ONTWERP VAN DECREET. betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid VERSLAG



Vergelijkbare documenten
COMMISSIEVERGADERINGEN

VERZOEKSCHRIFT. over duo-opleidingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over een oplossing voor de gelijkwaardigheidserkenning van de diploma s psychologie van de Open Universiteit Nederland/Vlaanderen

VERZOEKSCHRIFT. over voorrang bij inschrijving in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel volgens het decreet gelijke onderwijskansen-i (GOK) VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. namens de Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie uitgebracht door mevrouw Kathleen Helsen en de heer Jef Tavernier

VERZOEKSCHRIFT. over de leerplicht tot het bekomen van een diploma of vaardigheid dienstbaar aan de samenleving of arbeidsmarkt VERSLAG

TRENDNOTA. van het Instituut Samenleving en Technologie

VOORSTEL VAN DECREET

Verzoekschrift. over de voorwaarden voor de Vlaamse aanmoedigingspremie Landingsbaan social profit. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

VERZOEKSCHRIFT. over de tewerkstelling van laaggeschoolden die een opleiding volgen bij de VDAB VERSLAG

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Verzoekschrift. over opleidingscheques voor Vlamingen die buiten het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijke Gewest werken. Verslag

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

PLENAIRE VERGADERINGEN

COMMISSIEVERGADERINGEN

Verzoekschrift. over het collectieve leerlingenvervoer in het algemeen en voor kinderen met diabetes in het bijzonder. Verslag

VERZOEKSCHRIFT. over het Antwerpse havengebied VERSLAG

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid

VERZOEKSCHRIFT. over een voordelig internetabonnement voor andersvaliden VERSLAG

COMMISSIEVERGADERINGEN

ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE

Stuk 6 ( ) Nr. 1

PLENAIRE VERGADERINGEN

VERZOEKSCHRIFT. over pesten op school VERSLAG

Ontwerp van decreet. Verslag

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG. namens de Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media uitgebracht door de heer Carl Decaluwe

Verslag. over het ontwerp van decreet

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

PLENAIRE VERGADERINGEN

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Tinne Rombouts en de heren Karlos Callens, Jos Bex, Patrick Lachaert, André Van Nieuwkerke en Erik Matthijs

tot wijziging van artikel 8 en 10 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE

ONTWERP VAN DECREET. houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2008 AMENDEMENTEN

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VERZOEKSCHRIFT. over het wegvallen van de huursubsidie bij verhuis naar een sociale woning VERSLAG

Raad Hoger Onderwijs. 9 juni 2015 RHO-RHO-ADV

over het ontwerp van decreet houdende de wijziging van het decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de v.z.w.

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG

Verzoekschrift. over de zestigmaandenregel voor artsen van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

DECREETGEVING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN

VERZOEKSCHRIFT. over de tewerkstelling van niet-erkende kandidaat-vluchtelingen VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over een eerste Vlaamse rookvrije dag op 31 mei 2009 VERSLAG

VERZOEKSCHRIFT. over de herberekening van de ouderbijdrage voor kinderopvang VERSLAG

Memorie van toelichting

Ontwerp van decreet. Verslag. stuk ingediend op

VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

over het uitbreiden van de mogelijkheid om de asurne te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats

betreffende de machtiging tot oprichting van een Vlaamse vereniging voor ICT-personeel

COMMISSIEVERGADERINGEN

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

VERZOEKSCHRIFT. over een gratis Omnium Pas van De Lijn voor vervroegd gepensioneerden VERSLAG

De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

PLENAIRE VERGADERINGEN

Gedachtewisseling. over de ontwikkelingen in het dossier Opel Antwerpen. Verslag

VERSLAG. van het Rekenhof. over de Europese actieprogramma s Leonardo da Vinci, Socrates en Jeugd VERSLAG

COMMISSIEVERGADERINGEN

VERSLAG VAN DE VLAAMSE REGERING. Vlaamse vinger aan de Europese pols. Overzicht van voor Vlaanderen belangrijke EU-dossiers in 2005.

Ontwerp van decreet. Verslag

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de gelijkstelling van diploma s en de toepassing van weddebarema s in het onderwijs VERSLAG

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

Vlaamse Raad voor Wetenscbapsbeieid

Ontwerp van decreet. Verslag

Ontwerp van decreet. houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting Verslag

ADVIES 191 GROENBOEK STAATSHERVORMING 28 NOVEMBER 2013

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschapsen innovatiebeleid

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2015

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Advies. Wijzigingsbesluit strategisch basisonderzoek en FWO-Vlaanderen. Brussel, 29 januari 2018

Advies 71bis :37 Pagina 1. ADVIES 71bis STEUNPUNTEN BELEIDSRELEVANT ONDERZOEK. Voorontwerp van WIJZIGEND besluit

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT

van het Instituut Samenleving en Technologie

VOORSTEL VAN RESOLUTIE

DECREETGEVING INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ONTWERP VAN DECREET VERSLAG

VLAAMS PARLEMENT ONTWERP VAN DECREET

Advies. Ontbinding IWT. Brussel, 19 oktober 2015

Voorontwerp van decreet houdende wijziging van diverse decreten met betrekking tot het economisch, wetenschaps- en innovatiebeleid

MEMORIE VAN TOELICHTING

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over de zorgverzekering VERSLAG

Commissies en Interparlementaire Gremia

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VLAAMS PARLEMENT VERZOEKSCHRIFT. over het Begeleid Individueel Studeren VERSLAG

ADVIES OVER HET VOORONTWERP VAN BESLUIT HOUDENDE DE INSTELLING VAN EEN FINANCIERINGSKANAAL VOOR HET BASISONDERZOEK IN VLAANDEREN

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Verzoekschrift. over het opspuiten van eilanden op de Vlaamse Banken voor de kust. Verslag

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Transcriptie:

Stuk 2130 (2008-2009) Nr. 2 Zitting 2008-2009 1 april 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid VERSLAG namens de Verenigde Commissies voor Economie, Werk en Sociale Economie en voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie uitgebracht door mevrouw An Michiels 5616 ECO OND

Stuk 2130 (2008-2009) Nr. 2 2 Samenstelling van de Commissie voor Economie, Werk en Sociale Economie: Voorzitter: de heer Eric Van Rompuy. Vaste leden: mevrouw Agnes Bruyninckx, de heren Frank Creyelman, Johan Deckmyn, Jan Penris, Roland Van Goethem; mevrouw Martine Fournier, de heren Jan Laurys, Koen Van den Heuvel, Eric Van Rompuy; de heer Louis Bril, mevrouw Annick De Ridder, de heer Hans Schoofs; mevrouw Anissa Temsamani, de heren Joris Vandenbroucke, Bart Van Malderen. Plaatsvervangers: de heer Thieu Boutsen, mevrouw Katleen Martens, de heer Stefaan Sintobin, mevrouw Marleen Van den Eynde; de heer Dirk de Kort, de dames Cindy Franssen, Kathleen Helsen, de heer Frans Peeters; de heren Patrick De Klerck, Jaak Gabriels, mevrouw Vera Van der Borght; de heren Chokri Mahassine, Jan Roegiers, André Van Nieuwkerke. Toegevoegde leden: mevrouw Mieke Vogels; de heer Geert Bourgeois. Samenstelling van de Commissie voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie: Voorzitter: mevrouw Monica Van Kerrebroeck. Vaste leden: de heer Werner Marginet, de dames Katleen Martens, An Michiels, Marie-Rose Morel, de heer Leo Pieters; de heer Paul Delva, de dames Kathleen Helsen, Sabine Poleyn, Monica Van Kerrebroeck; de dames Stern Demeulenaere, Laurence Libert, de heer Hans Schoofs; de heer Ludo Sannen, mevrouw Anissa Temsamani, de heer Robert Voorhamme. Plaatsvervangers: mevrouw Marijke Dillen, de heren Pieter Huybrechts, Stefaan Sintobin, de dames Greet Van Linter, Gerda Van Steenberge; de heren Ludwig Caluwé, Jos De Meyer, mevrouw Vera Jans, de heer Luc Martens; de heer Karlos Callens, de dames Margriet Hermans, Fientje Moerman; de heer Chokri Mahassine, mevrouw Elke Roex, de heer Joris Vandenbroucke. Toegevoegde leden: de heer Jef Tavernier; de heer Kris Van Dijck. Zie: 2130 (2008-2009) Nr. 1: Ontwerp van decreet

3 Stuk 2130 (2008-2009) Nr. 2 DAMES EN HEREN, De Verenigde Commissies voor Economie, Werk en Sociale Economie en voor Onderwijs, Vorming, Wetenschap en Innovatie bespraken het ontwerp van decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid (Parl. St. Vl. Parl. 2008-09, nr. 2130/1) op hun vergadering van 25 maart 2009. 1. Toelichting door Vlaams minister Patricia Ceysens Mevrouw Patricia Ceysens, Vlaams minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, licht het ontwerp van decreet toe. 1.1. Situering Wetenschap en innovatie zullen in de komende decennia ongetwijfeld nog aan belang winnen. Kennis is immers onontbeerlijk voor economische en maatschappelijke ontwikkeling. Het is de taak van de overheid een kader te creëren waarin onderzoek en innovatie het best kunnen gedijen. Sinds Vlaanderen bij de staatshervorming van 1988 grotendeels zelf bevoegd werd voor wetenschap en innovatie, groeide dat kader op een organische manier. In een eerste fase tot 1995 werden instellingen en structuren vanuit de federale overheid naar Vlaanderen overgeheveld en verder uitgebouwd. Vanaf 1995 zette Vlaanderen resoluut in op de kenniseconomie. Over de legislaturen heen werden de publieke uitgaven voor onderzoek en innovatie stelselmatig verhoogd. In het kader van het Lissabonproces streven de Vlaamse overheid en het bedrijfsleven naar een verhoging van de bestedingen voor onderzoek en innovatie tot 3 percent van het bruto regionaal product. Dit engagement werd vastgelegd in het Innovatiepact, dat op 29 maart 2003 werd afgesloten tussen de Vlaamse Regering, de koepelorganisaties van de werkgevers en de publieke kenniscentra. Parallel met de verhoging van de middelen werden de bestaande financieringinstrumenten verder uitgebouwd en geoptimaliseerd. Daarnaast werden, voortbouwend op de krachtlijnen van het Innovatiepact, een beperkt aantal nieuwe financieringsinstrumenten ingesteld om het volledige spectrum van kennisontwikkeling, -toepassing en -valorisatie af te dekken. Stapsgewijs werd zo een beleidsinstrumentarium met bijhorende regelgeving ontwikkeld. Deze organische groei zorgde echter voor een gebrek aan duidelijkheid en samenhang in de regelgeving. In het verleden werd vanuit het wetenschaps- en innovatiebeleid vaak gebruik gemaakt van de decreten voor het hoger onderwijs om bepaalde regelingen te treffen. Momenteel is er een grote nood aan meer transparantie en coherentie in dat kader. Dit specifieke decreet voor de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid dient dat doel. Het decreet voltooit de implementatie van Beter Bestuurlijk Beleid voor de beleidsvelden wetenschap en innovatie. Daarnaast verankert het de relatie tussen de Vlaamse overheid en een aantal structurele partners in het wetenschaps- en innovatiebeleid en voorziet het in een decretale grondslag voor enkele financieringsinstrumenten op het gebied van wetenschap en innovatie. In de toekomst kunnen bovendien nieuwe regelingen voor wetenschap en innovatie in dit eigen, domeinspecifiek decreet ondergebracht worden, zowel voor wat betreft de organisatie als de financiering ervan. 1.2. Het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie in Beter Bestuurlijk Beleid Tijdens de vorige legislatuur werd met het initiatief Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) een vernieuwingsproject opgezet om de Vlaamse overheid efficiënter en slagvaardiger te maken. Tijdens de lopende legislatuur wordt dit project afgerond. Eind 2004 besliste de Vlaamse Regering een homogeen beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) te creëren, gezien de nauwe verwevenheid tussen innovatie en economie. Aan de oorsprong van EWI liggen twee vroegere beleidsdomeinen. Het deel Economie is afkomstig van het voormalige domein Economie, Werkgelegenheid en Toerisme en werd samengevoegd met het voormalige domein Wetenschap en Innovatie. Het departement EWI, het Agentschap Economie en het Vlaams Agentschap Ondernemen (VLAO) zagen het licht op 1 juli 2006. Naast het departement, met als kerntaak beleidsvoorbereiding, -opvolging en -evaluatie, worden verzelfstandigde agentschappen gecreëerd, onder meer verantwoordelijk voor de beleidsuitvoering. Deze beschikken over voldoende autonomie om hun opdracht efficiënt uit te voeren. Voor de aansturing ervan sluit de Vlaamse overheid met de agentschappen beheers- of samenwerkingsovereenkomsten waarin de doelstellingen en criteria voor de beoordeling worden vastgelegd. De omvorming of erkenning van de agentschappen verbonden aan de uitvoering van het beleid voor wetenschap en innovatie kon in 2006 nog geen

Stuk 2130 (2008-2009) Nr. 2 4 doorgang vinden. In dit ontwerp van decreet worden het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO) en het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT) ingepast in de BBB-filosofie. Volgens de criteria vastgelegd in het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003 worden ze omgevormd tot extern verzelfstandigde agentschappen. Daarnaast dient voor het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie ook een strategische adviesraad te worden ingesteld. Deze adviesraad neemt de taak over van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid (VRWB), met een verruiming van zijn opdracht. De Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) wordt de strategische adviesraad voor wetenschaps- en innovatiebeleid en zal verantwoordelijk zijn voor adviesverlening voor de beleidsvelden wetenschap en innovatie. Adviesverlening over economische dossiers zal via de Sociaal- Economische Raad van Vlaanderen (SERV) blijven verlopen. Een belangrijke vernieuwing die in dit ontwerp van decreet is voorzien is de oprichting van een internationale reflectiekamer binnen de strategische adviesraad. Deze wordt samengesteld uit internationale deskundigen en zal jaarlijks een advies verstrekken over het gevoerde beleid vanuit een internationale invalshoek. 1.3. Structurele partners in het wetenschaps- en innovatiebeleid Ook de relaties met enkele structurele partners in het wetenschaps- en innovatiebeleid vinden een juridische grondslag in dit ontwerp van decreet. Om te beginnen verankert dit decreet de financiering van de strategische onderzoekscentra Interuniversitair Micro-electronicacentrum (IMEC), de Vlaamse Instelling voor Techonogisch Onderzoek (VITO), het Vlaams Interuniversitair Instituut voor Biotechnologie (VIB) en het Interdisciplinair Instituut voor Breedbandtechnologie (IBBT) vanuit de Vlaamse begroting. Drie van deze vier onderzoekscentra hebben een sterk interuniversitair karakter. Deze interuniversitaire onderzoeksinstellingen, opgericht in sectoren zoals de moleculaire biologie en biotechnologie (VIB), ICT-breedbandtoepassingen (IBBT) en micro- en nanotechnologie (IMEC), beschouwt de Vlaamse overheid als prioritair voor de economische ontwikkeling. Er kwam een bundeling tot stand van uitstekende universitaire onderzoeksgroepen die bijkomende financiering krijgen en centraal worden begeleid bij de valorisatie van resultaten, maar die ingebed blijven in de universitaire omgeving. Vandaag zijn deze centra uitgegroeid tot belangrijke onafhankelijke onderzoekscentra met wereldfaam. De VITO werd in het kader van de staatshervorming van 1988 opgericht en biedt onderdak aan de nietnucleaire activiteiten van het Studiecentrum voor Kernenergie die werden overgedragen naar het Vlaamse Gewest. Inmiddels heeft de VITO zich verder uitgebreid. Naast het verrichten van beleidsrelevant onderzoek is deze instelling actief in sectoren als nieuwe materialen, milieutechnologieën en aardobservatie. Het ontwerp van decreet biedt bovendien een rechtsgrond aan de structurele subsidiëring van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. en aan de financiering van de vzw Flanders Technology International (FTI), die onder meer instaat voor de exploitatie van het wetenschappelijk doecentrum Technopolis en van de vzw Flanders, District of Creativity (Flanders DC). In deze beide vzw s participeert de Vlaamse overheid. 1.4. Financieringsinstrumenten Naast de hierboven vermelde partners in wetenschap en innovatie spelen de universiteiten en hogescholen een centrale rol in de realisatie van het wetenschapsen innovatiebeleid. Dit ontwerp van decreet geeft ook een basis aan enkele recent ingestelde financieringsinstrumenten en subsidiëringen. In 2004 werd het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) opgericht. Aan de universiteiten werd een structurele financiering toegekend om een portefeuille op te bouwen van toepassingsgerichte kennis met bijhorende eigendomsrechten. Het IOF laat aan de associaties, en de instellingen die er deel van uit maken, toe een eigen beleid te voeren op het gebied van strategisch basisonderzoek. Op deze manier kan kennispotentieel worden opgebouwd, dat in een volgende fase leidt tot economische valorisatie. Het IOF wordt gespijsd met een dotatie vanuit de Vlaamse begroting. De instellingen kunnen deze aanvullen met eigen middelen. In het voorliggend ontwerp van decreet wordt voorzien dat ten laatste vanaf september 2013 het IOF vorm krijgt in de schoot van elke associatie. Op dat moment is het academiseringsproces van de vroegere tweecycliopleidingen aan de hogescholen afgerond. De Vlaamse universiteiten en hogescholen beschikken ook over heel wat expertise op het vlak van de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie. Getuige daarvan de deelname van de hogeronderwijsinstellingen aan de Vlaamse Wetenschapsweek en het Wetenschapsfeest, het

5 Stuk 2130 (2008-2009) Nr. 2 ontwerpen en uitvoeren van succesvolle populariseringprojecten, de oprichting en uitbouw van de Wetenschapswinkels en dergelijke. Al deze expertise wordt samengebracht in zogenaamde expertisecellen (in de schoot van de vijf associaties), ondersteund door de Vlaamse overheid. De instellingen voor postinitieel onderwijs (waaronder het Instituut voor Tropische Geneeskunde, de Vlerick Management School) kunnen naast hun reguliere werkingssubsidie van het departement Onderwijs, een aanvullende structurele financiering voor wetenschappelijk onderzoek ontvangen. Hiertoe wordt met de betrokken instellingen een convenant afgesloten. 1.5. Besluitvorming Het ontwerp van decreet heeft al een hele weg afgelegd. Op 18 juli 2008 hechtte de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van decreet betreffende de organisatie en financiering van het wetenschaps- en innovatiebeleid. Na de principiële goedkeuring werd de tekst ter advies voorgelegd aan de raad van bestuur van het IWT en aan de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid. Beide adviezen (IWT op 18 september 2008; VRWB op 6 oktober 2008) gaven aanleiding tot enkele wijzigingen aan het voorontwerp, dat op 21 november 2008 opnieuw principieel werd goedgekeurd met het oog op adviesvraag aan de Raad van State. De Raad van State, die advies uitbracht op 16 december 2008, merkte in zijn advies op dat sommige onderdelen van het voorontwerp van decreet betrekking hebben op onderwijsaangelegenheden en dat om die reden een advies van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) vereist is. Dit advies werd aangevraagd en werd door de Vlor op 29 januari 2009 verstrekt zodat het dossier aan alle vormvereisten voldoet. Dit advies heeft geen aanleiding gegeven tot wijziging van de teksten. De nodige wijzigingen naar aanleiding van het advies van de Raad van State, werden aangebracht en op 13 februari 2009 keurde de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet definitief goed. 2. Bespreking De heer Eric Van Rompuy zegt dat het hier om een belangrijk ontwerp van decreet gaat. Hij herinnert er aan dat het altijd de bekommernis van het parlement is geweest dat de instellingen zoals het IWT en het FWO in een zo groot mogelijke onafhankelijkheid zouden kunnen werken. Met de voorgestelde regelgeving is die onafhankelijkheid gegarandeerd. Een tweede belangrijk gegeven is dat de relatie tussen de overheid en de belangrijke partners in het wetenschapsbeleid, zoals de strategische onderzoekscentra, FTI en Flanders DC structureel wordt verankerd. Die relaties waren in het verleden niet altijd even transparant. Dat wordt nu uitgeklaard. Ten slotte komt er nu ook een decretale grondslag voor een aantal financieringsinstrumenten. Ook daar komt er nu meer transparantie en coherentie, omdat er komaf wordt gemaakt met een aantal ad-hocregelingen. De heer Frank Creyelman beaamt dat het hier om een belangrijk ontwerp van decreet gaat. Dit ontwerp bouwt verder op de conclusies van het rapport- Soete, waarin werd benadrukt dat de instrumenten voor het Vlaamse innovatiebeleid veel te complex zijn en dat de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo s) meer aan bod moeten kunnen komen. Het lid vindt het jammer dat dit nieuwe decreet er nu pas komt. Zeker in het licht van de economische crisis hebben de ondernemingen heel wat tijd verloren. De overheid had niet zo lang mogen talmen. Ook al neemt de complexiteit van het instrumentarium af, toch heeft de heer Creyelman nog enkele vragen. Hij vraagt hoe de tweede conclusie van het rapport-soete, namelijk een betere inschakeling van de kmo s in het innovatiebeleid, concreet in de praktijk zal worden gebracht. Volgens de spreker bevat dit ontwerp daar weinig aanzetten toe. Verder is de heer Creyelman ervan overtuigd dat fiscale stimuli erg belangrijk zijn, maar dat dat pas kan gerealiseerd worden na een grondige staatshervorming, omdat Vlaanderen geen beslissingen kan nemen inzake de vennootschapsbelasting. Ten slotte verwijst de spreker nog naar de opmerking van de VRWB en van de Raad van State, dat het FWO als privaatrechtelijke instelling nu wordt omgevormd tot een instelling van de Vlaamse Gemeenschap, namelijk als een privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap (EVA). Daardoor wordt het FWO omgevormd tot een openbare instelling, waardoor die onderworpen wordt aan het administratief toezicht van de Vlaamse Gemeenschap. Bovendien heeft dat ook een weerslag op het administratief en geldelijk statuut van de personeelsleden van het FWO, die daardoor een ambtenarenstatuut krijgen. De heer Creyelman noemt dit een verstaatsing van een privéorganisatie, zoals ook de Raad van State opmerkt. Mevrouw An Michiels vindt het jammer dat de Vlor pas laat in het proces werd geraadpleegd. Er zitten immers heel wat onderwijselementen in de voorge-

Stuk 2130 (2008-2009) Nr. 2 6 stelde regeling. Voor het draagvlak van het decreet zou het dus belangrijk geweest zijn om ook de onderwijssector te raadplegen. De Vlor heeft een aantal vragen met betrekking tot het onderzoek in de professionele bacheloropleidingen. De Vlor stelt dat ook die tak van het onderwijs zou moeten betrokken worden bij het onderzoek in de strategische onderzoekscentra. Is de Vlaamse Regering van plan in te gaan op deze vraag? Ten slotte stelt mevrouw Michiels ook nog dat er volgens haar een zeer ruime delegatie aan de overheid wordt gegeven. Ze zegt dat de adviesbevoegdheid van de strategische adviesraden in dit kader zeker moet worden gerespecteerd. De heer Koen Van den Heuvel beschouwt dit ontwerp als een belangrijke stap vooruit in een traject dat echter nog niet volledig is afgerond. Dit ontwerp heeft een lange voorgeschiedenis en er is hard aan gesleuteld. Er is zoveel mogelijk rekening gehouden met de adviezen van de VRWB, de Vlor en het FWO. Dat neemt echter niet weg dat de Vlaamse Regering de adviezen niet op alle punten heeft gevolgd. Zo is er de opmerking van de Raad van State dat het niet evident is dat de regering tussenkomt in de beslissingen van het FWO, omdat dat niet echt compatibel is met het onafhankelijke statuut van de instelling. Hoe staat de minister tegenover dit standpunt van de Raad van State? Onder andere uit de mogelijke beroepsprocedure voor aanvragers aan wie financiële steun door het FWO is geweigerd, blijkt dat de regering kan tussenkomen op het vlak van wetenschappelijke criteria. De tussenkomsten van de regeringsafgevaardigden blijven weliswaar beperkt tot de beslissingen met betrekking tot modaliteiten van de verstrekte toelagen, maar hun praktische mogelijkheden om tussen te komen zijn blijkbaar nog te uitgebreid. De spreker vraagt aan de minister hoe het evenwicht tussen het toezicht door de Vlaamse Regering en de onafhankelijkheid van het FWO zal worden gegarandeerd. Een ander discussiepunt was volgens de heer Van den Heuvel de exclusieve bevoegdheid van de toekomstige VRWI om te adviseren in de aangelegenheden van het wetenschaps- en innovatiebeleid. De spreker is van oordeel dat er een goed evenwicht is gevonden, door ook de SERV als overkoepelende sociaal-economische adviesraad een stem te geven. Dit is volgens hem een juiste keuze. Minister Patricia Ceysens antwoordt op deze opmerkingen dat de conclusies van het rapport-soete inderdaad ter harte werden genomen en dat er nu een belangrijke aanzet is gegeven tot transparantie en vereenvoudiging, alhoewel het innovatiebeleid een zeer gespecialiseerd domein blijft met heel wat opdrachten waarbinnen een aantal instellingen een specieke opdracht te vervullen hebben. Ze stelt dat, met name voor de kmo s, de vereenvoudiging cruciaal is. Het valt nog steeds op dat kmo s het moeilijk hebben met het omgaan met het overheidsinstrumentarium, omdat zij natuurlijk in de eerste plaats bezig zijn met hun eigen bedrijfsvoering en het daarom niet evident is dat ze het volledige overheidsinstrumentarium kunnen opvolgen. Nochtans zijn er op dit ogenblik goede instrumenten ter beschikking en er zijn al heel wat kmo s die bewijzen dat die instrumenten ook echt goed werken. De minister geeft toe dat er bij heel veel kmo s nog altijd de verkeerde perceptie leeft dat innovatie enkel iets is voor grote bedrijven. De minister zegt dat het ondersteuningsbeleid voor de bedrijven en meer specifiek voor de kmo s een grote vereenvoudiging heeft doorgemaakt, door dat ondersteuningsbeleid te organiseren rond drie processen: ondernemen, innoveren en internationaliseren. Voor elk proces is er één bevoegd overheidsagentschap: voor ondernemen is dat het nieuwe Agentschap Ondernemen, voor innoveren is dat het IWT en voor internationaliseren is dat Flanders Investment and Trade (FIT). Over die drie processen en drie agentschappen heen bestaat er één instrument voor de kmo s, namelijk de kmo-portefeuille, waarbij er voor elke kmo in principe 15.000 euro ter beschikking is, die ze zelf kunnen inzetten in één van de drie processen of in een mix ervan. Volgens de minister loopt die nieuwe kmo-portefeuille erg goed, en alleszins beter dan de instrumenten die er daarvoor waren. Specifiek binnen het proces innoveren waren er bij het IWT een zeven à acht verschillende instrumenten die kmo s konden benutten voor innovatie. Dit aantal is herleid tot drie: kmo-innovatiestudies en kmohaalbaarheidsstudies bij het IWT en de kmoportefeuille bij het Agentschap Ondernemen. De minister stelt dat de inpassing van het FWO in deze vernieuwde regelgeving een van de moeilijkste opgaven was, zoals ook blijkt uit het advies van de Raad van State. Er was de mogelijkheid om het FWO te behouden zoals het nu is of het te erkennen als EVA. Maar de eerste piste zou ongetwijfeld een grote handicap hebben betekend. Het FWO zou op die manier immers buiten de beleidsraad en het managementscomité vallen en daardoor de facto geïsoleerd komen te staan. Er werd dus bewust voor gekozen om het FWO te erkennen als EVA en het aldus in het beleidsdomein op te nemen. Het ontwerp van decreet is er volgens de minister dan ook in geslaagd om de bestaande instellingen en agentschappen op een geordende manier te integreren in het beleidsdomein, en dat rekening houdend met het delicate evenwicht tussen onafhankelijkheid en toe-

7 Stuk 2130 (2008-2009) Nr. 2 zicht. De onafhankelijkheid wordt gegarandeerd door de raad van bestuur, die niet door de Vlaamse Regering is samengesteld. Het toezicht op de besteding van de middelen wordt door een regeringscommissaris uitgeoefend. De minister is ervan overtuigd dat hiermee de juiste beslissing is genomen. Het decreet legt aan het IWT en het FWO op om een procedure uit te werken waarbij een verzoek tot herziening van weigering van financiële steun mogelijk wordt. Deze procedure wordt bekrachtigd door de Vlaamse Regering. Bij het IWT bestaat in de schoot van de raad van bestuur reeds dergelijke procedure, bij het FWO nog niet. De minister zegt verder dat ultiem de Vlor toch een advies heeft ingediend, maar dat advies heeft niet geleid tot aanpassingen. De inschakeling van de associaties in het beleid, zal blijken uit hoe het decreet in de komende jaren op het terrein zal worden uitgevoerd. Mevrouw An Michiels merkt nog op dat artikel 19 over bestuur en werking van het FWO sterk werd ingekort tegenover hetgeen werd bepaald in het voorontwerp van decreet. De minister antwoordt dat hiermee werd tegemoetgekomen aan de opmerkingen van de Raad van State ter zake. 3. Stemming Alle artikelen van het ontwerp en het volledige ontwerp van decreet worden ten slotte eenparig aangenomen met 17 stemmen. Aangezien er geen refelctienota werd aangekondigd beslissen de Verenigde Commissies eenparig dat er geen reflectietijd en refelectienota s zullen zijn. De verslaggever, An MICHIELS De voorzitters, Eric VAN ROMPUY Monica VAN KERREBROECK