan met koolzuurhoudend mineraalwater. 1p 13 De manier waarop een drank wordt gedronken, heeft invloed op de gebitsslijtage. In een informatieblad voor tandartsen staat dat nippen, spoelen en gorgelen slecht is voor het gebit. Geef aan waarom het beter is voor het gebit om frisdrank snel op te drinken. GT-0174-a-13-2-o 5 / 15 lees verder

Koper Bij verhitting kan een koperen voorwerp zwart worden. et koper reageert met zuurstof uit de lucht, waardoor een laagje CuO ontstaat. 2p 14 Welke van onderstaande begrippen passen bij CuO? Neem de tabel over en kruis aan. moleculaire stof ontleedbare stof zout zuivere stof ja nee Stefan verhit een hoeveelheid koperpoeder in een buis, terwijl hij voortdurend lucht door de buis leidt. Al het koper reageert met zuurstof uit de lucht. ierbij ontstaat CuO. lucht koper Voor en na de proef bepaalt Stefan de volgende massa's: massa buis : 35,1 gram massa buis met koperpoeder : 35,9 gram massa buis met koperoxide : 36,1 gram Vervolgens berekent hij in welke massaverhouding koper en zuurstof met elkaar reageren. Stefan gebruikt hiervoor de wet van massabehoud. 3p 15 Met bovenstaande massa's kan berekend worden in welke massaverhouding koper en zuurstof met elkaar hebben gereageerd. Geef de berekening en noteer de uitkomst als koper : zuurstof = : 1. 2p 16 Leg uit dat zuurstof in overmaat aanwezig was bij de proef van Stefan. GT-0174-a-13-2-o 6 / 15 lees verder

2p 17 Bij de proef vindt een verbranding plaats. Dit betekent dat aan de drie verbrandingsvoorwaarden is voldaan. Neem onderstaande tabel over en vul deze aan. verbrandingsvoorwaarde: zuurstof is aan voldaan door: lucht(toevoer) et kan voorkomen dat onder het CuO nog een ander oxide is gevormd. Deze stof heeft de formule Cu 2 O. 2p 18 Bereken het massapercentage koper in Cu 2 O. 2p 19 Geef de vergelijking van de reactie van koper met zuurstof waarbij Cu 2 O ontstaat. GT-0174-a-13-2-o 7 / 15 lees verder

Snoep geeft energie In het boek 'Show de chemie' staan experimenten beschreven. Eén daarvan is een demonstratieproef met een snoepje dat voornamelijk uit suiker bestaat: een tumtum. De proef heet: 'Snoep geeft energie'. De uitvoering staat hieronder verkort weergegeven: Zet in de zuurkast een statief met reageerbuisklem klaar. Doe 13 g kaliumchloraat in een hardglazen reageerbuis. Verhit de reageerbuis in de reageerbuisklem tot het kaliumchloraat is gesmolten. Verwijder de brander. Laat met een pincet een half tumtummetje in de reageerbuis glijden. naar: Show de chemie 1p 20 Suiker is een triviale naam. Wat is volgens Binas de rationele naam van suiker? A fructose B glucose C maltose D sacharose 1p 21 Welke faseovergang hoort bij het smelten van kaliumchloraat? A (aq) (l) B (l) (s) C (s) (aq) D (s) (l) 1p 22 Kaliumchloraat is een gevaarlijke stof. Op het etiket van de pot moeten volgens de chemiekaart van de stof onderstaande pictogrammen staan: Wat betekenen deze pictogrammen? A ontvlambaar, giftig en gezondheidsgevaarlijk B ontvlambaar, schadelijk en gevaarlijk voor waterrijk milieu C oxiderend, giftig en gezondheidsgevaarlijk D oxiderend, schadelijk en gevaarlijk voor waterrijk milieu GT-0174-a-13-2-o 8 / 15 lees verder

1p 23 Met de luchttoevoer van een brander kan de kleur van de vlam worden geregeld. Welke kleur heeft de vlam wanneer de luchttoevoer dicht is? A blauw B geel C kleurloos Direct nadat het snoepje in de buis wordt gedaan ontstaat een roze-violet vuur dat heftig en luidruchtig spettert. Ook ontstaat een dikke witte rook die de buis wordt uitgeblazen. Eén van de reacties die plaatsvindt is hieronder onvolledig weergegeven. Vier coëfficiënten ontbreken. C 12 22 O 11 (s) + KClO 3 (l) CO 2 (g) + 2 O (g) + KCl (s) 2p 24 Neem de reactievergelijking over en vul de vier ontbrekende coëfficiënten in. 1p 25 Geef de naam van de vaste stof die bij deze reactie ontstaat. 1p 26 Uit de reactievergelijking kan een oorzaak worden afgeleid waardoor de rook uit de buis wordt geblazen. Welke oorzaak is dat? 1p 27 Deze proef kan ook uitgevoerd worden met natriumchloraat. Welke kleur zal het vuur dan hebben? A helderblauw B geel C groen D steenrood GT-0174-a-13-2-o 9 / 15 lees verder

Airconditioning 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Voor het verdampen van een vloeistof is energie (warmte) nodig. Een 'airco' (airconditioning) maakt hiervan gebruik om te koelen. Een airco is een gesloten systeem van buizen met een verdamper, een compressor en een condensor. De verdamper bevindt zich in een kamer, de compressor en de condensor zijn buiten het huis geplaatst. De airco is gevuld met een 'koudemiddel'. In de verdamper verdampt het vloeibare koudemiddel. ierdoor wordt de verdamper koud en koelt de lucht eromheen af. Een ventilator blaast de koude lucht verder de kamer in, waardoor de ruimte koel wordt. Buiten perst de compressor het gas weer samen. In de condensor wordt het gas omgezet tot een vloeistof. De condensor wordt hierbij warm. De warmte wordt afgegeven aan de buitenlucht. Legenda: gas vloeistof buiten binnen ventilator compressor condensor koude lucht verdamper muur 2p 28 Vindt in de airco een chemische reactie plaats? Licht je antwoord toe. 1p 29 In de verdamper daalt de temperatuur van het koudemiddel tot 51,8 ºC. De kamertemperatuur is 21,0 ºC. Wat is het verschil in temperatuur tussen het koudemiddel en de lucht in de kamer? A 29,2 ºC B 30,8 ºC C 72,8 ºC 2p 30 Op de buitenkant van de verdamper verschijnen vaak waterdruppels. Geef een verklaring voor het ontstaan van deze waterdruppels. GT-0174-a-13-2-o 10 / 15 lees verder

Door de buizen van de airco stroomt het koudemiddel rond. In de tekening hieronder geven X en Y twee verschillende stroomrichtingen weer. De gedeelten I en II hebben een even groot volume. Legenda: gas vloeistof buiten I X binnen Y ventilator compressor condensor koude lucht verdamper II muur 1p 31 Wat is de stroomrichting van het koudemiddel en in welk gedeelte zitten de meeste moleculen? stroomrichting meeste moleculen A X I B X II C Y I D Y II 1p 32 Als koudemiddel kan difluormethaan worden gebruikt. De moleculen van deze stof bevatten onder andere fluoratomen. Welke van onderstaande tekeningen geeft een molecuul van de stof difluormethaan weer? C C F I II III IV F C F F F C F A B C D tekening I tekening II tekening III tekening IV 1p 33 Vroeger werden cfk's gebruikt als koudemiddel. Tegenwoordig mag dat niet meer, omdat deze stoffen slecht zijn voor het milieu. Welk negatief milieueffect hebben cfk's? A aantasting van de ozonlaag B luchtverontreiniging C versterking van het broeikaseffect D zure regen GT-0174-a-13-2-o 11 / 15 lees verder

Rode modder In 2010 brak in ongarije een dam door van een afvalreservoir van een aluminiumfabriek. et reservoir bevatte afval dat ontstaat bij de verwerking van bauxiet (aluminiumerts). Een miljoen kubieke meter afval overspoelde de omgeving. et afval, dat giftige metalen bevat, wordt ook wel 'rode modder' genoemd. De NOS-Radio interviewde naar aanleiding van deze ramp een deskundige van de Technische Universiteit Delft. In deze opgave staat een aantal fragmenten uit dit interview. fragment 1 Interviewer: "Wat is dit voor troep, deze rode modder?" Deskundige: "Bij de aluminiumproductie wordt gewerkt met bauxiet. Deze bauxiet wordt gemengd met natronloog. Zo wordt het aluminium uit het bauxiet gehaald. Wat overblijft is deze troep." 1p 34 De rode kleur van de modder wordt veroorzaakt door een verbinding met de naam ijzer(iii)oxide. Wat is de formule van ijzer(iii)oxide? A FeO 3 B Fe 2 O 3 C Fe 3 O D Fe 3 O 2 1p 35 Geef de notatie van natronloog. Bauxiet bestaat voor een groot deel uit aluminiumoxide (Al 2 O 3 ). Dit aluminiumoxide wordt met warm natronloog uit het bauxiet gehaald. De rest van het bauxiet wordt als rode modder afgevoerd. Uit het aluminiumoxide wordt vervolgens met behulp van elektrolyse aluminium geproduceerd. 1p 36 Welk soort proces is elektrolyse? A mengen B ontleden C scheiden D verbranden 3p 37 Bereken hoeveel ton aluminium kan worden gevormd uit 5,0 ton aluminiumoxide (1 ton = 10 3 kg). 1p 38 De aluminiumdeeltjes in aluminiumoxide verschillen van die in het geproduceerde aluminium. et aluminiumoxide bevat Al 3+ deeltjes. Geef de notatie van de deeltjes in het geproduceerde aluminium. GT-0174-a-13-2-o 12 / 15 lees verder

fragment 2 Deskundige: "Deze troep is heel erg basisch." Interviewer: "Zuur dus, bijtend en zuur." Deskundige: "Nee niet zuur, juist het omgekeerde, basisch." Interviewer: "Oh." 2p 39 De interviewer verwart eigenschappen van zure en basische oplossingen. Leg het verschil uit tussen basische en zure oplossingen aan de hand van het begrip p. fragment 3 Interviewer: "et slib verspreidt zich ook in de rivieren, nu lezen wij dat er tonnen gips in de rivieren zijn gegoten, dat lijkt me ook niet goed voor natuur en milieu?" Deskundige: "Nee, en ik snap ook niet precies waarom men dat gips gebruikt." Interviewer: "Ze zeggen dat het is om het slib te binden." 1p 40 Gips bestaat vooral uit calciumsulfaat. Geef de formule van calciumsulfaat. 1p 41 et gips zou de verspreiding van rode modder (het 'slib') tegengaan. Rode modder bevat onder andere zware metalen, zoals chroom en lood. Geef aan waarom lood zich beter niet kan verspreiden in de omgeving. GT-0174-a-13-2-o 13 / 15 lees verder

Chemie in een petrischaal Bij de proef 'Chemie in een petrischaal' worden ionen aangetrokken door een positieve of een negatieve elektrode. ierdoor verplaatsen de ionen. Als ionen met elkaar in contact komen, kunnen reacties verlopen. De proef wordt uitgevoerd in een petrischaal die is gevuld met een 'gel' (water met een verdikkingsmiddel). Aan deze gel is natriumnitraat toegevoegd, zodat de gel stroom geleidt. In de gel zijn twee gleufjes uitgesneden. Deze worden gevuld met: een oplossing van bariumjodide (gleufje I); een oplossing van kopersulfaat (gleufje II). In de gel zijn ook twee elektroden gestoken (+ en ), die worden aangesloten op een spanningsbron. Als de spanningsbron wordt aangezet, ontstaat na verloop van tijd een wit neerslag tussen de gleufjes. ieronder is het bovenaanzicht van de petrischaal, voor en na afloop van de proef, weergegeven. + I II neerslag + I II voor na 1p 42 et verdikkingsmiddel in de gel is 'agar-agar'. Deze stof wordt ook gebruikt in levensmiddelen. Wat is het E-nummer van deze stof? A E-322 B E-325 C E-406 D E-442 1p 43 Geef de formule van natriumnitraat. 1p 44 Welke ionen zorgen voor de blauwe kleur in gleufje II? A bariumionen B koperionen C nitraationen D sulfaationen GT-0174-a-13-2-o 14 / 15 lees verder

1p 45 In welke richting worden de jodide ionen getrokken? A van I naar + B van I naar II C van II naar D van II naar I 2p 46 Geef de vergelijking van de reactie waarbij het witte neerslag ontstaat. 1p 47 Wanneer de proef wordt herhaald in een petrischaal die is gevuld met gedestilleerd water (in plaats van met een gel), verloopt de proef anders. Er zullen dan andere waarnemingen worden gedaan. Geef zo'n andere waarneming. Bronvermelding Een opsomming van de in dit examen gebruikte bronnen, zoals teksten en afbeeldingen, is te vinden in het bij dit examen behorende correctievoorschrift, dat na afloop van het examen wordt gepubliceerd. einde GT-0174-a-13-2-o 15 / 15 lees verder