HANDLEIDING Voor hydraulische aggregaten



Vergelijkbare documenten
HANDLEIDING voor hydraulische aggregaten

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

GEBRUIKERSHANDLEIDING HYDRAPAK

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

Handleiding AZEZ. Type Eenheid

Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX ZFPX5220

Banden de- en montage machine

EcoAir 60. Gebruiksaanwijzing

TECHNISCHE HANDLEIDING

MONTAGEHANDLEIDING. Waarom de montagehandleiding volgen?

Ontstoffingstechniek & Productieoptimalisatie. Montage- & Gebruiksinstructies LD Luchtmessen

Handleiding Hogedrukpan VOS-13000

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Service handboek voor onderhoud van "Classic" hydraulische aggregaten.

ITE Vacuümpompen Gebruiksinstructie

Handboek van een vacuümunit type VHU-40-HE Type: VHU-3000-HE Gewicht: 145 kg

Bedrijfsvoorschriften

Voorkomen is beter dan genezen

Handleiding. van Trident Industrie Filter

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

HOLLE AS AXIAAL PLUNJERMOTOREN Met vaste opbrengst En regelbaar

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1,

GEBRUIKERSHANDLEIDING

INSTRUCTIEBOEKJE TP800P-TP800R-TP1200R. tuinpompen

GEBRUIKERSHANDLEIDING MOBIELE DIESELOLIETANK MET POMP TYPE FIELDMASTER

Heteluchtkanon HP18 / HP 30 / HP 45 RVS BEDRIJFSVOORSCHRIFTEN

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

Byzoo Sous Vide Hippo

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

OILTECH COOLERS TEMPERATUUR OPTIMALISERING. Met oliekoelers. Test! Thermometer in deze brochure

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

Technische Documentatie Geïntegreerde Vorkversteller

Professional Supplies BORDENWARMKAST. Modelnr.: * * * CaterChef 60

Bestnr SHURflo 8000 Industriële pomp

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie

Set met hydraulische motor TRX-16 of TRX-20 sleuvengraver

Gumax Terrasverwarmer

OFFLINE OIL CLEANER. TRIS Triple R Industrial Services Triple R Oil Cleaner.

Hydrauliek 1 AOC OOST Almelo Groot Obbink

BYPASS OIL CLEANER. TRIS Triple R Industrial Services Triple R Oil Cleaner.

5 Bediening van een koppeling

Door een krachtafnemer aangedreven hydraulische systemen

Documentatie. magneetventielen

Gebruikershandleiding.

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen

Gebruiksaanwijziging. SPEED 70 AUT Bestelnr

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Motor start niet. Startmotor defect Batterij leeg Elektrische aansluiting(en) defect. Startinrichting werkt niet

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

Gumax Terrasverwarmer

Werken met. De Clippeleir Machines Aankoppelen. Zorg bij het aankoppelen dat zich niemand tussen de tractor en de houtversnipperaar bevindt.

OLIEKOELERS OLIE/WATERKOELERS THERMOSTATEN BGB

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

Gebruikershandleiding

Motoro liën en oliefilter vervangen 2.0

LANCERING TURBOCHARGER MOUNTING KIT - THM50001

MS Semen Storage Pro

...een product van BEKA

Open vragen Technische Leergang Hydrauliek. Ing. R. van den Brink

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

Gebruikershandleiding.

Servicevoorschrift Pagina 1 van 6 NL S019-FLN S 6 DN eco Uitgave 08/2008 NEN 2559

Montagehandleiding. Watertool Mesafsluiter. Geschikt voor PE waterleidingen DN 90 DN 200. Kleiss/Mesafsluiter/ Pagina 1 van 5

Electrische Boiler. Installatie, gebruik en onderhoud TNC 10 TNC 15 TNC 30 TNC 50 TNC 80 TNC 80 H TNC 100 TNC 100 H TNC 150 TNC 150 H

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

OilSense On - site Olieanalyse

HUDSON REED NL ALGEMEN HANDLEIDING VOOR 2 & 3 GREEPS INBOUW THERMOSTATISCHE DOUCHEKRAAN

Bedrijfsvoorschrift. Luchtgekoelde Persluchtnakoelers RA-E. Elektrisch gedreven modellen: 10, 20, 30, 40, 65, 80, 120, 160, 200 en 250

Het ombouwen of aanbrengen van welke modificatie aan de ventilator dan ook is niet toegestaan.

Lichte inhaak arm (type CL) Geboute arm (type CB) Zware inhaak arm (type CH) Geklemde arm (type CP)

2Power opslagtank. Installatie instructies

Origineel vervangende onderdelen

Handleiding. AirQlean H luchtfiltersysteem voor montage aan het plafond

Waterpomp voor het pompen resp. aanzuigen van water uit een drukloze watervoorraad (reservoir, ondergrondse regenput, grondwater, sloot etc.

Verkorte installatie en opstart handleiding Denver Waterontharders

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

Gebruikershandleiding

WHIRLPOOL AKR643GY. Gebruiksaanwijzing

Gebruiksaanwijzing RTW100

Transcriptie:

HANDLEIDING Voor hydraulische aggregaten

2 Inhoudsopgave Waarschuwingen... 2 Het gebruik... 3 Algemeen... 3 Plaatsing van het aggregaat...3-5 Demontage van het aggregaat... 6 Transport... 6 Voorafgaand aan de ingebruikname... 6 Ingebruikname van het aggregaat... 6 Onderhoud... 7 Opslag... 7 Storingen en/of voorkomende problemen... 8 Berekening van de leidingdiameter... 9 WAARSCHUWINGEN Hydraulische olie kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid! Contact met de huid kan allergieën veroorzaken. Het inhaleren van oliedampen kan de longen ernstig beschadigen. Olie onder hoge werkdruk kan bij lekkage ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. De door de olieleverancier aangegeven gebruiksvoorschriften en waarschuwingen dienen gehanteerd en nageleefd te worden. Alle elektrische componenten zoals elektrische motoren, elektromagnetische kleppen en andere elektrische componenten dienen door gekwalificeerde elektriciens te worden uitgevoerd. Raadpleeg altijd het elektrische aansluitschema van de motor voordat deze wordt aangesloten.

3 HET GEBRUIK Deze pomp is ontworpen als hoofdaandrijving in het hydraulische systeem. Aangezien de hydraulische aggregaten een breed scala aan toepassingen hebben en het precieze gebruik en de locatie van het apparaat is niet altijd bekend bij de fabrikant, bevat deze handleiding enkel algemene informatie, ten behoeve van het optimaliseren en veilig stellen van uw systeem voor een optimale en stabiele werking en een maximale levensduur. ALGEMEEN Deze pomp unit is ontwikkeld met de bedoeling te worden gebruikt in een machine of systeem en mag alleen in gebruik worden genomen, wanneer de machine of installatie is gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de Machinerichtlijn 2006/42/EG. Het is de fabrikant van de machine of installatie, die ervoor moet zorgen dat het hydraulische aggregaat aan de eisen en normen voldoet, en, indien van toepassing, voldoet aan B en C normen van de Machinerichtlijn 2006/42/EG voor specifieke systemen. Daarnaast zal de normering ISO / DN / EN 4413 - Algemene regels en veiligheidseisen voor hydraulische systemen en de onderdelen ervan, moeten worden toegepast bij de montage en installatie van het hydraulische aggregaat. PLAATSING VAN HET AGGREGAAT Het aggregaat moet zodanig geplaatst worden dat alle componenten gemakkelijk bereikbaar zijn voor technisch personeel in verband met het periodiek inspecteren en onderhouden van de unit. De bereikbaarheid van de temperatuursensor, de drukmeter, de olieniveaupeilbuis, de vervuilings-indicator van het filter, de olievuldop, de olie aftapkogelafsluiter en de filters zijn erg belangrijk. Er moet de mogelijkheid zijn om olie af te tappen om deze te laten analyseren door een erkende onderneming op het gebied van filtratie. Het aggregaat moet zodanig op een stevige ondergrond geplaatst worden dat objecten de installatie niet kunnen beïnvloeden. Tevens dient de ruimte stofvrij te zijn en stabiel in temperatuur. Er moet ook voldoende ventilatie aanwezig zijn. De verbinding tussen eventuele vaste leidingen en het aggregaat dient te geschieden met hydraulische slangen, dit om geluidsoverlast in de leidingen te voorkomen. Ook is het raadzaam om het aggregaat op rubber voetjes te monteren. Alle montagevlakken moet vlak en schoon zijn, zodat alle aansluitingen op de juiste manier worden bevestiging. Dit alles om het risico van vervorming en storing te voorkomen. Bevestigingsbouten moeten worden aangedraaid met een momentsleutel. De minimale omgevingstemperatuur voor het gebruik en opslag van het aggregaat is: -10 C. De maximale omgevingstemperatuur voor het gebruik en opslag van het aggregaat is: 30 C. Het hydraulische aggregaat dient te worden geïnstalleerd op een vlakke ondergrond en op een manier dat het onderwerp aan de minimale en maximale temperatuurverschillen, koude- en warmtestraling en stoffige omgevingsfactoren. Er moet voldoende ventilatie zijn en er moeten regelingen getroffen worden m.b.t. het geluidsniveau van de leidingsystemen en machineonderdelen. Tevens moet er een lekbak of een andere oplossing aanwezig zijn om grotere lekkages uit de tank op te vangen. Direct gestuurde ventielen moeten op de juiste manier geplaatst worden. Door verticaal gemonteerde magneetspoelen kunnen de ventielen vertraagd reageren en gaan pendelen. Horizontale montage wordt daarom geadviseerd. De maximale afwijking van de stuurspanning is ± 10%. Drukventielen moeten verticaal gemonteerd worden met de bedieningskant omhoog of horizontaal. Heeft de drukinstelling invloed op de persoonlijke veiligheid of kan het aanpassen van de druk een gevaar vormen, dan moet de klep worden beveiligd tegen ongeoorloofde aanpassingen. Andere bediening- en regelcomponenten kunnen willekeurig gemonteerd worden.

4 Pompen en motoren moeten zodanig geassembleerd worden zodat zij voldoen aan de door de leverancier gestelde voorwaarden. Onderdruk in de aanzuigsectie en drukken in het systeem mogen niet de door de leverancier aangegeven maximale waarden overschrijden. Retouroliën moeten gelost worden onder het olieniveau in de tank en in die hoeveelheid dat de druk in het pomphuis beneden het toegestane niveau blijft. Gebruik waar mogelijk nieuwe slangen, koppelingen en ander leidingwerk. Gerbuik geen conischie fittingen en Loctite bij het instaleren van leiding. Zet leidingen zoveel mogelijk vast met de juiste montageklemmen, voorkom scherpe hoeken en bochten en houdt de leidingen zo kort mogelijk. Al het leidingwerk moet inwendig schoongemaakt worden voor ingebruikname. Gebruik geen fittingen met elastische pakkingen en wanneer metalen pakkingen (bijvoobeeld koperen) worden gebruikt, dan mogen deze niet eerder gebruikt zijn. Alle leidingen en fittingen moeten worden schoongemaakt voor het aansluiten. Daarbij moet de de lekolieleiding zodanig aangesloten zijn dat het pomphuis altijd gevuld blijft met olie. De montage van onderdelen op het aggregaat moet zodanig zijn dat ventielen en pomp niet beschadigen. Alle boutbevestigingen moeten met een momentsleutel vastgezet worden. Een plunjerpomp moet altijd eerst gevuld worden met olie voordat deze aangezet wordt. Leidingwerk moet door vakkundig personeel en volgens de daarvoor geldende voorwaarden worden geïnstalleerd. Het gehele leidingsysteem moet voldoen aan de gevraagde reinheidsklasse van het van de componenten in het hydraulische systeem. Na ingebruikname van de installatie mag er niet meer aan de leidingen gewerkt, gelast en gesoldeerd worden. Voor de berekening van buizen- en slangendiameters is het van belang de hoeveelheid olie die door de leiding te bepalen. Let hierbij vooral op de retourleiding bij het gebruik van cilinders. De volumestroom van de cilinders wordt vermenigvuldigd met de verhouding van de cilinder. Over het algemeen is de inhoud van de bodemzijde 1,5 tot 2 maal de hoeveelheid olie die de pomp oorspronkelijk levert. Let er bij het berekenen van leidingdiameter ook op of het gaat om een pers-, zuig-, of retourleiding. In de tabel op pagina 8 vind u berekening voor de juiste leidingdiameter.

5 Hydraulische olie. De levensduur van de installatie wordt meestal niet door de mechanische onderdelen bepaald maar door de olie die van verkeerde kwaliteit, van het verkeerde soort of vervuild is. De olie (geleverd door een erkende olieleverancier) moet afgestemd zijn op de technische specificatie van de onderdelen in de installatie. De olie moet constant gefilterd worden, op de juiste temperatuur zijn en er moet voldoende olie in de tank zitten. Bij het kiezen van de juiste olie is het belangrijk eerst de technische gegevens van dit aggregaat te lezen. Dit geeft onder andere informatie over de werktemperatuur van de olie. Over het algemeen is de pomp het meest gevoelig voor storingen bij een te hoge of te lage viscositeit. Benader bij vragen onze technische afdeling voor de juiste informatie. Deze olieviscositeit gegevens kunnen als volgt zijn: minimaal = 10 cst. (bij kort gebruik, warm); best = 25 cst. (bij constant gebruik); maximaal = 160 cst. (toelaatbare dikte van de olie bij maximaal gebruik); maximaal = 1600 cst. (dikke olie (start uitgesloten)). Voor de meeste hydraulische systemen geldt het volgende: - Viscositeit van de olie mag niet hoger zijn dan 1000 cst. (bij koude start) - Aanbevolen viscositeit van 25-50 cst. (bij continue gebruik) - Minimum temperatuur van de olie -10 C - Maximum temperatuur van olie 70 C Gebruik hydrauliekolie op minerale basis: type HL of beter, volgens de normering DIN 51524. Bij lage temperaturen, sterk wisselende temperaturen of bij buitengebruik, moet u het type HV gerbuiken. Om te voldoen aan bovengenoemde viscositeit moet de een keuze gemaakt worden uit onderstaande hydraulische olie en de daarbij aanbevolen temperatuur. Benader bij vragen onze technische afdeling voor de juiste informatie. ISO VG Olie temperatuur Min. Max. Aanbevolen temperatuur 15-40 C 15 C -5 C 15 C 22-25 C 35 C 18 C 35 C 32-15 C 45 C 30 C 45 C 46-8 C 55 C 35 C 55 C 68-5 C 65 C 45 C 65 C 100 5 C 75 C 55 C 75 C Wanneer de juiste hydraulische olie is geselecteerd, is het even belangrijk dat de reinheid van het systeem wordt nageleefd. Dit wordt bepaald door de normering ISO 4406, waarin wordt aangegeven het aantal vuildeeltjes groter 4 micron 6 micron 14micron in de olie wordt aangegeven. De zuiverheid wordt gecontroleerd, door het nemen van een monster en daarbij het tellen van de vuildeeltjes. De reinheid van de olie wordt bepaald door de componenten die worden gebruikt in het systeem. Het component met de slechtste reinheid (laagste waarde) is dus het componenten die daarmee de reinheid van het gehele systeem bepaald. De codes hieronder correleren met het absoluut aantal vuildeeltjes groter dan 4 micron, 6 micron en 14 micron volgens de tabel op blz. 9. Type Vereiste Reinheid ISO 4406 Tandwielpomp 19/17/14 Schottenpomp 18/16/13 Cilinders 20/18/15 Variable plunjerpump 17/15/12 CETOP 3/5 ventiel 19/17/14 Proportioneel ventiel 18/16/13

6 DEMONTAGE VAN HET AGGREGAAT Zorg bij aanvang van de werkzaamheden dat alle componenten drukloos zijn. Let er vooral op dat de druk van een accumulator aan de proceszijde weg is, indien deze in de installatie aanwezig is. Zorg dat olie van alle installatieonderdelen niet weg kan lopen, leeg het systeem of plug openingen af. TRANSPORT Leeg de olietank van het aggregaat voordat deze getransporteerd wordt. VOORAFGAAND AAN DE INGEBRUIKNAME Voordat de installatie in gebruik wordt genomen moet gecontroleerd worden: dat de tank en de leidingen schoon zijn voordat er olie wordt ingedaan (de installatie geheel spoelen met olie met een snelheid van 15 m/sec. wordt geadviseerd); dat alle componenten correct volgens de installatiegegevens zijn aangesloten; dat de juiste voorgeschreven olie wordt gebruikt volgens de Norm ISO 4406; dat het oliefilter voldoet aan de gestelde systeem-filtervoorwaarden; dat de draairichting van de elektromotor juist is. Rechtsom is standaard; dat de draairichting overeenkomstig is met de draairichting van de pomp. Let op dat uitlijning tussen de motor en de pomp correct is, deze kunnen door transport uit positie geraakt zijn dat de netaansluiting(spanning en fequentie) juist is; dat een eventuele accumulator onder voordruk staat met stikstof(n 2 ) op de juiste druk; dat alle hydrauliekcomponenten goed gevuld zijn met olie opdat inwendige smering overal plaats vindt; dat de aanzuig sectie geheel open is, alle afsluiters etc. moeten open staan; dat er voldoende afscherming is van de gehele installatie voordat het aggregaat wordt gestart zodat er geen risico ontstaat. INGEBRUIKNAME VAN HET AGGREGAAT Start het systeem op zonder procesbelasting. Stel de overdrukventielen in op de laagste druk, echter de voordrukinstelling van de accumulator en overige beveiligde voordrukinstellingen mogen niet veranderd worden. Controleer het systeem op losse verbindingen en lekkages en werk met een lage druk totdat alle lucht is verwijderd uit de olie. Vervolgens kan de tank worden bijgevuld, het verschil in olieniveau staat voor de hoeveelheid olie die in het systeem zit. Noteer de oliehoeveelheden, de drukken, de temperatuur, tijdsduur en andere informatie. Dit kan belangrijk zijn bij latere aanpassingen aan het systeem. Controleer na een korte gebruiksduur de installatie op smering, temperaturen, lekkages en voldoende circulatie van de olie. Dit alles mag niet boven de normale bedrijfswaarden komen. Zorg dat de drukken in het systeem gelijkmatig worden opgevoerd. Zet na het instellen vervolgens alle instellingen vast. Controleer na een korte ingebruikname de temperaturen en reinheid van de olie, lagers, glijringen en bussen. Deze tempeaturen en reinheid mogen de aanbevolen waardes niet overschreiden. Zie hoofdstuk Hydraulisch olie

ONDERHOUD Goed onderhoud begint natuurlijk al in de ontwerpfase van installaties. Door de aanschaf van dit Dani-tech BV aggregaat heeft u al voor een goede en degelijke basis van uw installatie gezorgd. Hier volgen nog enige adviezen waardoor de levensduur en het gemak van uw installatie zal toenemen. Door vooraf drukmetingspunten en afsluiters op geschikte plaatsen in de installatie te plaatsen kan snel drukmeting plaatsvinden bij storingen, kunnen onderdelen snel vervangen worden en filters snel gewisseld worden zonder het systeem geheel te hoeven aftappen. De frequentie van preventief onderhoud is vooral een zaak van ervaring die sterk wordt beïnvloed door de installatie condities en locatieomstandigheden. Daarom adviseren wij dat de gehele installatie regelmatig door vakkundig personeel wordt nagekeken. Gelet moet worden onder andere op ongewone geluiden, temperaturen, bedrijfsuren, drukinstellingen, de vervuiling van de filters, het in lijn staan van de motor en de pomp, het olie niveau en alle bevestigingsmiddelen natrekken. Het is goed economisch beleid om filters met vervuiling indicator uit te voeren, zodat het filterelement alleen vervangen hoeft te worden als deze echt vervuild is. Als het vervuilde filter wordt geanalyseerd dan kan deze nuttige informatie geven over de interne conditie of eventuele slijtage van de gehele installatie. De oliekwaliteit is ook erg belangrijk en is afhankelijk van de werkcondities van de installatie, na een olieanalyse en overleg met de olieleverancier kan een eventuele olievervanging nodig zijn. 7 Als vuistregel wordt geadviseerd het oliefilter, het beluchtingsfilter en het zuigfilter na elke 800 bedrijfsuren of na 6 maanden te vervangen. Controleer het olieniveau en de conditie van de olie. Wij adviseren de olie te vervangen na de eerste 50 uur van ingebruikname. Daarnaast wordt geadviseerd na elke 1600 bedrijfsuren of na 12 maanden. OPSLAG Als het aggregaat langer dan 3 maanden niet gebruikt gaat worden dan dient de opslag in een droge en veilige plaats te geschieden waar geen corrosieve stoffen en dampen het aggregaat kunnen beschadigen. Tevens moet het aggregaat gevuld worden met een conserveermiddel. Raadpleeg hiervoor uw olieleverancier of Dani-tech BV.

8 STORINGEN EN/OF VOORKOMENDE PROBLEMEN Storing Mogelijke oorzaak Oplossing De pomp maakt geluid De pomp krijgt te weinig en/of geen olie. Er is geen druk Druk te laag De olie schuimt Olie te heet Veiligheidsventiel maakt geluid De pomp draait in lucht. De pomp wordt te warm. Te hoge circulatie. Druk is te hoog. Olieniveau is te laag. Pomp werkt niet. Verkeerde circulatie. Veiligheidsventiel is geactiveerd. Pomp is defect. Elektrisch aangestuurd circulatie-ventiel lekt druk. Lek in ventiel of cilinder. Drukinstelling te laag. Veiligheidsventiel lekt. Lek in ventiel of cilinder. Aanzuigsectie lekt. Drukverlies in de aanzuigsectie is te groot. De retourpijp beïnvloedt de aanzuigsectie. Verkeerde olie of water in de olie. Retourpijp te kort. Olie is te dik. Veiligheidsventiel verkeerd geplaatst. Systeem is overbelast. Groot lek in ventielen of pomp. Verkeerde werkcondities. Tank te klein. Te weinig olie in tank. Veiligheidsventiel te veel geactiveerd. Directgestuurd ventiel sluit niet volledig De volumestroom is te laag. Vuil tussen de afdichtingen. Magneetventiel weigert Elektrische storing. Onvoldoende stuurdruk van de olie. De werkactie verminderd Vuil in schakelventiel van het werktuig. O-ring beschadigd. Beschadigd ventiel. Lucht in de olie. Terugslagventiel lekt. Het systeem werkt traag Olietemperatuur te koud. Te laag motortoerental. Pomp versleten. Snelheid regelventiel werkt niet goed. Veiligheidsventiel opent frequent. Lucht in het systeem. Systeem niet goed ingesteld. Reinig het zuigfilter en controleer of de aanzuig geblokkeerd is. Vul olie bij. Draairichting veranderen van de pomp. Reinig het zuigfilter en controleer of de aanzuig geblokkeerd is. Vervang seal van de pompas. De olieretourpijp geeft lucht aan de aanzuig-pijp. Verander de terugstort van de olie. Repareer of vervang de pomp. Corrigeer de circulatie. Verlaag de druk. Vul olie bij. Controleer de motor en de pomp. Keer circulatie om. Demonteer het ventiel, reinig het of vervang deze. Repareer of vervang de pomp. Zet de juiste spanning op de magneetspoel. Repareer de lekkage. Stel druk hoger in. Demonteer het ventiel, reinig het of vervang deze. Repareer de lekkage. Repareer dit. Vergroot het volume van de aanzuigsectie. Geef de retourolie een andere richting, niet gericht op de aanzuigsectie. Controleer de soort olie en vervang deze door de juiste olie. Verleng de retourpijp. Vervang de olie. Plaats het ventiel op de juiste plaats. Verminder de belasting of pas de installatie aan. Repareer dit. Koel de olie of vergroot het olievolume. Gebruik grotere tank. Vul olie bij. Verander de werkcondities van de installatie. Reinig of vervang ventiel. Plaats een veiligheidsventiel met de juiste waarden. Reinig of vervang het ventiel. Controleer het gehele elektrische circuit. Reinig het ventiel of vervang deze.creëer betere druk. Reinig het ventiel. Vervang de o-ring. Repareer of vervang ventiel. Vul olie bij. Controleer de aanzuigleidingen. Reinig ventiel. Verwarm olie of vervang olie door andere soort. Controleer de motor. Vervang de pomp. Stel de instelwaarden opnieuw in. Stel de instelwaarden opnieuw in. Controleer de aanzuigsectie. Gebruik installatie beperkt totdat de oplie warm is. Stel de instelwaarden opnieuw in.

9 BEREKENING VAN DE LEIDINGDIAMETER Olievolumestroom dm3/min Gallon/min US

10 Reinheidsklasse tabel