EXAMENREGLEMENT TWEEDE FASE



Vergelijkbare documenten
EXAMENREGLEMENT TWEEDE FASE

EXAMENREGLEMENT TWEEDE FASE

1 INHOUDSOPGAVE PTA TWEEDE FASE VWO VAN CHR. COLLEGE DE POPULIER 1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN... 3

EXAMENREGLEMENT VMBO

EXAMENREGLEMENT VMBO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

HET EXAMENREGLEMENT. Artikel 1. Algemeen

Examen Reglement Postbus AS Groningen groepgroningen.nl K.v.K Datum

1. INLEIDING ALGEMENE BEPALINGEN Afnemen eindexamen Indeling eindexamen Onregelmatigheden... 3

EXAMENREGLEMENT VWO. In dit examenreglement wordt verstaan onder:

Examen 2018 Reglement

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA), regeling Schoolexamen leerjaar 4 Vwo Het College WEERT versie 1 september 2016

UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING. Artikel 23 Eindcijfer eindexamen

EXAMENREGLEMENT. HAVO - 5 en VWO - 6 SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAF\EX.REGL.TF doc 1

Hofstad Lyceum. Examenreglement VWO / HAVO. Hofstad Lyceum Colijnplein HA Den Haag

College voor Toetsen en Examens; waarborgt de kwaliteit en de organisatie van de examens.

Examenreglement en Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Varendonck-College VWO-HAVO

Examenreglement. Stichting V.O. Amsterdam-Zuid

Examenreglement

Examenreglement

Kader examenreglementen

EXAMENREGLEMENT VMBO T-K-B SCHOOLJAAR SCHOLENGEMEENSCHAP GROENEWALD. Z:\WORD\JAf\EX.REGL.VMBO doc 1

EXAMENREGLEMENT GOMARUS COLLEGE

REGELING SCHOOLEXAMEN TWEEDE FASE HAVO en VWO versie 31 juli Begripsbepaling Organisatie van het schoolexamen 2

Examenreglement Havo CSG Het Streek

HAVO 4 en 5 Atheneum 4, 5 en 6 cursus

B. Eindexamenreglement VMBO

Schoolexamenreglement

Algemene regels schoolexamens & PTA d Oultremontcollege

Examenregelement Dit reglement geldt m.i.v. 1 augustus 2012 voor alle leerlingen van de leerjaren 4, 5 en 6

EXAMENREGLEMENT! HAVO!! VWO!

EXAMENREGLEMENT VMBO-T, HAVO EN VWO CURSUS Vastgesteld door het bevoegd gezag op grond van art. 31 Eindexamenbesluit vwo/havo/vmbo-t

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. HAVO 4 en 5 Atheneum 4, 5 en 6 cursus

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING (PTA), regeling Schoolexamen Tweede Fase Havo en Vwo. Philips van Horne S.G. WEERT versie 1 september 2013

Examenreglement HAVO/VWO/VMBO. BC Broekhin Roermond. Schooljaar BC Broekhin Roermond

I. Examencommissie pag. 2. II. Reglement : Begrippen pag Algemene bepalingen pag Overige bepalingen pag. 6

Examenreglement. voor de eindexamens vwo, havo en vmbo Connect College Echt

EINDEXAMENREGLEMENT HAVO/VWO OPENBAAR VOORTGEZET ONDERWIJS ZAANSTAD

Examenreglement. Leeuwarden

Deze regels gelden zowel voor het SE als voor het CE

Examenreglement Havo CSG Het Streek

1. Begripsbepaling Organisatie van het schoolexamen Algemene bepalingen Verschillende soorten toetsen

EXAMENREGLEMENT. Examen Havo 2013

Het college van bestuur en docentenexaminatoren van het Scala College voor gymnasium-atheneumhavo-vmbo te Alphen aan den Rijn,

BERTRAND RUSSELL COLLEGE HAVO en VWO

Schoolexamenreglement havo / vwo. Onderwijsgemeenschap Venlo & Omstreken

EXAMENREGLEMENT. Dit Reglement wordt voor 1 oktober ter kennis gebracht aan de Inspecteur, belast met het toezicht op de OSG Schoonoord.

Koudum. Schooljaar 2014 / 2015 VMBO 3T. Programma van Toetsing en Afsluiting

1 Algemeen Regeling schoolexamen 2014/2015

Algemene regels schoolexamens d Oultremontcollege

Kader examenreglementen

Examenreglement. Stedelijk Gymnasium Schiedam. schooljaar

Examenreglement. (Dit examenreglement geldt voor zowel het schoolexamen als het centraal examen.) van het. Rietveld Lyceum SCHOOLJAAR

Examenreglement Schooljaar

EXAMENREGLEMENT GOMARUS COLLEGE

Examenreglement. vmbo, havo, vwo

Examenreglement. Sint Annaparochie

Eindexamenreglement HAVO/VWO

Algemene regels schoolexamens d Oultremontcollege

PROGRAMMA van TOETSING en AFSLUITING

Examenreglement VMBO en MAVO

Examenreglement Karel de Grote College. Scholengemeenschap voor voortgezet vrijeschoolonderwijs

Examenreglement. Ubbo Emmius. Ingangsdatum: Scholengemeenschap voor: vmbo havo atheneum gymnasium

EXAMENREGLEMENT

Examenreglement

EXAMENREGLEMENT HAVO en VWO

Examenreglement Scheldemond College

Examenreglement vmbo , osg Piter Jelles, locatie YnSicht basis- en kaderberoepsgerichte leerweg

Examenreglement Het Baken Almere Colofon:

Examenreglement Stichting Het Baken Almere

Examenreglement vwo: schoolspecifiek gedeelte. Cohort 2015

Examenreglement VO

De tekst van dit examenreglement is gebaseerd op het eindexamenbesluit geldend van

EXAMENREGLEMENT. Leerlingenversie. Examen vwo 2014

Examenreglement MAVO / HAVO / VWO

Examenreglement HAVO. Cohort Leerjaar 4 schooljaar

EXAMENREGLEMENT. Examenreglement

REGELING EXAMENS EXAMEN 2014

Examenreglement Het Lyceum Vos Bovenbouw havo/vwo September 2015

Examenreglement

EXAMENREGLEMENT STEDELIJKE SCHOLENGEMEENSCHAP NIJMEGEN Stedelijke Scholengemeenschap Nijmegen

EXAMENREGLEMENT

EXAMENREGLEMENT. CSG LIUDGER Locatie Raai HAVO/VWO TWEEDE FASE

Voor 1 oktober van het cursusjaar waarin het CE plaatsvindt, bepalen de kandidaten in welke (keuze)vakken zij examen wensen af te leggen.

EXAMENREGLEMENT 2COLLEGE

Examenreglement Hyperion Lyceum

1. Algemene bepalingen.

A. Algemene bepalingen B. Het schoolexamen C. Het centraal examen D. Uitslag, herkansing en diplomering... 12

Examenreglement. Schooljaar Definitief

Examenreglement. Christelijke scholengemeenschap voor HAVO,VWO en VMBO en Praktijkonderwijs

Addenda Examenreglement Reviuslyceum leerjaar 5 en 6

Examenreglement VMBO

Inhoud. Inleiding pagina 2

Christelijk College Groevenbeek Postbus AE Ermelo E X A M E N R E G L E M E N T I.1 ALGEMENE BEPALINGEN

ALGEMEEN DEEL VAN HET PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING. MAVO 3 en 4 HAVO 4 en 5 VWO 4, 5 en 6 cursus

Examenreglement 2014/ S C H O O L J A A R 2 EXAMEN REGLEMENT ECONOMIE TECHNIEK GEZONDHEID 1 4 / 2 CULTUUR NATUUR MAATSCHAPPIJ

REGELING EINDEXAMEN. HAVO, ATHENEUM en GYMNASIUM (tevens het algemene gedeelte van het programma van toetsing en afsluiting)

Algemeen deel PTA 0. BEPALINGEN VOORAF A. VAKKEN EN PROGRAMMA. B. OPZET SCHOOLEXAMEN.

EXAMENREGLEMENT HAVO/VWO/VMBO

Namens het gehele docententeam wens ik jullie veel succes bij je studie.

Iedere deelnemer aan het schoolexamen wordt geacht kennis te nemen van het programma van toetsing en afsluiting.

Transcriptie:

CHR. SCHOOL VOOR VMBO HAVO ATHENEUM en GYMNASIUM in Heerenveen en Joure EXAMENREGLEMENT TWEEDE FASE HAVO, ATHENEUM en GYMNASIUM 1 oktober 2014 (met wijzigingen die ingaan op 1 augustus 2015 (zie groen gemarkeerde tekst)) Geldig voor: havo-4: 2014 2015 havo-5: 2015 2016 en atheneum- en gymnasium-4: 2014 2015 atheneum- en gymnasium-5: 2015 2016 atheneum- en gymnasium-6: 2016 2017

INHOUDSOPGAVE EXAMENREGLEMENT HAVO, ATHENEUM EN GYMNASIUM 3 Vooraf Examenbesluit, schoolexamen en centraal examen Publicatie HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN 4 1.1 Begripsbepalingen 1.2 Afname eindexamen 1.3 Indeling eindexamen 5 1.4 Toelating tot het eindexamen 1.5 Onregelmatigheden 6 1.6 Commissie van beroep 7 1.7 Geheimhouding 8 HOOFDSTUK 2: REGELING VAN HET EINDEXAMEN HET SCHOOLEXAMEN 8 2.1 Het eindexamenprogramma 2.2 Het centraal examen en de rekentoets 9 2.3 Het schoolexamen 2.4 Cijfers schoolexamen 10 2.5 Berekening eindcijfer schoolexamen 2.6 Mededeling cijfers schoolexamen 2.7 Onregelmatigheden tijdens het schoolexamen 2.8 Geschil over beoordeling van (een onderdeel van) het schoolexamen 11 2.9 Inleveren/ te laat inleveren van praktische opdrachten 2.10 Het profielwerkstuk 2.11 Correctie en inzage toetsen 12 2.12 Absentie toetsen / inhalen toetsen / te laat komen 2.13 Onwel worden tijdens toetsen van het schoolexamen 13 2.14 Herkansing schoolexamen havo en vwo 14 2.15 Vrijstellingen en doubleren 15 HOOFDSTUK 3: HET CENTRAAL EXAMEN EN DE REKENTOETS 16 3.1 Algemeen 3.2 Regels omtrent het centraal examen 3.3 Absentie centraal examen / te laat komen 3.4 Onregelmatigheden tijdens het centraal examen en de rekentoets 3.5 Niet op regelmatige wijze afnemen centraal examen 3.6 Onvoorziene omstandigheden centraal examen 3.7 Correctie centraal examen 18 3.8 Cijfer centraal examen 19 3.9 De rekentoets HOOFDSTUK 4: UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING 20 4.1 Eindcijfer eindexamen 4.2 Combinatiecijfer 4.3 Vaststelling uitslag 4.4 Uitslag havo en vwo 2015 2016 21 4.5 Herkansing centraal examen 4.4 Herkansing rekentoets 4.5 Diploma en cijferlijst 4.6 Bewaren van documenten HOOFDSTUK 5: FACILITEITEN VOOR KANDIDATEN MET SPECIFIEKE PROBLEMEN 22 5.1 Afwijkende wijze van examineren 5.2 Spreiding voltooiing examen HOOFDSTUK 6: SLOTBEPALINGEN 26 2

van het Bornego College; vastgesteld op 30 september 2014. Wijzigingen vastgesteld op 20 september 2015. VOORAF De gehele regeling examens bestaat uit drie delen: 1. het door de minister van OCW vastgestelde Eindexamenbesluit VO; 2. het door het bevoegd gezag van het Bornego College vastgestelde Examenreglement; 3. het door het bevoegd gezag van het Bornego College vastgestelde Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs moet krachtens artikel 31 van het Eindexamenbesluit een Examenreglement vaststellen. Ook moet het bevoegd gezag van een school voor voortgezet onderwijs jaarlijks een PTA vaststellen dat in elk geval betrekking heeft op het betreffende cursusjaar. Dit Examenreglement treedt in werking op 1 oktober 2013 2014 en geldt voor de kandidaten die in het cursusjaar 2013-2014 2014-2015 starten in de Tweede Fase havo, atheneum of gymnasium van het Bornego College. Het examenreglement geldt voor de duur van de opleiding. Indien daartoe aanleiding is, kan de directie het reglement tussentijds wijzigen. EXAMENBESLUIT, SCHOOLEXAMEN EN CENTRAAL EXAMEN Het Examenbesluit bevat alle wettelijke bepalingen met betrekking tot de regeling van het schoolexamen (SE), de rekentoets en het centraal examen (CE). Het Examenreglement van een school bevat informatie over de wettelijke regelingen die met name voor kandidaten en ouders van belang zijn, alsmede de toepassing van de wettelijke regelingen. Het Examenreglement dient volgens artikel 31 van het Examenbesluit minimaal te bevatten: informatie over maatregelen bij het constateren van onregelmatigheden; de samenstelling en het adres van de commissie van beroep; de regels met betrekking tot de organisatie van het eindexamen, zowel wat betreft het schoolexamen als het centraal examen; de herkansingsmogelijkheden van het schoolexamen; de gang van zaken tijdens het eindexamen. Het PTA geeft informatie over de vakinhoudelijke elementen van het schoolexamen. Dit PTA wordt afzonderlijk van het Examenreglement gepubliceerd. Volgens artikel 31 van het Examenbesluit dient in het PTA te worden aangegeven: welke onderdelen van het examenprogramma in het schoolexamen worden getoetst; de inhoud van de onderdelen van het schoolexamen; de herkansingsmogelijkheden binnen het schoolexamen; de wijze waarop het cijfer voor het schoolexamen tot stand komt. PUBLICATIE Het Eindexamenreglement en de PTA s voor de afzonderlijke leerjaren en opleidingen worden op de elektronische leeromgeving en de site van de school gepubliceerd. Het Eindexamenbesluit kan geraadpleegd worden op http://wetten.overheid.nl. Zowel het Examenreglement als het PTA wordt jaarlijks door de vestigingsdirecteur vóór 1 oktober aan de inspectie verzonden. Indien nodig kan in de loop van het jaar een erratum op het PTA uitgegeven worden. Leerlingen en inspectie worden schriftelijk van de eventuele errata op de hoogte gebracht. 3

1 HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN 1.1 Begripsbepalingen 1.1.1 wet de wet op het voortgezet onderwijs, het Inrichtingsbesluit WVO 1.1.2 minister de minister van OCW 1.1.3 inspectie de rijksinspectie voor het voortgezet onderwijs voor het Bornego College 1.1.4 bevoegd gezag het algemeen bestuur van de Vereniging voor christelijk voortgezet onderwijs in Heerenveen en Joure, t.w. de directeurbestuurder van het Bornego College 1.1.5 directie de directeur-bestuurder en de vestigingsdirecteuren van het Bornego College 1.1.6 vestigingsdirecteur het directielid belast met de leiding van een vestiging van het Bornego College 1.1.7 teamleider het personeelslid belast met de leiding van een afdeling, tevens deel uitmakend van de vestigingsleiding 1.1.8 leerlingcoördinator de functionaris die verantwoordelijk is voor de leerlingzaken 1.1.9 examensecretaris het personeelslid dat verantwoordelijk is voor de gang van zaken rond de examens in het examenjaar 1.1.10 examinator de leraar belast met het afnemen van het examen 1.1.11 kandidaat een ieder die door het schoolbestuur wordt toegelaten tot het school- en eindexamen 1.1.12 opleiding één van de onderwijssoorten havo, atheneum of gymnasium 1.1.13 centraal examen het landelijke examen overeenkomstig de wet en volgens de instructies van het College voor Toetsen en Examens (CvTE) 1.1.14 schoolexamen het examen (SE) dat door de school overeenkomstig de wet wordt verzorgd, vastgelegd in het PTA 1.1.15 examen het schoolexamen en indien wettelijk voorgeschreven het centraal examen van een opleiding 1.1.16 PTA programma van toetsing en afsluiting; hierin wordt per vak aangegeven welke toetsen en opdrachten tot het schoolexamen behoren 1.1.17 eindexamen het centraal schriftelijke examen (CE) 1.1.18 examenstof de aan de kandidaat te stellen eisen, overeenkomstig de instructie van het CvTE en (voor het schoolexamen) in het PTA vastgelegd 1.1.19 vwo de opleidingen atheneum en gymnasium 1.1.20 fraude het op arglistige wijze geven van een onjuiste voorstelling van zaken, in eigen of andermans belang, door vervalsing van administratie of ontduiking van de voorschriften 1.1.21 herkansen het opnieuw afleggen van een eerder gemaakt werk 1.1.22 inhalen het alsnog afleggen van een eerder gemist werk 1.1.23 minderjarig een kandidaat die jonger is dan 18 jaar, is minderjarig; zijn ouders/verzorgers zijn dan verantwoordelijk 4

1.2 Afname eindexamen 1.2.1 De vestigingsdirecteur neemt het eindexamen af onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. 1.2.2 De examinatoren nemen het examen af onder verantwoordelijkheid van de directie. 1.2.3 De vestigingsdirecteur draagt zorg voor en is verantwoordelijk voor een zorgvuldige gang van zaken bij het examen. 1.2.4 De vestigingsdirecteur wijst de examensecretaris aan. 1.2.5 De kandidaat wendt zich tot de examensecretaris van het eindexamen voor algemene informatie over het examen, aanvragen vrijstelling(en), verzoeken om herkansingen voor het schoolexamen en het centraal examen, inzage examenwerk, verklaringen over een afgelegd examen, verzoeken om afwijking van de wijze van examinering en verzoeken om spreiding van het examen. 1.3 Indeling eindexamen 1.3.1 Het eindexamen kan voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, uit een centraal examen dan wel uit beide. 1.3.2 Het schoolexamen havo en vwo bestaat voor elk vak uit toetsen en praktische opdrachten die beschreven zijn in het PTA. Daarnaast omvat het schoolexamen een profielwerkstuk. 1.3.3 Alle toetsen en opdrachten in het examenjaar behoren tot het schoolexamen. Daarnaast kunnen ook toetsen uit de pre-examenklas of wat betreft het vwo - uit het vierde leerjaar deel uitmaken van het schoolexamens. In het PTA wordt vermeld om welke toetsen en opdrachten het gaat. 1.4 Toelating tot het eindexamen 1.4.1 Het bevoegd gezag stelt de kandidaten van de school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een examen af te leggen overeenkomstig de bepalingen in de wet. 1.4.2 Het schoolexamen wordt afgesloten vóór de aanvang van het eerste tijdvak. De datum waarop het schoolexamen afgesloten moet zijn, wordt door de examensecretaris minstens een maand van tevoren bekendgemaakt. 5

1.5 Onregelmatigheden 1.5.1 Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen, de rekentoets of centraal examen aan enige onregelmatigheden schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de vestigingsdirecteur maatregelen nemen. 1.5.2 Onder onregelmatigheden worden verstaan: a) onrechtmatige afwezigheid bij een onderdeel van het schoolexamen, de rekentoets of bij een onderdeel van het centraal examen; b) het niet (tijdig) inleveren van een praktische opdracht of pws (zie 2.9.3); c) fraude tijdens het schoolexamen of centraal examen als bedoeld in het protocol Fraude bij een centraal examen van de VO-raad (zie www.vo-raad.nl). 1.5.3 De maatregelen bedoeld in 1.5.1, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a) het toekennen van een al dan niet herkansbare 1 voor een onderdeel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen; b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan één of meer toetsen van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen; c) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen, de rekentoets of het centraal examen; d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de vestigingsdirecteur aan te wijzen onderdelen van het schoolexamen of het centraal examen. Indien het hernieuwd examen, bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen, legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen. 1.5.4 Alvorens een beslissing ingevolge artikel 1.5.3 wordt genomen, stelt de vestigingsdirecteur een commissie in die de kandidaat en eventueel andere betrokkenen hoort. De commissie bestaat uit de vestigingsdirecteur, een teamleider en een docent. De minderjarige kandidaat kan zich laten bijstaan door een hem aan te wijzen meerderjarige. De vestigingsdirecteur deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in 1.5.5. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd als afschrift toegezonden aan de ouders of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, alsmede aan het bevoegd gezag en de inspectie. 1.5.5 Een kandidaat of zijn ouders indien hij minderjarig is kan binnen vijf schooldagen tegen de beslissing van de in 1.5.4. genoemde commissie in schriftelijk in beroep gaan bij de directeur-bestuurder. Deze deelt zijn beslissing binnen vijf schooldagen mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in 1.5.6. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd als afschrift toegezonden aan de ouders of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is, alsmede aan de vestigingsdirecteur en de inspectie. 1.5.6 De kandidaat of de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is kan tegen een beslissing van de directeur-bestuurder (zie artikel 1.5.5) in beroep gaan bij een externe beroepscommissie (zie artikel 1.6). 6

1.6 Commissie van beroep 1.6.1 De kandidaat of de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is kan tegen een beslissing van de directeur-bestuurder (zie artikel 1.5.5) in beroep gaan bij een onafhankelijke externe beroepscommissie (zie artikel 1.6.2). Het beroep moet binnen drie schooldagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de externe commissie van beroep worden ingediend. 1.6.2 De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid gesteld zal worden het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen. 1.6.3 De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mee aan de kandidaat indien hij minderjarig is aan de ouders van de kandidaat, aan de vestigingsdirecteur en aan de inspectie. 1.6.4 De kosten die voortvloeien uit de werkzaamheden van deze commissie worden, afhankelijk van de uitspraak, gedragen door de school, door degene die het beroep heeft ingesteld dan wel door beide partijen gezamenlijk. Bepalend is wie in het gelijk gesteld wordt. In geval van een advies of van een niet-ontvankelijke verklaring door de commissie van beroep worden de kosten gedeeld. 1.6.5 De in artikel 1.6.1 bedoelde onafhankelijke commissie van beroep kent vijf leden en is gevestigd in Assen. Het adres is: Helder Onderwijs T.a.v. Ambtelijk Secretariaat Mw. Mr. M.A. van Maren Postbus 10098 9400 CB Assen. 1.7 Geheimhouding Ieder die betrokken is bij de uitvoering van het Examenbesluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, is verplicht tot geheimhouding daarvan, tenzij enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van het Examenbesluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit. 7

2 HOOFDSTUK 2: REGELING VAN HET EINDEXAMEN HET SCHOOLEXAMEN 2.1 Het eindexamenprogramma 2.1.1 Het eindexamenprogramma havo of vwo omvat: a) de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel; b) de vakken van het profieldeel van een of meerdere profielen; c) tenminste één vak met een normatieve studielast van tenminste 440 uur van het vrije deel van elk profiel voor vwo en tenminste 320 uur voor havo; d) het profielwerkstuk; e) de maatschappelijke stage; f) de rekentoets. 2.1.2 De minister stelt voor elk van de opleidingen examenprogramma s (zie artikel 26b, 26c en 26d van het Inrichtingsbesluit WVO) vast waarin per vak zijn opgenomen: a) een omschrijving van de examenstof voor ieder vak; b) de beschrijving van de examenstof die centraal zal worden geëxamineerd en de examenstof die deel uitmaakt van het schoolexamen; c) het aantal toetsen en de tijdsduur van de toetsen van het centraal examen. 2.1.3 In afwijking van wat in 2.1.1 is beschreven, is de kandidaat die examen aflegt aan een school voor havo of vwo, bij het schoolexamen en het centraal examen vrijgesteld van de vakken (van het gemeenschappelijk deel) waarvoor op grond van artikel 26e van het Inrichtingsbesluit WVO, het eerste tot en met vierde lid ontheffing is verleend van het volgen van onderwijs (zie ook 2.1.4). 2.1.4 Vrijstelling of ontheffing van het volgen van onderwijs in vakken van het gemeenschappelijk deel kan gegeven worden in de volgende situaties: a) Voor het vak lichamelijke opvoeding indien een kandidaat vanwege zijn lichamelijke gesteldheid niet in staat is het onderwijs in dit vak te volgen. De directie kan in dit geval na overleg met de kandidaat, en bij minderjarigheid eveneens met diens ouders of verzorgers, ontheffing van het volgen van het onderwijs in dit vak verlenen. Zij stelt de inspectie op de hoogte van een verleende vrijstelling en vermeldt hierbij de redenen waarom de vrijstelling verleend is. b) Voor de vakken algemene natuurwetenschappen (ANW), maatschappijleer en culturele kunstzinnige vorming indien de kandidaat in het bezit is van een havo-diploma. c) Voor de rekentoets indien de kandidaat in het bezit is van het diploma havo of het diploma van een leerweg in het vmbo en die de rekentoets inmiddels heeft afgelegd. d) Voor een tweede moderne vreemde taal indien - de kandidaat een stoornis heeft die specifiek betrekking heeft op taal, of een zintuiglijke stoornis heeft die betrekking heeft op taal; - de kandidaat een andere moedertaal heeft dan de Nederlandse of de Friese taal; - de kandidaat onderwijs volgt in het profiel Natuur en Techniek of het profiel Natuur en Gezondheid en het onderwijs in de taal naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding verhindert. In deze gevallen dient (medisch) bewijsmateriaal in het leerlingdossier aanwezig te zijn. Verder moet de kandidaat uit de vakken in het vrije deel (een) vak(ken) kiezen 8

met (minstens) evenveel studielasturen. Zie ook artikel 26e, lid 5, van het Inrichtingsbesluit WVO. 2.1.5 De kandidaat of bij minderjarigheid diens ouders/verzorgers die op grond van het voorgaande lid een vrijstelling wil aanvragen, doet dat schriftelijk bij de examensecretaris. 2.2 Het centraal examen en de rekentoets In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de gang van zaken en de regels rond het centraal examen en de rekentoets. 2.3 Het schoolexamen 2.3.1 In het programma van toetsing en afsluiting (PTA) van elke opleiding van de school is beschreven welke (onderdelen van) examenvakken op de school worden aangeboden, en welke onderdelen worden behandeld en getoetst binnen het schoolexamen en welk gewicht de diverse onderdelen hebben. 2.3.2 Leerlingen kiezen binnen een profiel de vakken waarin zij examen wensen af te leggen. Ook kiezen ze een keuze-examenvak en, afhankelijk van de opleiding, een examenvak in het vrije deel. Daarnaast doen zij examen in de verplichte vakken van het gemeenschappelijk deel. 2.3.3 De vestigingsdirecteur en de examensecretaris bepalen de gang van zaken rond het schoolexamen en zorgen ervoor dat de kandidaten hierover op een goede wijze geïnformeerd worden. 2.3.4 Het schoolexamen vangt aan in klas 4 en wordt uiterlijk een week voor de aanvang van het centraal examen afgesloten, tenzij door de minister toestemming is verleend onderdelen ervan ook na het centraal examen, al of niet door herkansing, nog voldoende af te sluiten. 2.3.5 Indien een kandidaat tijdens de afname van een onderdeel van het schoolexamen meent te worden benadeeld door belemmeringen zoals het uitvallen van een apparaat bij een luistertoets of een onjuiste vraagstelling in de opgaven dan wel om andere redenen, dient hij dit te melden bij de surveillant of examinator. Indien een belemmering na afloop van het onderdeel wordt geconstateerd, dan dient de kandidaat dit zo spoedig mogelijk te melden bij de teamleider, die daarna een beslissing neemt aangaande eventueel te treffen maatregelen. 2.3.6 Een kandidaat of de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is die het niet eens is met de beslissing van de teamleider als bedoeld in het vorige artikel, kan binnen drie schooldagen na bekendmaking van de beslissing schriftelijk in beroep gaan bij de vestigingsdirecteur. Deze doet binnen vijf schooldagen na de indiening uitspraak, nadat hij de betrokkenen heeft gehoord. Zijn uitspraak is bindend. Hij deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. De schriftelijke mededeling wordt tevens gezonden aan de ouders van de kandidaat indien deze minderjarig is. 9

2.4 Cijfers schoolexamen 2.4.1 Voor zover volgens het Examenbesluit voor een schoolexamen een cijfer gegeven wordt en voor zover dat schoolexamen niet wordt afgesloten met een centraal examen, wordt dit cijfer uitgedrukt in een geheel getal uit een reeks die loopt van 1 tot en met 10. 2.4.2 Indien in een vak zowel schoolexamen als centraal examen wordt afgelegd, worden voor het schoolexamen getallen gebruikt met één decimaal. Het cijfer voor een dergelijk examenvak wordt uitgedrukt in een getal uit een reeks die loopt van 1 tot en met 10. 2.4.3 In afwijking van 2.4.1 worden de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding beoordeeld met voldoende of goed. 2.5 Berekening eindcijfer schoolexamen 2.5.1 Het eindcijfer schoolexamen per vak is het gewogen gemiddelde van de cijfers voor dat vak, rekening houdend met de vooraf bepaalde gewichtsfactoren, zoals bekendgemaakt is in het PTA. 2.5.2 Indien het gemiddelde bedoeld in 2.5.1 een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met één verhoogd wordt indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. 2.6 Mededeling cijfers schoolexamen 2.6.1 Elke kandidaat kan de overzichten van de behaalde resultaten voor de schoolexamens doorlopend raadplegen via SOMtoday. 2.6.2 De vestigingsdirecteur zorgt ervoor dat de kandidaten uiterlijk zeven schooldagen voor de aanvang van het centraal examen schriftelijk op de hoogte worden gesteld van de behaalde cijfers en beoordelingen voor het schoolexamen in de vakken waarin hij centraal examen zal afleggen. 2.6.3 De schoolexamencijfers worden voor akkoord getekend door de examinator en de kandidaat. 2.6.4 Eenmaal toegekende examencijfers kunnen slechts gewijzigd worden na goedkeuring van de examensecretaris. 2.7 Onregelmatigheden tijdens het schoolexamen Regels betreffende onregelmatigheden tijdens het schoolexamen zijn opgenomen in artikel 1.5 van dit reglement. 10

2.8 Geschil over beoordeling van (een onderdeel van) het schoolexamen 2.8.1 Als een kandidaat het niet eens is met een beoordeling van een toets van het schoolexamen, kan hij of zijn ouders als de kandidaat minderjarig is tegen de beoordeling in beroep gaan. Zijn bezwaar maakt hij binnen drie schooldagen na de bekendmaking van de beoordeling schriftelijk bekend bij de vestigingsdirecteur. Deze stelt een commissie van beroep in, bestaande uit de teamleider van de afdeling, een docent die lesgeeft in dezelfde afdeling en de vestigingsdirecteur zelf. De commissie hoort de kandidaat en de examinator, en neemt vervolgens binnen vijf schooldagen een beslissing. De commissie deelt haar beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. Als de kandidaat minderjarig is, worden ook de ouders schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing. 2.8.2 Als een kandidaat of zijn ouders indien de kandidaat minderjarig is het niet eens is met de beslissing van de commissie van beroep zoals bedoeld in artikel 2.8.1, kan hij hiertegen beroep gaan. Zijn bezwaar maakt hij binnen drie schooldagen bekend bij de directeur-bestuurder. Deze hoort alle betrokkenen en doet binnen vijf dagen na de indiening van het beroep uitspraak. Zijn uitspraak is bindend. De directeurbestuurder deelt zijn beslissing mee aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. Als de kandidaat minderjarig is, krijgen ook zijn ouders/verzorgers een kopie van de brief. 2.9 Inleveren / te laat inleveren van praktische opdrachten / pws 2.9.1 Voor het inleveren van praktische opdrachten die tot het SE behoren is in het PTA opgenomen in welke week de opdracht moet worden ingeleverd. De daarin opgenomen inleverweek moet als volgt gelezen worden: de uiterste termijn van inleveren is de vrijdag van de vastgestelde week om 16.00 uur. 2.9.2 Tenzij anders afgesproken met de betrokken examinator moeten de praktische opdrachten persoonlijk worden overhandigd. 2.9.3 Kandidaten die een praktische opdracht of profielwerkstuk inleveren als de uiterste inlevertermijn verstreken is, krijgen eenmalig een tweede inleverdatum. Dit is de laatste lesdag voor een toetsweek. Het niet tijdig inleveren en zodoende uitwijken naar de tweede inleverdatum wordt gezien als een herkansing van een praktische opdracht. Hiermee vervalt het recht om aan het eind van het examenjaar een praktische opdracht te mogen herkansen (zie ook paragraaf 2.14.9). Als de praktische opdracht of het profielwerkstuk ook bij de tweede datum niet wordt ingeleverd, wordt dit aangemerkt als een onregelmatigheid. In 1.5.1 staan de maatregelen opgesomd die dan genomen kunnen worden. 2.10 Het profielwerkstuk (pws) 2.10.1 Het schoolexamen havo en vwo omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn voor het desbetreffende profiel. 11

2.10.2 Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of meer vakken. Het vak of de vakken waarop het werkstuk betrekking heeft, maakt/maken onderdeel uit van het totale pakket (eindexamen) van de leerlingen. Wel moet altijd ten minste één groot vak betrokken zijn. Een groot vak heeft in de bovenbouw op de havo een omvang van minimaal 320 uur en op het vwo minimaal 400 uur. 2.10.3 Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer dat onderdeel uitmaakt van het combinatiecijfer. 2.10.4 Het cijfer op het profielwerkstuk mag niet lager zijn dan een 4 (afgerond). 2.10.5 De school bepaalt op welke manier het profielwerkstuk op de school vorm krijgt. Voor regelingen en informatie over het profielwerkstuk wordt verwezen naar de informatie op de elektronische leeromgeving. 2.11 Correctie en inzage 2.11.1 Na afname van een onderdeel van het schoolexamen draagt de examinator zorg voor een correcte beoordeling aan de hand van de van tevoren opgegeven beoordelingscriteria. 2.11.2 Na een periode van maximaal tien werkdagen brengt de examinator de kandidaat op de hoogte van het resultaat. 2.11.3 Een kandidaat heeft recht op inzage in het gemaakte en beoordeelde werk. 2.11.4 Een kandidaat of zijn ouders indien de kandidaat minderjarig is die het niet eens is met de beoordeling van een toets van een schoolexamen, kan tegen de beoordeling in beroep gaan (zie art. 2.8.1). 2.12 Absentie schoolexamen / inhalen toetsen / te laat komen 2.12.1 Elke kandidaat heeft het recht en de plicht aan alle onderdelen van het schoolexamen deel te nemen. In geval van ziekte of andere wettige reden wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld de gemiste toets in te halen. 2.12.2 Inhalen mag alleen als de kandidaat of bij minderjarigheid één van zijn ouders/verzorgers zich vóór aanvang van de toets(en) op de dag van de toets(en) afmeldt. 2.12.3 Een kandidaat die ziek is, meldt zich op de dag van de toets(en) vóór aanvang van de toets(en) af. Dit gebeurt voor elke ziektedag opnieuw, tenzij anders afgesproken is met de leerlingbegeleider. Bij minderjarigheid van de kandidaat gebeurt dat door zijn ouders of verzorgers. De kandidaat neemt zo spoedig mogelijk contact op met de leerlingbegeleider om afspraken te maken over het inhalen van de toets(en). 2.12.4 Een kandidaat die een geldige reden heeft om niet aan (een) toets(en) deel te nemen, meldt dit z.sm. aan de leerlingbegeleider en overlegt met hem over het inhalen van de te missen toetsen. 12

2.12.5 Als een kandidaat zich aan enig onderdeel van het schoolexamen of zonder geldige reden bij een onderdeel van het schoolexamen afwezig is, dan is er sprake van een onregelmatigheid en zijn de bepalingen van artikel 1.5.1 van toepassing. 2.12.6 Als een kandidaat zich aan enig onderdeel van het schoolexamen of zonder geldige reden bij een onderdeel van het schoolexamen afwezig is, dan is er sprake van een onregelmatigheid en zijn de bepalingen van artikel 1.5.1 van toepassing. 2.12.7 Een kandidaat dient ervoor te zorgen dat hij bij elke toets over een onderdeel van het schoolexamen op tijd aanwezig is. 2.12.8 Een kandidaat die te laat komt bij een schriftelijk onderdeel van het schoolexamen mag tot uiterlijk 10 minuten na de aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. 2.12.9 Een kandidaat die te laat komt bij de voorbereiding van een mondeling af te leggen onderdeel van het schoolexamen, mag in de resterende tijd zich alsnog voorbereiden. Verschijnt hij in het geheel niet bij de voorbereiding, dan moet het onderdeel zonder voorbereiding afgelegd worden. 2.12.10 Een kandidaat die te laat komt bij een mondeling onderdeel of luistertoets van het schoolexamen, kan niet meer deelnemen aan de betreffende toets. De vestigingsdirecteur beslist in dit geval over de verdere gang van zaken. 2.13 Onwel worden tijdens toetsen van het schoolexamen 2.13.1 Een kandidaat die tijdens een toets onwel wordt, dient dit altijd aan de surveillant te melden. Zonder deze melding kan achteraf beroep op onwel zijn niet worden geaccepteerd. 2.13.2 Een kandidaat die tijdens een toets onwel wordt, kan onder begeleiding het toetslokaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordelen toezichthouder, leerlingcoördinatorbegeleider en/of teamleider of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. 2.13.3 Indien de kandidaat het werk na enige tijd hervat, kan na overleg met de leerlingcoördinatorbegeleider of teamleider, de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald. 2.13.4 Indien de kandidaat het werk niet kan hervatten, behoudt het tot dan toe gemaakte werk zijn geldigheid. Uitsluitend in bijzondere gevallen kan de examensecretaris het gemaakte werk ongeldig verklaren. 2.13.5 Een kandidaat die vóór een toetsmoment onwel is, dient altijd contact op te nemen met de leerlingcoördinatorbegeleider en/of de teamleider over wel of geen deelname aan de zitting toets. 13

2.14 Herkansing schoolexamen havo en vwo 2.14.1 In een niet-examenjaar mag elke kandidaat na de derde periode één SE-toets uit dat jaar herkansen evenals één praktische opdracht die meetelt voor het schoolexamen. In vwo-5 mag een leerling er ook voor kiezen een toets uit de vierde toetsweek van vwo-4 te herkansen. In een niet-examenjaar mag elke kandidaat na de derde periode twee toetsen uit dat jaar herkansen evenals één praktische opdracht. In vwo-5 mag een leerling er ook voor kiezen een toets uit de vierde toetsweek van vwo-4 te herkansen. Er mag niet twee of drie keer voor hetzelfde vak een herkansing aangevraagd worden. 2.14.2 Elke kandidaat mag aan het eind van de opleiding (na periode 3 in het examenjaar) bovendien twee SE-toetsen en één praktische opdracht herkansen. 2.14.3 De herkansingen in het examenjaar mogen benut worden voor alle toetsen en praktische opdrachten die deel uitmaken van het schoolexamen. Dit kunnen ook SEtoetsen of praktische opdrachten die tot het SE behoren, uit niet-examenjaren zijn. 2.14.4 Elke toets of praktische opdracht die meetelt voor het schoolexamen kan in principe herkanst worden, tenzij anders vermeld in het PTA. 2.14.5 Elke herkansbare toets of praktische opdracht van het schoolexamen kan maximaal één keer herkanst worden. 2.14.6 Er kan per vak één toets of praktische opdracht van het schoolexamen herkanst worden. 2.14.7 Praktische opdrachten die bestaan uit een aantal aparte deelopdrachten die gezamenlijk tot een cijfer leiden, vormen samen één praktische opdracht en worden als zodanig herkanst. 2.14.8 De herkansing van een praktische opdracht bestaat uit een gelijksoortige, nieuwe opdracht of een opdracht ter vervolmaking van de oorspronkelijke opdracht, zulks ter beoordeling van de examinator. 2.14.9 Als een herkansing gedaan is, telt het hoogte van de twee behaalde cijfers. 2.14.10 De herkansingen worden aangevraagd op het moment dat het schoolexamencijfer vastgesteld is (dit is na de derde toetsweek in het examenjaar). Dit moment wordt aangegeven in het jaarrooster. 2.14.11 De herkansingen worden via de elektronische leeromgeving aangevraagd bij en verwerkt door de leerlingcoördinatorbegeleider. 2.14.12 Een herkansing die te laat wordt aangevraagd, kan niet meer in behandeling genomen worden. 14

2.15 Vrijstellingen schoolexamen bij doubleren 2.15.1 Indien een kandidaat doubleert, is het uitgangspunt dat hij alle onderdelen uit het te doubleren jaar opnieuw doet. 2.15.2 Een vrijstelling kan gelden voor vakken die uitsluitend met een schoolexamen worden afgesloten en inmiddels door de kandidaat met een voldoende zijn afgesloten of voor het profielwerkstuk dat door de kandidaat is afgesloten. 2.15.3 Een kandidaat kan afzien van een vrijstelling, bijvoorbeeld omdat hij in het jaar van doubleren een beter resultaat (en daarmee een betere uitgangspositie voor het schoolexamen) denkt te kunnen behalen. 2.15.4 Een vrijstelling kan niet tijdens het schooljaar ongedaan gemaakt worden. 15

3 HOOFDSTUK 3: HET CENTRAAL EXAMEN EN DE REKENTOETS 3.1 Algemeen 3.1.1 Het centraal examen kent drie tijdvakken: het eerste, tweede en het derde tijdvak. Het rooster van het centraal examen wordt tijdig bekendgemaakt, volgens de opgave van het ministerie OCW. Het rooster is ook te vinden op www.examenblad.nl. 3.1.2 De vestigingsdirecteur en de examensecretaris zijn verantwoordelijk voor de gang van zaken rond het centraal examen. 3.1.3 Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 tot en met 45 van het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-lbo. 3.1.4 Een kandidaat kan slechts deelnemen aan een eindexamen in een vak, als het schoolexamen in dat vak is afgesloten. 3.2 Regels omtrent het centraal examen 3.2.1 De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. 3.2.2 De kandidaten en de surveillanten ontvangen voor de aanvang van het centraal examen een overzicht van de bij het examen geldende gedragsregels, het examenrooster en de toegestane hulpmiddelen. 3.2.3 Tijdens het centraal examen wordt door het personeel van de school toezicht gehouden. Er is één surveillant per 25 leerlingen. Per examenruimte zijn per zitting altijd minimaal twee surveillanten aanwezig. 3.2.4 Tijdens een toets van het centraal examen wordt aan de kandidaten geen enkele mededeling over de opgaven gedaan. 3.2.5 De kandidaten blijven in de examenzaal tot de eindtijd van de zitting. 3.2.6 De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het centraal examen blijven in de examenzaal tot het eind van die toets. 3.2.7 De surveillanten maken een proces-verbaal op, dat samen met het gemaakte examenwerk na afloop van de zitting wordt ingeleverd. 3.3 Absentie centraal examen / te laat komen 3.3.1 Een kandidaat die verhinderd is aan een of meer onderdelen van het centraal examen deel te nemen, meldt zich op de dag van de toets(en) vóór aanvang van de toets af bij de vestigingsdirecteur. Bij minderjarigheid wordt dit gedaan door zijn ouders/verzorgers. 16

3.3.2 Indien een kandidaat om een geldige reden ter beoordeling van de vestigingsdirecteur is verhinderd bij één of meer toetsen van het centraal examen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. 3.3.3 Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de Staatsexamencommissie zijn examen te voltooien. 3.3.4 De kandidaat op wie artikel 3.3.3 van toepassing is, meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de vestigingsdirecteur aan bij de voorzitter van de desbetreffende Staatsexamencommissie. 3.3.5 Een kandidaat dient ervoor te zorgen dat hij bij elke toets van het centraal examen op tijd aanwezig is. 3.3.6 De kandidaat die bij een onderdeel van het centraal examen te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na aanvang van de toets tot die toets worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. 3.4 Onregelmatigheden tijdens het centraal examen en de rekentoets Regels betreffende onregelmatigheden tijdens het centraal examen en de rekentoets zijn opgenomen in artikel 1.5 van dit reglement. 3.5 Niet op regelmatige wijze afnemen centraal examen 3.5.1 Indien het centraal examen naar het oordeel van de inspectie niet op regelmatige wijze heeft plaatsgevonden, kan zij besluiten dat het geheel of gedeeltelijk voor één of meer kandidaten opnieuw wordt afgenomen. 3.5.2 De inspectie verzoekt in het geval van 3.5.1 het CvTE nieuwe opgaven vast te stellen en bepaalt op welke wijze, wanneer en door wie het examen zal worden afgenomen. 3.6 Onvoorziene omstandigheden centraal examen 3.6.1 Indien door onvoorziene omstandigheden het centraal examen in één of meer vakken aan één of meer scholen niet op de voorgeschreven wijze kan worden afgenomen, beslist de minister hoe dan gehandeld dient te worden. 3.6.2 In verband met het continuïteitsplan dienen leerlingen zich tot de zomervakantie (16 juli 2016) beschikbaar te houden voor het overdoen van examens. Als er zich situaties voordoen zoals beschreven in artikel 3.5.1 en 3.6.1, dan zal examenwerk overgedaan moeten worden in de periode tot 4 juli 2015. Dit betekent dat kandidaten geen vakantie moeten plannen na de laatste examens van het eerste tijdvak. Afwezigheid in verband met vakantie wordt gezien als ongeoorloofde afwezigheid. Overigens: annuleringsverzekeringen dekken deze eventualiteit niet! (Zie ook: 17

https://www.examenblad.nl/publicatie/20130618/regeling-rooster-entoegestane/2015). 3.7 Correctie centraal examen 3.7.1 De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven toekomt aan de examinator in het desbetreffende vak. 3.7.2 De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat alle examinatoren en gecommitteerden zich bij de eerste en tweede correctie van het examenwerk houden aan het protocol van de scholen die zijn aangesloten bij Fricolore. 3.7.3 De examinator kijkt het gemaakte werk na en geeft onvolkomenheden of fouten als ook de behaalde punten aan op het werk zelf. Hij brengt geen verbeteringen aan. De beoordeling wordt zo nodig voorzien van een toelichting. 3.7.4 Bij het nakijken past de examinator de (bindende) voorschriften toe van het CvTE. 3.7.5 De examinator voert de behaalde scores in WOLF in. 3.7.6 De examinator geeft het werk met zijn beoordeling aan de vestigingsdirecteur. 3.7.7 De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat het van de examinator terug ontvangen werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal, de beoordeling van de examinator zo spoedig mogelijk in het bezit komt van de betrokken gecommitteerde. 3.7.8 Wanneer examenwerk per post wordt verstuurd, geschiedt dit steeds aangetekend. Indien het examenwerk op een andere wijze wordt bezorgd, dient daarvoor een ontvangstbewijs te worden afgegeven. 3.7.9 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de (bindende) beoordelingsnormen van het CvTE toe. 3.7.10 Indien de examinator zich naar het oordeel van de gecommitteerde bij de correctie van het examenwerk niet heeft gehouden aan de bindende beoordelingsnormen van het CvTE, stelt deze de vestigingsdirecteur in het bezit van het werk en verzoekt hem de bindende normen te doen toepassen. 3.7.11 De gecommitteerde neemt contact op met de examinator. In onderling overleg wordt de score voor het examenwerk vastgesteld. 3.7.12 Indien gecommitteerde en examinator geen overeenstemming kunnen krijgen over de score, wordt dit gemeld aan de directeur van de gecommitteerde. Deze neemt contact op met de vestigingsdirecteur van de examinator. 3.7.13 De overeengekomen score wordt door de examinator ingevoerd in SOM. 3.7.14 Indien het overleg bedoeld in 3.7.11 niet leidt tot een oplossing, wordt de inspectie ingelicht door de directeur van de gecommitteerde. 18

3.8 Cijfer centraal examen 3.8.1 De vaststelling van de cijfers voor het centraal examen vindt plaats conform de omzettingstabellen van het CvTE. 3.8.2 Het cijfer voor een toets van het centraal examen wordt met één decimaal vastgesteld. 3.9 Rekentoets 3.9.1 Het CvTE stelt regels voor de uitvoering van de rekentoets. Het CvTE stelt in ieder geval een regeling vast voor de uitvoering van de correctie voor zover de rekentoets bestaat uit open vragen. 3.9.2 Het CvTE stelt de beoordelingsnormen voor de rekentoets vast. 3.9.3 De rekentoets wordt afgenomen in het laatste leerjaar, maar het bevoegd gezag kan een leerling uit het voorlaatste leerjaar toelaten tot de rekentoets. De kandidaat krijgt vier kansen om de rekentoets af te leggen, waarvan er minstens één benut wordt in het pre-examenjaar. 3.9.4 Een kandidaat die in het voorgaande cursusjaar gezakt is voor zijn examen, moet de rekentoets opnieuw doen. Hij heeft dan maximaal drie kansen om de rekentoets af te leggen. Het resultaat van de eerder afgelegde rekentoets(en) komt te vervallen. 19

4 HOOFDSTUK 4: UITSLAG, HERKANSING EN DIPLOMERING 4.1 Eindcijfer eindexamen 4.1.1 Het eindcijfer voor de rekentoets alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. 4.1.2 De examinator bepaalt het eindcijfer voor een vak op het rekenkundige gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, naar beneden afgerond, en indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgerond. 4.1.3 Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, is het cijfer of de beoordeling voor het schoolexamen tevens eindcijfer (zie ook 2.4). 4.1.4 Het cijfer voor de rekentoets is tevens eindcijfer. 4.2 Combinatiecijfer 4.2.1 Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de cijfers van de vakken maatschappijleer, godsdienst, ANW (alleen vwo) en het profielwerkstuk. Indien een gymnasiast in het eindexamenjaar overgestapt is naar het atheneum, maakt het cijfer voor kcv ook deel uit van het combinatiecijfer. 4.2.2 Voor het berekenen van het combinatiecijfer worden de op de cijferlijst vermelde afgeronde cijfers (bestaande uit gehele getallen) van de afzonderlijke vakken gemiddeld. Vervolgens wordt het gemiddelde weer afgerond op het nabij liggende gehele getal. Indien de cijfers achter de komma 49 of minder zijn, wordt het cijfer naar beneden afgerond, en indien deze 50 of meer zijn, wordt het cijfer naar boven afgerond. 4.2.3 Zowel de cijfers van de afzonderlijke vakken en het profielwerkstuk als het combinatiecijfer worden op de cijferlijst vermeld. 4.2.4 De cijfers van de afzonderlijke vakken en het profielwerkstuk mogen geen van alle lager zijn dan een 4. 4.3 Vaststelling uitslag 4.3.1 De vestigingsdirecteur en de secretaris van het examen stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in 4.4. Dit gebeurt nadat een door de examinator en de gecommitteerde ondertekende lijst met scores voor het centraal examen is ontvangen. 4.3.2 Indien dat nodig is om een kandidaat te laten slagen, betrekken de vestigingsdirecteur en de examensecretaris een of meer eindcijfers niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een geldig eindexamen te vormen. 20

4.4 Uitslag havo en vwo 2016 4.4.1 De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd in 2016, is geslaagd indien: a) het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is; b) hij voor de rekentoets ten minste een 5 heeft behaald (zie opmerkingen hieronder); en één van de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 5 of meer heeft behaald en hij voor de rekentoets en het andere vak dan wel vakken, genoemd in dit subonderdeel als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; of voor de rekentoets als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de vakken Nederlandse taal en literatuur, Engelse taal en literatuur en voor zover van toepassing wiskunde A, wiskunde B of wiskunde C als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; c) hij onverminderd onderdeel b: voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 of meer en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald; voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; of voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6,0 bedraagt; d) hij voor geen van de onderdelen, genoemd in het tweede lid, lager dan het eindcijfer 4 heeft behaald; en e) hij voor de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel alsmede voor de maatschappelijke stage, de kwalificatie «voldoende» of «goed» heeft behaald. Opmerkingen: 1) Let op: de status van het genoemde bij 4.5.1b, eerste bolletje, is nog voorgenomen beleid. Het ministerie is druk doende om dit zo snel mogelijk (dit kalenderjaar) via wijzigingsbesluiten vast te leggen in wet- en regelgeving. Voor havo- en vwo-leerlingen verandert de slaag/zak-regeling ten opzichte van die van vorig jaar én ook ten opzichte van wat er in december aangekondigd was met betrekking tot het werken met vaardigheidsscores. Dat laatste gaat niet gebeuren, zo is door de bewindspersonen van OCW aangekondigd in hun brief van 25 juni aan de Tweede Kamer. 21

Voor 2016 betekent dit dat de rekentoets als verplicht eindexamenonderdeel dient te zijn afgelegd, het cijfer komt in het voorwaardelijk deel van de slaag/zakregeling én komt op de cijferlijst zelf te staan, er moet ten minste een vijf zijn behaald wil een leerling een diploma kunnen behalen ( ). (bron: www.steunpunttaalenrekenenvo.nl). 2) Zoals het nu lijkt, maakt de rekentoets vanaf het cursusjaar 2016-2017 deel uit van de kernvakkenregeling. 4.4.2 De kandidaat die een centraal examen dan wel een deel ervan heeft afgelegd en die niet voldoet aan de geldende voorwaarden, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing, bedoeld in 4.6. 4.4.3 Zodra de uitslag volgens de geldende regeling is vastgesteld, wordt deze samen met de eindcijfers schriftelijk aan iedere kandidaat meegedeeld, onder mededeling van het bepaalde in artikel 4.6. De in de eerste volzin bedoelde uitslag is de definitieve uitslag indien geen gebruik wordt gemaakt van het in artikel 4.6 bepaalde. 22

4.5 Herkansing centraal examen 4.5.1 De kandidaat heeft het recht voor één vak waarin hij reeds centraal examen heeft afgelegd, nadat de uitslag volgens artikel 4.4 (havo 2015) of 4.5 (vwo 2016) is vastgesteld, in het tweede tijdvak, of indien artikel 3.2.3 van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw dan wel alsnog deel te nemen aan het centraal examen. 4.5.2 De kandidaat geeft schriftelijk aan de secretaris van het examen door dat hij gebruik maakt van het in artikel 4.6.1 bedoelde recht. Dit doet hij op een door de examensecretaris te bepalen dag en tijdstip. Dag en tijdstip worden jaarlijks aangegeven op het examenrooster. 4.5.3 Door het aanvragen van een herkansing wordt de eerste uitslag een voorlopige uitslag. 4.5.4 Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. 4.5.5 Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld op grond van het gestelde in artikel 4.4 (havo 2015) of 4.5 (vwo 2016), en wordt deze schriftelijk aan de kandidaat meegedeeld. 4.6 Herkansing rekentoets 4.6.1 De kandidaat heeft recht op één drie herkansingen van de rekentoets binnen de periode waarin de rekentoets wordt afgenomen. 4.6.2 Artikel 4.6.2 tot 4.6.5 is van overeenkomstige toepassing. 4.7 Diploma en cijferlijst 4.7.1 Op grond van de definitieve uitslag krijgt elke kandidaat die examen heeft afgelegd een cijferlijst waarop is vermeld: - het profiel waarin examen is afgelegd; - de cijfers voor de vakken van het schoolexamen voor zover ze meetellen in de uitslagbepaling; - de cijfers voor de vakken van het centraal examen voor; - de eindcijfers voor de examenvakken; - het resultaat van de rekentoets; - de uitslag van het examen; - de beoordelingen in woorden voor bepaalde vakken (ckv en l.o.) overeenkomstig het Examenbesluit; - de titel en de beoordeling van het profielwerkstuk. 4.7.2 Als een kandidaat in meerdere profielen examen heeft gedaan, wordt hem per profiel een cijferlijst uitgereikt als bedoeld in artikel 4.8.1. 4.7.3 Als een kandidaat examen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken wél vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. 23

4.7.4 De vestigingsdirecteur en de secretaris van het examen ondertekenen de cijferlijst. 4.7.5 Op grond van de definitieve uitslag wordt aan elke voor het examen geslaagde kandidaat een diploma uitgereikt. 4.7.6 De vestigingsdirecteur, de secretaris van het examen en de kandidaat ondertekenen het diploma. 4.7.7 Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt. Geslaagden kunnen indien gewenst kopieën van hun cijferlijsten en diploma s laten waarmerken op de administratie van de school. Geslaagden kunnen indien gewenst gewaarmerkte kopieën van hun cijferlijst(en) en diploma verkrijgen via www.mijndiplomas.nl. 4.7.8 Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de definitieve uitslag stuurt de vestigingsdirecteur aan de DUO-IB-groep een lijst waarop voor alle kandidaten zijn vermeld: a) de vakken waarin het examen is afgelegd; b) de cijfers van het schoolexamen; c) de cijfers van het centraal examen; d) de eindcijfers; e) het resultaat van de rekentoets; f) de uitslag van het centraal examen of een deel van het centraal examen 4.8 Bewaren documenten 4.8.1 De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat het werk van het centraal examen van de kandidaten en de lijsten bedoeld in artikel 4.8.8 gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag worden bewaard, ter inzage voor belanghebbenden. 4.8.2 De vestigingsdirecteur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij de centraal examens gebruikte opgaven gedurende ten minste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school. 24