Informatie voor ouders/verzorgers van kinderen met blaasproblemen



Vergelijkbare documenten
Plastraining. Adviezen voor ouders. Ploeppoli. Poli Kindergeneeskunde Route 49

Kinderen met blaasproblemen

Patiënteninformatiedossier (PID) Poep- en plaspoli. onderdeel BLAASTRAINING. Adviezen voor ouders. POEP- EN PLASPOLI Blaastraining

Kinderen met blaasproblemen

Plasproblemen. Urologie. bij kinderen. Inleiding. Hoe werkt de blaas normaal?

Informatiefolder voor ouders

Incontinentie voor plas bij kinderen Achtergrond informatie over blaasproblemen voor ouders en kind.

plasbuis ontspannen zich.

plastraining voor kinderen adviezen voor ouders

POLIKLINISCHE BLAASTRAINING ADVIEZEN OUDERS

Kinderen met blaas en/of ontlastingsproblemen. Uitleg voor ouder en kind

2. Alles wat je moet weten over poepen en plassen: dysfunctional voiding

Goed plassen kinderen!

PLASPROBLEMEN BIJ KINDEREN

Ik moet naar de wc! Als kinderen op de basisschool nog niet zindelijk zijn

Spelregels voor de plas training thuis

Transmurale zorg Fysiotherapie. Patiënteninformatie. Uw blaas de baas. bij aandrangsincontinentie. Slingeland Ziekenhuis

Trainingsmap Kinder Incontinentie Poli

BLAASTRAINING. voor ouderen. ZorgSaam

Welkom op de Pipo poli. Afdeling Kindergeneeskunde

Welkom op de Pipo poli. Afdeling Kindergeneeskunde

Boxmeer Kinder Incontinentie Team: Bo-KIT

Welkom in de Pipostraat Kindergeneeskunde, locatie Alkmaar.

Vormen en oorzaken van urine-incontinentie Er zijn verschillende vormen van urine-incontinentie:

Poep/plasproblemen bij kinderen

Botoxinjecties bij blaasproblemen

welkom in de Pipostraat

Adviezen voor de leerkracht Als kinderen op de basisschool nog niet zindelijk zijn

Welkom in de Pipostraat

Plasadviezen voor ouders en kinderen

Plaspoli, kind (2) Kindergeneeskunde

Patiënteninformatiedossier (PID) Poep- en plaspoli. onderdeel PLASPOLI. Informatie voor ouders. POEP- EN PLASPOLI Plaspoli, info ouders

Boxmeer Kinder Incontinentie Team: Bo-KIT

Adviezen voor een goede toilethouding

Laura heeft een blaasontsteking

Kindergeneeskunde. Dagtraining.

Geachte ouders/verzorgers,

Advies van de kurkdroogpoli

Informatie voor ouders

Advies van de kurkdroogpoli

Bekkenfysiotherapie bij bekkenbodemklachten

BZ Blaastraining. Na een gynaecologische operatie. Gynaecologie

Overloopincontinentie Overloopincontinentie. Ongewild druppelsgewijs urineverlies dat veroorzaakt wordt door een overvolle blaas.

Geboren met extra kleppen!

Kinderincontinentie spreekuur

De plasfabriek Instructies voor blaastraining

bekkenbodemklachten fysiotherapeutische behandeling

Naam Adres. Geb.datum Postcode... Woonplaats... Telefoon... Tweede telefoon (mob.)... Naam huisarts... Naam verwijzend arts...

Juf Sas en de plasklas

Blaastraining Handleiding voor vrouwen

Behandeling van overactieve blaas met botox

Bekkenfysiotherapie voor en na prostaatoperaties

Goed plassen na de niertransplantatie

FYSIOTHERAPIE. Blaastraining. Uw blaas de baas ADVIES

Zelfkatheterisatie / zelfdilatatie

Urine-incontinentie bij vrouwen

De meeste kinderen worden vanzelf droog zonder dat je er als ouder een inspanning voor moet leveren. Plots komen ze zeggen ik moet pipi.

Bedplassen. PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Vrouw Moeder Kind-centrum

Houd een oogje op de bodem!

Blaasfunctieonderzoek Bij het Regionaal Bekkenbodem Centrum

urineverlies bij vrouwen incontinentie

Vragenlijst continentiepoli

URODYNAMISCH ONDERZOEK

Behandeling van een overactieve blaas met botox

Adviezen voor een goede toilethouding

Vragenlijst nachtelijke incontinentie

Bekkenfysiotherapie. bij een overactieve bekkenbodem

Het droogbed boek Werkboek bij de droogbedtraining in het ziekenhuis.

PATIËNTEN INFORMATIE. Urine-incontinentie

TOT-operatie: voor urineverlies bij inspanning

Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Bekkenbodemoefeningen na een bevalling

Droogbedtraining thuis

Urodynamisch onderzoek urologie

Bekkenfysiotherapie. bij bekkenbodemklachten. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

Voorkom bekkenbodemklachten: bekkenbodemspiertraining tijdens en na je zwangerschap

Het urodynamisch onderzoek aanvullende folder bij de folder Bekkenbodemproblemen bij vrouwen. Poli Gynaecologie

Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen

Urodynamisch onderzoek

PATIËNTEN INFORMATIE. Behandeling van overactieve blaas met botox

TVT operatie bij Stressincontinentie. Urologie

Verzakking en incontinentieproblemen bij vrouwen VIP Poli

Urologie Een behandeling met Botuline-toxine A

Spelregels voor de blaastraining thuis (voor kinderen van 10 t/m 18 jaar)

Behandeling van overactieve blaas met botox

Bekkenfysiotherapie bij overactieve bekkenbodem

Adviezen voor toiletgedrag

Spelregels voor de blaastraining thuis (voor kinderen van 6 t/m 9 jaar)

Kindergeneeskunde. Nachttraining. Persoonlijke Informatie Map.

Bekkenfysiotherapie bij verstopping

Urodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen

Urodynamisch onderzoek

Urodynamisch onderzoek

URODYNAMISCH ONDERZOEK FRANCISCUS GASTHUIS

urine incontinentie Praktische tips Omgaan met

De bekkenbodem. De bekkenbodem bij sport en bewegen; wie, wat, waarom?

Urodynamisch onderzoek

Urodynamisch onderzoek

Bedplassen. Tot slot. Bedplassen komt vaak voor. Bedplassen is lastig. Wat is de oorzaak van het bedplassen?

Transcriptie:

Kindergeneeskunde Informatie voor ouders/verzorgers van kinderen met blaasproblemen Zindelijk worden is een leerproces dat meestal vanzelf gaat. Als een kind van 5 jaar of ouder nog regelmatig nat is, blaasontstekingen houdt en/of moeite heeft om te plassen, kan dat meestal verholpen worden: met medicijnen, door een operatie of door training. In deze folder worden alleen plasproblemen uitgelegd waar je met training iets aan kunt doen. Hoe werkt de blaas? De blaas lijkt op een ballon, die groter en kleiner kan worden afhankelijk van de hoeveelheid die erin zit. Aan het uiteinde van de blaas zitten sluitspieren die de blaas afsluiten. De plasbuis kan zonder moeite afgesloten blijven tot er een geschikte plaats en tijd is om te plassen. Tijdens het plassen trekt de blaas zich samen en de sluitspier en de plasbuis ontspannen zich. Blaasproblemen Bij blaasproblemen onderscheiden we: 1) Kinderen die nat zijn 2) Kinderen die niet nat zijn 1) Kinderen die overdag nat zijn - incontinentie Kinderen met incontinentie zijn nat omdat hun blaas of hun sluitspier (de spier waarmee de plas opgehouden wordt) niet goed functioneert. Daardoor verliezen ze onvrijwillig steeds kleine beetjes plas. Soms ontstaat incontinentie door een aangeboren afwijking van de blaas- of sluitspier (anatomische incontinentie). Het kan ook dat opdrachten van het zenuwstelsel naar de sluitspier niet goed doorkomen. De bediening van de spieren is dan verstoord (neurologische incontinentie). In beide gevallen is er een lichamelijke oorzaak voor de plasproblemen. Deze twee vormen van incontinentie zijn over het algemeen niet trainbaar en worden door de specialist behandeld en vallen daarom buiten dit boekje. Het komt echter ook voor, dat de samenwerking tussen blaas en sluitspier niet goed is. Het kind heeft de spieren niet goed onder controle. Dit wordt functionele incontinentie genoemd. Tenslotte wordt stressincontinentie genoemd, een vorm van incontinentie die bij kinderen niet vaak voorkomt. Wat is functionele incontinentie? Het verkeerd gebruiken van de blaas- en sluitspieren noemen we functionele incontinentie. Er bestaan twee vormen: drangincontinentie incontinentie door verkeerd plassen en/of slecht voelen. 15131370

Drangincontinentie Kinderen met drangincontinentie wiebelen om hun plas op te houden. De meeste van deze kinderen hebben een aandrangprobleem. Door krampen van de blaas hebben ze vaak plotselinge drang om te plassen. Ze gaan veel naar het toilet en plassen dan kleine beetjes. Vaak zitten ze binnen het uur al weer te wiebelen. Deze kinderen gebruiken ook speciale ophoudmanieren. Vaak gaat het kind hurken met een hak tussen de billen of het kruist de benen in een poging de plas op te houden. Het plassen zelf gaat op de gewone manier: door de sluitspier te ontspannen en in een keer de blaas leeg te plassen. Soms blijft er wat urine achter, omdat de kringspier al sluit voordat de blaas leeg is. Sommige kinderen hebben urineweginfecties of hebben ze in het verleden gehad. We noemen dit probleem een overactieve blaas. Bij al deze kinderen zit het probleem uitsluitend in de onbeheersbare aandrang, niet in de manier van plassen. Verkeerd plassen en/of slecht voelen Kinderen kunnen ook een verkeerde manier van plassen ontwikkelen, of medisch gezegd dysfunctional voiding hebben. Zij houden de sluitspier en bekkenbodemspieren constant gespannen: niet alleen als ze aandrang hebben, maar ook tussendoor. De blaas trekt wel samen, maar daar letten ze niet op. Ze hebben geleerd de signalen van de blaas te negeren. Daardoor lukt het niet meer om de sluitspier tijdens het plassen te ontspannen. Veel kinderen gaan dan de buikdruk gebruiken en proberen de blaas met de buikspieren leeg te duwen. Meestal komt de plas dan in gedeelten eruit. Er is een grote kans op urineweginfecties, omdat er vrijwel altijd urine achterblijft in de blaas. Als deze verkeerde wijze van plassen lang blijft bestaan, kan zich een niet-actieve blaas ontwikkelen. Omdat het constant ophouden eigenlijk teveel gevraagd is van de sluitspier, verliezen deze kinderen regelmatig beetjes urine, zowel overdag als s nachts. Op den duur kan de dikke darm ook last krijgen van het ophouden: het kind kan kleine beetjes ontlasting verliezen, doordat het leegmaken van de darm in de war is geraakt. Door het vol zitten van de darmen voelt het kind de aandrang voor urine nog minder goed. 2) Kinderen die niet nat zijn, maar toch blaasproblemen hebben Deze kinderen zijn niet nat, maar plassen wel verkeerd, waardoor ze de blaas misschien niet goed leegplassen en daardoor meer kans hebben op blaasontsteking. Ook hierbij zijn er twee vormen: Aandrangprobleem Verkeerd plassen en te goed ophouden Aandrangprobleem Het aandrangprobleem (overactieve blaas) beschreven we al eerder bij kinderen, die wel nat zijn. Deze kinderen hebben plotseling aandrang en moeten naar het toilet rennen. Ze plassen kleine beetjes en gaan soms wel meer dan 15 keer per dag naar het toilet. In tegenstelling tot de kinderen die nat zijn, kunnen deze kinderen de bekkenbodemspieren adequaat aanspannen. Deze kinderen hebben het meeste last van het feit, dat ze vaak naar het toilet moeten en dat ze steeds moeten opletten waar een toilet is. Verkeerd plassen en te goed ophouden Deze kinderen plassen verkeerd en zijn kurkdroog. Zij onderdrukken de aandrang een lange tijd door continu de bekkenbodemspieren aan te spannen. Uiteindelijk krijgen zij problemen met het plassen zelf. Zij zijn door de voortdurende aanspanning niet in staat de bekkenbodemspieren te ontspannen tijdens het plassen. Zij moeten de blaas leegpersen met als gevolg, dat er steeds wat urine achterblijft. Uiteindelijk wordt de blaasspier lui en daardoor minder krachtig. Deze kinderen hebben een grotere kans op urineweginfecties.

Wat kan er aan gedaan worden? Er zijn verschillende manieren om plasproblemen op te lossen. Als uw kind last heeft van een blaasontsteking, is het allereerst belangrijk dat deze behandeld wordt met antibiotica. Daarnaast is behandeling van de blaas zelf mogelijk. Medicijnen kunnen een verkrampte blaas rustiger maken. Meestal zijn medicijnen echter niet voldoende en moet er ook iets aan de oorzaak gedaan worden. Bijvoorbeeld: het kind leren zelf de aandrang te herkennen en daarop te reageren of leren de sluitspier te ontspannen tijdens het plassen. De blaasproblemen zijn pas opgelost als er sprake is van een goede blaasontlediging en -beheersing. Training op de Pot-poli Uw kind is door de kinderarts doorverwezen naar de Pot-poli. Op deze poli krijgt uw kind tijdens een middag informatie over de blaasfunctie en uitleg over het plassen. Het is belangrijk dat u uw kind motiveert. Onderstaande adviezen helpen u daarbij. Blaastraining adviezen voor ouders Inzet van uw kind: Een blaastraining is een intensieve training. Het vraagt veel inzet, concentratie, motivatie en doorzettingsvermogen van uw kind. Kinderen met blaasproblemen hebben in de loop van de tijd een ontwijkhouding ontwikkeld. Zij negeren signalen van de blaas en nemen een onverschillige houding aan als zij nat zijn. Zij ontwijken het probleem, omdat ze het gevoel hebben er toch niets aan te kunnen doen. Door de training leren ze, hoe ze het probleem juist wel kunnen aanpakken. Kern van de training: De training bestaat uit drie elementen: 1) Hoe, 2) Wanneer en 3) Hoe vaak moet ik plassen? Het verschilt per kind welk trainingselement het belangrijkste is. De kinderbekkenfysiotherapeute heeft uw kind trainingsinstructies gegeven. Het is de bedoeling dat hij/zij deze thuis zo zelfstandig mogelijk uitvoert. Uw rol: Wij vragen u om tijdens de training de rol van supporter (= ondersteuner) aan te nemen. U moedigt uw kind aan om het zo goed mogelijk te doen. Hierbij is een positieve instelling erg belangrijk. Het kan zijn dat u door eerdere negatieve ervaringen, niet meer in een goed resultaat gelooft. Uw kind merkt dat en kan hierdoor de moed verliezen. Ga er daarom juist vanuit dat het gaat lukken en laat dit merken. Geef uw kind complimentjes als het goed gaat, maar steun uw kind ook, als het een keer niet goed gaat. Bijvoorbeeld door te zeggen: Hou vol, morgen beter. Adviezen voor uw rol als supporter: Niet naar de wc sturen Doel van de training is dat uw kind leert luisteren naar de signalen van de blaas en op tijd naar de wc gaat. Uw kind moet daar goed op letten. Zelf leren voelen en zelf beslissen wanneer het naar de wc gaat. U mag uw kind daarom niet naar de wc sturen. Wel mag u uw kind helpen eraan te denken. Vraag af en toe aan uw kind op welke kleur staat het stoplicht? Uw kind moet goed nadenken en voelen en dan zelf beslissen om wel of niet naar de wc te gaan.

School Licht de leerkracht in en maak speciale afspraken over het naar het toilet gaan op school. Uw kind moet meteen naar het toilet kunnen, als het aandrang heeft. Ook is het belangrijk dat uw kind op school voldoende kan drinken, evt. met een extra flesje drinken op tafel. Toch nat Met uw kind is afgesproken, dat hij/zij bij ieder toiletbezoek controleert, of de onderbroek droog is. U kijkt af en toe mee. Een plek in de onderbroek groter dan een 2 euromunt rekenen wij als nat. U bent hierbij de scheidsrechter. Als uw kind bij broekcontroles of tussendoor nat is, bespreek dan wat er mis ging. Bijvoorbeeld: Wat was je aan het doen; lette je goed op seintjes van de blaas; denk je aan de afspraak of vergeet je het? Als uw kind begrijpt hoe het komt kan hij/zij er wat van leren en proberen het een volgende keer anders aan te pakken. Zo kan een natte broek voorkomen worden. Spreek uw kind niet bestraffend toe. Stimuleer hem/haar juist om vol goede moed door te gaan. Afsluiten van een trainingsdag: Iedere avond bespreekt u het dagboekje met uw kind. Het nabespreken van de trainingsdag is heel belangrijk. Alleen de lijsten invullen (registreren) is onvoldoende. Daar leert uw kind niet veel van. In de laatste kolom van die dag schrijft u iets positiefs, bijvoorbeeld: Je bent een kanjer; super, we zijn trots op je. Ook als uw kind die dag nat was, schrijft u in deze kolom iets bemoedigends, bijvoorbeeld: Morgen opnieuw proberen, zet m op. Door deze positieve steun motiveert u uw kind om vol te houden. In de topsport presteren sporters tenslotte ook beter, wanneer de supporters enthousiast juichen en blijven steunen, ook al wordt een wedstrijd verloren. Wat te doen bij problemen Toiletbezoek: Uw kind wil niet naar het toilet, terwijl u het idee heeft, dat hij/zij wel moet plassen. Maak uw kind enthousiast voor het halen van voldoende toiletbezoeken Lees op een later tijdstip die dag de spelregels nog eens samen door Geef extra drinken Stoplicht: Uw kind raakt geïrriteerd en zegt al nee voordat hij/zij gedacht heeft. Grijp terug naar afspraken met de kinderbekkenfysiotherapeute. Lijsten invullen: Uw kind vergeet de lijsten in te vullen en noteert alles aan het einde van de dag. Dagdelen apart evalueren. Lees de spelregels nog eens samen door. Wel of niet nat: Een flinke natte plek is opgedroogd. Ruik of het urine is. Reken het een keer als twijfelgeval. Spreek af, dat het een volgende keer wel als nat gerekend wordt. Bespreek met uw kind de afspraak natte broeken ook eerlijk te noteren op de lijst. Als uw kind de natte broeken negeert, leert hij niets van de training.

Tot slot Ga geen strijd aan met uw kind. Wijs uw kind op de afspraken met de kinderbekkenfysiotherapeute. Spreek met uw kind af, dat bij een volgend contact het dilemma aan de kinderbekkenfysiotherapeute wordt voorgelegd. Wanneer u als ouder graag tussentijds iets wilt bespreken, kunt u contact opnemen met haar of de kinderarts. Wij wensen u en uw kind veel succes! Februari 2013 Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Polanerbaan 2 3447 GN Woerden T 0348 42 79 11 I www.zuwehofpoort.nl