Peru Landen waarin het Liliane Fonds zijn werk concentreert
Algemene informatie Geschiedenis In 1976 ontmoette Liliane Brekelmans-Gronert tijdens een bezoek aan haar geboorte-eiland Sumatra in Indonesië de 15- jarige Agnes. Net als Liliane zelf heeft Agnes als gevolg van polio een handicap aan haar benen. Maar in tegenstelling tot Liliane heeft Agnes nooit de kans gekregen om zich te ontwikkelen. Agnes is door haar familie naar een weeshuis gebracht, waar Nederlandse zusters zich om haar bekommeren. Ze is nooit naar school gegaan. Ze heeft nooit de kans gekregen om mobieler en zelfstandiger te worden. Juist omdat Liliane zich zo goed kan verplaatsen in Agnes, weet ze hoe belangrijk het is dat het meisje haar eigen kracht ontdekt en dat ze zelfredzaam wordt. Liliane wil haar helpen met een naaimachine, waarmee ze in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Als blijkt dat er in Nederland geen organisatie is die zich bezighoudt met dit soort kleinschalige hulp, gaan Liliane en haar man Ignaas zelf voor de naaimachine en voor een naaicursus sparen. Vrienden en familieleden sparen mee. Als ze ruim 100 gulden (45 euro) bij elkaar hebben, maakt Liliane het geld over naar de zusters waar Agnes verblijft. Die schaffen van het geld een naaimachine aan. Niet alleen Agnes maar ook andere meisjes met een handicap die in het weeshuis wonen, leren werken met de machine. Liliane blijft het wel en wee van de meisjes volgen en spant zich in voor aanvullende hulp. Inmiddels krijgt ze ook hulpaanvragen uit andere landen. Het sparen houdt niet meer op. Het is het begin van de Stichting Liliane Fonds die op 14 maart 1980 officieel wordt opgericht. Hulp op maat Oprichtster Liliane Fonds Liliane Brekelmans De visie van het Liliane Fonds is zo basaal en zo vanzelfsprekend, dat het beschamend is, dat de werkelijkheid er nog zo veel van verschilt: Kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden moeten kunnen meedoen en meetellen in hun omgeving. Dit betekent dat ze thuis meedoen met het gezins- en familieleven, dat ze met de anderen eten, naar de markt gaan, lachen en feesten, dat er voor hen wordt gezorgd, dat er van hen wordt gehouden, dat ze er bij horen. Het betekent ook dat ze meedoen met activiteiten in de buurt, in de wijk of het dorp, dat ze spelen met leeftijdgenoten, dat ze naar school gaan, en later werk en een inkomen hebben - en dat iedereen dit ook gewoon vindt. Het betekent uiteindelijk, dat kinderen met een handicap meedoen en meetellen in 'de maatschappij' en dat er beleid is en wetten zijn om dit te garanderen. Om dit te bereiken biedt het Liliane Fonds directe kindhulp.
Directe kindhulp is hulp op maat, gericht op de individuele revalidatie van kinderen. Hulp die is afgestemd op de persoon en de omstandigheden van het kind. Uitgangspunt bij directe kindhulp is de holistische benadering: de ondersteuning die het Liliane Fonds mogelijk maakt, moet het kind sterker maken, niet enkel zijn arm, zijn been, of zijn oren. Het revalidatieplan voor het kind moet dit weerspiegelen. De directe kindhulp die het Liliane Fonds biedt, is een aanvulling op de inspanningen die ouders, de gemeenschap of andere organisaties al leveren om te bereiken, dat het kind kan meedoen met de wereld om hem heen. De hulp is gericht op de gezondheid, scholing, werk en inkomen en inclusie. Gezondheid: Een operatie of therapie. Een rolstoel of een prothese. Het is nooit een doel op zich. Wel is het is dikwijls een onmisbaar middel om mee te kúnnen doen. Daarom blijft het Liliane Fonds zich ook richten op functionele verbetering: als een kind beter kan lopen, zitten of eten, dan kan het ook gemakkelijker 'meedoen'. Scholing; In een informele training leren hoe je jezelf wast, aankleedt of naar de wc gaat of taal- en rekenlessen volgen op de basisschool. Wiskundeopgaven maken op de middelbare school. Kinderen met een handicap verschillen in hun vermogen zich verstandelijk te ontwikkelen. Maar ze hebben er allemaal recht op om dit vermogen en hun aanleg te benutten. Werk en inkomen: De werkeloosheid onder mensen met een handicap is overal ter wereld hoog. En eens te meer in ontwikkelingslanden. Ook mensen zonder handicap hebben daar vaak geen uitzicht op werk. Overheden in ontwikkelingslanden ontplooien in het algemeen weinig initiatieven om werkgelegenheid voor mensen met een handicap te bevorderen. Jongeren met een handicap kunnen dikwijls alleen terecht in onveilige, slechte banen met een lage status. Of ze belanden in de informele economie: ze helpen in het huishouden of bedelen op straat. Het Liliane Fonds helpt jongeren die hiertoe in staat zijn, op weg om zelf hun kost te verdienen. Daarnaast werken we aan de economische versterking van gezinnen met een kind dat blijvend zorg nodig heeft. Inclusie Kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden staan dikwijls buitenspel. Ze stuiten letterlijk en figuurlijk op obstakels, die hen verhinderen mee te doen. Door activiteiten zoals gezinsbegeleiding, ouderbijeenkomsten- en trainingen, van zelfhulpgroepen, draagt het Liliane Fonds eraan bij, dat deze obstakels worden geslecht. Dat de omgeving raakt ingesteld op kinderen met een handicap. Dat ze erbij horen en 'meegerekend worden'.
Organisatie Het Liliane Fonds is uitgegroeid tot een organisatie met 134 medewerkers op het hoofdkantoor in s-hertogenbosch, waarvan 44 medewerkers in dienstverband (33,5 fte) en 90 bureauvrijwilligers. Daarnaast zijn ongeveer 45 oproepvrijwilligers actief. Buiten het kantoor zijn nog eens 36 vrijwilligers beschikbaar voor voorlichting en representatie. In de 27 landen met een nationaal coördinatieteam zijn in totaal ongeveer 60 mensen werkzaam. Daarnaast zijn er nog 2.313 lokale contactpersonen (mediators) actief. Donateurs Nationale Coördinatie-teams Partner Organisaties Omgeving van het kind Organisaties Mediators KIND Mediators Een mediator is een lokale contactpersoon die niet in dienst is van het Liliane Fonds maar verbonden is aan een lokale partnerorganisatie (ngo of congregatie). Deze partnerorganisatie onderschrijft de doelstelling en de visie van het Liliane Fonds. De samenwerking met mediators is een essentiële factor in de benadering van het Liliane Fonds. Deze mediators, onder wie bijvoorbeeld 498 22% 539 23% Aantal mediators maatschappelijk werkers, verpleegkundigen, fysiotherapeuten en artsen hebben rechtstreeks contact met de kinderen. Daarom kennen zij het kind goed en zijn zij op de hoogte van de gezinssituatie. Ze zien 'met eigen ogen' welke hulp het kind nodig heeft, om zich in zijn specifieke omgeving en omstandigheden beter te kunnen redden. 1.276 55% Afrika Latijns-Amerika Azië
Inkomsten en bestedingen In het oprichtingsjaar 1980 kon het Liliane Fonds 14 kinderen helpen. In het jaar 2010 werden door onze mediators in totaal 87.771 kinderen geholpen. Per kind droeg het Liliane Fonds gemiddeld 119,34 bij in de revalidatiekosten. Dat het Liliane Fonds hulp kan (blijven) geven aan kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden, is voor een belangrijk deel te danken aan de betrokkenheid en financiële steun van particuliere donateurs, maar ook van bedrijven, stichtingen, verenigingen en scholen. In het jaar 2010 bedroegen de directe wervingsen uitvoeringskosten 10 % van de eigen fondsenwerving. 39.692 45% 3.430.386 33% Aantal geholpen kinderen 2.170.603 21% 15.992 18% 32.087 37% Afrika Verantwoord in euro's 4.873.232 46% Latijns-Amerika Azië Afrika Latijns-Amerika Azië De gemiddelde bijdrage in de revalidatiekosten per kind in 2010 Azië 86,43 Afrika 151,88 Latijns Amerika 135,73 Peru 231,95 Het begon allemaal met de speciale aandacht van Liliane Brekelmans-Gronert voor dat ene kind: Agnes. Nu, 30 jaar later zijn meer dan 700.000 hulpaanvragen goedgekeurd, uitgevoerd en verantwoord.
Het Liliane Fonds in Peru Introductie land Peru ligt in Zuid-Amerika. De hoofdstad is Lima. Het land is 37,7 keer groter dan Nederland en heeft 29 miljoen inwoners. Men is overwegend rooms katholiek. De officiële talen zijn Spaans en Quechua (de Inca-taal). Belangrijke producten zijn goud, koper, vis en textiel. Voordat Columbus Amerika ontdekte was Peru het politieke centrum van het Inca-rijk, dat zich uitstrekte langs de Stille Oceaan en over het Andesgebergte van Chili tot in Colombia. Het Incarijk behoorde vanaf 1200 tot de grootste beschavingen op het Amerikaanse continent. Ten tijde van de Spaanse overheersing groeide Peru uit tot het centrum van de Spaanse macht in Zuid -Amerika dankzij de ontginning van goud en zilver. In 1821 werd Peru een onafhankelijke republiek. Voor de boeren en arbeiders bleef de situatie vrijwel hetzelfde: de armoede bleef. De macht was in handen van enkele machtige families. Het geld dat verdiend werd ging grotendeels naar de bezitters van de landerijen en buitenlandse investeerders uit Engeland en de Verenigde Staten. Vanaf 1990 veranderde deze situatie langzaam, onder gekozen presidenten. Terreurgroepen werden met succes bestreden en er werden handelscontracten gesloten met diverse landen. De rijkdom van het land (mineralen, vis, groenten en fruit) werd benut. De jaren 2002 tot en met 2006 kenden een economische groei van 6%. In 2006 werd Alan Garcia weer gekozen tot president. Ook de jaren daarna waren voor Peru voorspoedig, met in 2007 en 2008 resp. 9 en 10% economische groei. De recessie van 2009 liet ook Peru niet onberoerd, maar toch was er nog een groei van 1%. In 2010 bloeide de economie weer helemaal op (10% groei). Desondanks blijft er ongelijkheid bestaan: door de slechte infrastructuur zijn alleen de kustgebieden goed toegankelijk. De bevolking van het Andesgebied en het ten oosten daarvan gelegen Amazonegebied blijven verstoken van goede voorzieningen en gezondheidszorg. 35% van alle Peruanen leeft nog onder de armoedegrens.
Het werk van het Liliane Fonds in Peru Het Liliane Fonds is sinds 1981 in Peru actief. In 2010 kregen 1.463 kinderen in Peru financiële ondersteuning van het Liliane Fonds. Gemiddeld was er per kind een bedrag van 231,95 nodig. Er werken 61 mediators. In de grafiek is voor de perioden van 2001 tot en met 2010 de ontwikkeling van het aantal geholpen kinderen en van het aantal mediators per jaar in Peru weergegeven. geholpen kinderen mediators 1600 70 1400 60 1200 50 1000 40 aantal 800 600 aantal 30 400 20 200 10 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 jaar 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 jaar Gezien de groei van het aantal geholpen kinderen werd in 2004 besloten om een nationale coördinator aan te stellen in Peru. De coördinator stuurt de mediators aan en bewaakt de kwaliteit van de hulpverlening. Dit gebeurt ondermeer door het bezoeken van de mediators en het verzorgen van bijeenkomsten en trainingen. Hieronder het verhaal van onze nationaal coördinator in Peru. Nationaal coördinator Mar Alonso García Mar Alonso García (Spanje, 1982) woont sinds 2006 in Lima, de hoofdstad van Peru. Ze is van beroep sociaalpedagoog en is gespecialiseerd in gezinscounseling en ontwikkelingswerk. Ze richt zich vanaf het begin van haar carrière op het werken met groepen die kwetsbaar zijn of waarvoor uitsluiting dreigt, zoals bijvoorbeeld drugsverslaafden die trachten terug te keren in de maatschappij en minderjarigen die in de opvang zitten. In Peru werkte ze vooral aan de sociale ontwikkeling van de bevolking van de bergstreken en van de sloppenwijken, waarbij ze zich vooral richtte op de emancipatie van vrouwen en op verbetering van de kwaliteit van leven van de allerjongsten. Naast dit werk in de direkte realiteit deed ze bestuurlijke ervaring op op lokaal niveau. Mar Alonso García vindt dat iedereen zijn steentje kan en moet bijdragen aan het verbeteren van de wereld. We kunnen allemaal iets zeggen of doen. Mar Alonso García werd in 2010 aangesteld als nationaal coördinator voor het Liliane Fonds.
Volgens de Peruaanse grondwet hebben mensen met een handicap recht op onderwijs, werk en gezondheidszorg. Er wordt gestreefd naar hun integratie in de samenleving. Daarnaast zijn media en websites van de overheid verplicht toegankelijk voor bijvoorbeeld slechtzienden en slechthorenden, net zoals overheidsgebouwen bereikbaar moeten zijn voor mensen met een beperking. In de praktijk besteedt de Peruaanse overheid slechts weinig geld aan beleid ten gunste van mensen met een handicap. Veel overheidsgebouwen zijn voor hen slecht toegankelijk en in de meeste overheidskantoren is geen doventolk beschikbaar en zijn er geen documenten in braille. De meeste websites van de overheid zijn niet toegankelijk voor mensen met een handicap en er is slechts één tv-kanaal met gebarentaal. Reguliere scholen zijn slecht toegerust om leerlingen met een handicap te begeleiden en deze leerlingen worden volgens de nationale ombudsvrouw geregeld gediscrimineerd, zowel in het reguliere als het speciale onderwijs. In 2009 kwam de Peruaanse organisatie MIMDES met een 'Nationaal plan voor gelijke kansen voor mensen met een handicap 2009-2018'. In 2010 uitte de nationale ombudsvrouw van Peru grote kritiek op het plan: het zou belangrijke pilaren missen, een budget zou ontbreken en in de monitorcommissie zit geen enkele vertegenwoordiger van gehandicaptenorganisaties. Op die manier is de ratificatie van het VN-Verdrag voor de Rechten van Mensen met een Handicap door Peru volgens haar vooral van papieren waarde. In elk geval hebben Peruaanse kinderen met een handicap nog veel baat bij het werk van hulporganisaties als het Liliane Fond s Het Liliane Fonds is in het bezit van het CBF-keurmerk. Het Centraal Bureau Fondsenwerving geeft hiermee aan dat het geld verantwoord besteed wordt. Het Liliane Fonds is een ANBI instelling. Het Liliane Fonds is door de belastingdienst aangemerkt als een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Dit biedt fiscale voordelen voor het Liliane Fonds en de donateur.
Voor meer informatie zie website: www.lilianefonds.nl Stichting Liliane Fonds Afdeling Relatiemanagement Havensingel 26 5211 TX 's-hertogenbosch tel: 073 5189420 email:voorlichting@lilianefonds.nl