DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM



Vergelijkbare documenten
Oncollegiaal gedrag. Als adviseur van koopster geen contact opgenomen met makelaarverkoper.

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Makelaarskantoor zonder gecertificeerd makelaar. Einde ontheffingsperiode. Korte opschorting van de tenuitvoerlegging droogleggingsmaatregel.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

CR 10/2364 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

R.C. (hierna: C ), aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te A,

Beweerdelijk onheus gedrag van makelaar. Weigering afgifte sleutels na beëindiging verkoopopdracht. Niet de-escalerend optreden makelaar.

CR 12/2414 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Lidmaatschapskwestie. Opzegging aspirant-lidmaatschap. Niet aan vormvereiste voldaan.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 10/2353 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

CR 10/2333 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 23 augustus 2010

CR 12/2383 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 10/2356 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Tuchtrechtspraak NVM. Stichting RvT Zuid 203 ERECODE 202 TAXATIE. Taxatie uitgevoerd door medewerker die geen lid NVM was.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

CR 13/2476 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MA- KELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2409 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2421 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 13/2482 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2440 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 10/2311 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 20 april 2010

Geen opschorting van drooglegging (maatregel ex art. 25 Reglement Lidmaatschapszaken). Betalingsachterstanden. Beroep te laat ingesteld.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

G.W., aangesloten NVM-makelaar, gevestigd en kantoorhoudende te T, appellant/klager,

CR 12/2393 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 10/2322 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 20 april 2010

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

CR 10/2306 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 30 juni 2010

Beweerdelijke strijd met regel 6 Erecode. Belegging en schijn van mogelijke belangenverstrengeling

Collegialiteit. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

De Raad van Toezicht Breda geeft de volgende uitspraak in de zaak van: mevrouw F., wonende te [adres], klaagster, tegen

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Belangenbehartiging opdrachtgever. Contractsbepalingen. Courtage.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G. M., aangesloten NVM-makelaar, gevestigd en kantoorhoudende te D,

Opzegging NVM-lidmaatschap. Makelaarswerkzaamheden door niet-gekwalificeerde

Adviseur en tegelijkertijd koper van pand van cliënt. Misbruik van omstandigheden. Zeer ernstige schending van Erecode.

CRvT DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Onzorgvuldig handelen.

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Tegenstrijdige opdrachten.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 13/2444 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: R. E. (hierna: E ), aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te A,

Raad van Toezicht Haarlem van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in onroerende goederen en vastgoeddeskundigen NVM

CRvT DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE VOORZITTER VAN DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

CR 10/2310 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 20 juli 2010

Tot misverstand leidende informatie aan koper. Afwezigheid van berging. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Eindhoven/Maastricht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

CR 10/2290 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 20 april 2010

Optie en bod. Koopovereenkomst tot stand gekomen? Onderhandelen met meerdere gegadigden.

Meetinstructie. Zolder met klein raam tot gebruiksoppervlak gerekend. Inmiddels gewijzigd criterium. Geen uitbreiding van de klacht in hoger beroep.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Aankoop nieuwbouwappartement mislukt. Beweerdelijke toezegging makelaar-verkoper. De Raad van Toezicht Oost geeft uitspraak inzake de klacht van:

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: 1.4 De makelaar heeft in zijn brief van 20 november 2014 verweer gevoerd.

Biedingsproblematiek. Duidelijk aangegeven dat eindbod verwacht werd of niet? De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

de heer S. en mevrouw V., wonende [adres], klagers, tegen:

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

Eigen belang/handel. Risicodragende projectontwikkeling.

Collegialiteit. Oneerlijke concurrentie. Aftroggelen van medewerkers van collega. Onvoldoende gekwalificeerde medewerkers.

CR10/2337 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 23 augustus 2010

De Raad van Toezicht Eindhoven/Maastrichtgeeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Niet voldoen aan wens van opdrachtgever: verkoop van appartementen apart én als geheel.

Reglement van Beroep Licentie Nationale Zwemdiploma s

Transcriptie:

CR 10/2357 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM Beroep tegen opzegging lidmaatschap. Handtekening van derde nagebootst. Vast is komen te staan dat de kantoormedewerker op het aanvraagformulier aansluiting makelaar de handtekening van de makelaar heeft nagebootst toen het makelaarskantoor onder grote druk van de NVM stond om de makelaar aan te melden en duidelijk was dat de makelaar niet tijdig zelf haar handtekening zou zetten. Niet is komen vast te staan of de makelaar zelf verzocht om het aanvraagformulier te ondertekenen of dat de kantoormedewerker daartoe zelf het initiatief nam. Niet is gebleken dat bewust getracht is om de NVM te misleiden. Nu het makelaarskantoor onmiskenbaar een groot belang heeft bij het behoud van het lidmaatschap en het niet de bedoeling was om de NVM te misleiden, is het beroep tegen de opzegging van het lidmaatschap en aansluiting gegrond. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: X MAKELAARS B.V., onder meer gevestigd en kantoorhoudende te L, appellante, tegen HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN N.V.M., gevestigd en kantoorhoudende te Nieuwegein, verweerder 1. Verloop van de procedure 1.1 Appellante is bij brief van 7 juli 2010 tijdig in beroep gekomen van de beslissing van 9 juni 2010 van verweerder, waarbij aan appellante op de voet van artikel 20 lid 1 sub m jº sub t van de statuten van verweerder het lidmaatschap is opgezegd. 1.2 In haar brief van 7 juli 2010 heeft appellante de gronden aangevoerd waarop haar beroep is gebaseerd. Zij heeft haar gronden aangevuld bij aanvullend beroepschrift van 9 juli 2010. 1.3 Verweerder (hierna: de NVM) heeft in haar brief van 30 augustus 2010 verweer gevoerd tegen het beroep. 1.4 De Centrale Raad van Toezicht heeft kennisgenomen van de beslissing van 9 juni 2010 van de NVM. 1.5 Ter zitting van 23 september 2010 van de Centrale Raad van Toezicht zijn verschenen:

2 - namens appellante de heer E, bijgestaan door mr. M.J. Folkeringa; - namens de NVM de heer J. Coevert, bijgestaan door mr. G.F. Terhaar sive Droste. De voorzitter heeft partijen medegedeeld dat wegens bijzondere omstandigheden bij de behandeling van de zaak een van de leden van de Centrale Raad van Toezicht niet aanwezig kon zijn, en dat hij verwijzende naar artikel 15 lid 4 van het Reglement Tuchtrechtspraak NVM heeft besloten de behandeling van de zaak doorgang te laten vinden. Partijen hebben verklaard daartegen geen bezwaar te hebben. 1.6 Partijen zijn door de Centrale Raad van Toezicht gehoord en hebben hun standpunten nader toegelicht. Mr. Folkeringa en mr. Terhaar sive Droste hebben zich daarbij bediend van pleitnotities. 2. Het geschil van partijen 2.1 Als gesteld en erkend, dan wel niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de inhoud van de overgelegde bescheiden, voor zover niet betwist, staat het navolgende vast. 2.2 Appellante is een makelaarskantoor met vestigingen in A, R, P en L. Sinds 30 januari 2006 is mevrouw J in dienst als kandidaat-makelaar. Op 8 augustus 2008 meldt J zich ziek in verband met aan zwangerschap gerelateerde medische klachten. Sindsdien is zij niet meer in staat geweest om werkzaamheden te verrichten. Tussen appellante en haar ontstaan daarover spanningen. Tijdens haar ziekte behaalt J haar vaktest. 2.3 Op 15 juni 2009 verzoekt appellante aan de NVM en de afdeling Y van de NVM om aan haar hulp te bieden bij het aantrekken van een makelaar die zal worden belast met de dagelijkse leiding over de kantoorvestiging in R. Appellante slaagt er niet in om te voorzien in de dagelijkse leiding over dit kantoor waaraan dispensatie is verleend als bedoeld in artikel 5 van het Reglement lidmaatschap en aansluiting. 2.4 Op 3 oktober 2009 stelt appellante aan J voor om de kantoorvestiging in R te gaan leiden en geleidelijk aan te gaan re-integreren. J verklaart zich bij e-mail van 5 oktober 2009 daartoe bereid onder het stellen van de voorwaarde dat aan haar enkele met de arbeidsovereenkomst samenhangende bedragen zullen worden uitgekeerd. Zij deelt mee dat zij ommegaand een aanvraag tot aansluiting als NVM Makelaar zal indienen. 2.5 In haar e-mail van 9 oktober 2009 informeert appellante de NVM over het feit dat J om aansluiting zal verzoeken. Zij informeert de NVM voorts over haar voornemen om appellante vervolgens te belasten met de dagelijkse leiding over de kantoorvestiging in R. In verband daarmee verzoekt appellante om enig nader uitstel en verlenging van de dispensatieperiode. De NVM bericht in haar e-mail van 9 oktober 2009 daarop aan appellante dat de aanvraag van J op 9 oktober 2009 om 16.30 uur moet zijn ontvangen bij gebreke waarvan de maatregel van drooglegging zal worden uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan bericht appellante per e-mail aan de NVM onder meer dat J op dat moment voor haar telefonisch niet bereikbaar is en daarom tot en met 12 oktober 2009 om uitstel wordt verzocht voor de indiening van het aanvraagformulier. De NVM verleent dit uitstel. 2.6 In een op 9 oktober 2009 aan appellante verzonden e-mail deelt J mee, dat zij betaling wenst van

3 de door haar eerder al vermelde posten en eerst daarna bij haar de bereidheid bestaat om een afspraak te maken voor het voeren van nader overleg. 2.7 Op 12 oktober 2009 krijgt de aan appellante verbonden medewerker B het verzoek om op die dag zorg te dragen voor de verzending aan de NVM van het door de aan kantoor X verbonden makelaar H deels al ingevulde aanvraagformulier. B verzendt het formulier aan de NVM maar ontvangt direct daarop de mededeling dat het formulier niet volledig is ingevuld en voorts niet is ondertekend door J. Later die dag zendt B opnieuw het formulier naar de NVM nadat hij daarop een handtekening heeft gezet op de plaats die is bestemd voor de handtekening van J. Hij voegt een fotokopie van een gefotokopieerde bladzijde van het paspoort van J bij dat zich in het personeelsdossier bevindt. 2.8 Bij brief van 14 oktober 2009 bevestigt de NVM de ontvangst van het aanvraagformulier aan J. De brief is verzonden aan de kantoorvestiging in L. Bij brief van 19 oktober 2009 nodigt de afdeling Y van de NVM mevrouw J uit voor een op 26 oktober 2009 te houden kennismakingsgesprek. Ook deze brief is verzonden aan het kantooradres in L. 2.9 De NVM bericht in haar e-mail van 30 oktober 2009 aan appellante dat de afdeling Y van de NVM, ondanks verzending van uitnodigingen naar de kantoren in A, R en J zelf, er niet in is geslaagd om een kennismakingsgesprek te voeren. Daaraan is toegevoegd dat uit telefonisch overleg met J is gebleken dat zij ziek is en niet in staat is om te werken en in die situatie waarschijnlijk op korte termijn geen verandering zal komen. De NVM deelt aan appellante mee dat op 2 november 2009 tegen de kantoorvestiging in R de eerder aangekondigde maatregel van drooglegging zal worden uitgevoerd, tenzij voordien wordt aangetoond dat is voorzien in de bevoegde dagelijkse leiding. Ook wordt meegedeeld dat de vestiging in R binnen twee weken moet worden gesloten. 2.10 In haar e-mail van 15 maart 2010 bericht J aan de NVM dat zij in april 2010 een begin zal maken met haar re-integratie. Zij stelt voorts dat zij appellante er herhaalde malen op heeft gewezen dat zij moet worden aangemeld bij de NVM omdat zij sinds juni 2009 als makelaar is geregistreerd bij de stichting Vastgoedcert. J verzoekt de NVM om appellante op deze verplichting te wijzen. In een reactie hierop bericht de NVM aan J dat zij zich dient aan te melden, maar dat zij daartoe eerder al is overgegaan met betrekking tot de kantoorvestiging in R, maar die aanmelding geen vervolg heeft gekregen in verband met haar ziekte. 2.11 Op 23 maart 2010 zendt de NVM aan J het in oktober 2009 ontvangen aanvraagformulier toe met de vraag of dit formulier door haar is ondertekend. In haar e-mail van 23 maart 2010 deelt J mee dat het formulier niet door haar is ingevuld en ondertekend. Zij vermeldt voorts dat zij tijdens haar ziekte een verschil van mening heeft gehad met appellante over de betaling van vakantiegeld en na de toezegging met betrekking tot de voldoening daarvan, door haar de bereidheid is uitgesproken om een verzoek te doen tot aansluiting als NVM Makelaar. Na telefonisch overleg met de NVM heeft zij vervolgens besloten om haar papieren niet ter beschikking te stellen voor de vestiging R. 2.12 Bij brief van 9 juni 2010 zegt de NVM op de voet van artikel 20 lid 1 sub m jo. sub t van de statuten van de NVM het lidmaatschap aan appellante op. In deze brief wordt het verzoek van appellante om de schorsing van het lidmaatschap op te schorten afgewezen met het argument dat appellante bewust heeft getracht de NVM te misleiden. De NVM is wel bereid de schorsing niet eerder te laten ingaan dan na twee weken na dagtekening van de brief. Vervolgens heeft de NVM

4 de schorsing uitgesteld totdat de Voorzitter van de Centrale Raad van Toezicht op het verzoek van appellante heeft beslist. 2.13 In zijn beslissing van 8 juli 2010 heeft de Voorzitter van de Centrale Raad van Toezicht bepaald dat de bij beslissing van 9 juni 2010 uitgesproken schorsing achterwege blijft totdat de Centrale Raad van Toezicht in beroep een beslissing heeft genomen. 3. Het beroep 3.1 Appellante verzoekt aan de Centrale Raad van Toezicht om de beslissing van 9 juni 2010 tot opzegging van het lidmaatschap te vernietigen. Daartoe voert appellante, samengevat en zakelijk weergegeven, het navolgende aan. 3.2 J heeft toestemming gegeven om namens haar het aanvraagformulier te ondertekenen. In plaats van het zetten van zijn handtekening daarop met de toevoeging in opdracht heeft B de handtekening van J nagebootst en wellicht is daardoor formeel valsheid in geschrifte gepleegd. De makelaars E en H van kantoor X waren niet op de hoogte van dit eigenmachtig handelen van B en worden daarvoor ten onrechte verantwoordelijk gehouden. Appellante betwist dat is getracht om de NVM te misleiden. 3.3 Eerst na ontvangst van de brief van 24 maart 2010 is appellante geïnformeerd over de gang van zaken en zij heeft B daarvoor een officiële waarschuwing gegeven. Achteraf heeft appellante zichzelf kwalijk genomen dat de afwikkeling van de aanvraagprocedure door haar niet direct en afdoende is gecontroleerd. In de periode na de indiening van het formulier bestond daarvoor evenmin aanleiding omdat J aan de NVM had meegedeeld dat zij voorlopig geen werkzaamheden kon uitvoeren. 3.4 J en de NVM hebben door de handelwijze van B geen schade ondervonden. Als gevolg van de opzegging van het lidmaatschap zal de onderneming van appellante failliet gaan en dat gevolg staat niet in verhouding tot de ernst van de overtreding. Niet valt ook aan te nemen dat zich een herhaling van het incident zal voordoen. 3.5 H is inmiddels geen bestuurder meer en heeft zijn praktijk elders voortgezet. De NVM heeft geen bezwaar gemaakt tegen de inschrijving van H als makelaar in P en daaruit kan worden afgeleid dat diens integriteit buiten twijfel staat. Aangezien de aanvraag tot aansluiting van J onder de directe verantwoordelijkheid van H is verzorgd, is de integriteit van makelaar E a priori buiten iedere twijfel verheven. 4. Het verweer 4.1 De NVM heeft samengevat en zakelijk weergegeven het navolgende verweer gevoerd. 4.2 Voor de beoordeling van het geschil is cruciaal de vraag of mevrouw J aan B opdracht heeft gegeven om namens haar het aanvraagformulier te onderteken. J heeft dit zowel mondeling als schriftelijk betwist en de NVM heeft geen reden om daaraan te twijfelen. Met behulp van de huidige technische mogelijkheden was het voor J mogelijk geweest om zelf voor ondertekening van het formulier zorg te dragen. Onwaarschijnlijk is daarom dat B op eigen initiatief heeft besloten

5 tot nabootsing van haar handtekening. Waarschijnlijker is dat B hiertoe opdracht heeft gekregen van de beleidsbepalende personen van appellante. Indien dat niet het geval is geweest dan dient de handelwijze van B voor rekening en risico van appellante te komen. Een andere benadering zou leiden tot de mogelijkheid voor een lid, om zich ingeval van schending van de regelgeving door een medewerker te beroepen op (vermeende) onwetendheid. 4.3 Aangezien de NVM bewust is misleid, is opzegging van het lidmaatschap niet disproportioneel. In Regel 10 van de Erecode is bepaald dat een NVM-lid verantwoordelijk is voor haar personeelsleden. Aangezien E en B nog zijn verbonden aan het kantoor van appellante kan niet worden uitgesloten dat zich een soortgelijk incident opnieuw zal voordoen. 4.4 Anders dan appellant heeft gesteld staat de integriteit van H niet buiten twijfel. Niet kan worden uitgesloten dat de NVM ook tegen H nog stappen zal ondernemen. Eerst in het aanvullende beroepschrift heeft appellante aangevoerd dat H verantwoordelijk is voor de gang van zaken. Appellante onderbouwt dit standpunt niet en in de correspondentie is daarvan ook niet gebleken. 5 Beoordeling van het beroep 5.1 Met betrekking tot de vraag of J aan medewerker B heeft verzocht om het aanvraagformulier te ondertekenen zijn door partijen verklaringen van zowel J als B in het geding gebracht. De inhoud daarvan is met betrekking tot dit punt echter tegengesteld. Geen grond staat om aan de ene verklaring meer geloof te hechten dan aan de andere verklaring. De gang van zaken met betrekking tot de ondertekening van het formulier is in deze procedure dan ook niet komen vast te staan. 5.2 Appellante is voor de gedragingen van B wel verantwoordelijk maar nu niet is gebleken dat appellante de NVM bewust heeft getracht te misleiden, is de Centrale Raad van Toezicht van oordeel dat onder de geschetste omstandigheden het besluit om het lidmaatschap van de NVM op te zeggen, gegeven het onmiskenbaar grote belang van appellante bij het behoud daarvan, niet gerechtvaardigd. Van invloed op deze beoordeling is het feit dat door de NVM tot uitdrukking is gebracht dat niet kan worden uitgesloten dat geen problemen zouden zijn gerezen indien door B op het aanvraagformulier zou zijn aangetekend dat hij in opdracht voor de ondertekening daarvan had zorg gedragen. 5.3 De Centrale Raad van Toezicht acht termen aanwezig om appellante te belasten met de kosten die zijn verbonden aan de behandeling van de door haar verzochte voorlopige voorziening en de behandeling van het door haar ingestelde beroep nu appellante verantwoordelijk wordt gehouden voor de wijze waarop de aanvraagprocedure door haar is behandeld. 5.4 Gelet op de inhoud van de statuten en het Reglement tuchtrechtspraak NVM beslist de Voorzitter als volgt. 6 Beslissing in beroep 6.1 Verklaart het beroep gegrond. 6.2 Vernietigt de beslissing van 9 juni 2010 tot opzegging van het lidmaatschap van appellante.

6 6.3 Bepaalt dat appellante met een bedrag van 2.131,-- zal worden belast terzake van de kosten die zijn verbonden aan de behandeling van de voorlopige voorziening en met een bedrag van 2.753,-- terzake de kosten van de behandeling van de klacht in hoger beroep en bepaalt dat het totaal van deze bedragen ( 4.884,--) zal worden voldaan binnen zes weken na ondertekening van deze uitspraak aan de Nederlandse Vereniging van Makelaars o.g. en Vastgoeddeskundigen NVM gevestigd te Nieuwegein. Aldus gewezen te Amersfoort door mr. K.E. Mollema, voorzitter, mr. J.T. Anema, R. Wijmenga en W. van Haselen, in aanwezigheid van en gehoord het advies van mr. J.A. van den Berg, secretaris en ondertekend op 12 november 2010.