RICHTLIJN opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen



Vergelijkbare documenten
RICHTLIJN opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Veilig werken met gassen en correcte opslag.

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek

EVO PGS-15 Checklist

PGS 15 Opslag gevaarlijke en brandbare stoffen / gasflessen in de schilders-, glaszetters en metaalconserveringsbranche

PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man 12 december 2017 Open

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen

Gevaar conform de klasse zonder bijkomend gevaar. Klasse 6.1. Klasse 9. Klasse 3. Klasse 8. Klasse 5.1

6 Opslag van gasflessen

6 - OPSLAG VAN GASFLESSEN

Integrale controle opslag gevaarlijke stoffen. Meer dan PGS15 alleen

L3G B.02 - Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, Bijlage 1. Toepassingsgebied/ondergrenzen en vrijstellingen PGS 15 (versie 2016)

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

V e i l i g h e i d s t e c h n i e k. www. dupa.nl info@dupa.nl +31 (0)

Vragenlijst controle autobedrijven

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

Opslag Gevaarlijke stoffen

Samenvatting pgs 15: opslag gevaarlijke stoffen

Samenvatting pgs: opslag gevaarlijke stoffen

Opslag van gasflessen. (Volgens PGS 15)

6 Opslag van gasflessen

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

(Grond)stoffen en producten

Activiteit: Uitwendig wassen van motorvoertuigen of werktuigen waarmee geen gewasbeschermingsmiddelen zijn toegepast

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

Module 3. Magazijn en opslag Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Checklist 7. Chemicaliën. School:... Datum:... Vestiging:... Ingevuld door sectie / docent / TOA:... Vak:... Lokaal / kabinet:... in orde d.d.

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen

: Alle medewerkers in de uitvoeringen/ voorbereiding ten behoeve van vervoer milieu gevaarlijke stoffen voor eigen werkzaamheden.

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen

Veelgestelde vragen Versie 21/04/2015

PGS 15 in de praktijk Wanneer is een brandcompartiment PGS 15-proof?

* UM * UM Van Andelstraat 3b. Steenbergen, 24 augustus Geachte heer/mevrouw,

Aspen Opslagvoorzieningen volgens PGS 15 mei 2019

Veiligheidskasten. De specialisten - Speciale kasten in detail

B E S C H I K K I N G Omgevingsvergunning Uitgebreide procedure Omgevingsvergunning wijzigen

Regeling art Verwijzingen en overige eisen Belangrijkste wijzigingen

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

Gevaarlijke stoffen. Afdeling H&S - EON Maasvlakte

Richtlijnen voor de opslag van gasflessen

PGS 15 OPSLAG VAN VERPAKTE GEVAARLIJKE STOFFEN. Jos van Bree QHSE Management advies.nl

Bepalingen voor de opslag van gevaarlijke producten

Activiteit: In werking hebben van een stookinstallatie Keuring en onderhoud

Bijlage 6 Aanvraag Oprichtingsvergunning Wabo Definitief

L3G Bodembescherming, Bijlage Bodemrisico inventarisatie (checklist)

Amitec. Alltech. Deze inrichtring loost alleen sanitair- en hwa-water.

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland p.a. DCMR Milieudienst Rijnmond Postbus AV Schiedam

*UM * UM P. Bakker Steenbergen BV De heer P. Bakker Van Andelstraat 3b 4651 TA STEENBERGEN NB

AIM - Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

De belangrijkste veranderingen in de PGS juni 2016 Dina Rezvanova Rijkswaterstaat/Infomil

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group)

Melding op grond van het activiteitenbesluit (Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer)


PGS 15: 2011 Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

Themabijeenkomst VBE PGS 15. Richtlijn opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Basisinspectiemodule Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen (PGS 15)

KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT

1 Milieu Veilig en gezond werken Hygiëne en milieu Opslag van milieugevaarlijke stoffen Samenvatting 11

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

Vervoer van gevaarlijke goederen, "Hazardous Goods" en "Hazardous Articles"

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

A D V I E S V E R S L A G. Vervoer & Opslag Gevaarlijke Stoffen. Schwartzmans B.V. Waalwijk

AIM Toelichtingen bij de milieuregels uit het Activiteitenbesluit

Aanleg en inspectie klaar voor de toekomst?! Stephan Romers. Zelfstandig ondernemer Deelnemer CCvD Bodembescherming SIKB Bestuurslid NIBV

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen

12. Gevaarlijke stoffen: opslag, verkoop en gebruik

odijmond REGIO WATERLAND

De inrichting is gelegen aan de Graanweg 17 te Moerdijk, kadastraal bekend Klundert, sectie C, nummer 1995.

A D V I E S V E R S L A G. Vervoer & Opslag Gevaarlijke Stoffen. Schwartzmans B.V.

VLAREM I Bijlage 1 - rubriek Gevaarlijke producten

Afvalstoffen Onderstaande tabel geeft een overzicht op jaarbasis van de omvang van de diverse activiteiten.

WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING

PROEFEXAMEN BASISCURSUS ALGEMENE GEDEELTE 2019 (open boek) Deel 1

Beantwoording nog openstaande aanvullende vragen naar aanleiding van vergunningaanvraag diverse opslagen (OLO )

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) 15 UT voorschriften voor opslag en omgaan met gevaarlijke stoffen en gasflessen gebaseerd op de PGS 15

Gevaarlijke producten

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Overzicht symbolen Afdrukdatum:

GHS-CLP. Veiligheid & Milieu

Activiteit: Opslaan en overslaan van goederen algemeen

2.11 Acetyleen- en zuurstofflessen

Departement Behandeld door Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Stedelijke Ontwikkeling Nina Van den Bilcke NVDB/16/0552/nvdb 20/10/2016

Toelichting op de aanvraag milieuneutraal veranderen opslag gasflessen/bulkgassen Antoni van Leeuwenhoek

Antwoorden AIM sessie Av5n87erd80

Opslagtanks en NRB in de Omgevingswet

Transcriptie:

RICHTLIJN opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

INLEIDING Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die risico s of hinder kunnen veroorzaken voor mens en milieu. In de banden- en wielenbranche worden verschillende gevaarlijke stoffen gebruikt. In de Arbocatalogus voor de Banden- en Wielenbranche (bandenenwielen-arbocatalogus.nl) wordt veel informatie verstrekt om veilig te werken met gevaarlijke stoffen. De inhoud van deze brochure beperkt zich tot de opslag van gevaarlijke stoffen en gasflessen. De brochure beschrijft de belangrijkste eisen in de huidige wet- en regelgeving. Dat is het Activiteitenbesluit en de bijbehorende regeling (versie 1-1-2013) met de normen waarnaar door het Activiteitenbesluit wordt verwezen (onder andere PGS 15, PGS 30). De meeste bedrijven in de banden- en wielenbranche vallen onder de directe werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Het Activiteitenbesluit wordt in deze brochure aangeduid als het Besluit en de bijbehorende regeling (met algemene regels en voorschriften) als de Regeling. Aanvullende informatie kunt u via Vereniging VACO verkrijgen. 2 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

WERKVOORRADEN Werkvoorraden vallen niet onder de opslageisen van het Besluit en de Regeling. Maar er zijn wel enkele zaken waar u zich aan moet houden. Een werkvoorraad gevaarlijke stoffen is een aangebroken voorraad gevaarlijke stoffen die voor normaal gebruik in de werkplaats aanwezig is. U kunt denken aan een in gebruik zijnde jerrycan super cleaner, een aangebroken verpakking vulcaniseervloeistof en ook aan de gasflessen op een laskar. Omvang van de werkvoorraden De grootte van de werkvoorraad moet zodanig zijn, dat de productie normaal doorgang kan vinden. Dus niet zo groot dat er een aantal niet geopende eenheden onnodig dagenlang in de werkruimte blijven liggen. Anders zou er sprake zijn van een verkapte opslag. Deze eenheden moeten worden bewaard in een opslagruimte. Waar exact de grens ligt is overigens moeilijk aan te geven. Het is aan het bedrijf om aannemelijk te maken dat verpakte gevaarlijke stoffen binnen een redelijke tijd (enkele dagen of hooguit enkele weken) inderdaad zullen worden gebruikt. Omvangrijke verpakkingen Als een leverancier geen kleinere verpakkingen levert, kan beter een grotere verpakkingseenheid als werkvoorraad worden gebruikt dan dat er wordt overgegoten van een grotere naar een kleinere verpakking. Als de werkvoorraad per stof meer dan 50 liter vloeistof bedraagt, moet de werkvoorraad (gassen uitgezonderd) wel boven een lekbak of een gelijkwaardige voorziening zijn geplaatst (een vloer die minimaal vloeistofkerend is voldoet hieraan). Voor een werkvoorraad van meer dan 50 liter brandbare vloeistof (ADRklasse 3) is een lekbak altijd vereist. Per gevaarlijke stof mag ten hoogste één aangebroken verpakkingseenheid per werkplek, (bijvoorbeeld per hefbrug), werkplaats of gereedschapskar aanwezig zijn, plus één reserve. De werkvoorraad mag zich niet bevinden in een rijroute van vorkheftrucks of andere transportmiddelen. Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen 3

OPSLAG VAN GEVAARLIJKE STOFFEN IN HET ALGEMEEN Bedrijven met een opslag van meer dan 2.500 kg gevaarlijke stoffen moeten een medewerker van het bedrijf als deskundige aanstellen. De vakbekwaamheid van deze medewerker moet u kunnen aantonend met ervaring of opleiding (certificaat/diploma) en in de RI&E moet hieraan aandacht zijn besteed. Indeling van stoffen In de wet- en regelgeving is aansluiting gezocht met de codering van de transportsector (ADR-klassen). In de tabel zijn de ADR-klassen weergegeven die van toepassing kunnen zijn. Het is daarbij belangrijk om onderscheid te maken tussen viskeuze (stroperig) en niet-viskeuze verven, lakken en overige brandbare vloeistoffen. De viskeuze brandbare verven, lakken en dergelijke vallen namelijk niet onder een ADR-klasse en dus ook niet onder de PGS 15. In het veiligheidsinformatieblad staat dan aangegeven dat het product is vrijgesteld volgens sectie 2.2.3.1.5 van het ADR. Voorschriften van PGS 15 De voorschriften van PGS 15 voor de opslag van gevaarlijke stoffen zijn niet van toepassing als binnen de vestiging minder dan de aangegeven ondergrens van een stofklasse (exclusief werkvoorraad) aanwezig is. Deze stoffen moeten echter wel verantwoord worden opgeslagen (niet op de werkvloer, tenzij er sprake is van werkvoorraad). Als verschillende stoffen van diverse ADR-klassen zijn opgeslagen (wat meestal het geval is) moet worden vastgesteld wat de vrijgestelde hoeveelheid is. Zie hiervoor de formule op pagina 21 van de PGS 15. Veiligheidsinformatiebladen De ADR-klasse en verpakkingsgroep van een stof moeten altijd zijn vermeld in het begeleidende veiligheidsinformatieblad. U moet over deze veiligheidsinformatiebladen beschikken. Uw leverancier is wettelijk verplicht deze bladen gratis en in de Nederlandse taal beschikbaar te stellen. Voorkomen van onverenigbare combinaties Bij opslag van gevaarlijke stoffen moet worden voorkomen dat door het vrijkomen van twee gevaarlijke stoffen (uit hun verpakking) een groter effect ontstaat dan wanneer ze afzonderlijk vrijkomen. Een overzicht van onverenigbare combinaties is te vinden in de PGS 15. Een onverenigbare combinatie wordt voorkomen door stoffen gescheiden op te slaan. In een brandveiligheidsopslagkast mag dit ook gedaan worden door onverenigbare stoffen boven aparte lekbakken te plaatsen. Een voorbeeld voor VACO-leden is accuzuur. Dit is een ADR-klasse-8-stof (bijtend: zuur) en zal een onverenigbare combinatie vormen met bijvoorbeeld bepaalde velgenreinigers die loog bevatten (klasse 8, bijtend: base/alkalisch). Deze stoffen moeten dus apart van elkaar worden opgeslagen. Lege ongereinigde verpakkingen Lege ongereinigde verpakkingen moeten op een vergelijkbare wijze worden opgeslagen als volle verpakkingen. Als volgens de wet- en regelgeving opvangcapaciteit (een lekbak) voor volle verpakkingen noodzakelijk is, is dit geen vereiste voor lege verpakkingen en gasflessen. 4 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

Opslag in verkoopruimten Gevaarlijke stoffen moeten in verkoopruimten brandveilig worden geplaatst. Hieraan kan worden voldaan door de hoeveelheden te limiteren. Doorgaans kan in een verkoopruimte maximaal 1.500 liter worden neergezet, waarvan maximaal 800 liter van ADR-klassen 2 en 3 (gebruiksklare ruitensproeiervloeistof met een vlampunt groter dan 40ºC hoeft bij deze berekening niet te worden meegenomen). Bij deze hoeveelheid mag er geen woning of andere gevoelige bestemming boven de ruimte zijn gesitueerd. Daarnaast moeten de gevaarlijke stoffen boven lekbakken staan. Als er geen lekbakken in gebruik zijn dan gelden kleinere hoeveelheden, respectievelijk 1.000 en 300 liter. Als een grotere opslag in een verkoopruimte gewenst is, kunt u Vereniging VACO om advies vragen. ADR-klassen van gevaarlijke stoffen Onderhoudsproducten in de verkoopruimte ADRklasse Omschrijving van de meest gebruikte gevaarlijke stoffen in de banden- en wielenbranche 2 Spuitbussen en gaspatronen: copper plus kruipolie (bijvoorbeeld WD40) liquid bufferspray / ruwvloeistof remmenreiniger (bijvoorbeeld Car Rep) teflonspray undercoating zwart (underbodycoatingspray op bitumenbasis) verf koelmiddel R 134 A (airco) 2 Meest voorkomende gassen in gasflessen: stikstof, zuurstof, acetyleen airco middelen LPG (voor heftrucks) 3 Brandbare vloeistoffen: beadsealer benzine (maar geen diesel) CFK-vrije cement (bijvoorbeeld SC4000) geconcentreerde ruitensproeiervloeistof (gewoon en antivries) kant-en-klare ruitensproeiervloeistof en antivries (bevat meer dan 20-30% alcohol) innerlinersealer liquid buffer ontdooier oplosmiddelen (solutie, wasbenzine, aceton) supercleaner (bijvoorbeeld Car Rep) verharder (bijvoorbeeld Hardener E40) vulkaniseervloeistof / cement BL 5.2 Organische peroxiden: butanox M50/60 6.1 Giftige stoffen: 8 Bijtende stoffen: accuzuur (37% zwavelzuur) ontvetter remspoelmiddel velgenreiniger (met loog of op zuurbasis) Brandgevaar VG 1 Ondergrens in kg of liters 2, 3 n.v.t. 50 zeer zeer zeer zeer zeer zeer n.v.t. Acetyleen: zeer ontvlambaar n.v.t. II III II, III II, III 50 125l waterinhoud exclusief brandblussers II: 25 III: 50 Geen II, III 250 1 VG = verpakkingsgroep II of III. Staat aangegeven op de verpakking of in het veiligheidsinformatieblad (VIB of MSDS). 2 Voor vaste stoffen, vloeibaar gemaakte gassen, sterk gekoelde, vloeibaar gemaakte gassen en onder druk opgeloste gassen wordt de nettomassa in kg gehanteerd. Voor vloeistoffen en samengeperste gassen wordt de nominale inhoud van de houders in liters gehanteerd. 3 Voor LQ geldt de dubbele hoeveelheid ten opzichte van de genoemde ondergrens. (LQ = Limited Quantities ofwel kleine verpakkingseenheden, zoals flesjes. Dit wordt altijd met het LQ-pictogram aangegeven). Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen 5

OPSLAGVOORZIENING SPECIFIEKE STOFFEN Gasflessen Minimumeisen Gasflessen zijn voorzien van de vereiste ADR-gevarenetiketten. Ongekeurde gasflessen mogen niet binnen het bedrijf aanwezig zijn. Zichtbaar beschadigde flessen of lekkende flessen worden apart gezet op een plek binnen het bedrijfsterrein (bij voorkeur buiten) waar het eventueel uitstromende gas zo min mogelijk gevaar oplevert. Check in het desbetreffende veiligheidsinformatieblad welke maatregelen moeten worden genomen. Gasflessen met een verlopen keuringstermijn De keuringstermijn van een gasfles is afhankelijk van het soort gas en het type gasfles. De termijnen variëren van 5 tot 10 jaar. Het gebruik van gasflessen met een verlopen keuringstermijn is mogelijk als aantoonbaar wordt gemaakt dat een langere gebruiksperiode acceptabel is door bijvoorbeeld een lage gebruiksfrequentie van de betreffende gasfles. De gasflessen moeten wel zichtbaar in goede staat van onderhoud verkeren en onder normale bedrijfsomstandigheden worden gebruikt en opgeslagen. Alleen dan is het toegestaan gasflessen met een verlopen keuringstermijn binnen de inrichting aanwezig te hebben en te gebruiken. Let op: in overeenstemming met de NEN-EN 1968 is dit maximaal tweemaal de keuringstermijn. Het vullen van dergelijke gasflessen is verboden. Werkvoorraad In gebruik zijnde gasflessen (bijvoorbeeld twee flessen op een laskar (zuurstof en acetyleen) of één batterij stikstofflessen) vallen onder de werkvoorraad en mogen in de werkplaats staan opgesteld. Deze moeten beveiligd zijn tegen omvallen en aanrijden. De flessen op de laskar moeten door een metalen plaat van elkaar zijn gescheiden. Voorraad Een voorraad gasflessen inclusief lege gasflessen met een waterinhoud van meer dan 125 liter (excl. werkvoorraad en brandblussers) moet worden opgeslagen in een aparte opslagvoorziening (binnen of buiten). In deze opslagvoorziening mogen geen andere goederen aanwezig zijn. Gasflessen kunnen ook in een brandveiligheidsopslagkast worden opgeslagen. De voorkeur bij gasflessen bestaat voor buitenopslag. Bij iedere opslagvoorziening moet een draagbare brandblusser binnen handbereik zijn. Beveiliging tegen omvallen en aanrijden Gasflessen moeten beveiligd zijn tegen omvallen en aanrijden. Dit geldt voor gasflessen die als werkvoorraad dienen (ook op de laskar) en voor flessen die zijn opge- Batterij gasflessen slagen. Omvallen kan worden voorkomen door de flessen dicht bij elkaar op te slaan en gebruik te maken van kettingen, beugels of spanbanden. Bescherming tegen aanrijden is alleen nodig als er sprake is van frequente voertuigbewegingen bij de opslag. Bescherming tegen aanrijden kan worden gerealiseerd met een afschermende muur of een staalconstructie. Opslag van gassen van verschillende soorten In de opslagvoorziening voor gasflessen mogen gassen van verschillende soorten (soort bij soort) naast elkaar worden opgeslagen. Het wordt aanbevolen om stikstof-flessen tussen zuurstofflessen en acetyleenflessen te zetten. Verder moeten volle en lege gasflessen gescheiden worden opgeslagen. Aanbevolen wordt om met een bordje aan te geven waar volle en waar lege flessen moeten worden opgeslagen. Stappenplan voor correcte opslag van gasflessen In de bijlage stappenplan gasflessen op pagina 12 wordt uitgebreid uitgelegd hoe u op de juiste manier (binnen of buiten) gasflessen opslaat. 6 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

Motorolie, smeerolie en afgewerkte olie Opslag van olie in vaten en jerrycans Schone motorolie, smeerolie en afgewerkte olie hebben geen ADR-klasse en vallen qua vlampunt ook niet onder PGS 30 (voorwaarde: de afgewerkte olie mag niet gemengd zijn met andere afvalstromen). Het zijn echter wel vloeibare bodembedreigende stoffen. De opslag ervan in vaten en jerrycans moet plaatsvinden boven een vloeistofdichte vloer of lekbak, tenzij het gaat om opslag van uitsluitend gesloten en deugdelijke UN-verpakkingen. Dan volstaat een vloeistofkerende vloer en is een lekbak niet verplicht. Als gebruik wordt gemaakt van een IBC-container dan geldt hierbij de voorwaarde dat deze onmiddellijk na het vullen van de tank weer wordt afgesloten. Denk bij gebruik van IBC s aan het grotere brandgevaar door de samenstelling van de verpakking. Opslag van olie in bovengrondse tanks Voor opslag van motorolie, smeerolie en afgewerkte olie in tanks gelden de volgende maatregelen voor bodembescherming: De opslag moet plaatsvinden in een enkelwandige tank boven een lekbak. Een lekbak is niet noodzakelijk als een dubbelwandige tank wordt gebruikt met een lekdetectiesysteem waarvan de aanleg (volgens BRL K910) en (jaarlijkse) inspectie (volgens BRL K903) worden uitgevoerd. Een tank voor de opslag van motorolie, smeerolie en afgewerkte olie hoeft niet te worden gecertificeerd volgens BRL K903. Ook mag bij vervanging voor een ongecertificeerde (goedkopere) tank worden gekozen. De opslagtank moet geschikt zijn voor de opslag van de betreffende stof en in goede staat verkeren. Eventueel mag een opslagtank op een verdiepingsvloer worden geplaatst. De vulpunten en aftappunten van een bovengrondse opslagtank moeten zijn geplaatst boven een vloeistofdichte vloer of verharding of boven een lekbak. De opslagtank en de vulleiding moeten zijn voorzien van een overvulbeveiliging als de tank automatisch (door bijvoorbeeld Motorolie in tank een pomp) wordt gevuld. Als de afgewerkte olie met de hand of onder vrij verval in de tank stroomt, is geen overvulbeveiliging nodig (je merkt dan vanzelf dat de tank vol is). De opslagtank met afgewerkte olie moet minimaal eenmaal per jaar worden geleegd. Tank met afgewerkte olie Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen 7

Spuitbussen Spuitbussen die niet behoren tot de werkvoorraad moeten zijn opgeslagen in een opslagvoorziening volgens PGS 15, opslag van spuitbussen en gaspatronen. Dit houdt onder meer in dat spuitbussen in een opslag-voorziening moeten worden opgeslagen. Bijvoorbeeld in een brandveiligheidsopslagkast met een brandwerendheid van minimaal 60 minuten. Hierin mag de temperatuur niet oplopen boven 50 C. Spuitbussen mogen bij andere gevaarlijke stoffen worden opgeslagen zolang het vloeroppervlak van de opslagvoorziening voor de spuitbussen kleiner is dan 100 m 2 en er tussen de opslagvoorziening en het plafond minimaal een halve meter ruimte bestaat. Accu s Voor de opslag van accu s gelden de volgende maatregelen: Voor nieuwe accu s is geen speciale opslagvoorziening nodig, maar ze moeten wel rechtop staan. Oude accu s moeten rechtop worden opgeslagen boven een lekbak of boven een vloeistofdichte vloer / verharde ondergrond. De lekbak, vloeistofdichte vloer of verharde ondergrond biedt voldoende weerstand tegen de eventueel vrijkomende vloeistof. Het oppervlak van de voorziening is niet groter dan 20 m 2 en de opvangcapaciteit is ten minste gelijk aan de totale inhoud van de opgeslagen accu s. 8 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

ALGEMENE EISEN VOOR OPSLAG IN BRAND- VEILIGHEIDSKASTEN EN OVERIGE OPSLAG- VOORZIENINGEN Brandveiligheidskasten De opslag van gevaarlijke stoffen (exclusief werkvoorraad) zal doorgaans moeten plaatsvinden in brandveiligheidsopslagkasten. Deze kasten bestaan in verschillende soorten en maten (zie bijlage opslagkasten voor gevaarlijke stoffen op pagina 11). Kasten, die na 1 januari 2006 in gebruik zijn genomen, moeten voldoen aan NEN-EN- 14470-1 en moeten een brandwerendheid (wbdbo = weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag) van minimaal 30 minuten hebben. Per kast mag maximaal 150 liter (brandwerendheid 30 minuten) of 250 liter (brandwerendheid 60 of 90 minuten) worden opgeslagen. Kasten die vóór 1 januari 2006 in gebruik zijn genomen, moeten ten minste voldoen aan NEN 2678. Lekbakken In de kasten moeten lekbakken aanwezig zijn. Hieraan wordt ook voldaan als de onderkant van de kast door een opstaande rand zelf een lekbak vormt. De inhoud van de lekbak moet minimaal 110% bedragen van de grootste verpakkingseenheid van een vloeistof en minimaal 10% van de totale inhoud van alle verpakkingen van alle vloeistoffen samen. Overige opslagvoorzieningen Behalve in brandveiligheidskasten, is het ook mogelijk om de gevaarlijke stoffen op te slaan in andere in- of uitpandige opslagvoorzieningen, zoals een bouwkundige kluis (opslaghok) of een container. U hebt dan te maken met veel meer regels dan wanneer u brandveiligheidskasten gebruikt. Deze regels gaan vooral in op de plaatsing en op constructieve brandveiligheidsaspecten en zijn vermeld in de PGS 15. Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen 9

STOFFEN ZONDER ADR-KLASSE Om het aanzienlijke pakket aan opslageisen te beperken kan het toepassen van alternatieve stoffen die niet onder de PGS 15 vallen aantrekkelijk zijn. Het gaat dan om producten die geen ADR-klassenummer hebben. Het Besluit en de Regeling geven voor dergelijke stoffen alleen eisen voor de bodembescherming. Als alternatieve stoffen stoffen die niet onder PGS 15 vallen door leveranciers worden aangeboden, heeft het de voorkeur om zelf aan de hand van het veiligheidsinformatieblad vast te stellen of het aangeboden product inderdaad niet onder een ADR-klasse valt. Uiteraard moet het alternatieve product vergelijkbare of betere resultaten of prestaties leveren voor de beoogde toepassing in vergelijking met het al gebruikte product. Voorbeelden van veelgebruikte stoffen zonder ADR-klassenummer: motorolie in vaten en jerrycans afgewerkte olie (niet vermengd met andere afvalstoffen) dieselolie en gasolie in vaten en jerrycans autoshampoo bandenmontagepasta dikke (eventueel pasta-achtige) smeervetten (bijvoorbeeld Moton Techno-lube) glasreiniger met minder dan 15% alcoholen handreiniger (bijvoorbeeld Dreumex) koelvloeistof remvloeistof schoonmaakmiddelen op basis van (synthetische) zepen (bijvoorbeeld Unex D10, Piek vloeibaar schuurmiddel) talkpoeder Voor stoffen die geen ADR-klasse hebben, geldt dat u ze niet in brandveiligheidskasten hoeft op te slaan. Viskeuze en vloeibare stoffen met deugdelijke gesloten verpakkingen en zonder ADR-klasse (dus niet aanwezig zijn als werkvoorraad), hoeven niet boven een vloeistofdichte vloer of lekbak te worden opgeslagen. Een vloeistofkerende vloer zonder lekbak volstaat in dat geval. VERMELDING MET GEVARENPICTOGRAMMEN De deur van of naar het magazijn of een kast met gevaarlijke stoffen moet een afbeelding of sticker bevatten met de gevarenpictogrammen die op de verpakkingen van de opgeslagen stoffen staan vermeld. Daarnaast moet een verbodspictogram 'Open vuur verboden' en 'Roken verboden' zijn aangebracht. VACOleden kunnen bij VACO gratis stickers met het pictogram 'Open vuur verboden' en 'Roken verboden' aanvragen. Ontvlambaar Milieugevaarlijk Irriterend/ Giftig Bijtend Kankerverwekkend/ schadelijk mutageen 10 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

BIJLAGE OPSLAGKASTEN VOOR GEVAARLIJKE STOFFEN Opslagkasten zijn er in verschillende soorten en maten, afhankelijk van onder andere de brandwerendheid. In deze kasten kunnen stoffen van verschillende ADR-klassen bij elkaar worden opgeslagen, mits op de juiste wijze gescheiden, als dat noodzakelijk is (zie onderstaande tabel). Overzicht opslagkasten Overeenkomstig Type 30 Type 60 Type 90 NEN-EN-14470-1 Brandwerendheid 30 minuten 60 minuten 90 minuten Maximale hoeveelheid 150 liter 250 liter 250 liter Toegestaan voor de opslag van gevaarlijke stoffen behorende tot de ADR-klassen (zie tabel op pagina 5) 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8, 9 en CMR-stoffen 2, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8, 9 en CMR-stoffen Klasse 2: voor zover het spuitbussen betreft 2, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8, 9 en CMR-stoffen Klasse 2: voor zover het spuitbussen betreft Klasse 5.2 volgens PGS 8, tenzij wordt voldaan aan hoofdstuk 9 PGS 15 Klasse 5.2 volgens PGS 8, tenzij wordt voldaan aan hoofdstuk 9 PGS 15 Klasse 5.2 volgens PGS 8, tenzij wordt voldaan aan hoofdstuk 9 PGS 15 Eisen opslagkasten Voor alle opslagkasten geldt: dat de opstelling niet in een vluchtroute is gelegen; dat de kast is voorzien van een lekbak met een opvangcapaciteit van tenminste 110% van de inhoud van de grootste emballage, maar (als dat méér is) ten minste 10% van de inhoud van de totale emballage (geldt alleen voor vloeistoffen) en dat de compartimentering binnen de kast plaatsvindt door het plaatsen van de verschillende categorieën stoffen in afzonderlijke lekbakken. Voor iedere te compartimenteren categorie moet een lekbak aanwezig zijn; dat maximaal twee kasten per brandcompartiment mogen worden geplaatst als zij zijn opgesteld op een verdieping of in een kelder. Voorbeeld 1 Stel: de volgende vaten zijn aanwezig: 1 vat met 100 liter, 4 vaten met 75 liter en 2 vaten met 50 liter. Gezamenlijk betekent dit een opslag van 500 liter. 110% van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid = 110% van 100 liter = 110 liter 10% zijn van de inhoud van alle opgeslagen stoffen = 10% van 500 liter = 50 liter De grootste waarde telt, dus de opvangcapaciteit moet 110 liter bedragen. Voorbeeld 2 Stel: de volgende vaten zijn aanwezig: 1 vat met 30 liter, 20 vaten met 25 liter. Gezamenlijk betekent dit een opslag van 530 liter. 110% van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid = 110% van 30 liter = 33 liter 10% zijn van de inhoud van alle opgeslagen stoffen = 10% van 530 liter = 53 liter De grootste waarde telt, dus de opvangcapaciteit moet 53 liter bedragen. Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen 11

BIJLAGE STAPPENPLAN GASFLESSEN Stap 1: Maak een duidelijk onderscheid tussen werkvoorraad en opslag Gasflessen mogen niet rondslingeren in de werkplaats en het magazijn. Er moet een duidelijk onderscheid zijn tussen de opgeslagen gasflessen en de gasflessen die in gebruik zijn, ofwel de werkvoorraad. Werkvoorraad: dit zijn bijvoorbeeld de gasflessen op een laskar, de in gebruik zijnde stikstoffles(sen) of een batterij stikstofflessen die op een leiding is aangesloten. Opslag: de reserveflessen en de lege flessen die niet in gebruik zijn. Stap 2: Bepaal de totale inhoud van de opgeslagen gasflessen (vol en leeg) Aan de hand van onderstaande figuren kunt u bepalen wat de totale inhoud is van de opgeslagen volle en lege gasflessen. De werkvoorraad en de brandblussers tellen dus niet mee. De grootste gasflessen worden geleverd in de maten vanaf 30 liter (zie afbeelding) tot 50 liter. De inhoud staat gegraveerd op de fles. Is de totale inhoud van de opgeslagen gasflessen meer dan 125 liter waterinhoud? Nee: dan gelden enkel de minimumeisen voor de opslag (zie pagina 6). Ja: ga dan verder naar stap 3. Stap 3: Verlaag (indien mogelijk) de totale opslag tot minder dan 125 liter Probeer het aantal opgeslagen lege en volle gasflessen tot een minimum te beperken. Dit kan door: retourneren van lege gasflessen; beperken van de voorraad; werken met kleinere flessen; ze als werkvoorraad in een batterij te schakelen. 12 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

Stap 4: Is de hiervoor genoemde verlaging tot 125 liter niet mogelijk: sla de gasflessen dan op in een speciale PGS-opslagruimte Als de totale opslag nog steeds meer is dan 125 liter, dan zijn er de volgende oplossingen. Oplossing 1: maak (indien mogelijk) een buitenopslag Een buitenopslag is een geschikte ruimte voor de opslag van gasflessen. Kies hiervoor een blinde muur aan de achter- of zijkant van het gebouw. Gasflessen met een totale waterinhoud van minder dan 2.500 liter kunnen worden opgeslagen tegen een buitenmuur of tegen een erfgrens. Deze muur of erfgrens moet wel een minimale brandwerendheid hebben van 60 minuten. Als de afstand tot een ander bouwwerk, brandbaar object of inrichtingsgrens vijf meter of meer is, geldt er geen brandwerendheidseis. Bij een afstand van drie meter tot de gevel en één meter tot de erfgrens geldt een minimale brandwerendheid van 30 minuten. Gasflessen moeten voor derden onbereikbaar te zijn. Dit kan bijvoorbeeld door afsluiting van (dat deel van) het bedrijfsterrein. Afstandseisen buitenopslag Totale waterinhoud van de opgeslagen gasflessen minder dan 2.500 l Totale waterinhoud van de opgeslagen gasflessen meer dan 2.500 l Brandwerendheid 60 min 30 min 0 min 60 min 30 min 0 min Afstand in m tot de inrichtingsgrens 0 1 3 0 3 5 Afstand in m tot bouwwerk of brandbaar object binnen de inrichting 0 3 5 0 5 10 Bij de opslag van gasflessen tegen een gebouw moet de wand een brandwerendheid van ten minste 60 minuten hebben. Als de wand hoger is dan 4 m geldt deze eis enkel voor de eerste 4 m. Als de wand aan de linker- of rechterzijde doorloopt, geldt deze eis enkel voor de eerste 2 m vanaf de opslagvoorziening. Minimale diktes bij verschillende wandtypes om 60 minuten brandwerendheid te realiseren Wandtype Dikte baksteen éénsteenswand 100 mm kalkzandsteen minimaal 90 mm betonsteen cellenbeton dragende betonnen wanden (afhankelijk van de wapening en belasting) sandwichpanelen (vulling van steenwol >100 kg/m3) sandwichpanelen (vulling PUR of PIR) Vraag bij twijfel advies aan Vereniging VACO. minimaal 90 mm minimaal 75 mm minimaal 110-140 mm minimaal 80 mm niet mogelijk! De vloer van de opslagvoorziening mag niet lager zijn gelegen dan de omliggende vloer, van aangrenzende ruimten of van het omringende maaiveld. Deze vloer moet vlak zijn en vervaardigd van onbrandbaar materiaal. Bij een open opslagvoorziening (bijvoorbeeld een voorziening zonder dak) moet deze afwaterend zijn uitgevoerd. De vloer moet zodanig zijn uitgevoerd dat zich onder de vloer geen gas kan verzamelen. De opslag moet zich minimaal op 5 m afstand bevinden van aanzuigopeningen van ventilatie die lager dan 1,5 m boven maaiveld zijn gelegen, of van kelderopeningen, putten en straatkolken die in verbinding staan met het riool. Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen 13

Aanzicht buitenopslag gasflessen 4 m ten minste 60 minuten brandwerend Gebouwgevel 4 m ten minste 60 minuten brandwerend gasflessen maaiveld 2 m ten minste 60 minuten brandwerend 5 m afstand tot: bouwwerken, brandbare objecten binnen de inrichting en 3 m afstand tot de inrichtingsgrens (0 minuten brandwerendheid); aanzuigopeningen ventilatie die zijn gelegen lager dan 1,5 m boven maaiveld, kelderopeningen, putten en straatkolken die in verbinding staan met het riool. Een eventueel dak moet van onbrandbaar materiaal zijn vervaardigd en zodanig zijn uitgevoerd dat eventueel vrijgekomen gassen zich daaronder niet kunnen ophopen. Het is op grond van de PGS 15 niet noodzakelijk om gasflessen tegen weersinvloeden te beschermen. Reden hiervoor is dat de risico s van gasflessen hoofdzakelijk worden bepaald door hittestraling van een brand in de omgeving. Weersinvloeden vormen een verwaarloosbaar risico. Oplossing 2: maak een inpandige opslagvoorziening Als een buitenopslag niet mogelijk of wenselijk is, mogen de gasflessen ook binnen worden opgeslagen. In zijn algemeenheid moet de gasflessenopslag aan de volgende eisen voldoen: Bij een inpandige opslagvoorziening geldt onder andere dat ten minste één wand een buitenmuur moet zijn waarin zich ten minste één deur bevindt. Tevens mag maximaal 2.500 liter aanwezig zijn (lege gasflessen tellen als volle). De voorziening mag niet op een verdieping zijn geplaatst als er meer dan 500 liter aanwezig is. Natuurlijke ventilatie moet altijd gewaarborgd zijn. Oplossing 3: maak gebruik van een brandveiligheidskast Gasflessen kunnen in een brandveiligheidskast worden opgeslagen. Wel moet de kast dan ten minste 60 minuten brandwerend zijn. Dit moet aangetoond worden met een certificaat volgens norm NEN-EN-14470-2. 14 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen

COLOFON Deze brochure is samengesteld in opdracht van Vereniging VACO in samenwerking met CNV Dienstenbond, FNV Bondgenoten en De Unie. De realisatie is tevens mogelijk gemaakt door het Fonds Collectieve Belangen voor de Banden- en Wielenbranche. Hoewel aan de inhoud van deze uitgave uiterste zorg is besteed, kunnen de genoemde organisaties en andere betrokkenen geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor onvolledigheden of onjuistheden in deze uitgave. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd of openbaar worden gemaakt zonder schriftelijke toestemming van Vereniging VACO. Vereniging VACO Postbus 33, 2300 AA Leiden Archimedesweg 31, 2333 CM Leiden Telefoon (071) 568 69 70 Fax (071) 568 69 71 E-mail vaco@kcleiden.nl Internet vaco.nl CNV Dienstenbond Postbus 3135, 2130 KC Hoofddorp Polarisavenue 175, 2132 JJ Hoofddorp Telefoon (023) 565 10 52 Fax (023) 565 01 50 E-mail cnvdienstenbond@cnvdibo.nl Internet cnvdienstenbond.nl FNV Bondgenoten Postbus 9208, 3506 GE Utrecht Varrolaan 100, 3584 BW Utrecht Telefoon (030) 273 82 22 Fax (030) 273 82 25 E-mail info@bg.fnv.nl Internet fnvbondgenoten.nl De Unie Postbus 400, 4100 AK Culemborg Multatulilaan 12, 4103 NM Culemborg Telefoon (0345) 85 18 51 Fax (0345) 85 15 00 E-mail info@unie.nl Internet unie.nl Realisatie Uitgever: Stichting SUBP Redactie en coördinatie: Stichting SUBP Vormgeving: Stichting SUBP www.bandenenwielen-arbocatalogus.nl Vereniging VACO Januari 2015 Opslag van gevaarlijke en brandbare stoffen en gasflessen 15