INVLOED VERNALISATIE OP GROEI EN ONTWIKKELING VAN ONBEWORTELD STEK BIJ GYPSOPHILA PANICULATA PERFECTA'

Vergelijkbare documenten
INVLOED VERNALISATIE OP GROEI EN ONTWIKKELING VAN BEWORTELD STEK BIJ GYPSOPHILA PANICULATA 'PERFECTA'

INVLOED VERNALISATIE OP GROEI EN ONTWIKKELING BIJ GYPSOPHILA PANICULATA 'PERFECTA'

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Invloed van vernalisatie op Eustoma russellianum

1 Bloeisturing met LED-belichting in de teelt van ranonkel

INVLOED TOPPEN OPGROEI ENONTWIKKELING VAN POT- CHRYSANT EN KALANCHOE

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp

1 Hpkklk. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Bossigheid in Zantedeschia

17/10/2013. Vermeerdering van boomkwekerijgewassen onder LED in een meerlagensysteem. Planten en licht. Invloed lichtkleuren (i.c.m.

Voorkomen bloemmisvorming en bloemverdroging in Zantedeschia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Beperking vruchttaklengte Tulameen: invloed van bemesting en watergift en opkweekplaats

Project en Tjeerd Blacquière, Ruud Maaswinkel, Nico Straver, Carla Zwinkels & Peter Schrama Aalsmeer, maart 2001

Vermeerdering van boomkwekerijgewassen onder LED in een meerlagensysteem. Themabijeenkomst LED in de boomkwekerij

Vooronderzoek nabehandeling bij freesia (2011/2012)

t IS 2,0 : S3 STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Houdbaarheid van tomaten geteeld in de Denar-kas

STICHTING PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK. Proef met verschillende ammoniumtrappen bij paprika op voedingsoplossing

1 E 38 3efstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwijk

De minimale lichtbehoefte van Zantedeschia. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

yvtsd^s.usdid f-lt Pt 05" H V- BIBLIOTHEEK PROEFSTATION VOOR TUINBOUVV ONDER GLAS TE NAALDWIJK hm/pap/wvrandijv

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

BESTRIJDING VAN VALSE MEELDAUW IN PETERSELIE

Teelt van Zaaiaster en Delphinium op water

1 Dagverlenging met LED-belichting bij chrysant in de teelt van moederplanten

s 98 c-b Temperatuur- en gietproef bij herfstkomkommers. door: Ir.A.A.M.Sweep, Naaldwijk,1966. Z2J5.303I

Bestrijding van Fusarium in tomaat

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Licht, belichting & kwaliteit. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw KCB, 16 febr 2011

Belichting in de Glastuinbouw. Tom Dueck, Wageningen UR Glastuinbouw energiek2020, 17 maart 2011

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003

Bloemknopsturing Snijhortensia. Uitgevoerd door: DLV Facet Teake Dijkstra Helma Verberkt. Wageningen, Februari 2006

Invloed van het geconditioneerd bewaren van knollen op de teeltduur van Freesia

Optimale moment voor dompelen Zantedeschia in gibberellinezuur (GA) voor bloemaanleg. P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld , Arie de Gelder

Stuurlicht: wat kunnen we ermee 2. Licht Event 10 december 2014 Arca Kromwijk, Wageningen UR Glastuinbouw

Eindrapportage project Zuurstofvoorziening substraten

Invloed van zaadfractionering op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Hybride belichting Chrysant

E 38 GRONDBEDEKKINGSPROEF BIJ IJSSLA (VOORJAAR 1976) door : H.G.A. veen Esch. Naaldwijk, oktober 1976 No. 743/11/ J2-1 no?

Invloed van temperatuur aan het eind van de teelt op houdbaarheid Cyclamen

1 D 98 PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK. Rem- en verpoppingsproef bij freesia, l. No.32.

De basis van de doordrager nader beschreven

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Invloed van EC en RV op de groei en kwaliteit van Kalanchoë. Barbara Eveleens, Ep Heuvelink en Filip van Noort

Bemesting van tulp in de broeierij

LED licht bij zonlicht

Energiebesparing in de teelt van Cyclamen

Projekt onderzoek CAMBRIA Verbeteren van het groei & bloei proces

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS. Toepassing van wit plasticfolie bij de vroege stookteelt

SNIJBOON ONDER GLAS 2015

Energie en kwaliteit in de preparatie- en kasperiode in de tulpenbroeierij 2012

RAPPORT VOORKOMEN/ BESTRIJDING PENICILIUM EN BOTRYTIS IN EUPHORBIA

BASILICUM RASSENPROEF

LED verlichting in kassen:

)EFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, TE NAALDWIJK.

Voorkomen van voortakken bij Phalaenopsis

Teelt van Ageratum op water

December 1993 Intern verslag nr 71

Onderzoek naar biologische broei van tulpen.

Bestrijding van Fusarium in lisianthus

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Invloed van plantselectie op de uniformiteit van bloeitijdstip en kwaliteit van Lisianthus

Projekt onderzoek Dendrobium nobile Verbeteren van het groei & bloei proces

Zomerkwaliteit van Lisianthus

Watergift klein volume substraat lelie

Herinplantziekte bij pioenrozen

Teelt van Celosia op water

Invloed temperatuur in winter bij vroegbloeiende Cymbidium

Jaarrondteelt van Lisianthus op water

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Temperatuuronderzoek in relatie tot energiebesparing en bloei bij Guzmania. J. P. van der Hulst N. A. Straver

Waterbroei tulp: Beworteling van peren

D. Klapwijk. Vergelijking groei- en ontwikkelingssnelheid van tomaat, komkommer, paprika en chrysant,

HOUDBAARHEID VAN ROZEN OP STEK EN OP ONDERSTAM. Proef Rapport 211. Pfcetsiaiicn I, v.d. Blüorrilitötij J

Knoponderzoek Lisianthus

Teelt van Matricaria op water

Grip op licht. Het Nieuwe Telen Potplanten: Meer energie besparing met meer natuurlijk licht en verbeterde monitoring

HET TOETSEN VAN DE GEVOELIGHEID VAN KOMKOMMERRASSEN VOOR ECHTE MEELDAUW (SHAEROTHECA FULIGINEA)

Invloed temperatuur op bloei Cymbidium

VELDSLA ONDER GLAS 2015

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS TE NAALDWIJK

Voorbehandeling lelie met BVB

Energiemanagement Alstroemeria

Broeierij bijzondere bolgewassen

Status Groeimodel Gerbera

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus

Resultaten proeven 2017/2018. Sonsation bijeenkomst 29 augustus 2018

Praktijkproef Super FK in Paprika 2010 bij de start van de teelt.

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort

PROEFSTATION VOOR DE GROENTEN- EN FRUITTEELT ONDER GLAS, Opkweektemperaturen bij stooktomaten met plantdatum begin Februari,

Transcriptie:

Proefstation voor Bloemisterij en Glasgroente ISSN 1385-3015 Vestiging Aalsmeer Linnaeuslaan 2a, 1431 JV Aalsmeer Tel. 0297-352525, fax 0297-352270 INVLOED VERNALISATIE OP GROEI EN ONTWIKKELING VAN ONBEWORTELD STEK BIJ GYPSOPHILA PANICULATA PERFECTA' Project 12-1430 H.M.C. Nijssen N.M. van Mourik Aalsmeer, september 1999 Rapport 207 Prijs ƒ 20,00 Rapport 207 wordt u toegestuurd na storting van ƒ 20,00 op banknummer 300 177 976 ten name van Proefstation Aalsmeer onder vermelding van 'Rapport 207, Invloed vernalisatie bij onbeworteld stek van Gypsophila'.

INHOUD 1. INLEIDING 6 1.1 DOEL 6 2. MATERIAAL EN METHODE 7 2.1 PLANTMATERIAAL 7 2.2 OUTILLAGE 7 2.3 TEELT 8 2.4 WAARNEMINGEN 8 2.4.1 Analyse 8 3.RESULTATEN 9 3.1 BE WORTELINGVANSTEK 9 3.2 PRODUCTIE 9 3.3 PLANTGEWICHT 10 3.4 PLANTLENGTE 10 4. DISCUSSIE 11 5. CONCLUSIES ENAANBEVELINGEN 13 LITERATUUR 14

SAMENVATTING In de periode november 1998 - juli 1999 werd op het Proefstation voor de Bloemisterij in Aalsmeer onbeworteld stek van Gypsophila paniculata 'Perfecta' (gips of gipskruid) onderzocht op de gevoeligheid voor vernalisatie. Hiertoe werd het plantmateriaal in een koelcel bewaard bij gedurende 0-5 weken. Vernalisatie, het proces waarbij rust door een koudebehandeling wordt doorbroken, bevordert bloei. Met name bij gematigde winters komt het voor dat planten in rozet blijven. In eerdere experimenten in 1997 en in 1998 leidde koudebehandeling aan respectievelijk éénmaal geoogst plantmateriaal en onbeworteld stek niet tot oogstvervroeging, maar wel tot kwaliteitsverbetering. Praktisch is het echter moeilijk om oud plantmateriaal of beworteld stek in 9 cm-potjes te koelen. Daarom werd in dit onderzoek de invloed van kou () op onbeworteld stek onderzocht. Verpakt in plastic zakjes kan stek in tempexdozen bewaard worden. Dit neemt weinig volume in en kan daarom eenvoudig en goedkoop worden gekoeld. Ondanks de sterk verschillende bewaartijden in de koelcel kon geen bloeivervroeging worden vastgesteld. Evenals het experiment in 1998 bleven alle planten lange tijd in rozet. Pas nadat de daglengte de kritische waarde van 14 uur overschreed strekten alle behandelingen gelijktijdig. Evenmin kon een positieve invloed van de koubehandelingen op de kwaliteit worden geregistreerd. De controlebehandeling was betrouwbaar zwaarder. Dit heeft vermoedelijk te maken met de kasfase voorafgaande aan de bloei. De bewortelingssnelheid neemt namelijk af met de toename van de bewaarperiode. Dat betekende dat de controlebehandeling snel bewortelde en daardoor snel de kas in kon. De resultaten geven aan dat stek vlak voor de kasfase beworteld kan worden. Dit betekent dat de opkweekduur bij plantleveranciers met deze methode circa twee maanden kan worden verkort. Vervolgonderzoek moet uitwijzen of de invloed van kou wél een rol speelt indien de daglengte met behulp van stuurlicht wordt verkort.

1. INLEIDING Gypsophila paniculata L. is een langedag-plant (LDP) en behoort tot de familie der Caryophillaceae. In Nederland wordt onder glas ca. 33 ha gips geteeld (meitelling, 1998). Beworteld stek van gips heeft (koude) rust nodig (Shillo,1985) om tot strekking en bloei te komen. Het proces waarbij bloei door een koudebehandeling wordt bevorderd heet vernalisatie. Zonder een koudeperiode zullen planten die vernalisatie nodig hebben, later bloeien of in rozet blijven (Salisbury and Ross, 1992). Gipstelers hebben de ervaring dat na een koude winter het teruggeknipte materiaal sneller en kwalitatief beter hergroeit dan na een meer gematigde winter. Langer doorstoken in december met als doel de laatste takken voor de kerst te forceren leidt tot rozetvorming en verlate hergroei in het voorjaar (Salisbury and Ross, 1992). Rozetvorming komt bij gips in de zomer niet voor omdat net zoals bij andere langedagplanten, meer factoren een rol spelen bij de bloeibevordering en bloemaanleg, zoals temperatuur, fotoperiode en lichtintensiteit. Gips groeiend bij lage temperaturen en lage PPF (Photosynthetic Photon Flux; 'groeilicht') vertoont een verlengde vegetatieve groei en een vertraagde strekking, maar een lage temperatuur en een hoge PPF leidt tot lange takken en een grotere bloeirijkheid (Hicklenton et al, 1993). Licht doorbreekt in dit geval de rustbehoefte. Een hoge temperatuur en hoge PPF, zoals in de zomer, kan leiden tot een lagere productie en bloeirijkheid (Davies et al, 1996). Door plantmateriaal met bijvoorbeeld een temperatuurbehandeling te manipuleren, kan rust doorbroken worden. Van nature worden rust en rustdoorbreking gereguleerd door planthormonen die op hun beurt geactiveerd worden door externe signalen zoals temperatuur en licht. Dit voorkomt dat planten groeien in een periode die niet geschikt is voor de ontwikkeling van meristemen. Deze regulatie zien we ook bij vaste planten in de kas, bv. Alchemilla, Astilbe, Campanula, etc. Onder lichtarme omstandigheden gaan deze planten in rust en pas nadat strekkingshormonen geactiveerd zijn, vaak na een koudeperiode, zullen de planten weer gaan groeien. In buitenlands onderzoek is hoofdzakelijk onderzoek verricht met de cultivars 'Bristol Fairy' en 'Bridal Veil', terwijl deze rassen in Nederland allang vervangen zijn door 'Perfecta'. Dit onderzoek naar koubehoefte van onbeworteld stek van Gypsophila paniculata onder Nederlandse omstandigheden volgt na onderzoek aan éénmalig geteeld materiaal (Nijssen en van Mourik, 1997) en aan beworteld stek (Nijssen en van Mourik,1998). Beide onderzoeken toonden aan dat kou scheutgewicht en scheutlengte positief beïnvloedt. Bloeivervroeging werd niet aangetoond. 1.1 DOEL In dit onderzoek wordt de koudebehoefte van onbeworteld stek vastgesteld; het is een logisch vervolg op eerder onderzoek aan eenmalig geoogst materiaal en beworteld stek. Het koelen van onbeworteld stek is eenvoudiger en daardoor goedkoper te bewerkstelligen dan koelen van beworteld stek. Daarnaast is onderzocht hoelang stek koel bewaard kan worden zonder kwaliteitsverlies.

2. MATERIAAL EN METHODE 2.1 PLANTMATERIAAL Het onbewortelde stek werd 19 november 1998 geleverd door de fa. Danziger uit Israel. Op het PBG werden de stekken overgebracht naar een koelcel van. Wekelijks werd een partij uit de koelcel gehaald en beworteld. De beworteling van de stekken gebeurde door de stekken te dopen in 0,5% IBA en te steken in bemeste (Osmocote) pluggen. Deze pluggen werden geplaatst in een stektent bij 2, 100% R.V., en 700 ppm CO2. De stekken werden met behulp van één SONT- lamp tussen 04.00-00.00 uur (bij)belicht bij een lichtniveau van 18 ^mol/m 2 /s PPF op stekhoogte. Sciaralarven werden met succes bestreden door het aangieten van de pluggen met het parasitaire aaltje Steinernema feltiae. Afhankelijk van de snelheid van beworteling werden de stekken 2-5 (!) weken na steken afgehard. Dit afharden geschiedde in een tent. In drie stappen van één dag werd het plastic geopend. Na het afharden werden de bewortelde stekken overgebracht naar de onverwarmde kas en overgepot in een 21 cm-container gevuld met een kokosmengsel. De planten werden aangegoten met een voedingsoplossing van 1,1 EC ms/cm en preventief behandeld tegen Pythium met Previcur N (1 ml/l). Het behandelingsschema staat vermeld in Tabel 1. Tabel 1 - Behandelingsoverzicht Behandeling 1. 0 weken 2. 1 week 3. 2 weken 4. 3 weken 5. 4 weken 6. 5 weken stekdatum 20-11-1998 27-11-1998 04-12-1998 11-12-1998 18-12-1998 25-12-1998 Afharddatum 08-12-1998 04-01-1999 04-01-1999 11-01-1999 19-01-1999 01-02-1999 oppotdatum 17-12-1998 11-01-1999 11-01-1999 19-01-1999 26-01-1999 05-02-1999 beworteling (%) 90 87 94 97 82 80 Voor de randrijen werden stekken gebruikt die zeven en acht weken bij bewaard zijn. Langer bewaren leidde tot uitval door Botrytis bij beworteling. 2.2 OUTILLAGE Het onderzoek werd uitgevoerd in een kas van 1 50 m 2 welke was uitgerust met zes tempexgoten van 1 meter breed en 10 meter lang. Elk bed bestond uit zes velden van zes planten, waartussen randplanten werden gezet. Per container werden twee 1 literdruppelaars gestoken. Over de containers werden twee lagen gaas (20x17 cm) gelegd. Het drain water werd gerecirculeerd. De zes behandelingen werden in zes herhalingen verloot. Hierbij werd rekening gehouden met de zonrichting door de kas in zes blokken op te delen. 7

2.3 TEELT Nadat de laatste planten beworteld en opgepot waren werd de kastemperatuur geleidelijk verhoogd van 10/10 C dag-nacht naar 18/14 C dag-nacht. Gedurende de dag mocht de kastemperatuur tot 23 C oplopen alvorens gelucht werd. De watergift bedroeg 100 ml/plant/druppelbeurt, waarbij het aantal giften werd bepaald door de stralingssom. 2.4 WAARNEMINGEN Waargenomen werden de oogstdatum, het plantgewicht, de plantlengte, het aantal scheuten en het aantal gestrekte scheuten. Omwille van de beperkte looptijd van de proef werden de waarnemingen verricht aan hele planten. Dit in tegenstelling tot de praktijk, waar eerst de hoofdscheut wordt gesneden en vervolgens zijtakken van deze scheuten. 2.4.1 Analyse Voor de analyse van de resultaten is gebruik gemaakt van variantie-analyse om verschillen in oogstdatum, plantlengte, plantgewicht, aantal scheuten en het percentage gestrekte scheuten aan te tonen bij een onbetrouwbaarheid van < 5% (P< 0,05). 8

3. RESULTATEN 3.1 BEWORTELING VAN STEK Het bewortelen van de stekken verliep goed. Opvallend was dat de vitaliteit van het stek afneemt met de bewaartijd in de koelcel. De controlebehandeling bewortelde vlot en kon na twee weken worden af gehard. De behandeling die na vijf weken uit de koelcel kwam kon pas na 37 dagen worden afgehard (Tabel 1). Deze partij stek kon maximaal acht weken bewaard worden. Stek dat negen weken gekoeld was, viel onmiddellijk na het steken uit door een aantasting van Botrytis. 3.2 PRODUCTIE Nadat in week 5 alle behandelingen opgepot waren en de kastemperatuur stapsgewijs werd verhoogd van 10/10 C dag-nacht naar 18/14 C dag-nacht, vond alleen bladafsplitsing plaats: de planten bleven in rozet. Strekking vond pas plaats vanaf week 19 en in week 22 werd de eerste plant geoogst. In week 26 werden de laatste planten geoogst en waargenomen. De oogstdatum verschilde niet betrouwbaar. Aangezien alle planten in bloei kwamen en de hele plant geoogst werd, kon geen verschil in stuks worden aangetoond. Tussen de controlebehandeling en de verschillende koelbehandelingen kon geen verschil worden aangetoond in het aantal scheuten per plant. Wel werd binnen de verschillende koelbehandelingen een effect aangetoond. Hoe langer de stekken in de koelcel stonden, hoe kleiner het aantal scheuten bij de oogst (Tabel 2). Het percentage gestrekte scheuten per plant was bij de controle betrouwbaar groter. Tabel 2 - Het aantal scheuten per plant en het percentage gestrekte scheuten per plant op het moment van oogst; l.s.d. is kleinst betrouwbare verschil Aantal scheuten l.s.d Controle 1 week 2 V 2 weken 3 weken 4 weken 5 weken 2V 6.5 7.9 8.3 7.1 6.5 5.4 Gestrekte scheut (%) l.s.d. Controle 88 2.5 behandeling 66

3.3 PLANTGEWICHT De controlebehandeling had een betrouwbaar hoger plantgewicht dan de gekoelde behandelingen. Binnen de koubehandelingen konden geen verschillen worden aangetoond. Tabel 3 Het gemiddelde plantgewicht (g); I.s.d. is kleinst betrouwbare verschil Plantgewicht Controle 504 / week 2 C 479 2 weken 2<C 484 3 weken 461 4 weken 464 5 weken 422 Plantgewicht Controle 504 Behandeling 462 l.s.d. 38 3.4 PLANTLENGTE Er konden geen betrouwbare verschillen worden aangetoond in plantlengte. Gemiddeld waren de planten 90 cm lang (Tabel 4). Aangezien het plantgewicht van de controlebehandeling betrouwbaar groter was dan de koelbehandelingen, terwijl de plantlengte niet verschilde, spreekt het voor zich dat het versgewicht voor de controlebehandeling iets groter is; respectievelijk. 5,6 gram/cm tegen 5,1 gram/cm. Tabel 4 - De gemiddelde plantlengte (cm) op het moment van oogst; l.s.d. is kleinst betrouwbare verschil Controle 1 week 2 V Plantlengte 89.8 89.3 2 weken 89.9 3 weken 90.4 4 weken 90.6 5 weken 89.4 10

4. DISCUSSIE Het in deze proef gebruikte onbewortelde stek was afkomstig uit Israël en kon, verpakt in plastic zakjes van 50 stuks, gemakkelijk in een tempexdoos in de koelcel bewaard worden en met kou worden behandeld. Met behulp van een PT-100 werd vastgesteld dat de gewenste temperatuur van in de doos werd bereikt. Deze methode van koelen vraagt dus in vergelijking met onderzoek aan éénmalig geoogste planten en aan beworteld stek weinig ruimte en is daardoor voor de praktijk eenvoudig toepasbaar. Het bewortelen van de stekken verliep goed. De bewortelingstijd nam toe met de duur van de koubehandeling. Zo kon de controlebehandeling al na ruim twee weken afgehard worden, terwijl na een koelperiode van vijf weken 37 dagen nodig waren. De vitaliteit van de stekken neemt dus in de tijd af. De maximale bewaartijd lag voor deze stekken rond de acht weken. Een poging om stekken na negen weken koelen te bewortelen mislukte, omdat de stekken direct na steken in de stektent uitvielen door Botrytis. Het bewortelde materiaal dat lang in de stektent onder assimilatielicht had gestaan had breder blad in vergelijking met korter behandelde stekken. Het leek al enigszins gestrekt. Deze strekking hield op in de kasfase onder natuurlijke (korte)dag (deze beweringen zijn gebaseerd op visuele waarneming; er zijn geen data van verzameld). Tot week 19 bleven de planten in rozet en werden er alleen bladeren afgesplitst. Dit komt overeen met de proef van het jaar daarvoor. Ook toen bleven planten die na beworteling de koubehandeling ondergingen, in rozet tot omstreeks week 19. Het is mogelijk dat kou in een juveniele fase de rust niet doorbreekt en dat alleen daglengte de planten doet strekken. In de proef met plantmateriaal dat al één keer gebloeid had, bleek dat de planten al in week 19 geoogst konden worden. Hier speelde de daglengte blijkbaar een minder grote rol, alhoewel daar wel sprake was van een groot aantal zittenblijvers (rozet). Het plantgewicht bij de oogst was voor de ongekoelde behandeling (de controle) het hoogst en anderhalf maal zo hoog als de beste behandeling in het jaar daarvoor (504 g versus 349 g). Ook alle andere behandelingen hadden in vergelijking met het onderzoek aan beworteld stek een jaar daarvoor, hoge plantgewichten. Toen werd het langdurig in rozet blijven van de planten toegeschreven aan de vele temperatuurschommelingen gedurende opkweek en behandelen van de planten. Met deze resultaten lijkt het erop dat plantleeftijd en de teeltduur voordat de planten onder invloed van de daglengte gaan strekken, een veel grotere rol spelen dan de bewaartijd in een koelcel. In de proef met beworteld stek gingen de planten week 9 de kas in en in deze proef ging de controle al half december de kas in. Met andere woorden, deze controleplanten hebben bijna tien weken langer in de kas gestaan en hebben zich daardoor langer kunnen ontwikkelen. Dit gold ook voor de andere behandelingen. De laatste start van de kasfase begon op 5 februari: vier weken eerder. Deze invloed van de kasfase werd duidelijk aan het aantal scheuten per plant. Geen verschil tussen wel of niet koelen, maar wel een verschil bij de duur van de behandelingsperiode. Het plantgewicht was het hoogst bij de behandelingen die maar één of twee weken in de koelcel bewaard werden en dus eerder de kas in gingen, vergeleken met de andere drie bewaarperiodes. 11

In dit onderzoek met jong plantmateriaal blijkt de temperatuur van veel geringer belang dan de teeltduur na de koelbehandeling. Bij vorig onderzoek bleek de invloed van kou een gunstig effect te hebben op plantgewicht en plantlengte indien de teeltduur na behandeling gelijk bleef. Mogelijk dat gelijksoortige positieve effecten op gewicht en lengte van de plant een rol kunnen spelen indien de daglengte geforceerd wordt verlengd met behulp van stuurlicht. 12

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Gipsstek kan tot circa acht weken in een koelcel bewaard worden, zonder dat dit de plantkwaliteit negatief beïnvloedt. Echter, de bewortelingsduur neemt toe met de toename van de bewaarduur. Voor een plantdatum in januari kan in december stek beworteld worden. Dit verkort de opkweekperiode met circa twee maanden. Alle behandelingscombinaties bleven langdurig bleven in rozet. Pas nadat de dagen voldoende lengte hadden (> 14 uur) begon de hoofdscheut te strekken, gevolgd door de onderliggende ogen, waardoor pas zeer laat geoogst kon worden. Daglengte lijkt voor jong plantmateriaal belangrijker dan kou. Onderzocht moet worden of kou wel een rol speelt indien de dag door stuurlicht verlengd wordt tot 14 uur. Het onderzoek van vorig jaar liet zien dat bij een gelijkblijvende kasfase, kou grote invloed had op lengte en gewicht van het geoogst product. Bloeivervroeging werd niet gerealiseerd en er was dus geen sprake van vernalisatie. De kwaliteit van het geoogst product was aanzienlijk beter (zwaarder) dan uit metingen van eerder onderzoek kon worden vastgesteld. Vermoedelijk heeft de lange kasfase voorafgaand bij de bloeminductie een grote rol gespeeld. Pythium kan succesvol voorkomen worden door het éénmalig aangieten met fungicide. Plantvraat door Sciara-larven tijdens beworteling kan voorkomen worden door het preventief aangieten met het parasitaire aaltje Steinernema feltiae. 13

LITERATUUR Davies, L.L., P.R. Hicklenton and J.L. Catley. 1996. Vernalization and growth regulator effects on flowering of Gypsophila paniculata L. cvs 'Bristol Fairy'and 'Bridal Veil'. Journal of Hort. Sei. 71 (1) 1-9 Hicklenton, P.R., S.M. Newman, and L.J. Davies. 1993. Growth and flowering of Gypsophila paniculata 'Bristol Fairy' and 'Bridal Veil' in relation to temperature and photosynthetic photon flux. Scientia Hort. Sei. 53:319-331 Nijssen, H.M.C, en M. van Mourik, 1997. Invloed vernalisatie op groei en ontwikkeling bij Gypsophila paniculata 'Perfecta'. Proefstation voor de Bloemisterij en Glasgroenten, locatie Aalsmeer, rapport 123, 18 p. Nijssen, H.M.C, en M. van Mourik, 1998. Invloed vernalisatie op groei en ontwikkeling van beworteld stek bij Gypsophila paniculata 'Perfecta'. Proefstation voor de Bloemisterij en Glasgroenten, locatie Aalsmeer, rapport 156, 16 p. Salisbury, F.B. and C.W. Ross. 1992. Plant Physiology. Chapter 22:448-490, Wadsworth, California Shillo, R. 1985. Gypsophila paniculata L. p.83-87. In: A.H. Halevy (ed.). Handbook of flowering. Vol 3. CRC Press, Boca aton, Fla. Shillo, R. and A.H. Halevy. 1982. Interaction of photoperiod and temperature in flowering control of Gypsophila paniculata L. Scientia Hort. Sei. 16:385-393 14