CCT DU 23 JUIN 1999 CONTENANT DE PAIX SOCIALE 1999/2000

Vergelijkbare documenten
DU 30 JUIN 1999 MODIFIANT LA CCT DU 19 AVRIL 1979 COMPORTANT LES STATUTS DU FONDS SOCIAL DE GARANTIE POUR EMPLOYES DE DE ET DE LA CONFECTION

COMMISSION PARITAIRE DES GRANDS MAGASINS CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 24 JUIN 1999 RELATIVE A LA FORMATION ET A L'EMPLOI DES TRAVAILLEURS

juin 2003 EMPLOYES codex PAIX SOCIALE 01/1 CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 30 JUIN 2003 CONTENANT L'ACCORD DE PAIX SOCIALE 2003/2004

Paritair Comité 221 Bedienden van de papiernijverheid

Cette prépension est basée sur la Convention Collective de Travail numéro 17, conclue le 19 décembre 1974 au sein du Conseil National du Travail.

COMMISSION PARITAIRE DE L'AGRICULTURE CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 30 AVRIL 1999

Chapitre II - Régimes conventionnels de chômage avec complément d' entreprise (RCe)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 20 JUNI 2005 HOUDENDE AKKOORD VAN SOCIALE VREDE 2005/2006

Octroi d'une allocation annuelle de régularisation pour chômeurs

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETREKEJNGEN Directie van de Griffie

La présente C.C.T. s'applique aux ouvriers et des entreprises ressortissant à la Commission paritaire pour les entreprises forestières.

ERRATUM ERRATUM. Commission paritaire de la coiffure et des soins de beauté

38 heures pour les entreprises qui occupent moins que 50 travailleurs;

COMMISSION PARITAIRE POUR LES ENTREPRISES DE TRAVAIL ADAPTE ET LES ATELIERS SOCIAUX CONVENTION COLLECTIVE TRAVAIL DU 10/12/2002

Convention collective de travail du 17 juillet 2000 modifiant la du 22 mars 1999 relative aux conditions de travail et de rémunération

Paritair Comité voor het wasserij-, en Commission paritaire des blanchisseries et des entreprises de teinturerie et dégraissage

COMMISSION PARITAIRE DES GRANDES ENTREPRISES DE VENTE AU DETAIL. PARITAIR COMITE VOOR DE GROTE KLEIN HAN DElSZAKEN CP 311 PC 311

Paritair Comité 222 Bedienden van de papier- en kartonbewerking

Convention collective de travail du 3 mars Champ d'application CHAPITRE II. Avantages sociaux

Article 1-1. La présente convention. Article 2-1. Sans préjudice de l'application de

CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 21 AVRIL 2015 CONTENANT LA PROLONGATION DE L'ACCORD DE PAIX SOCIALE 2014

Hoofdstuk" - Fonds voor vorming - risicogroepen - vormingsinspanningen

Paritair Comité voor de audiovisuele sector - Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2006 met betrekking tôt de eindejaarspremie.

CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL du concernant

Paritair Comité 129 Paritair comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton

Commission paritaire 222 Employés de la transformation du papier et du carton

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETRE~NGEN Directie van de Griffie

paritaire pour les de travail adapté et les ateliers sociaux (CP 327)

Paritair Comité 136 Arbeiders en arbeidsters van de papier- en kartonbewerking

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETRE~NGEN Directie van de Griffie

CHAPITRE I : CHAMP. Article 1

PARITAIR SUBCOMITE VOOR DE VLASBEREIDING

2. On entend par "employés", les employés masculins et féminins. 2. Onder "bedienden" wordt verstaan, de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2011 Convention collective de travail du 27 juin 2011

ERRATUM ERRATUM. tijdelijk, hetzij na ontslag om andere. Commission paritaire de la transformation du papier et du carton n 136

CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 12 MAI 2009 CONTENANT L'ACCORD DE PAIX SOCIALE 2009

CCT du 3 juillet 2017 concernant le crédit-temps, la diminution de carrière et les emplois de fin de carrière

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE VLAAMSE SECTOR VAN DE BESCHUTTEWERKPLAATSEN, DE SOCIALE WERKPLAATSEN EN DE MAATWERKBEDRIJVEN

pour travailleurs ayant un métier lourd

Transport. Vervoer. Article 1er - La présente CCT s'applique aux employeurs des entreprises ressortissant à la

PARITAIR SUBCOMITE VOOR HET STADS~EN STREEKVERVOER VAN HETVLAAMSE GEWEST

COMMISSION POUR LE COMMERCE DE DETAIL (CP201)

december B.S (met het oog op het verhogen van de werkgelegenheidsgraad van oudere werknemers);».

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETRE~NGEN Directie van de Griffie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 27 JANUARI 2010 HOUDENDE AKKOORD VAN SOCIALE VREDE 2010

Sous Commission Paritaire pour les services des aides familiales & des aides seniors

NAR Nationale Arbeidsraad

Het minimum toepasselijk op het bediendenpersoneel, wordt vanaf 1 januari 2000 bepaald :

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETRE~NGEN Directie van de Griffie

Régime de chômage avec complément d'entreprise à partir de 58 ans (2017) ou à partir de 59 ans (2018)

PARITAIR SUBCOMITÉ VOOR DE VLAAMSE SECTOR VAN DE BESCHUTTE WERKPLAATSEN,

Paritair Comité 136 Arbeiders en arbeidsters van de papier- en kartonbewerking

COMMISSION PARITAIRE POUR LES EMPLOYES DU COMMERCE DE DETAIL CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU RELATIVE A LA DUREE DU TRAVAIL

CHAPITRE II. - Indemnité en cas d'utilisation de transport en commun

CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 12 FEVRIER 2002 CONCERNANT COMPLEMENTAIRE DE SECURITE D'EXISTENCE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 20 JUNI 2011 HOUDENDE AKKOORD VAN SOCIALE VREDE

OPENBAAR VERVOER CARPOOLING TRANSPORT PUBLIC COVOITURAGE PER WEEK PER MAAND PER 3 MAANDEN PAR PAR 3 MOIS FLEX SEMAINE MOIS

«Pour les ouvriers qui font usage du droit des

SOUS-COMMISSION PARITAIRE DES ELECTRICIENS: INSTALLATION ET DISTRIBUTION. En exécution de 3 de l'accord national du mai 2003.

en «de 29,80 EUR sur toutes autres

SOUS COMMISSION PARITAIRE DE LA FABRICATION ET DU COMMERCE DE SACS EN JUTE OU EN MATERIAUX DE REMPLACEMENT

PARITAIR COMITE VOOR DE GROTE KLEINHANDELSZAKEN COMMISSION PARITAIRE DES GRANDES ENTREPRISES DE VENTE AU DETAIL PC 311 CP 311

PRIME DE FIN D'ANNEE C.C.T. DU 2003

Chapitre Champ d'application

Paritair Comité 129 Paritair comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETREKEJNGEN Directie van de Griffie

Co Commission paritaire du commerce de détail indépendant

car Federale Overheidsdienst

CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL 1999 SALAIRES

Neeriegginq van een sociaai akkoord

39150 BELGISCH STAATSBLAD Ed. 2 MONITEUR BELGE

e pour les entreprises Commission pa horticoles

Sous-commission paritaire pour commerce de combustibles de la Flandre. Convention collective de travail du. Duree du travail et organisation.

Neerlegging-Dépôt: 01/10/2009 Regist.-Enregistr.: 19/11/2009 N : 95894/CO/207. Fonds voor vorming

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETRE~NGEN Directie van de Griffie

Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors de la Communauté flamande

Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en SociaalOverleg ALGEMENE DIRECTIE COLLECTIEVE ARBEIDSBETRE~NGEN Directie van de Griffie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 7 APRIL 2011 HOUDENDE TWEEDE VERLENGING VAN HET AKKOORD VAN SOCIALE VREDE 2010

2 0 -ot ERRATUM ERRATUM. Sous-commission paritaire de l'industrie textile de l'arrondissement administratif de Verviers n 120.

Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007 met betrekking tôt de sectorale loonbarema's

COMMISSION PARITAIRE POUR LES EMPLOYES DE L'INDUSTRIE TEXTILE ET DE LA BONNETERIE C.C.T. DU 25 AVRIL 2003 INSTITUANT LA PREPENSION A MI-TEMPS

Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 september 2017 betreffende de modernisering van de arbeidsduur

e pr -à Ensuite, le principe suivant est appliqué;,zau.l~~ le salaire annuel est composé de 12

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 29 JUNI2017 HOUDENDE HET AKKOORD VAN SOCIALE VREDE

Collectieve overeenkomst van 12 februari 2009 voor de bepaling en besteding van de bijdrage voor risicogroepen, geïnd door de RSZ

Sous-commission paritaire pour les services des aides familiales et des aides seniors Convention collective de travail du novembre

Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of-diensten leveren

Commission paritaire de l'agriculture. het Paritair Comité voor de landbouw. Convention collective de travail du 04 février 2016

TIJDSKREDIET, LOOPBAANVERMINDERING EN LANDINGSBANEN C.A.O. VAN 9 DECEMBER 2014

Paritair Comité vbor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs (Vlaamse gemeenschap)

TITEL I - TOEPASSINGSGEBIED

Par «travailleurs» on entend: le personnel employé masculin et féminin à l'exception des aides familiales.

HALFTIJDS BRUGPENSIOEN

CAO van 8 mei 2003 CCT du 8 mai Modification et prolongation de différents régimes de sécurité d'existence

COMMISSION PARITAIRE DES ENTREPRISES

PARITAIR COMITÉ VOOR DE BEGRAFENISONDERNEMINGEN TIJDSKREDIET, LOOPBAANVERMINDERING EN LANDINGSBANEN CAO VAN 21 AUGUSTUS 2017

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale

DATE 12/01/ /01/2000 CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL N 75 DU 20 DECEMBRE 1999 RELATIVE AUX DELAIS DE PREAVIS DES OUVRIERS

COMMISSION PARITAIRE DES GRANDES ENTREPRISES DE VENTE AU DETAIL CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU 9 JUIN 1999 CONCERNANT L'EMPLOI ET LA FORMATION

Transcriptie:

CCT DU 23 JUIN 1999 CONTENANT DE PAIX SOCIALE 1999/2000 CHAPITRE I - CHAMP Article 1 La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs ressortissants à la commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection et aux employés qu'ils occupent. CHAPITRE II - DUREE Article 2 La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse de produire ses effets le 31 décembre 2000. Elle contient les nouveaux accords valables durant la période mentionnée ci-avant. CHAPITRE III - CONDITIONS DE TRAVAIL Article 3 Les rémunérations mensuelles minimales ainsi que les rémunérations réellement payées seront augmentées de 1% aux 1 er août 1999 et 2000. CHAPITRE IV - PREPENSION CONVENTIONNELLE A TEMPS PLEIN 4 Le régime de la prépension conventionnelle à temps plein, instauré à l'époque par la convention collective de travail du 8 avril rendue obligatoire par arrêté royal du 21 septembre 1981 et prolongée par la suite, pour la dernière fois jusqu'au 31 décembre 1998 par la convention collective de travail du 12 mai 1997, sera poursuivi durant la période du 1er janvier 1999 au 31 décembre 2000, conformément aux conditions fixées dans les articles 5 et 6 de la présente convention collective de travail et dans la convention collective de travail spécifique du 23 juin 1999 concernant la prépension conventionnelle. 2 5 2 6-07-

Article 5 1 Conformément aux dispositions de l'article 3 2 de l'arrêté royal du 7 décembre 1992 relatif à l'octroi d'allocations de chômage en cas de prépension l'âge minimal pour pouvoir bénéficier de la prépension conventionnelle reste identique à celui appliqué au cours des années 1997 et 1998. A partir du 31 décembre 1999, l'âge minimal sera fixé à 58 ans. 2 Outre les conditions fixées par l'arrêté royal du 7 décembre 1992 mentionné ci-avant, les employés devront, pour pouvoir bénéficier de la prépension conventionnelle, satisfaire en outre à l'une des conditions d'ancienneté suivantes : 6 soit une occupation ininterrompue d'au moins 5 ans précédant immédiatement le licenciement, qui donne droit à la prépension, dans une ou plusieurs entreprises ressortissant à la commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection; soit une carrière d'au moins 10 années d'occupation dans des entreprises ressortissant à la commission paritaire pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection. Les conditions et engagements précis concernant le régime de prépension sont réglés par convention collective de travail séparée du 23 juin 1999. CHAPITRE V - PREPENSION A MI-TEMPS Article 7 La convention collective de travail du 3 juin 1997 concernant la prépension à mi-temps est prolongée sans modifications jusqu'au 31 décembre 2000. CHAPITRE VI - FONDS SOCIAL DE GARANTIE Article 8 L'article 14 des statuts du Fonds Social de Garantie pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection, fixés par convention collective de travail du 23 avril 1979 et rendus obligatoires par arrêté royal du 11 décembre sera modifié comme suit : 1. Du 1 er janvier au 31 décembre 1999, les cotisations patronales seront fixées à des rémunérations brutes des employés.

2. Du 1 er janvier 2000 au 31 décembre les cotisations patronales seront fixées à 0,83% des rémunérations brutes des employés. Article 9 sociale complémentaire qui est octroyée conformément à l'article 7 des statuts du Fonds Social de Garantie pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection est fixée comme suit : - 4.500 F en 1999-4.700 F en 2000 pour les employés répondant aux conditions visées à l'article 6 1 desdits statuts. Article 10 La convention collective de travail concernant l'allocation complémentaire de sécurité d'existence du 2 juin 1994, modifiée par convention collective de travail du 3 juin 1997, est prolongée sans modifications jusqu'au 31 décembre 2000. CHAPITRE VII - FORMATION ET EMPLOI Article 11 Une convention collective de travail séparée concernant la formation et l'emploi est conclue en exécution de la section IV du chapitre II de la loi du 26 mars 1999 relative au Plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses, ainsi que de l'arrêté royal du 4 juin 1999 déterminant les conditions de forme auxquelles doivent satisfaire la convention collective de travail et l'accord relatifs à la formation et l'emploi ainsi que la procédure de consultation des travailleurs à respecter en cas d'établissement d'un accord relatif à la formation et l'emploi. 12 Conformément au chapitre III, section VI, sous-section 1 de la loi du 26 mars 1999 relative au Plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses, l'effort de 0,10% pour la formation des groupes à risque est prolongé. La formation de ces groupes à risque fera l'objet d'une convention collective de travail séparée qui sera déposée avant le 1 er juillet 1999 au greffe du Service des relations collectives de travail du ministère de l'emploi et du Travail.

Article 13 1. En exécution de l'accord interprofessionnel 1999/2000 du 8 décembre les entreprises fourniront un effort supplémentaire dans le domaine de la formation. Cet effort supplémentaire est réalisé par une cotisation sectorielle de 0,20% sur les rémunérations de la période du 1 er janvier 2000 au 31 décembre 2001. Le secteur apporte ainsi sa contribution à l'exécution de l'engagement de faire des efforts supplémentaires en matière de formation permanente. Au sein de l'institut pour la Recherche et l'enseignement dans la Confection, les organisations signataires décident quelles seront les initiatives de formation à développer grâce à ces moyens. 2. Les entreprises qui introduisent un plan de formation approuvé préalablement par les partenaires sociaux au sein de l'irec peuvent récupérer leurs cotisations de 0,20%. A cet égard, une procédure spécifique sera élaborée au sein de l'irec. CHAPITRE VIII - TRAVAIL A TEMPS PARTIEL Article 14 En exécution de la section VI, sous-sections I et II de la loi du 26 mars 1999 relative au Plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses, des conventions collectives de travail peuvent être conclues pour l'instauration du travail à temps partiel sous les formes décrites dans les sous-sections I et II précitées. CHAPITRE IX - FORMATION SOCIALE 15 A l'article 8 de la convention collective de travail du 23 janvier 1973, rendue obligatoire par l'arrêté royal du 10 avril 1973, un nouvel alinéa est ajouté, libellé comme suit : «Afin de compenser la perte subie par l'employeur due aux absences pour formation sociale conformément à cette convention collective de travail, l'employeur peut récupérer l'intégralité du montant du salaire ainsi que les cotisations patronales de sécurité sociale auprès du Fonds Social de Garantie pour employés de l'industrie de l'habillement et de la confection.»

CHAPITRE X - COMPLEMENT AU DOUBLE PECULE DE VACANCES 16 A l'article 3 de la convention collective de travail du 19 avril 1979 concernant le complément au double pécule de vacances, la deuxième phrase est remplacée par la disposition suivante : «Lorsque les prestations de l'employé dans le courant de l'année civile considérée ont été interrompues pendant plus de 30 jours calendrier au total et ce pour n'importe quelle raison, le complément au double pécule de vacances est calculé à concurrence de 7,5% des rémunérations brutes payées par l'employeur sur toute l'année civile.» Article 17 Au dernier alinéa de l'article 4 de la convention collective de travail du 19 avril 1979 concernant le complément au double pécule de vacances, le mot «mois» est remplacé par «temps de travail.» CHAPITRE XI - INCOMPATIBILITE AVEC AVANTAGES Article 18 Dans les entreprises ayant déjà accordé, avant la date de la conclusion de la présente convention collective de travail des avantages au moins égaux aux avantages convenus dans la présente convention collective de travail, ces derniers avantages ne devront plus être accordés. Les entreprises qui n'ont pas appliqué cette dernière disposition, sont tenues de maintenir leurs pratiques d'entreprise. CHAPITRE XII - PAIX SOCIALE Article 19 Pendant la durée de la présente convention collective de travail, les parties signataires garantissent le respect de la paix sociale, ce qui implique que : 1) toutes les dispositions relatives aux rémunérations et aux conditions de travail seront rigoureusement observées et ne pourront être contestées par les organisations des employés ou des employeurs, ni par les employés ou par les employeurs ; 2) les organisations de travailleurs et les employés s'engagent à ne pas déposer de revendications au niveau national ou régional, ni au niveau de l'entreprise, étant donné que toutes les dispositions normatives individuelles sont réglées par la présente convention collective de travail. 5

CAO VAN 23 1999 HOUDENDE AKKOORD VAN SOCIALE VREDE 1999/2000 HOOFDSTUK I - TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing op de werkgevers die onder de bevoegdheid van net paritair comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf en op de bedienden die tewerkstellen. HOOFDSTUK II - DUUR Artikei 2 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 1999 en met 31 december 2000 en bevat de nleuwe afspraken geldend gedurende deze période. HOOFDSTUK III - ARBEIPSVOORWAARDEN Artikel 3 De minimummaandwedden evenals de effectief uitbetaalde wedden worden verhoogd met 1 % op 1 augustus 1999 en met 1 % op 1 augustus 2000. HOOFDSTUK IV - CONVENTIONEEL VOLTI3DS BRUGPENSIOEN Artikel 4 Het stelsel van het conventioneel brugpensioen, ingevoerd collectieve arbeidsovereenkomst van 8 1981, algemeen verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1981 en verlengd, voor het laatst 31 december 1998 collectieve arbeidsovereenkomst van 12 verdergezet gedurende de période van 1 januari 1999 31 december 2000, volgens de voorwaarden bepaald in de 5 en 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en in de specifieke collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999 betreffende het conventioneel brugpensioen. Artikel 5 1. Overeenkomstig de bepalingen van 3 2 van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheids-uitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen, wordt vanaf 1 januari 1999 de te kunnen genieten van het conventioneel brugpensioen vastgesteld op dezelfde deze die van toepassing was voor de jaren 1997 en 1998. Vanaf 31 december 1999 wordt de minimumleeftijd vastgesteld op 58 jaar. 26-07-

2. Naast de vastgesteld door voormeld koninklijk besluit van 7 december dienen de bedienden, om te kunnen genieten van het conventioneel brugpensioen, te voldoen aan één van volgende anciënniteitsvoorwaarden : Artikel 6 hetzij een ononderbroken tewerkstelling van minstens 5 jaar onmiddellijk voor het ontslag, dat het recht op brugpensioen opent, in één of meerdere ondernemingen ressorterend onder het Paritair comité voor de bedienden van het kleding- en Confectiebedrijf. hetzij een loopbaan van minstens 10 jaar tewerkstelling in ondernemingen ressorterend onder het Paritair comité voor de bedienden van het kleding- en Confectiebedrijf. De precieze voorwaarden en verbintenissen aangaande dit brugpensioenstelsel worden geregeld bij afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1999. HOOFDSTUK V - HALFTIJDS BRUGPENSIOEN Artikel 7 De collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997 betreffende het halftijds brugpensioen wordt ongewijzigd verlengd 31 december 2000. HOOFDSTUK VI - SOCIAAL WAARBORGFONDS 8 Artikel 14 van de statuten van het Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en Confectiebedrijf, bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 1979 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van december 1979 worden gewijzigd : 1. Van 1 januari 1999 31 december 1999 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 0,63% van de brutowedden der bedienden. 2. Van 1 januari 2000 31 december 2001 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 0,83% van de brutowedden der bedienden. Artikel 9 De aanvullende sociale toelage die overeenkomstig 7 van de statuten van het Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en Confectiebedrijf wordt toegekend, wordt bepaald op : - 4.500 1999-4.700 F in 2000 voor de bedienden die voldoen aan de voorwaarden van artikel 6 1 van de hogervermelde statuten.

Artikel 10 De coilectieve arbeidsovereenkomst betreffende de bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid van 2 juni 1994, gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 1997, wordt verlengd 31 december 2000. HOOFDSTUK VII - VORMING EN TEWERKSTELLING Artikel 11 Er wordt een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst betreffende vorming en tewerkstelling gesloten in uitvoering van Hoofdstuk II, sectie IV van de wet van 26 1999 betreffende het actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, evenals van het Koninklijk Besluit van 4 juni 1999 houdende de vormvoorwaarden waaraan de collectieve arbeidsovereenkomst en het akkoord betreffende de vorming en tewerkstelling dienen te voldoen, alsook de procédure raadpleging van de werknemers die in genomen te worden bij de sluiting van een akkoord betreffende vorming en Artikel 12 In uitvoering van Hoofdstuk III, afdeling VI, onderafdeling 1 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen wordt de inspanning van 0,10 % voor de vorming en opleiding van risicogroepen verlengd. Over de vorming en opleiding van deze risicogroepen een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten worden die vôôr 1 1999 zal neergelegd worden op de griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Artikel 13 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 1999/2000 van 8 december 1998 doen de ondernemingen een bijkomende inspanning op het van vorming en opleiding. Deze bijkomende inspanning wordt gerealiseerd door een sectorale bijdrage van 0,20 % op de wedden van 1 januari 2000 31 december 2001. Aldus levert de zijn aandeel de uitvoering van het engagement om bijkomende inspanningen op het vlak van permanente vorming te doen. Binnen het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie wordt door de ondertekenende beslist vormings- en opleidingsinitiatieven zullen ontwikkeld worden met deze middelen. 2. Ondernemingen die bij een opleidingsplan indienen, dat voorafgaandelijk wordt goedgekeurd door de sociale partners, kunnen hun bijdrage recupereren. Hiertoe zal binnen IVOC een specifieke procédure worden.

HOOFDSTUK VIII - DEELTIJDSE ARBEID Artikel 14 Ter uitvoering van Afdeling VI, onderafdeling I en II van de wet van 26 maart 1999 betreffende het actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen kunnen collectieve arbeidsovereenkomsten worden gesloten voor de invoering van deeltijdse arbeid in de vormen bedoeld in de voornoemde onderafdelingen I en II. HOOFDSTUK IX - SOCIALE VORMING Artikel 15 In 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 1973, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 april wordt een nieuwe alinéa toegevoegd luidend : het verlies voor de werkgever ingevolge de afwezigheid wegens sociale vorming overeenkomstig deze collectieve arbeidsovereenkomst te compenseren, kan de werkgever bij het Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kledingen confectiebedrijf het volledige bedrag van het evenals de patronale bijdragen voor sociale zekerheid HOOFDSTUK X - AANVULLING VAN HET DUBBEL VAKANTIEGELD Artikel 16 In artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979 betreffende de aanvulling van het dubbel wordt de tweede zin vervangen door de volgende bepaling : de prestaties van de bediende in de van het kalenderjaar evenwel gedurende dan dertig kalenderdagen in het totaal werden onderbroken voor het even reden, dan wordt de aanvulling van het dubbel vakantiegeld berekend a rato van 7,5% van de bruto wedden welke door de werkgever werden betaald over het ganse kalenderjaar." 17 In de laatste alinéa van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 1979 betreffende de aanvulling van het dubbel vakantiegeld wordt het woord vervangen door het woord

HOOFDSTUK XI - VAN VOORDELEN Artikel 18 In ondernemingen die reeds de datum van afsluiten van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst voordelen hebben toegekend die minstens gelijk aan de in deze collectieve arbeidsovereenkomst overeengekomen voordelen, dienen deze laatste niet te worden toegekend. Ondernemingen die deze laatste bepaling niet hebben toegepast, dienen hun verder aan te houden. HOOFDSTUK XII - SOCIALE VREDE Artikel 19 Tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst waarborgen de de inachtneming van de sociale hetgeen het volgende : 1) bepalingen betreffende de en arbeidsvoorwaarden worden stipt nageleefd en kunnen niet in betwisting worden door de werknemers- of de noch de bedienden of de werkgevers; 2) de werknemersorganisaties en de bedienden verbinden er zich toe geen eisen te stellen op nationaal noch op gewestelijk noch op dat van de onderneming aangezien individuele normatieve bepalingen geregeld zijn door onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.