Handleiding voor de verwerking. FERMACELL vloerelementen. Xella Trockenbau-Systeme GmbH Postfach 1460 D-38604 Goslar



Vergelijkbare documenten
FERMACELL vloerelementen. Handleiding voor de verwerking

Handleiding voor de verwerking

FERMACELL vloerelementen. Meer wooncomfort door betere geluids- en betere warmte-isolatie

fermacell Technische tip

FERMACELL Vloerelementen. Meer wooncomfort door betere geluids- en betere warmte-isolatie

fermacell Vloerelementen

FERMACELL vloerelementen op vloerverwarmingsystemen FERMACELL vloerelement type 2 E 22 ( dikte 25 mm)

4 Verwerking. 4.1 Eisen aan de bouwplaats

BPB. Rigidur gipsvezelplaten. BPB, uw gids in gips.

Algemene richtlijnen voor het installeren

Parket- of tegelvloer

Inhoudsopgave. LaFlura-vloerplaten 4. Productprogramma en technische gegevens 5. Algemene voorschriften 6. Voorbereiden en leggen 8

8 Afstanden van de onderconstructie en bevestigingsmiddelen

Technische tip: FERMACELL Vlieringvloerelement. FERMACELL Vlieringvloerelement. De meest efficiënte methode om energie te besparen

Handleiding vloerafwerking Huurwoningen. 3. Algemene richtlijnen bij aanbrengen vloerafwerking

FERMACELL HD plaat. De buitengevelplaat Produktinformatie

7.2. Geluidsisolatie met houten vloerconstructies

Leginstructies. Natural Floor VOORAF. Europese Eik Europese Productie. Acclimatisering. Omgevingstemperatuur en Relatieve Luchtvochtigheid

Zo plaatst u zelf gipsplaten

Zo plaatst u zelf gipsplaten

voor de montage van ter Hürne vloerlamellen

FERMACELL vloerelementen. Meer wooncomfort door betere geluids- en betere warmte-isolatie

Parket en Vloerverwarming

Balletvloeren 9.0. ballet- en dansvloeren. sportvloeren.nl

BELANGRIJK! BEWAAR DE PANELEN OP KAMERTEMPERATUUR IN GESLOTEN VERPAKKING VOOR MINIMAAL 48 UUR TOT AAN HET MOMENT VAN LEGGEN.

BINNENBOUWPLATEN VIDI. board -PRO NIEUW. Versie

Tegelen op hout.

Parket. De voorbereiding. Dit heeft u nodig. Zwevend parket leggen

Calduran. dilataties en aansluitingen

Calduran. dilataties en aansluitingen

Knauf vloeivloer 30 mm. vijzels gevuld met Knauf vloeivloer. Holle vloerelementen met in de hoogte verstelbare vijzels. Randisolatiestrook mineraalwol

Vloerverwarming. Lager energieverbruik. 25 april 2013 INFORMATIE OVER VLOERVERWARMING

Veel voorkomende gebreken of aandachtspunten betreffende de ondervloer zijn:

Rigidur vloersystemen. Stil en vlak

Geluidsoverlast? Het 820 EUROCOL DIM FLOOR geluids- en ontkoppelingssysteem. eurocol - the strong connection

VR 33 P/20.1.A + E30 MF

Dycore massieve plaatvloer

Balletvloeren 9.0. ballet- en dansvloeren. sportvloeren.nl

Plano. Het tegelelement voor de wandafwerking. Verwerkingsinstructies

Beamix Vloervlak Egalisatie 770

BPB. Gyproc gipskartonplaten. BPB, uw gids in gips.

Hoe eenvoudig u dit systeem kunt aanbrengen, betegelen en afwerken, ziet u hier stap voor stap.

Marmoleum click. Välinge Innovation kliksysteem. Wigsysteem

Installatie instructie

NIEUW. Rigips TopStuc. Stap-voor-stap handleiding. Zelf stukadoren is nu gemakkelijker dan ooit door de unieke receptuur van Rigips TopStuc.

Estillon bv P.O. box 121 NL 6600 AC WIJCHEN Tel: +31 (0) Website:

vloeren in natte ruimtes

FERMACELL Powerpanel HD. De buitengevelplaat

Technisch informatieblad StoSilent Board 100

Leginstructies voor zwevende Fold-Down

Parket / laminaat. Nummer 15

FERMACELL Firepanel A1. De nieuwe dimensie in brandveiligheid

Zelf uw woning aanpassen PARKET/LAMINAAT OF BETIMMERING

Verwerkingsinstructies

Promat SYSTEMFLOOR akoestisch vloerelement

parket & laminaat / vloertegels CONTACTGELUIDSISOLATIE

Handleiding verwerking Beton Ciré Originale

PD 68 P/55.1. Overzicht. Luchtgeluidisolatie D nt,a,k : -- db Contactgeluidsisolatie L nt,a : -- db Brandwerendheid: 20 minuten 1

Handleiding verwerking BaseBeton

AS 100 db/ a. Overzicht. Luchtgeluidisolatie R w :

Handleiding Comfort Mat

MATTEN SYSTEEM. Waterdichte ontkoppelingsmatten onder tegelwanden en vloeren

KLUSWIJZER 8. Zelf een scheidingswand bouwen

Balletvloeren 9.0. ballet- en dansvloeren. sportvloeren.nl

235 Parketnadenlijm. Product. Volumes. Eigenschappen

Leginstructie Visgraat Parket Zwevend leggen meerlaags parketvloeren (mes en groef)

Een nieuwe vloer. Uw huis, uw thuis, uw Stek.

Zwaluwstaart platen. Frank Treuren BV. Februari Voor prijzen en info:

LEGINSTRUCTIES MASSIEF

Uponor Minitec de ideale vloerverwarming voor renovatie zonder breekwerk MINIMALE MONTAGEHOOGTE, MAXIMAAL COMFORT

- Kluswijzer - 7. Zelf een scheidingswand bouwen

doe het zelf: tegeltechniek

ARSTYL WALL PANELS. Montage handleiding. Architecture & Design

ARSTYL WALL PANELS STONE

Montagehandleiding Luxalon Plafond Type: 300L

NL Leginstructies Uniclic Multifit parket ALGEMEEN VOORAF

Pregyfeu-A1 100% onbrandbare gipsplaat Verwerking

Inhoud. 1. Montagemogelijkheden. 2. Algemene vereisten aan de ondergrond

Uw comfort, onze missie! Kenniscentrum voor verwarmen en koelen

Productinformatieblad

Handleiding verwerking Beton Flow

Promat SYSTEMFLOOR akoestisch vloerelement

NL Leginstructies Quick Step Uniclic Multifit parket ALGEMEEN VOORAF

PROFILE SYSTEMS MICRODILATATIE VOOR VLOEREN. MicrAtec

eurocol lijmen en egaliseren Op calciumsulfaatgebonden gietvloeren eurocol - the strong connection

AS 305 db RF/3.100*100.3.AA

Schlüter -DITRA 25. Tegels plaatsen op houten ondergronden

Rigidur Floor, het droge vloersysteem

Plaatmateriaal. Productinformatie. Folder

GELUIDSISOLATIE VAN HOUTEN DRAAGVLOEREN

249 MS Polymer. Product. Volumes. Eigenschappen

Is er een maximumbreedte of dikte voor de vloerplanken? Kies het juiste verwarmingssysteem

Handleiding verwerking Beton Ciré Originale

bouw- & tegelelementen handleiding

Styrock. de isolerende lichtgewicht kantplank

243 Dispersie. Product. Volumes. Eigenschappen

Technisch HEXA FLOORING

Handleiding EPDM dakbedekking. Kenmerken: * Synthetische EPDM rubber (ethyleenpropyleendieen-monomeer)

GF 100 P/75.2. Overzicht. Luchtgeluidisolatie D nt,a,k : -- db Contactgeluidsisolatie L nt,a : -- db. Brandwerendheid: -- minuten 1

Zelf een wand betegelen. Wandtegels De voorbereidingen De wandtegels aanbrengen Kwaliteitseisen

Transcriptie:

Xella Trockenbau-Systeme GmbH Postfach 1460 D-38604 Goslar Handleiding voor de verwerking Xella Droogbouw Systemen BV Postbus 398 NL-6600 AJ Wijchen Telefoon: 024-6495111 Telefax: 024-6495126 www.fermacell.nl Technische wijzigingen voorbehouden. Stand 06/2003 Vraag naar de laatste versie van deze informatiebrochure. Xella Droogbouw Systemen Postbus 54 B-8790 Waregem Telefoon: 056-727180 Telefax: 056-727180 www.fermacell.be

2 Voordelen Inhoud 3 in één oogopslag. vloerelementen van het formaat 1,50 x 0,50 m zijn handzaam en praktisch. Ze zijn zonder speciaal gereedschap te verwerken. Gemakkelijk te leggen! Aanbrengen randisolatiestroken Leggen vloerelementen Lijmen Direct beloopbaar Zekerheid zonder meerprijs! Volledig programma! Na het uitharden van de lijm direct beloopbaar. Door het geringe gewicht ontstaan er meestal geen constructieve problemen. De vloerconstructies met bieden o.a. een goede brandwerendheid, een hoge geluidsisolatie en een efficiënte warmte-isolatie. Voor elk probleem is er het juiste vloerelement. Ook in het geval van vloerverwarming. Voor het egaliseren van oneffenheden zijn er Droge egalisatiekorrels en TS-blokken. Voor het verkrijgen van een zeer hoge geluidsisolatie waarde van houten vloeren is er het Honingraatsysteem. Inhoudsopgave Toepassingsgebied...4 Eisen aan de onderconstructie...5 Aanbrengen van de...6 Bevestigingsmiddelen...9 Belastingspreidende laag op...11 op vloerverwarmingssystemen...12 Benodigd materiaal...13 Maximaal toelaatbare belastingen...13 Grondering/Toepassing vloeren met grote vochtbelasting, zoals natte ruimten...16 Aanbrengen oppervlakte-afwerkingen...17 Egaliseren...22 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 Droge egalisatiekorrels...23 12 Schroeven of nieten Bouwbiologisch getest! bestaat uit een mengsel van gips en papiervezels, afkomstig van een recyclingprocédé. TS-blokken...27 Honingraatsysteem...28 13 14 Hoogte-egalisatie met extra warmte-isolatie...31 15 Afvoegen De in Nederland geproduceerde zijn voorzien van een KOMO Attest-metproductcertificaat. Detailtekeningen...32 Toebehoren...34 16 17

4 Toepassing Onderconstructie 5 Toepassingsgebied. Eisen aan de onderconstructie. 1 vormen een systeem voor droge afwerkvloeren, waarmee op een bijzondere economische wijze vloeren van zeer hoge kwaliteit kunnen worden vervaardigd. De vloerelementen worden zwevend in sleepverband verwerkt. Het praktische voordeel: de vloerelementen zijn direct na het uitharden van de verlijming te belopen. Vervolgwerkzaamheden, zoals het aanbrengen van de oppervlakte-afwerking kunnen snel plaatsvinden. Met de verschillende vloersystemen kunnen in de binnentoepassing een groot aantal problemen worden opgelost en aan vele eisen worden voldaan. De kunnen op vloeren in de volgende gebieden worden toegepast: Nieuwbouw Renovatie van oude woningen Woningbouw Utiliteitsbouw Natte ruimtes in huizen, zoals badkamers en keukens Bij eisen t.a.v. brandwerendheid, geluidsisolatie of warmte-isolatie Egalisatie van hoogteverschillen of oneffenheden Het afdekken van daartoe geschikte vloerverwarmingssystemen Opplussen/optoppen van woningen/flats Contactgeluidisolatie verbetering voor toepassing van harde vloerbedekkingen in appartementen-gebouwen. Voor het leggen van vloerelementen is het noodzakelijk dat de vloerelementen volledig ondersteund worden door een draagkrachtige constructieve vloer. De vloerelementen hebben namelijk geen vrijdragende eigenschappen. De constructieve vloer dient ook droog te zijn. Steenachtige vloeren. Als de vloerconstructie restvocht bevat en/of optrekken van vocht vanuit de vloerconstructie mogelijk is, dient het verhinderd te worden, dat dit vocht in de opbouw kan optrekken. Er dient op de constructieve vloer een waterdichte afsluiting aangebracht te worden. Hiertoe kan een PE-folie (met een minimale dikte van 0,2 mm) vlak op de onderconstructie aangebracht worden. Zorg ervoor dat de stroken folie elkaar met een strook van minimaal 20 cm overlappen. Trek de PE-folie bij de wanden zodanig omhoog, dat de hoogte van de folie in overeenstemming is met de hoogte van de opbouw. Bij een onderconstructie die geen restvocht bevat, zoals een volledig uitgeharde betonvloer tussen twee verdiepingen, kan het leggen van een waterdichte folie achterwege worden gelaten. Steenachtige vloeren die rechtstreeks op de ondergrond zijn aangebracht (vloeren op staal). Voeren die direct op het grondoppervlak aansluiten dienen duurzaam tegen indringen van vocht beschermd te worden. In het algemeen wordt een afdichting aan de buitenzijde van de vloer tijdens de bouw van het bouwwerk aangebracht. Indien deze waterafsluitende laag niet is aangebracht, bijvoorbeeld bij oude gebouwen, dan dient er op de vloer een PEfolie (met een minimale dikte van 0,2 mm) te worden aangebracht. Hierop kunnen de worden aangebracht. Het uitvlakken van oneffenheden. Voordat de gelegd worden dient de vloer gecontroleerd te worden op oneffenheden. Om een volledige ondersteuning van de vloerelementen te bewerkstelligen kan er indien er plaatselijk in de vloer kleine oneffenheden van 0 to 10 mm aanwezig zijn, met Gipslijm geëgaliseerd worden. Bij grotere oppervlakken kan men gebruik maken van een egaliseermiddel. Houdt de verwerkingsvoorschriften van de producent van het egaliseermiddel aan, met name de vereiste droogtijden. Als de vloer grotere oneffenheden heeft dan 10 mm dan kan gebruik gemaakt worden van Droge egalisatiekorrels. De aanwijzingen voor het egaliseren met Droge egalisatiekorrels dienen te worden opgevolgd, zie bladzijde 23 e.v. Droge egalisatiekorrels. Houten vloerconstructies. Voor het leggen van vloerelementen dient de houten vloer constructie gecontroleerd en zonodig verbeterd te worden. Rotte- of kapotte delen vervangen en loszittende delen weer vastschroeven aan de balken. De ondergrond mag niet inzak- 2

6 Voorbereiding Lijmen 7 2 3 ken of veren. Indien de houten vloer zeer oneffen is, dan moet er, voor verkrijging van een volledig draagvlak voor de vloerelementen, een egalisatielaag Aanbrengen van de vloerelementen. Bij het aanbrengen van de mag de gemiddelde relatieve luchtvochtigheid, over de dag gemeten de R.V. = 70 % niet overschrijden. Om onder andere overdracht van geluid via de wanden te voorkomen, dienen er randisolatiestroken te worden aangebracht (van minerale wol). Leg de zoals in schema 1 wordt aangegeven: van links naar rechts in slepend verband ; hierdoor wordt snijverlies en kruisvoegen voorkomen. Zaag bij het eerste element, de bovenliggende lip van de worden aangebracht. Gebruik hiervoor de Droge egalisatiekorrels (zie bladzijde 23 e.v. Droge egalisatiekorrels ). liplasverbinding over de lengte en de breedte af. Bij het met als 2 genummerde element, wordt alleen de bovenliggende lip van de liplasverbinding over de lengte (langszijde) afgezaagd. (Legschema 1) Het als 3 genummerde element, dient vervolgens op juiste lengte te worden afgezaagd. Dan wordt bij element 3 (eerste rij) de bovenliggende lip in de lengte eraf gesneden en dit element wordt verwerkt. Met het restant van element 3 wordt in de tweede rij het leggen weer voortgezet. Let er hierbij op, dat het restant een lengte van minimaal 20 cm heeft. Bij het leggen van, dient er op gelet te worden dat er geen kruisvoegen ontstaan (voegverspringing 20 cm). Voor het zagen van zijn handcirkelzagen (cirkelzaagmachines) met geleiderails en stofzuiger, elektrische decoupeerzagen of diverse handzagen geschikt. Bij toepassing op vloeren in smalle ruimtes (gangen) dienen de zoveel mogelijk in de lengterichting verwerkt te worden. Indien de worden verwerkt op Droge egalisatiekorrels volgens legschema 1, dan moet er met loopeilanden gewerkt worden. Gebruik als loopeiland bijvoorbeeld de. Het aanbrengen van de op Droge egalisatiekorrels kan wellicht eenvoudiger volgens legschema 2; beginnen bij de inloop van de ruimte (zie bovendien bladzijde 23 e.v. Droge egalisatiekorrels ). heeft bij veranderingen van luchtvochtigheid of temperatuur een gering uitzettingsgedrag. Daarom moeten er dilataties worden aangebracht als er een vloeroppervlakte is die groter is dan 400 m 2, of als vloerlengtes voorkomen die langer zijn dan 20 meter. Zie voor het maken van dilatatievoegen de detailtekening op bladzijde 32 + 33. Breng op de liplas de montagelijm in twee lijmstrengen aan, de lijmfles heeft twee lijmtuiten en een zijaanslag. Met de zijaanslag kunnen de lijmstrengen exact gepositioneerd worden op de liplas. Het verbruik van de lijm is circa 40 50 g/m 2, per fles kan er circa 20 25 m 2 gelegd worden. 3 < Afzagen van liplas voor eerste rij platen Aanbrengen randstrook Schema 2 1 w 2 Leggen eerste element In de gang lengterichting verwerking Doorsnede lijmstrengen circa 5 mm > Schema 1

8 Bevestiging Bevestiging 9 3 Bevestigingsmiddelen. De hier genoemde bevestigingsmiddelen kunnen worden toegepast bij de fixatie van de : Snelbouwschroeven. De snelbouwschroeven mogen niet door de isolatielaag dringen, niet op de ondergrond rusten of zich daarmee verbinden. Speciale spreidnieten. De speciale spreidnieten mogen niet tot de onder-, resp. achterzijde van het materiaal doordringen. Bij de hier genoemde nieten gaat het om gegalvaniseerde, geharste nieten. Producten die hieraan voldoen, zijn in onderstaande nietlijst te vinden: 4 Aanbrengen lijm Nietlijst voor. vloerelementen 2x 10 mm afdeklaag vloerelementen 2x 12,5 mm afdeklaag Schroeven van liplas lengte draad- lengte draaddiameter diameter 18 19 mm 1,5 mm 21 22 mm 1,5 mm nr. Fabrikant Type-aanduiding van fabrikant De elementen moeten binnen 10 minuten ( open tijd van de lijm) aangebracht worden. De vereiste aandrukkracht en fixatie van de elementen tijdens het uitharden van de lijm, wordt met Snelbouwschroeven of speciale spreidnieten bereikt. Zie voor verdere aanwijzingen bladzijde 9 bevestigingsmiddelen. Gebruik uw lichaamsgewicht om de juiste aandrukkracht te verkrijgen. Doe dit door op het net gelegde vloerelement (met bovenste lip van liplasverbinding) te gaan staan en breng dan de schroeven of nieten aan. Afstand tussen de verbindings-middelen maximaal 20 cm. Tijdens de uitharding zal de lijm uit de stootvoeg schuimen. Steek na het uitharden (de volgende dag) de overtollige montagelijm resten met een plamuurmes af. Zie voor verwerkingsrichtlijnen van de montagelijm het etiket op de lijmfles. kunnen tijdens het leggen voorzichtig belopen worden. Met het aanbrengen van een oppervlakteafwerking kan worden begonnen nadat de lijm volledig is uitgehard, circa na 24 uur bij normale kamertemperatuur. De afwerkvloer kan dan ook volledig belast worden. 1 Schneider/Atro 114/18 CDNK HZ 114/22 CDNK HZ 2 BeA 155/18 NK HZ CD 155/21 NK HZ CD 3 Bostitch BCS 4 19 CD BCS 4 22 CD 4 Bühnen N 11 LAB N 12 LAB 5 Duo-Fast 76/18 CNK DNK 76/22 CNK DNK 6 Haubold KG 718 CDnk KG 722 CDnk 7 Holz-Her G19 GALV/F G22 GALV/F 8 Paslode S 16 3 4 " CD S 167 8 " CD 9 Prebena Z 19 CDNK HA Z 22 CDNK HA

10 Programm Belastingspreidende laag 11 Belastingspreidende laag op. 4 2 E 11 vloerelement (2x 10 mm). Snelbouwschroeven 3,9 x 19 mm Nodig: circa 15 stuks/m 2 Afstand tussen de verbindingsmiddelen: 20 cm Speciale spreidnieten (1,5 x 10 x 18 19 mm) Nodig: circa 15 stuks/m 2 Afstand tussen de verbindingsmiddelen: 20 cm Als de vloerelementen zwevend op een isolatielaag worden aangebracht. Snelbouwschroeven 3,9 x 22 mm Nodig: circa 15 stuks/m 2 Afstand tussen de verbindingsmiddelen: 20 cm 2 E 22 vloerelement (2x 12,5 mm). 2 E 34 vloerelement (2x 12,5 mm + 16 mm houtvezelplaat). 2 E 35 vloerelement (2x 12,5 mm + 20 mm minerale wol). Snelbouwschroeven 3,9 x 22 mm Nodig: circa 15 stuks/m 2 Afstand tussen de verbindingsmiddelen: 20 cm Speciale spreidnieten (1,5 x10 x 22 mm) Nodig: circa 15 stuks/m 2 Afstand tussen de verbindingsmiddelen: 20 cm 2 E 13 vloerelement (2x 10 mm + 20 mm polystyreen hardschuim). 2 E 14 vloerelement (2x 10 mm + 30 mm polystyreen hardschuim). 2 E 15 vloerelement (2x 10 mm + 60 mm geëxtrudeerd hardschuim). 2 E 31 vloerelement (2x 10 mm + 10 mm houtvezeplaat). 2 E 32 vloerelement (2x 10 mm + 10 mm minerale wol). Snelbouwschroeven 3,9 x 22 mm Nodig: circa 15 stuks/m 2 Afstand tussen de verbindingsmiddelen: 20 cm Speciale spreidnieten (1,5 x10 x 18 19 mm) Nodig: circa 15 stuks/m 2 Afstand tussen de verbindingsmiddelen: 20 cm Om de belastbaarheid van de zwevende dekvloer opgebouwd uit te verhogen, kan er een belastingspreidende laag worden aangebracht op de vloerelementen. Toelaatbare verkeersbelasting per m2 en toelaatbare puntbelasting; zie hiervoor de aanwijzingen Maximale toelaatbare belastingen op bladzijde 13 + 14. Breng de aan zoals reeds is beschreven en verwijder stof en lijmresten; wacht tot de lijm is uitgehard. Voor de belastingspreidende laag worden afbouwplaten van 1,00 m x 1,50 m met een plaatdikte van 10 of 12,5 mm gebruikt. Voor een optimale verhoging van de toelaatbare belastingen wordt een afbouwplaat, 90 graden gedraaid, op de aangebracht. De belastingspreidende laag wordt in slepend verband met een voegverspringing van 200 mm op de gelegd. Lijmen met vloerelementen montagelijm: breng lijmstrengen aan met een middellijn van ongeveer 5 mm op een h.o.h. afstand van 100 mm op de vloerelementen (verbruik circa 130 150 g/m 2, verbruik per fles is circa 7 m 2 ). Een andere mogelijkheid is het lijmen van de belastingspreidende laag met witte PVAC-lijm (houtlijm). In dat geval dient het gehele oppervlak te worden verlijmd. De lijm wordt met behulp van een lijmkam (tanding circa 3 mm) opgebracht (verbruik circa 400 g/m 2 ). Houd rekening met de verwerkingstijd van de lijm. De tijd tussen het aanbrengen van de lijm en het aanbrengen van de belastingspreidende laag dient beperkt te blijven. Fixeren: realiseer de vereiste aandrukkracht met Snelbouwschroeven 3,9 x 22 mm of speciale spreidnieten (zie voor verder aanwijzingen: Bevestigingsmiddelen, bladzijde 9). De verbindingsmiddelen moeten h.o.h. 250 mm worden aangebracht, zie de legschets. Randafstand van de verbindingsmiddelen: 10 30 mm. Het verbruik bedraagt ongeveer 25 stuks/m 2. Het aanbrengen van oppervlakte afwerkingen, kan beginnen nadat een volledige uitharding van de vloerelementen montagelijm of de witte PVAC-lijm heeft plaatsgevonden. Afhankelijk van de luchtvochtigheid en temperatuur kan dit, bij vloerelementen montagelijm maximaal, 36 uur bedragen. Legschema van belastingspreidende laag 5

12 Vloerverwarming Benodigd materiaal 13 6 op vloerverwarmingssystemen. Op vloerverwarmingssystemen kunnen de 25 mm dikke als druk verdelende laag en als ondergrond voor de eindafwerking worden toegepast. De vloerverwarmingssystemen, meestal verwarmingssystemen op basis van warm water, moeten door de fabrikant goedgekeurd zijn voor de toepassing met een droog vloersysteem. Geschikte vloerverwarmingssystemen. Systemen met verwarmingsbuizen in speciaal daarvoor bestemde vormplaten zoals bijv. platen van polystyreen (bij voorkeur PS 30) of houtvezel, en horizontale geleiding van de warmte met behulp van speciale warmtegeleidingsplaten, die tegelijkertijd een volledig draagvlak van de garanderen. Systemen met warmtegeleidende platen (klimaatvloer). Elektrische verwarmingssystemen (bijvoorbeeld met elektriciteitsdraden in een lijmbed) zijn niet geschikt voor gebruik in combinatie met. (1) (2) (3) (4) (5) De watertemperatuur van het vloerverwarmingsysteem. dient zodanig ingesteld te zijn dat er geen continue temperaturen optreden hoger dan 45 C onder de. (Voorlooptemperatuur van het water 50 C.) Legvoorschriften. Voer de voorbereiding van de ondergrond uit, zoals reeds eerder beschreven. Wanneer vanwege bouwfysische of statische aspecten, onder het vloerverwarmingsysteem extra lagen dienen te worden aangebracht, dan moeten deze voldoende drukvast zijn. Wanneer een vloerverwarmingsysteem op een laag Droge egalisatiekorrels wordt aangebracht, dient er op de egalisatielaag eerst een extra laag gipsvezelplaat aangebracht te worden van 10 mm dikte. Extra isolatielagen van polystyreen hardschuim moeten zijn samengesteld uit PS 30 (dichtheid circa 30 kg/m 3 ). Deze isolatielaag dient een gelijkmatige dikte te hebben. De totale dikte van de isolatielaag, inclusief de vormplaat van het vloerverwarmingsysteem, mag niet dikker zijn dan 90 mm, zie ook pag. 31 Hoogte-egalisatie met extra warmte-isolatie. Er zijn speciale vormelementen voor de leidingen, waarmee bochten gemaakt kunnen worden. Er zijn ook speciale vormelementen waarin de leidingen bij elkaar kunnen komen, bijvoorbeeld bij warmteverdelers. Benodigd materiaal. Benodigd materiaal per m 2 legoppervlak vloerelement montagelijm Snelbouwschroeven Speciale spreidnieten Voegengips Droge egalisatiekorrels De waarden van de toelaatbare belastingen op de vloerelementen zijn inclusief een veiligheidsfactor, zodat daarop alle genoemde oppervlakteafwerkingen kunnen worden aangebracht. Dat betekent dat alle toelaatbare verkeers- en puntbelastingen eveneens gelden voor bijvoorbeeld keramische oppervlakken. Deze speciale elementen kunnen vele lege ruimte bevatten en worden vaak niet geheel gevuld. Hierdoor is het noodzakelijk over dit gedeelte een stevige plaat te leggen, die de druk beter verdeelt. Het zou anders kunnen gebeuren dat een puntbelasting precies op een van die holtes staat, waardoor het element zou kunnen breken op die plaats. Het is raadzaam om gezien de warmte-technische effectiviteit alle vrije ruimtes op te vullen met Droge egalisatiekorrels. De verwarmingsbuizen, resp. de warmtegeleidingsplaat, dienen zo gelegd te worden dat de vloer egaal en vlak blijft. De warmtegeleidingsplaten en de vlakke verwarmingselementen mogen niet verbogen zijn. De medewerkers van de afdeling toepassingstechniek informeren u graag over de geschikte vloerverwarmingssystemen. 1,33 element circa 40 50 g circa 15 stuks circa 15 stuks circa 0,1 kg TS-blokken 10 stuks Benodigd materiaal per m 2 belastingspreidende laag montagelijm Snelbouwschroeven Speciale spreidnieten circa 10 liter per cm storthoogte circa 130 150 g circa 25 stuks circa 25 stuks Maximaal toelaatbare belastingen. Bestand tegen stoelen met zwenkwielen (burostoelen). Bij de toepassing van een oppervlakte afwerking die geschikt is voor stoelen met zwenkwielen (burostoelen), kunnen voor dit toepassingsgebied alle typen vloerelementen worden toegepast. 7 8 (1) 2 E 22 vloerelement (25 mm) (2) Warmtegeleidende plaat (3) Verwarmingsleiding (4) Vormplaat (5) Ondergrond (vlak, droog) w Voorbeeld van een geschikt vloerverwarmingsysteem

14 Toepassingsgebied Toepasbare extra lagen 15 Toepassingsgebieden en maximaal toelaatbare puntlasten op. Type vloerelementen met belastingspreidende laag (10 mm volledig gelijmd) Toepassings- Toel. Toepassings- Toel. gebied puntlast gebied puntlast 2 E 11 1 + 2 1,5 kn 1 + 2 + 3 2,5 kn 2x 10 mm 2 E 22 1 + 2 + 3 2,5 kn 1 + 2 + 3 + 4 3,5 kn 2 x 12,5 mm 2 E 13 1 + 2 1,5 kn 1 + 2 + 3 2,5 kn 2x 10 mm plus 20 mm PS20 2 E 14 1 + 2 1,5 kn 1 + 2 + 3 2,5 kn 2x 10 mm plus 30 mm PS20 2 E 15 1 + 2 1,5 kn 1 + 2 + 3 2,5 kn 2x 10 mm plus 60 mm XPS 2 E 31 1 + 2 + 3 2,5 kn 1 + 2 + 3 + 4 3,5 kn 2x 10 mm plus 10 mm houtvezelplaat 2 E 32 1 1,0 kn 1 + 2 1,5 kn 2x 10 mm plus 10 mm minerale wol 2 E 34 1 1,0 kn 1 + 2 1,5 kn 2x 12,5 mm plus 16 mm houtvezelplaat 2 E 35 1 1,0 kn 1 1,5 kn 2x 12,5 mm plus 20 mm minerale wol Puntlasten. De puntlasten ( 10 cm 2 ) dienen minimaal op een afstand van h.o.h. 500 mm uit elkaar te zitten. Afstand tot hoeken 25 cm of belasting oppervlak 100 cm 2. Toepasbare extra lagen onder de vloerelementen. Droge egalisatiekorrels tot max. 60 mm TS-blokken tot max. 2 lagen (60 mm) Honingraatelementen met Honingraatkorrels 30 mm Honingraatelementen met Honingraatkorrels 60 mm PS Hardschuimplaten PS 20 tot max. 30 mm onder typen 2 E11 en 2 E 22 PS Hardschuimplaten PS 30 tot max. 70 mm totale isolatiedikte onder type 2 E11 tot max. 90 mm isolatiedikte onder type 2 E 22 Geëxtrudeerd Hardschuimplaten (XPS) (p 33 kg/cm 2 ) tot maximaal 100 mm onder type 2 E11 tot maximaal 120 mm onder type 2 E 22 (zie ook pagina 31) Het totale gewicht aan puntlasten mag de maximaal toelaatbare gelijkmatig verdeelde belasting voor de vloer niet overschrijden. Deze extra lagen zijn mogelijk met behoud van genoemde toepassingsgebieden. Ook de genoemde puntlasten worden hierdoor niet beperkt. Indien er uitsluitend TS-blokken direct op de draagkrachtige ondergrond worden gelegd onder de vloerelementen, types 2 E11 en 2 E 22, mag de toelaatbare puntlast op beide types worden verhoogd. Bij type 2 E11 wordt de toelaatbare puntbelasting in dat geval verhoogd naar 2,5 kn (het toepassingsgebied wordt 1 + 2 + 3). Bij type 2 E 22 wordt de toelaatbare puntbelasting 3,5 kn bij toepassing van alleen TS-blokken (het toepassingsgebied wordt 1 + 2 + 3 + 4). 8 8 Toepassingsgebieden 1 Woningen, gangen en zolderverdiepingen in woongebouwen, hotelkamers 2 Kantoorruimten, gangen in kantoorgebouwen, verkoopruimten tot 50 m 2 (bijv. onder woongebouwen) 3 Beddenkamers en verblijfsruimten in ziekenhuizen, hoorzalen, klaslokalen, restaurants, kelders in woongebouwen 4 Behandelingsruimten en gangen in ziekenhuizen, gangen naar hoorzalen en klaslokalen, algemene ruimtes in openbare gebouwen, kerken, theaters en bioscopen, danszalen en turnhallen, verkoopruimten, warenhuizen, boekhandels en archieven.

16 Natte ruimten Oppervlakte-afwerking 17 Grondering. zijn vanaf de fabriek reeds voorzien van een grondering. In talrijke toepassingsgebieden kan het aanbrengen van een grondering achterwege blijven. Wanneer echter een (lijm)fabrikant een grondering voor het systeem voorschrijft, dient het aanbrengen ervan volgens de gegevens van de fabrikant te gebeuren. De hechtgrondering dient geschikt te zijn voor toepassing op gipsvezelplaten. In bepaalde toepassingsgebieden is een behandeling vooraf vereist, zoals hierna wordt beschreven. waterdicht tegellijm-systeem basislaag of vloeibare folielaag tussengevoegde kunststof afdichtungsstroken (Kimband) tegelijm tegel bijv. siliconen kitafdichting Toepassing in natte ruimten. Aansluiting van wanden in sproeibereik (horizontale doorsnede). 9 De kunnen worden verwerkt in natte cellen, zoals deze voorkomen in woonhuizen, ziekenhuizen, kantoren, overheidsgebouwen, scholen en soortgelijke utiliteitsgebouwen. Op die plaatsen, waar de vloerelementen direct door water belast kunnen worden, dient er, voordat de oppervlakte-afwerking wordt aangebracht, een waterdichte coating op de te worden aangebracht. Dit betreft alle vloeren in natte ruimten waar de vloerelementen zijn verwerkt. Deze waterdichte laag wordt direct onder de lijmlaag toegepast en kan door een tegelzetter worden aangebracht. De systemen dienen te zijn samengesteld uit componenten die op Af te dichten oppervlakken elkaar zijn afgestemd, grondering, afdichtband, waterdichte coating en tegellijm; ze moeten door de fabrikant ervan goedgekeurd zijn voor gebruik op vloeren van gipsvezelplaten. Bijna altijd zullen de schroefgaatjes en naden met voegengips moeten worden uitgevlakt. Bij de aansluitingen op de wanden dient het kimband in de waterdichte coating te worden opgenomen. In het tegelwerk wordt er in deze voeg een elastische voeg gemaakt met behulp van duurzaam elastisch blijvende kit. zijn niet geschikt voor toepassing in ruimtes waar bijzonder hoge vochtbelastingen te verwachten zijn, zoals bij zwembaden, sauna s en doucheruimtes in sportcomplexen, die intensief dagelijks als zodanig gebruikt worden. Aanbrengen oppervlakte-afwerkingen. Textiel, PVC, kurk en andere vloerbedekkingen. Bij het aanbrengen van zelfklevende tapijttegels en bij niet waterdichte afwerklagen bij voorkeur de elementen behandelen met een diepgrond. Voor het fixeren van vloerbedekking adviseren wij gebruik te maken van dubbelzijdig plakband. Bij het lijmen van een tapijt op het gehele vloeroppervlak, adviseren wij een verwijderbaar kleefsysteem. Bij het verwijderen van de vloerbedekking blijven er dan geen tapijtresten achter en het oppervlak van de wordt zo min mogelijk beschadigd. Bij dichte oppervlakteafwerkingen een waterarme lijm gebruiken. (Indien noodzakelijk de vloerelementen behandelen met een grondering.) Marmoleum, linoleum, vinyl, naaldvilt, etc. Bij dunne vloerbedekkingen in banen of tegels moeten de vloerelementen geheel vlak worden afgewerkt, door een dunne egalisatielaag. Het gebruikte egalisatiemiddel dient door de fabrikant ervan geschikt te worden geacht voor het gebruik op gipsvezelplaten. Neem bij het toepassen van de egalisatielaag de verwerkingsvoorschriften van de fabrikant in acht (volledige uitharding) en de aanwijzingen voor vervolgwerkzaamheden. Door het toepassen, van een dunne egalisatielaag, kan voorkomen worden dat elementnaden zich aftekenen in de dunne vloerafwerking. Bij dikke vloerbedekking, bijv. met schuimrug is gewoonlijk een lichte egalisering met Voegengips bij de elementnaden en het afwerken van de schroefgaten voldoende. 9 10 Oppervlakken die regelmatig nat worden. Oppervlakken die relatief minder vochtig worden. Oppervlakken die regelmatig nat worden.

18 Oppervlakte-afwerking Oppervlakte-afwerking 19 10 Keramische tegels, marmer en terracotta. De tegels moeten geschikt zijn voor het verwerken in een dunbedlijmsysteem. Verwerking in een middenbed- of dikbedlijmsysteem is niet mogelijk. Geschikte lijmsoorten zijn: met kunststof veredelde cementpoederlijmen, dispersielijm of de kunstharslijm (lijm met harder), die door de fabrikant ervan geschikt worden geacht voor verwerking op. De tegels mogen niet nat worden gemaakt voor het aanbrengen, de achterkant van de tegels dienen voor ten minste 80 % van het oppervlak van lijm te worden voorzien (steekproefsgewijze controleren). De randisolatiestroken na het betegelen en afvoegen afsnijden op vloerhoogte. Het leggen van tegels moet met open voeg worden uitgevoerd. De tegels mogen niet koud tegen elkaar worden gelegd, omdat er zich in dat geval capillaire voegen kunnen vormen. Het afvoegen van de tegels kan plaatsvinden nadat de tegellijm is uitgehard en het vocht via de voegen heeft afgestaan (in het algemeen na ca. 48 uur, afhankelijk van het binnenklimaat). Inwendige hoeken dienen duurzaam elastisch bijvoorbeeld met sanitairkit te worden afgedicht (elasticiteit 20 %). Kleine tegels kunnen direct in een dunbedsysteem verwerkt worden. Het afwerken met voegengips van de naden en bevestigingsgaatjes is bij dit systeem niet noodzakelijk. Het afwerken van de voegen en verbindingsmiddelgaatjes is alleen bij het toepassen van een waterdichte coating noodzakelijk. Volg voor toepassing van tegelwerk op in natte cellen de aanwijzingen op pagina 16 Toepassing in natte ruimten. Keramische tegels. zijn geschikt voor het leggen van mozaïek- of vloertegels (plavuizen). Tegelafmetingen met lengtes 30 cm lenen zich meestal niet meer voor het verlijmen in een dunbedsysteem. De vlakheid van deze grotere tegels kan door de wijze van produceren meestal niet gewaarborgd worden. Natuursteen (marmer) en terracotta. Verwerk alleen natuursteen (marmer) en terracotta die volgens de leverancier ervan geschikt zijn voor het verwerken in een dunbedsysteem. Het leggen van tegels, van marmer en terracotta, is op basis van de materiaaleigenschappen van deze oppervlakteafwerking niet mogelijk op het vloerelement, type 2 E 32, 2 E 34 en 2 E 35. Bij toepassing op de overige typen vloerelementen dienen de volgende regels in acht genomen te worden. De langste zijde van de tegel mag bij marmer geen grotere lengte hebben dan 30 cm en bij terracotta 40 cm. Het kan noodzakelijk zijn dat de vloerelementen worden voorbehandeld met een grondering, die is afgestemd op het dunbedsysteem. Parket. In de hoogbouw is het toepassen van parket op de vloeren i.v.m. geluidsoverdracht vaak niet toegestaan, zonder het nemen van extra maatregelen. Door het toepassen van vloerelementen op de bestaande vloer wordt het aanbrengen van parketvloeren weer mogelijk. Er zijn diverse soorten parket. Hier wordt aangegeven welk type, hoe verwerkt kan worden op de. Bij toepassing van een oppervlakte-afwerking van parket op de is het niet nodig om de voegen en bevestigingsgaatjes van de vloer af te werken met voegengips. De toepassing van zwevend parket is mogelijk. Vraagt u aan de parketteer na of een eventuele dampremmende folie onder het vloerelement moet worden toegepast. Massief parket. Hieronder wordt verstaan houten planken (vloerdelen) met een minimale dikte van 18 mm en een breedte van 95 tot 180 mm. De houten delen kunnen zwevend worden gelegd op de vloerelementen maar mogen niet met lijm of een mechanische bevestiging aan de elementen worden verbonden. De vloerdelen moeten onderling in de messing en groef worden verlijmd of genageld aan elkaar. Indien de vloerdelen toch aan de bevestigd moeten worden dan kan dit op de volgende wijze: bijvoorbeeld houten latten (bijv. 18 x 50 mm) op de vloerelementen schroeven, h.o.h. 500 mm, hierop de houten vloerdelen schroeven of nieten. Lamel parket. Deze parketsoort is geprefabriceerd en bestaat uit meerdere kruislings aangebrachte lagen hout met een toplaag van fineer. Vaak rondom voorzien van messing en groef, dikte van 14 tot 22 mm. Deze kunnen rechtstreeks op de worden aangebracht door verlijming. Het lamel parket kan met een water- en emissie vrije lijm worden verlijmd. Wellicht is een hechtgrondering noodzakelijk, zie hiervoor de verwerkingsvoorschriften van de lijmfabrikant. De lijm en grondering moeten door de fabrikant hiervan goedgekeurd zijn voor toepassing op een gipsvezel ondergrond. Als de dikte van het lamel parket minimaal 18 mm is kan deze ook worden gemonteerd op houten latten (h.o.h. 500 mm) vervolgens het parket schroeven of nieten. Een andere mogelijkheid is het zwevend monteren waarbij het lamel parket onderling wordt verlijmd in de messing en groef. 10

20 Oppervlakte-afwerking Oppervlakte-afwerking 21 10 TAPIS parket. Tapis parket zijn strookjes hout met een dikte van circa 6,3 mm die in een motief worden gelegd. Als de lengte/breedte verhouding van het motief circa 50 om 50% is, dan kan het parket rechtstreeks op de worden aangebracht, bijvoorbeeld visgraat- of mozaïekmotief. Een stroken motief kan niet rechtstreeks worden aangebracht. De Tapis stroken kunnen met een water- en emissie vrije lijm worden verlijmd. Wellicht is een hechtgrondering noodzakelijk, zie hiervoor de verwerkingsvoorschriften van de lijmfabrikant. De lijm en grondering moeten door de fabrikant hiervan goedgekeurd zijn voor toepassing op een gipsvezel ondergrond. Indien rondom het parketmotief een kader van rechte stroken wordt toegepast, dan mag deze niet breder worden dan 3 keer de Tapis strookbreedte met een maximum van 210 mm. Indien er een motief wordt gekozen dat niet voldoet aan de lengte/ breedte verhoudingseis dan dient er eerst tussenlaag zwevend gelegd te worden op de. Hierop kan het Tapis parket worden aangebracht. Stroken parket. Stroken parket zijn massief houten stroken met messing en groef rondom of alleen een groef met een losse veer. De stroken zijn in diktes van 15 tot 22 mm. De verwerking van deze op is gelijk aan die van het massief parket. Mozaïek parket. Het is mogelijk massief mozaïekparket (in blok- of visgraatmotief) volgens DIN 280, deel 2, te leggen. De dikte dient tot 10 mm beperkt te worden. Bij massief parket biedt het gebruik van kleinere doorsneden voordelen: minder zwelling en krimping van het hout. De legrichting van het parket, gelijkmatig over het oppervlak verdeeld, dient telkens 50% op 50% te zijn. Bij dikker parket is overleg vooraf met de fabrikant vereist. Het parket kan met een water- en emissie vrije lijm worden verlijmd. Wellicht is een hechtgrondering noodzakelijk, zie hiervoor de verwerkingsvoorschriften van de lijmfabrikant. De lijm en grondering moeten door de fabrikant hiervan goedgekeurd zijn voor toepassing op een gipsvezel ondergrond. Lamellen parket. Vloer die wordt gemaakt van strookjes rechthoekig hout, met een dikte van circa 18 tot 24 mm en een breedtemaat van 8 mm. De strookjes worden op hun zijkant tegen elkaar gemonteerd. Deze parketsoort kan niet rechtstreeks op de gemonteerd worden. Hier dient een zwevende tussenlaag (bijv. spaanplaat) te worden toegepast. Deze mag niet verbonden worden aan de vloerelementen. Kopshoutvloeren. Kopshoutvloeren worden gemaakt van houten blokjes met een dikte van 10 20 mm en een lengte x breedte van circa 70 x 70 mm. Deze parketsoort kan niet rechtstreeks op de gemonteerd worden. Hier dient een zwevende tussenlaag (bijv. spaanplaat) te worden toegepast, die niet verbonden wordt aan de. Verlijming op de vloerelementen. Indien het parket verbonden wordt aan de vloerelementen met behulp van een lijmverbinding, zijn volgende zaken zeer belangrijk: De vochtigheidsgraad van de en het parket dient met elkaar in overeenstemming te zijn. Dit wordt bereikt door zowel de als het parket op te slaan in de ruimte waarin de materialen worden verwerkt. Bij het leggen van het parket dient deze een vochtigheid te bezitten van 9% ±2%. De omgevingstemperatuur moet minimaal circa 15 Celsius bedragen en de relatieve luchtvochtigheid moet liggen tussen 45 65%. Voor het behoud van het parket mag in de gebruikssituatie de temperatuur niet te veel afwijken (circa 20 Celsius en relatieve luchtvochtigheid tussen 45 en 65%). Het oppervlak van de dient vóór de verlijming van het parket stofvrij te zijn. In aansluiting daarop volgt het gronderen en verlijmen Dunhoutvloeren. (parketlaminaat) of laminaat. Deze worden opgebouwd uit meerdere laagjes hout met deklaag van fineer (parketlaminaat) of geïmpregneerde papierlagen met een deklaag van een houtmotief (laminaat). De diktes zijn circa 6 tot 8 mm en de delen zijn rondom voorzien van messing en groef. De delen kunnen alleen zwevend worden aangebracht op de. volgens de voorschriften van de fabrikant. Neem hierbij de droogtijd volledige uitharding in acht, evenals de overige verwerkingsrichtlijnen. Gebruik slechts gronderingen en lijm die door de fabrikant voor toepassing op gipsvezelplaten zijn goedgekeurd. Wij adviseren water- en emissie vrije gronderingen en lijmen. Het toepassen van dispersielijm op waterbasis is niet mogelijk. Er dient voldoende randafstand in acht te worden genomen ten opzichte van de wand en de aangrenzende bouwonderdelen, zoals steunen of leidingen. Bij het aanbrengen van uitzetvoegen, dienen de voorschriften van de parketfabrikant te worden opgevolgd. Het is mogelijk om de parketvloer af te lakken. Voordat met het aflakken begonnen wordt, is een volledige uitharding van de parketlijm vereist. Het schuren en aflakken van het parket gebeurt op de normale manier. De lak voor het parket dient op waterarme basis te zijn. 10

22 Vloeregalisatie Egalisatiekorrels 23 Egalisatie van de ondergrond. Op onvlakke, uitgelopen of scheve vloeren met een maximaal niveauverschil van 120 mm kunnen systemen worden aangebracht. Deze systemen bestaan uit drukvaste lichte lagen. Het egaliseren van onderconstructie kan om verschillende redenen noodzakelijk zijn: Egalisatie van een ongelijke ondergrond Hoogte-egalisatie, om een gewenste vloerhoogte te bereiken. 11 Het egaliseren kan gebeuren met behulp van de Droge egalisatiekorrels. Een ruwe egalisatie kan met behulp van TS-blokken gebeuren. Voor een hoogte-egalisatie met een extra warmte-isolatie zijn er diverse constructies mogelijk (zie de aanwijzingen: Hoogte-egalisatie met extra warmte-isolatie, bladzijde 31). Droge egalisatiekorrels. De lichtgewicht minerale korrels met hun bijzondere bouwfysische eigenschappen zijn op vele terreinen inzetbaar. Door hun ruwe korreloppervlak haken de korrels in elkaar en bieden daardoor een hoge stabiliteit. Op basis van de korrelvorm is het mogelijk om op een economische manier een hoogte egalisatielaag aan te brengen. Deze laag biedt ook nog enige warmte-isolerende en geluidisolerenden en brandwerende eigenschappen. Door het geringe gewicht is het gebruik ervan in combinatie met lichte vloeren (houten vloerconstructies) vanuit constructief oogpunt aan te bevelen. Materiaal en eigenschappen. Droge egalisatiekorrels zijn gedroogde en gemalen cellenbetonkorrels. Bouwstofklasse: A 1 (volgens DIN 4102) niet brandbaar Warmtegeleidingscoëfficiënt (rekenwaarde): R = 0,09 W/mK Korrelgrootte: 0,2 4 mm Gewicht: circa 400 kg/m 3 Minimale storthoogte: 10 mm Maximale storthoogte: 60 mm Storthoeveelheid per m 2 : circa 10 liter bij een storthoogte van 1cm. 12

24 Toepassingsgebied/verwerking Verwerking 25 Toepassingsgebied. Droge egalisatiekorrels worden gebruikt voor het egaliseren en ophogen van ongelijke vloeren bij renovatie en nieuwbouw. Met behulp van een afreiset van kan het afreien tot op exact bepaalde hoogte gebeuren. Het materiaal is zeer geschikt voor toepassing onder vloerelementen. Ook kunnen de egalisatiekorrels worden gebruikt als warmte-isolatie in vloeropbouwen met een houten balklaag. Om een goede haakwerking tussen de egalisatiekorrels te bewerkstellen is een minimale storthoogte van 1 centimeter benodigd. Verwerking. Voor het aanbrengen van een egalisatielaag met Droge egalisatiekorrels kan als volgt te werk worden gegaan. Op de vloer wordt een laag Gewapend papier aangebracht, welke tegen de muur een eindje omhoog wordt gezet. Deze laag voorkomt het weglekken van korrels door knoestgaten of scheuren. Indien er een geheel gesloten onderconstructie (betonvloer) aanwezig is kan deze laag achterwege blijven. Indien de vloer restvocht bevat of optrekkend vocht mogelijk is, dan dient een PE-folie (0,2 mm) te worden gebruikt. Voor het storten dient men eerst de te storten hoogte uit te zetten t.o.v. een vast peil (bijvoorbeeld op de muren). Houdt bij het uitzetten rekening met de dikte van de zwevende dekvloer. Vorm twee dammen van korrels waarop de geleideregels gelegd kunnen worden. Zorg ervoor dat de hoogte van de dammen gelijk ligt met de storthoogte. Stort vervolgens de egalisatiekorrels tussen deze dammen. Vervolgens kan de stortlaag geëgaliseerd worden met behulp van een rei waarop een waterpas is bevestigd. Ten gevolge van de korrelafmeting (0,2 tot 4 mm) dient de minimale laagdikte van de egalisatielaag 10 mm te bedragen. De maximale laagdikte bedraagt 60 mm. De egalisatielaag hoeft niet verdicht te worden. Indien de egalisatielaag een dikte verkrijgt van meer dan 60 mm dan dient er eerst een ruwe egalisatie met TS-blokken uitgevoerd te worden ( TS-blokken, bladzijde 27). In de egalisatielaag kunnen eventueel installatieleidingen worden opgenomen. De minimale dekking van de egalisatielaag op de leidingen bedraagt 10 mm. Waterleidingen dienen ommanteld te worden om condensatie te voorkomen. Op de egalisatielaag van Droge egalisatiekorrels kan een zwevende dekvloer met vloerelementen worden aangebracht. De Droge egalisatiekorrels kunnen niet direct belopen worden. Werk volgens het legschema 2 (zie hiervoor ook Aanbrengen van, bladzijde 6 + 7) of maak gebruik van loopeilanden. Leg daartoe bijvoorbeeld enkele over de Droge egalisatiekorrels om in de starthoek te komen. Wanneer een vloerverwarmingsysteem op een laag Droge egalisatiekorrels wordt aangebracht, dient er op de egalisatielaag eerst een extra Afbouwplaat aangebracht te worden van 10 mm dikte. 12 12 Uitzetten van storthoogte Uitreien van de korrels Op hoogte brengen van dammen Storten van korrels Leggen van de vloerelementen

26 Voorbeelden Voorbeelden van de toepassing van Droge egalisatiekorrels. Houten vloerconstructie met oude vloerdelen en/of hoogteverschillen (tot 60 mm). (Opbouw van boven naar beneden met aansluiting op de wand) Houten vloerconstructie met groot niveauverschil (tot 120 mm). (Opbouw van boven naar beneden) 2 E 32 vloerelement (2x 10 mm + 10 mm minerale wol) Droge egalisatiekorrels (in combinatie met TS-blokken voor hoogteegalisatie zonder mechanische verdichting ook bij grote hoogteverschillen) TS-blokken voor de ruwe egalisatie Gewapend papier Houten vloerdelen Niet-afgewerkte, op grond gestorte betonvloer. 2 E 31 vloerelement (2x 10 mm + 10 mm houtvezelplaat) Droge egalisatiekorrels Gewapend papier Houten vloerdelen Randisolatiestroken Houten balken (Opbouw van boven naar beneden met aansluiting op de wand) TS-blokken. Door hun bijzondere drukvaste eigenschappen zijn de TS-blokken op vele gebieden toepasbaar, vooral voor een ruwe egalisatie. Door hun minerale opbouw zijn ze ook geschikt voor constructies met hoge brandwerendheid. Materiaal en eigenschappen. TS-blokken zijn speciaal geperste blokken, bestaande uit twee restmaterialen, en cellenbeton. De blokken zijn aan de bovenzijde glad en aan de onderzijde voorzien van een wafelstructuur. De blokken zijn vochtafstotend behandeld. Technische gegevens. Afmeting: 50 x 20 x 3 cm Verbruik per m 2 : 10 blokken Max. opbouwhoogte: 2 lagen Gewicht: circa 34 kg/m 2 Dichtheid: circa 1150 kg/m 3 Warmtegeleidingscoëfficient: = 0,36 W/mK TS-blokken 27 Toepassingsgebied en verwerking. TS-blokken dienen volledig ondersteund te worden, daarom moet er een dragende ondergrond aanwezig zijn. De blokken worden los in slepend verband gelegd. Het belangrijkste toepassingsgebied is de ruwe egalisatie of een volledige hoogte-egalisatie. De TS-blokken kunnen direct tegen elkaar aan en in maximaal twee lagen dikte (2x 30 mm = 60 mm) worden toegepast. De TS-blokken dienen tijdens opslag en transport goed beschermd te worden tegen vocht. In combinatie met Droge egalisatiekorrels en TS-blokken kunnen egalisaties tot 120 mm dikte worden uitgevoerd. De TS-blokken moeten worden afgewerkt met een zwevende dekvloer bestaande uit. 12 2 E 14 vloerelement (2x 10 mm + polystyreen hardschuim van 30 mm) totale dikte 50 mm Droge egalisatiekorrels (egalisatiekorrels voor het egaliseren van oneffenheden) Niet-afgewerkte onderconstructie (droog met geschikte waterdichte laag tegen optrekkend grondwater) Randisolatiestroken Betonvloer met hoogteverschil en installatieleidingen. (Opbouw van boven naar beneden) 13 >10 mm 2 E 13 vloerelement (2x 10 + 20 mm polystyreen hardschuim) totale dikte 40 mm Droge egalisatiekorrels in combinatie met TS-blokken voor egalisatie, Installatieleidingen liggen in de egalisatielaag van Droge egalisatiekorrels Installatieleidingen (minimale dekking 10 mm) Betonvloer met hoogteverschil TS-blokken voor de ruwe egalisatie

28 Honingraatsysteem Honingraatsysteem 29 Honingraatsysteem. 14 Het Honingraatsysteem levert in combinatie met de een hoge geluidsisolatie-waarde op voor eenvoudige houten vloerconstructies. In bepaalde gevallen kan zelfs het toepassen van een plafond onder de vloerconstructie geluidstechnisch gezien achterwege blijven. Zelfs vloer/ plafond constructies die moeten voldoen aan de eisen van een woningscheidende vloer zijn eenvoudig te realiseren. Technische gegevens. Honingraatelementen afmeting: 1500 x 1000 mm dikte: 30 mm/60 mm Honingraatkorrels volumieke massa: 1500 kg/m 3 korrelgrootte 1 4 mm zak à 15 liter (22,5 kg) verbruik: ca. 2 zakken per m 2 (45 kg/m 2 ) bij 30 mm ca. 4 zakken per m 2 (90 kg/m 2 ) bij 60 mm Verwerking Honingraatelementen. De Honingraatelementen moeten volledig ondersteund op de bestaande vloer gelegd worden. In verband met het behalen van de optimale geluidsisolatie is het belangrijk dat de elementen rechtstreeks op de bestaande vloer liggen zonder opneming van tussenlagen. De honingraatelementen moeten met de gesloten papierlaag aan de onderzijde op de vloer worden gelegd. Ze dienen direct aan te sluiten tegen de bestaande muur of wand. De elementen worden stotend tegen elkaar gelegd. Door de aan de zijkanten uitstekende papierstroken ontstaat aan de langszijde van het element een overlapping. Het naastliggende element dient op deze uitstekende papierstrook te worden gelegd. Aan de korte zijde van het element steekt geen papier uit. Op plaatsen waar er toch korrels in kunnen wegzakken (bijvoorbeeld bij randen), dient hier Gewapend papier op de vloer aangebracht te worden, ter voorkoming van het wegzakken van de korrels. Deze ca.10 cm brede stroken kunnen bijvoorbeeld worden gesneden van Gewapend papier. Eventuele passtukken van de Honingraatelementen kunnen met een gereedschapsmes of tapijtmes uitgesneden worden. De gemakkelijkste manier van insnijden is om eerst de elementen op hun kop te leggen en dan aan de achterzijde (papierzijde) in te snijden. Daarna kunnen ze weer worden omgedraaid en neergelegd worden. Opnemen van installatieleidingen. Installatieleidingen kunnen op de vloer worden gelegd op een strook kraftpapier. De honingraatelementen worden tegen de leidingen gelegd. De ontstane leidingsleuf wordt met honingraatkorrels gevuld ( leidingzone maximaal 10 cm breed). Waterleidingen dienen ommanteld of geïsoleerd te worden om condensatie aan de buitenzijde van de leidingen te voorkomen. Op de leidingen moet een minimale korreldekking van 10 mm aanwezig zijn. Indien hierdoor de totale hoogte boven de hoogte van 30 mm respectievelijk 60 mm van het honingraatelement uitkomt dienen Droge egalisatiekorrels worden toegepast bovenop de 30 mm/ 60 mm honingraatkorrelvulling. De dekking op de leidingen moet altijd minimaal 10 mm zijn. Het aantal leidingen dient bovendien beperkt te blijven om verlies van geluidsisolatie te voorkomen. Aanbrengen van de Honingraatkorrels. De Honingraatkorrels zitten in zakken van 22,5 kg. De honingraatkorrels worden in de honingraten uitgestrooid. Tijdens deze werkzaamheden zijn de honingraatelementen voorzichtig te belopen. Het is echter aan te bevelen dat men de honingraatkorrels voor zich uit verspreidt, zodat men over de gevulde Honingraatelementen kan lopen. De Honingraatkorrels worden tezamen met de Honingraatelementen met behulp van een rei vlak afgereid. Eventueel kan men bij het verspreiden en vullen van de honingraatelementen gebruik maken van een vloerwisser. De korrels moeten zodanig worden afgereid dat de honingraten zelf net niet meer zichtbaar zijn. Het is niet nodig bij de 30 mm elementen om de honingraatkorrels mechanisch of op een andere wijze na te verdichten. Bij de 60 mm honingraatelementen is verdichting wel benodigd. Door met een elektrische klopboormachine (met omgedraaide boor) door het honingraatsysteem de onderliggende vloerdelen in trilling te brengen kunnen de honingraatkorrels verdicht worden. Indien op bovenstaande wijze wordt gewerkt is een vlakke ondergrond gewaarborgd voor het leggen van de vloerelementen. Het gewicht van de met honingraatkorrels gevulde elementen is ca 45 kg/m 2 bij 30 mm honingraatelementen en ca 90 kg/m 2 bij 60 mm honingraatelementen. Hier dient rekening mee gehouden te worden bij een eventuele constructieve berekening van de vloer. 14

30 Honingraatsysteem Warmte-isolatie-platen 31 14 Het toepassen van het honingraatsysteem op onvlakke vloeren. Bij oude houten vloeren die uitgelopen of geschoteld zijn, maar die constructief nog sterk genoeg zijn, kan het honingraatsysteem ook worden toegepast. In een dergelijke situatie dienen eerst de Honingraatelementen te worden aangebracht en vervolgens gevuld met honingraatkorrels zoals beschreven. De elementen passen door het gewicht van de korrels hun vorm aan de onvlakke ondergrond aan. Vervolgens kunnen de gevulde elementen aan de bovenzijde tot een maximale hoogte van 3 mm met Honingraatkorrels bedekt worden en vlak afgereid met een rei of lat. Indien deze extra 3 mm hoogte niet toereikend is om de vloer vlak te maken, moet verdere egalisatiehoogte boven de Honingraatelementen met de Droge egalisatiekorrels gerealiseerd worden (maximaal 60 mm, zie bladz. 23). Bij hoogteverschillen die groter dan 60 mm zijn, kan men gebruik maken van TS-blokken (maximaal 2x30mm extra hoogte). Zie pagina 27 voor de toepassing van TS-blokken. Vervolgwerkzaamheden. De kunnen volgens de verwerkingsrichtlijnen worden aangebracht op het honingraatsysteem.ter verkrijging van de gewenste geluidsisolatie worden hierop de vloerelementen type 2 E 31, 2 E 32, 2 E 34 of 2 E 35 toegepast. Opslag Honingraatelementen en honingraatkorrels. De Honingraatelementen dienen droog (bij voorkeur binnen) te worden opgeslagen en verwerkt. Indien de elementen buiten worden opgeslagen, dienen ze extra beschermd te worden met een dekzeil. Aan de onderzijde de pallets beschermen tegen optrekkend vocht. De zakken met honingraatkorrels moeten eveneens droog opgeslagen en verwerkt worden. Hoogte-egalisatie met extra warmte-isolatie. Indien TS-blokken vanwege het gewicht niet direct onder kunnen worden gebruikt, kan hardschuim met een hoge kwaliteit worden toegepast. Let bij extra isolatie op dat de systeemopbouw uit niet meer dan twee lagen mag worden aangebracht. Om aan hogere eisen van warmte-isolatie te voldoen, kunt u voor een passende systeemopbouw met kiezen. Voor een grotere hoogteegalisatie, respectievelijk een hogere warmte-isolatie, kunnen onder de vloerelementen de volgende materialen worden aangebracht. 2 E 11 vloerelement (2x 10 mm). Voor extra warmte-isolatie of hoogte-egalisatie zijn de volgende materialen geschikt: Polystyreen hardschuim (PS 30), laagdikte 70 mm Geëxtrudeerd hardschuim ( 33 kg/m 3 ), laagdikte 100 mm 2 E 22 vloerelement (2x 12,5 mm). Voor extra warmte-isolatie of hoogte-egalisatie zijn de volgende materialen geschikt: Polystyreen hardschuim (PS 30), laagdikte 90 mm Geëxtrudeerd hardschuim ( 33 kg/m 3 ), laagdikte 120 mm 2 E 13 vloerelement (2x 10 mm + 20 mm polystyreen hardschuim) + 2 E 14 vloerelement (2x 10 mm + 30 mm polystyreen hardschuim). Voor extra warmte-isolatie of hoogte-egalisatie zijn de volgende materialen geschikt: Polystyreen hardschuim (PS 30), zodat de totale dikte van de isolatielaag 70 mm bedraagt (bijv. bij element 2 E13 extra laag PS 30 van maximaal 50 mm dikte). 2 E 15 vloerelement (2x 10 mm + 60 mm geëxtrudeerd hardschuim). Voor extra warmte-isolatie of hoogte-egalisatie zijn de volgende materialen geschikt: Geëxtrudeerd hardschuim ( 33 kg/m 3 ), isolatie laagdikte 60 mm 15

32 Details Details 33 Detailtekeningen. Deuropening met dilatatievoeg. Dilatatievoegen in oppervlak. Deur Keramische tegels Snelbouwschroeven (3,9 x 30 mm) Dilatatie-voegprofiel Keramische tegels Lijmlaag (dunbedsysteem) 2 E 13 vloerelement (40 mm) Ondersteunings plaat (bijv. triplex, breedte 100 mm) Polystyreen hardschuim PS 30 (10 mm) Droge egalisatiekorrels Betonvloer (ongelijke, droge ondergrond) 35 mm Dilatatie-voegprofiel Keramische tegels Snelbouwschroeven (3,9x30 mm) Lijmlaag (dunbedsysteem) 2 E 32 vloerelement (30 mm) Extra ondersteunings plaat (bijv. triplex, breedte 100 mm) Laag vilt ( 150 kg/m 3 ) Droge egalisatiekorrels Betonvloer (ongelijke, droge ondergrond) Deuropening doorlopend. Doorsnede1 >50mm 10 mm passtrook montagelijm Polystyreen hardschuim 30 mm dikte (PS 30) 2 E14 vloerelement (50 mm) Randisolatiestroken Droge egalisatiekorrels Betonvloer (ongelijke, droge ondergrond) Aansluiting op montagewand. Normale aansluiting Aansluiting in een natte cel 12,5 mm Lijmlaag Keramische tegels Elastische afdichting (b.v. sanitair kit; elasticiteit 20%) Lijmlaag Waterdichte coating Kimband 2 E 14 vloerelement (50 mm) Randisolatiestroken Betonvloer (ongelijke, droge ondergrond) Deuropening doorlopend. Doorsnede 2 Gemonteerde passtrook Snelbouwschroeven (3,9 x 22 mm) 2 E14 vloerelement (50 mm) Droge egalisatiekorrels Betonvloer (ongelijke, droge ondergrond) Aansluiting op massieve vloer. Keramische tegels Dilatatie voegprofiel Keramische tegels Lijmlaag 2 E 14 vloerelement (50 mm) Polystyreen hardschuim PS 30 (20 mm) (los gelegd, totale dikte van isolatielaag 70 mm) Droge egalisatiekorrels (in het aanslutingsgebied van massief estrich, de stortlaag verdichten) Betonvloer (ongelijke, droge ondergrond) Randisolatiestroken Deuropening doorlopend. Doorsnede 3 Keramische tegels Lijmlaag (dunbedsysteem) Deur Overgangsprofiel Vloerbedekking 16 2 E14 vloerelement (50 mm) Gemonteerde passtrook Droge egalisatiekorrels Betonvloer (ongelijke, droge ondergrond) 16

34 Toebehoren Toebehoren 35 Toebehoren Montagelijm Te leggen oppervlak per fles: 20 25 m 2 Verbruik: circa 40 50 g/m 2 Verbruik bij belastingspreidende laag : circa 130 150 g/m 2 Verpakking: Speciale fles à 1000 g Gewapend papier Verbruik: circa 1,1m 2 /m 2 (10% overlap) Verpakking: Rol à 50 strekkende meter, 1 meter breed, totaal 50 m 2 Snelbouwschroeven Verbruik: circa 15 st/m 2 Verbruik bij belastingspreidende laag : circa 25 st/m 2 Verpakking: 3,9 x 19 mm (pakken van 250 resp. 1000 stuks) (2 E11) 3,9 x 22 mm (pakken van 250 resp. 1000 stuks) (rest) Droge egalisatiekorrels Verbruik: circa 10 l bij een storthoogte van 1 cm/m 2 Verpakking: Zak, 50 l = circa 18,5 kg Voegengips Verbruik: circa 0,1 kg/m 2 Verpakking: Zak, 5 kg Set afreimallen Randisolatiestroken Verbruik: 1 m per strekkende meter wandaansluiting Strook afmeting: 30 x10 x1000 mm minerale wol 50 x10 x1000 mm minerale wol Verpakking: 60 stroken van 30 mm per doos 60 stroken van 50 mm per doos Honingraatelementen Verbruik: 1 element 1,5 m 2 Afmetingen: 1500 x 1000 x 30 mm 1500 x 1000 x 60 mm Verpakking: 30 stuks per pallet = 45 m 2 15 stuks per pallet = 22,5 m 2 TS-blokken Verbruik: 10 blokken per m 2 Element afmeting: 50 x 20 x 3 cm Verpakking: 200 stuks per pallet = 20 m 2 Gewicht: circa 34 kg/m 2 circa 730 kg per pallet Honingraatkorrels Verbruik: ca 2 zakken/m 2 bij 30 mm honingraatelementen ca 4 zakken/m 2 bij 60 mm honingraatelementen Verpakking: 15 l/zak = 22,5 kg 42 stuks per pallet 17