Instructie. MI 020-358 August 2006. I/A Series -drukzenders Veiligheidsinformatie



Vergelijkbare documenten
Instructie. MI Oktober Veiligheidsinformatie stromingsproducten

E69F Elektro-pneumatische signaalomvormer en E69P Elektro-pneumatische klepstandsteller. Veiligheidsinformatie

Instructie. MI Oktober Elektrochemische producten Veiligheidsinformatie

ATEX installatieinstructies. Micro Motion T-serie-sensoren

ATEX installatieinstructies. Micro Motion CMF400- sensoren met hulpversterker

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8640

Productnietlangerleverbaar'

ATEX installatieinstructies. Micro Motion F-seriesensoren DMT 01 ATEX E 158 X

ATEX installatie-instructies voor Micro Motion ELITE -sensors

RADAR-NIVEAUMETER SPECIALE VEILIGHEIDSINSTRUCTIE

Rosemount golfgeleide radar

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8660

Serie INTELLIGENTE DRUK- EN NIVEAUZENDERS Voor alle industrieën. Beschrijving GEHEEL RVS UITGEVOERD

Installatie-instructies P/N MMI , Rev. A februari ATEX installatie-instructies voor Micro Motion Model LFT Low Flow-transmitters

ATEX installatieinstructies. Micro Motion H-seriesensoren

Installatie- en Onderhoudsinstructies KAPTIV-CS-HP-S. Elektronisch niveaugestuurde condensaataftap 06/14

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

Documentatie. magneetventielen

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8680

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Vibra Switch C. Niveauschakelaar

Reliance DuraStar INSTALLATIE-, BEDIENINGS- en ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Rosemount 5400 Series

Serie INTELLIGENTE DRUK- EN NIVEAUZENDERS Voor alle industrieën. Beschrijving GEHEEL RVS UITGEVOERD

KAPTIV-CS SERVICE KIT

sensor solutions temperature

Handleiding Explosieveilig timerrelais Type AR-023. II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

Vibra Switch S Niveauschakelaar

SYSTEMEN EN ONDERDELEN

Gebruiksaanwijzing Inductieve naderingsschakelaar NAMUR. Sachnr /01 08/04 NE****/ NF****/ NG****/ NI****/ NN****/ NT****/ NS****

Explosieveilige Insteekbundel Type D-8530

TECHNISCHE HANDLEIDING

Introductie Capa Switch KLS Algemeen

OEM-druktransmitters voor heavy duty toepassingen, type MBS 1200 en MBS 1250

Hadro Techniek B.V. Tel Westbaan 270 Fax MC Moordrecht

Mobrey MCU900-serie 4 20 ma + HART-compatibele controller

Installatie & Onderhoudsinstructies

Inductieve sensor BI2-EM12-Y1X-H1141

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

OEM-druktransmitters voor heavy duty toepassingen, type MBS 1200 en MBS 1250

Installatie Instructies P/N , Rev. C Juni Voor transmitterinstallaties met ATEX-goedkeuring

Handleiding. Explosieveilige schemerschakelaar Type AR-022. II 3 G Ex nr IIC T6 Gc II 3 D Ex tc IIIC T80ºC Dc

Magneetveld-sensor voor pneumatische cilinders BIM-UNT-AY1X/S1139

BES External Signaling Device

Serie DRUK- EN NIVEAU TRANSMITTERS Voor alle industrieën. Beschrijving GEHEEL RVS BEHUIZING. COMPACT en ROBUUST. UITGANG 4-20mA / 2-DRAADS

Rosemount 2051 druktransmitter

AVID standaanwijzers. Het assortiment. CR standaanwijzer Corrosiebestendige IP68 standaanwijzer voor afsluiters.

HP Power Distribution Rack

FT44 Gesloten vlotterkondenspot (DN15 tot DN50)

SET/TSH2- en SET/TSHS2

Hulphandbe- Hulphandbe-

TECHNISCHE HANDLEIDING

Handleiding. Explosieveilige SpotLED Type AR-040. II 3 G Ex na IIC T4 Gc II 3 D Ex tc IIIC T135ºC Dc

20.19-DUT AGS Y-stuk Vic-Filter

KE(A) / KF(A) / KL(A) SPIRA-TROL TM 2-wegregelkleppen (EN / ASME)

Installatie Instructies P/N MMI , Rev. AA Juli ATEX installatieinstructies. Micro Motion transmitters model 9701/9703

SYSTEMEN EN ONDERDELEN

ATEX installatieinstructies. Micro Motion D- en DL-sensoren

Magneetventielen type 3963

Magneetveld-sensor magneetinductieve naderingssensor BIM-EG08-Y1X

Druktransmitter voor algemene industriële toepassingen

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Magneetklep DN15 t/m DN150

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

ES-D3A Draadloos deur-/raamcontact

DIAVAL MEMBRAANAFSLUITERS Type W geflensd

ATEX voor beginners ; explosiegevaar in vogelvlucht

Hoge reproduceerbaarheid en langdurige stabiliteit Aangepaste meetbereiken Vlak gemonteerde procesaansluiting als optie.

Productcatalogus voor procestoepassingen. Pompoplossingen voor procesindustrieën

OFFICINE OROBICHE S.p.A. 1/5 GEBRUIKERSHANDLEIDING VOOR MAGNETISCHE sensoren voor serie 2000 instrumenten

EL-ECODIM-HQ Dimmer voor conventionele elektronische energiespaarlampen

Micro Motion model 775

Hoge reproduceerbaarheid en langdurige stabiliteit Aangepaste meetbereiken Vlak gemonteerde procesaansluiting als optie.

AC5243. AS-Interface AirBox met snelmontagetechniek. Made in Germany

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

Documentatie. 2/2 weg magneetventiel G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O) V

BES External Signaling Device

Rosemount Veiligheidsinstructies ATEX en IECEx drukvast. Aanvulling op handleiding , Rev AA Mei 2009 Rosemount 2130

ES-S7A. Buitensirene.

Symbool Aansluiting 1, 3 Aansluiting 2, (3) Werkdruk Materiaal Tekening nr. TYPENUMMER (bar)

BES External Signaling Devices

Dresser * Serie C-rotormeter

Rub-Block RB100DN met PT100 sensor

Installatie instructies

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Rosemount 752 externe indicator met FOUNDATION veldbusprotocol

Scheidingsmembranen kapot? Badotherm vernieuwt en geeft drukinstrumenten een 2 e leven

Geheugen (bovenste RAM-sleuf)

Toepassing Combi-Seal-G: Combi-Seal-TW: Toepassing:

SERIE 8000-SAN ELECTRONISCHE DRUK- EN NIVEAU ZENDERS GEHEEL VAN ROESTVAST STAAL BESCHRIJVING. UITGANG 4-20 ma ZERO EN SPAN INSTELBAAR

METING WARMTEVERBRUIK SATELLIETEN GE556Y101 GE556Y101. Omschrijving. Belangrijkste eigenschappen. Functies. Toepassing.

Assemblage- en installatieprocedures

DTTH SCHAKELAAR VOOR TEMPERATUUR EN VOCHTIGHEID. Montage & gebruiksvoorschriften

ComfoFan S 425 Handleiding voor de installateur Manuel de l installateur

Terminator. ZP-PTD100-WP Aansluitset temperatuursensor. The Heat Tracing Specialists INSTALLATIEMETHODEN

Reparatievoorschriften Demonteren van het CF500 besturingsventiel

PF6 Pneumatische afsluiter met schuine spindel - RVS

Elektrische airless spuitapparaten

Transcriptie:

Instructie MI 020-358 August 2006 I/A Series -drukzenders Veiligheidsinformatie

Zenderidentificatie Een standaard gegevensplaatje wordt getoond in Figuur 1. Invensys Systems, Inc. Foxboro MA Verenigde Staten FABRICAGEVESTIGING A B C D E F IDP10-D 12 A 21 E - A 3 11,5-42 V dc 2A0125 3625 psi Figuur 1. Voorbeeld van zenderidentificatie Met de modelcode van het op de zender aangebrachte gegevensplaatje kunnen de elektrische waarden, de drukwaarde en de gevaarlijke omgevingsklasse worden vastgesteld. Voedingsspanning De juiste voedingsspanning wordt op het gegevensplaatje vermeld. Zie Item C in het voorbeeld in Figuur 1. Zorg dat de zender op de juiste elektrische bron is aangesloten. 1

Elektrische classificatie De ontwerpcode elektrische veiligheid wordt op het gegevensplaatje gedrukt als onderdeel van de modelcode. Zie Item B in het voorbeeld in Figuur 1. Zie Tabel 1 voor de betekenis van deze code. Het soort beveiliging wordt ook vermeld op het gegevensplaatje. Zie Item D in het voorbeeld in Figuur 1. OPMERKING Deze zenders zijn ontworpen om te voldoen aan de ATEX-voorschriften voor elektrische veiligheid zoals vermeld in Tabel 1. Voor gedetailleerde informatie of de status van goedkeuringen en certificaties van keuringslaboratoria kunt u contact opnemen met Invensys Foxboro. Tabel 1. ATEX-specificaties elektrische veiligheid Testlaboratorium, Soorten beveiliging en gebiedclassificatie Modellen IAP20, IGP20, IDP10, IDP25, IDP50, IMV25, ATEX niet-ontvlambaar, IMV30, IMV31 II 2 GD EEx d IIC, Zone 1. ATEX intrinsiek veilig, II 1 GD EEx ia IIC, Zone 0 en II 1/2 GD EEx ib IIC, Zone 0/Zone 1. ATEX intrinsiek veilig, II 1 GD EEx ia IIC, Zone 0 en II 1/2 GD EEx ib IIC, Zone 0/Zone 1. IAP10, IGP10, IGP25, IGP50 IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IGP25, IGP50, IDP10, IDP25, IDP50 IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IGP25, IGP50, IDP10, IDP25, IDP50, IMV25, IMV30, IMV31 Elektronische versie Alle Alle D T met Versie 4 Elektronische Module T met Versie 5 Elektronische Module Toepassingsvoorwaarden Temperatuurklasse T6 bij maximale omgevingstemperatuur 85 C. Zie certificaat KEMA 00ATEX2019 X voor elektrische gegevens Temperatuurklasse T6 T85 Zie certificaat SIRA 04ATEX1349 voor elektrische gegevens Temperatuurklasse T4 bij 80 Zie certificaat KEMA 00ATEX1009 X voor elektrische gegevens. Temperatuurklasse T4 bij 80 Zie certificaat KEMA 00ATEX1009 X voor elektrische gegevens. Temperatuurklasse T4, T103 Zie certificaat SIRA 06ATEX2055X voor elektrische gegevens. Ontwerpc ode elektrische veiligheid D E 2

Testlaboratorium, Soorten beveiliging en gebiedclassificatie ATEX FISCO veldapparaat intrinsiek veilig; II 1 G EEx ia IIC, Zone 0. ATEX beveiliging n; II 3 GD, EEx nl IIC, zone 2. ATEX beveiliging n; II 3 GD, EEx nl IIC, zone 2. ATEX FNICO veldbeveiliging n voor II 3 G EEx nl IIC, Zone 2. ATEX meerdere certificaties, ia en ib, en n. Zie voor bijzonderheden codes E en N. ATEX meerdere certificaties, ia en ib, d en n. Zie voor bijzonderheden codes E, D en N. ATEX meerdere certificaties, ia en ib, d en n. Zie voor bijzonderheden codes E, D en N. Tabel 1. ATEX-specificaties elektrische veiligheid (Vervolg) Modellen IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IDP10 IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IGP25, IGP50, IDP10, IDP25, IDP50 IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IGP25, IGP50, IDP10, IDP25, IDP50, IMV25, IMV30, IMV31 IAP10, IAP20, IGP10, IGP20, IDP10 IAP10, IGP10, IGP25, IGP50 IAP20, IGP20, IDP10, IDP25, IDP50 IAP20, IGP20, IDP10, IDP25, IDP50, IMV25, IMV30, IMV31 IAP10, IGP10, IGP25, IGP50 Elektronische versie F D T met Versie 4 Elektronische Module T met Versie 5 Elektronische Module F D en T D T D en T Toepassingsvoorwaarden Temperatuurklasse T4, Ta = -40 tot +80 Temperatuurklasse T4 bij 80 T6 bij 40 C. Zie certificaat KEMA 00ATEX1060 X voor elektrische gegevens. Temperatuurklasse T4 bij 80 T6 bij 40 C. Zie certificaat KEMA 00ATEX1060 X voor elektrische gegevens. Temperatuurklasse T4, T85 Zie certificaat SIRA 06ATEX4056X voor elektrische gegevens. Temperatuurklasse T4 bij 80 Zie noot (a) Zie noot (a) Zie noot (a) Zie noot (a) Ontwerpc ode elektrische veiligheid (a) Gebruikers dienen slechts één beveiligingssoort (ia en ib, d of n) permanent te markeren (af te vinken in rechthoekig blok op het gegevensplaatje). Deze markering kan niet worden gewijzigd als hij eenmaal is aangebracht. Zie Item D in het voorbeeld in Figuur 1. E N M P 3

Entiteitsparameters Voor Ontwerpcode E elektrische veiligheid De entiteitsparameters voor het voedings- en outputcircuit (aansluitingen + en -) in het type explosiebeveiliging intrinsieke veiligheid EEx ia IIC, alleen voor aansluiting aan een gecertificeerd intrinsiek veilig circuit met de volgende maximale waarden zijn: Elektronische versie D en versie T (met Versie 4 Firmware) U i = 30 V I i = 110 ma P i = Zie de tabel hieronder Maximale Pi (W) Temperatuurklasse Maximale omgevingstemperat uur ( C) 0.8 T4 80 0.5 T5 89 0.7 T5 40 0.5 T6 40 Elektronische Versie T (met Versie 5 Firmware) U i = 30 V I i = 110 ma P i = 800 mw Elektronische versie F U i = 17,5 V I i = 380 ma P i = 5,32 W PED-certificatie Invensys Foxboro biedt de PED-certificering (geharmoniseerde richtlijn van de Europese Gemeenschap voor drukapparatuur) alleen bij zenders die besteld zijn met selecties voor ATEXontwerpcodes elektrische veiligheid. Zenders met PED-certificering hebben een CE-merk op het gegevensplaatje waarop ook het PED-nummer 0575 vermeld staat. Drukwaarde De maximale werkdruk (PS of MWP) voor de zender wordt vermeld op het gegevensplaatje. Zie Item F in het voorbeeld in Figuur 1. 4

Het gegevensplaatje van geflensde niveauzenders en zenders met geflensde drukafdichting vermeldt de MWD als het drukbereik van de zender de beperkende factor is. Dit plaatje vermeldt ook "Flenswaarde" als de flenswaarde de beperkende factor is. De MWD voor de geflensde afdichting vindt u op het plaatje met afdichtingsgegevens. Zie Figuur 2. MODELCODE: FSFPS-A2S0E313B MWP: 275 psig bij 38 LET OP: ALS VERBINDINGEN WORDEN VERBROKEN, VERVALT DE GARANTIE CONTROLEER OF DE VULVLOEISTOF VEILIG MET PROCESMEDIUM KAN WORDEN GEMENGD AFDICHTING HOGE ZIJDE HOGE ZIJDE VLOEISTOF, DC200, 10 cst SILICONE TEMP. BEREIK -40 C TOT 232 C (-40 F TOT 450 F) MATERIAAL 316 SS DAT IN AANRAKING KOMT MET HET PROCESMEDIUM Figuur 2. Voorbeeld van plaatje met afdichtingsgegevens Wanneer u zenders met draad-, in-line zadellas-, of sanitaire drukafdichting gebruikt, dient u de MWD van de zender op het plaatje met zendergegevens te vergelijken met de MWD van de afdichtingen op de plaatjes met afdichtingsgegevens, en de laagste waarde te gebruiken als MWD voor het systeem. Het is mogelijk dat op de plaatjes met afdichtingsgegevens niet de MWD voor uw procestemperatuur wordt vermeld. Gebruik waar nodig de volgende gegevens en industrienormen om de maximaal toegestane druk voor uw toepassing te bepalen. Drukafdichting PSFLT Procesaansluitflens Tabel 2. Maximaal toegestane druk van drukafdichting PSFLT Procestemperatuur (c) ANSI-klasse 150 (a) 100 F 200 F 300 F 450 F ANSI-klasse 300 (a) 100 F 200 F 300 F 450 F ANSI-klasse 600 (a) 100 F 200 F 300 F 450 F DIN- artikelnummer 10/16 (b) 50 C 100 C 150 C 250 C Maximale werkdruk Koolstofstaal (d) 316L Roestvrij staal (e) 285 psig 260 psig 230 psig 185 psig 740 psig 675 psig 655 psig 618 psig 1480 psig 1350 psig 1315 psig 1235 psig 16 bar 16 bar 14,5 bar 11 bar 275 psig 240 psig 215 psig 183 psig 720 psig 620 psig 560 psig 498 psig 1440 psig 1240 psig 1120 psig 993 psig 16 bar 16 bar 14 bar 10,5 bar 5

Tabel 2. Maximaal toegestane druk van drukafdichting PSFLT (Vervolg) Procesaansluitflens Procestemperatuur (c) DIN-artikelnummer 10/40 50 C en artikelnummer 25/40 (b) 100 C 150 C 250 C Drukafdichtingen PSFPS en PSFES Maximale werkdruk Koolstofstaal (d) 316L Roestvrij staal (e) 40 bar 40 bar 37,5 bar 32 bar 40 bar 35 bar 33,5 bar 30 bar (a) ANSI-flenzen volgens ASME/ANSI B16.5-1988 (b) DIN-flenzen volgens BS4504. (c) Flenswaarde uitsluitend temperatuur/druk; afdichtingstemperatuurwaarden kunnen lager zijn; zie Tabel 9. (d) ASME/ANSI materiaalgroep 1.1; lineaire interpolatie acceptabel. (e) ASME/ANSI materiaalgroep 2.2; lineaire interpolatie acceptabel. Tabel 3. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSFPS en PSFES Procesverbinding flens Procestemperatuur (c) ANSI-klasse 150 (a) 100 F 200 F 400 F 500 F 600 F ANSI-klasse 300 (a) 100 F 200 F 400 F 500 F 600 F ANSI-klasse 600 (a) 100 F 200 F 400 F 500 F 600 F DIN artikelnummer 10/16 (b) 50 C 100 C 150 C 200 C 300 C Koolstofstaal (d) 285 psig 230 psig 200 psig 170 psig 140 psig 740 psig 675 psig 635 psig 600 psig 550 psig 1480 psig 1350 psig 1270 psig 1200 psig 1095 psig 16 bar 16 bar 14,5 bar 13 bar 9 bar Maximale werkdruk 316L Roestvrij staal (e) 275 psig 240 psig 195 psig 170 psig 140 psig 720 psig 620 psig 515 psig 480 psig 450 psig 1440 psig 1240 psig 1030 psig 955 psig 905 psig 16 bar 16 bar 14 bar 12 bar 9 bar 6

Tabel 3. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSFPS en PSFES (Vervolg) ANSIroestvrijstaal Procesverbinding flens Procestemperatuur (c) Koolstofstaal (d) Maximale werkdruk 316L Roestvrij staal (e) DIN-artikelnummer 10/40 50 C en artikelnummer 25/40 (b) 100 C 150 C 200 C 300 C Drukafdichtingen PSFAR en PSFAD 40 bar 40 bar 37,5 bar 35 bar 28 bar 40 bar 35 bar 33,5 bar 32 bar 28 bar (a)ansi-flenzen volgens ASME/ANSI B16.5-1988 (b)din-flenzen volgens BS4504. (c)flenswaarde uitsluitend temperatuur/druk; afdichtingstemperatuurwaarden kunnen lager zijn; zie Tabel 9. (d)asme/ansi materiaalgroep 1.1; lineaire interpolatie acceptabel. (e)asme/ansi materiaalgroep 2.2; lineaire interpolatie acceptabel. Procesverbin dingsflens ANSIkoolstofstaal Tabel 4. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSFAR en PSFAD Procestemperatuur (b) -20 F 100 F 200 F 300 F 400 F 500 F 580 F -20 F 100 F 200 F 300 F 400 F 500 F 580 F Drukwaarde in psig (a) Klasse 150 Klasse 300 Klasse 600 Klasse 1500 285 285 260 230 200 170 146 275 275 240 215 195 170 146 740 740 675 655 635 600 560 720 720 620 560 515 480 456 1480 1480 1350 1315 1270 1200 1120 1440 1440 1240 1120 1030 955 915 3705 3705 3375 3280 3170 2995 2785 3600 3600 3095 2795 2570 2390 2280 (a)de maximale werkdruk voor de onderste behuizingen van niet-metaal-ptfe en PVC is 150 psig, ongeacht het hogere toegestane flensdrukbereik. (b)uitsluitend flenswaarden voor temperatuur en druk; afdichtingstemperatuur kan lager zijn afhankelijk van behuizing en vulvloeistof; zie Tabel 9. 7

Drukafdichtingen PSTAR en PSTAD Tabel 5. Maximaal toegestane druk van drukafdichtingen PSTAR en PSTAD Boutcode S Boutcode C Procestemperatuur 20 F 100 F 200 F 300 F 400 F 500 F 580 F 5 cm (2 inch) en 7,5 cm (3 inch) 1250 1250 1075 975 900 835 803 10 cm (4 inch) 750 750 645 585 540 500 481 5 cm (2 inch) en 7,5 cm (3 inch) 10 cm (4 inch) 2500 2500 2150 1950 1800 1670 1606 Afdichtingstemperatuur kan lager zijn afhankelijk van behuizing en vulvloeistof; zie Tabel 9. 1500 1500 1290 1170 1080 1000 963 De drukwaarde is afhankelijk van de membraangrootte en het boutmateriaal. De membraangrootte en het boutmateriaal worden aangegeven in het modelnummer van de drukafdichting, dat te vinden is op de drukafdichting. Zie het volgende voorbeeld: PSTAR-B32USSS1SAC14C BOUTCODE GROOTTE MEMBRAAN (IN) Drukafdichtingen PSISR en PSISD De maximale werkdruk is equivalent aan die van een nominale schedule 40-pijp van 5 of 7,5 cm, zoals vastgelegd in de ASME/ANSI-normen. Drukafdichtingen PSSCR en PSSCT De maximale werkdruk van de afdichtingsprocesaansluiting is afhankelijk van de kleminrichting die wordt gebruikt. Raadpleeg de Tri-Clover Tri-Clamp-normen voor het bepalen van de maximaal toegestane druk van het klemsysteem dat u gebruikt. Afdichtingen PSSSR en PSSST (inspudding sanitaire tank) De maximale werkdruk voor de mini-tankinspudding-afdichting is 1,55 MPa bij 120 C (225 psi bij 250 F). Die voor de gewone tankinspudding-afdichting bedraagt 1,38 MPa bij 120 C (200 psi bij 250 F). 8

Oorsprongcode De oorsprongcode geeft het fabricagegebied en het jaar en de week van fabricage aan. Zie Item E in het voorbeeld in Figuur 1. In het voorbeeld betekent 2A dat het product is geproduceerd op de afdeling Meet- en regeltechniek, 01 dat het fabricagejaar 2001 is en 25 dat het product in week 25 van dat jaar is gemaakt. Grenswaarden werktemperatuur De grenswaarden van de werktemperatuur van de elektronica bedragen -40 C en +85 C (-40 F en +185 F). De grenswaarden zijn -40 C en +75 C (-40 F en +167 F) voor IAP10-, IGP10-, IGP25- en IGP50-zenders met ATEX-certificatie van niet-vlambaarheid. Zorg dat de zender binnen dit bereik wordt gebruikt. De grenswaarden van de werktemperatuur van het sensorlichaam worden bepaald door de vulvloeistof van de sensor. Het dekselmateriaal, het materiaal van de sensormembraan en de vulvloeistof worden aangegeven door twee tekens in de modelcode op het gegevensplaatje. Zie Item A in het voorbeeld in Figuur 1. Zie ook Tabel 6 en Tabel 7 voor een uitleg van dit deel van de code en Tabel 8 voor het bepalen van de grenswaarde van de sensorlichaamtemperatuur. In het getoonde voorbeeld, IDP10-D12A21E-A3, geeft het getal 12 aan dat de vulvloeistof in Tabel 6 silicone is. Tabel 8 geeft aan dat de grenswaarden van de temperatuur van de silicone -46 C en 121 C (-50 F en 250 F) bedragen. Tabel 6. Uitleg van modelcode voor zenders IDP10, IAP20, IGP20, IDP25, IDP50, IMV25 en IMV30 Code Dekselmateriaal Materiaal van de sensormembraan Vulvloeistof 10 Staal Co-Ni-Cr Silicone 11 Staal Co-Ni-Cr Fluorinert 12 Staal 316 ss Silicone 13 Staal 316 ss Fluorinert 16 Staal Hastelloy C Silicone 17 Staal Hastelloy C Fluorinert 20 316 ss Co-Ni-Cr Silicone 21 316 ss Co-Ni-Cr Fluorinert 22 316 ss 316 ss Silicone 23 316 ss 316 ss Fluorinert 2G 316 ss 316 ss, verguld Silicone 24 316 ss Monel Silicone 25 316 ss Monel Fluorinert 26 316 ss Hastelloy C Silicone 27 316 ss Hastelloy C Fluorinert 34 Monel Monel Silicone 35 Monel Monel Fluorinert 46 Hastelloy C Hastelloy C Silicone 9

Tabel 6. Uitleg van modelcode voor zenders IDP10, IAP20, IGP20, IDP25, IDP50, IMV25 en IMV30 (Vervolg) Code Dekselmateriaal Materiaal van de sensormembraan Vulvloeistof 47 Hastelloy C Hastelloy C Fluorinert 48 Hastelloy C Tantalum Silicone 49 Hastelloy C Tantalum Fluorinert 78 PVDF-inzetstuk Tantalum Silicone 79 PVDF-inzetstuk Tantalum Fluorinert F1 Silicone F2 Fluorinert F3 Silicone F4 Fluorinert S1 Silicone S2 Fluorinert S3 Silicone S4 Fluorinert n.v.t. - gebruikt met drukafdichting S5 Silicone S6 Fluorinert SA Silicone SB Inert SC Silicone SD Inert SE Silicone SF Inert Tabel 7. Uitleg van modelcode voor zenders IAP10, IGP10, IGP25 en IGP50 Code Procesverbindingsmateriaal Materiaal van de sensormembraan Vulvloeistof 20 316L ss Co-Ni-Cr Silicone 21 316L ss Co-Ni-Cr Fluorinert 22 316L ss 316L ss Silicone 23 316L ss 316L ss Fluorinert 24 15-5 ss 15-5 Geen 26 Inconel X-750 Inconel X-750 Geen 28 13-8Mo ss 13-8Mo ss Geen 30 316L ss Hastelloy C Silicone 31 316L ss Hastelloy C Fluorinert 32 Hastelloy C Hastelloy C Silicone 10

Tabel 7. Uitleg van modelcode voor zenders IAP10, IGP10, IGP25 en IGP50 (Vervolg) Code Procesverbindingsmateriaal Materiaal van de sensormembraan Vulvloeistof 33 Hastelloy C Hastelloy C Fluorinert TA 316L ss 316L ss Neobee T2 316L ss 316L ss Neobee T3 316L ss 316L ss Neobee TB 316L ss Hastelloy C Neobee T4 316L ss Hastelloy C Neobee T5 316L ss Hastelloy C Neobee M1 316L ss 316L ss Neobee M6 316L ss 316L ss Neobee M9 316L ss 316L ss Neobee PX 316L ss 316L ss Neobee PZ 316L ss 316L ss Neobee PA 316L ss 316L ss Silicone PB 316L ss 316L ss Silicone PC 316L ss 316L ss Silicone PD 316L ss 316L ss Silicone PE 316L ss Hastelloy C Silicone PF 316L ss Hastelloy C Silicone PG 316L ss Hastelloy C Silicone PH 316L ss Hastelloy C Silicone PJ 316L ss Hastelloy C Silicone D1 Silicone D2 Fluorinert S3 Silicone n.v.t. - gebruikt met drukafdichting S4 Fluorinert SC Silicone SD Inert Tabel 8. Werkingstemperaturen sensorbehuizing voor de modellen in tabel 6 en 7 Beperkende factor Vulvloeistof van silicone Vulvloeistof van fluorinert Vulvloeistof van Neobee PVDF-inzetstukken (a)bij procesverbinding Temperatuurlimieten -46 C en +121 C (-50 F en +250 F) -29 C en +121 C (-20 F en +250 F) -18 C en +204 C (0 en 400 F) (a) -7 C en +82 C (20 F en 180 F) 11

Voor zenders met drukafdichtingen worden de grenswaarden van de temperatuur aangegeven in Tabel 9. De vulvloeistofcode is te vinden in de modelcode voor de drukafdichting, zoals aangegeven in de volgende voorbeelden (de code voor de vulvloeistof is vetgedrukt en onderstreept): PSFLT PSFLT-B2S0153 PSFPS en PSFES PSFAR PSFAD PSTAR PSTAD PSISR PSISD PSSCR PSSCT PSSSR PSSST PSFPS-A2S01334E PSFAD-D232SSS2SBC13M PSFAD-D232SSS2SBC1 PSTAR-B32USSS1BCC34F PSTAR-B32USSS1BCC3 PSISR-A23JSSS1SC14M PSISD-A23JSSS1SC1 PSSCR-D21S354H PSSCT-B21S55 PSSSR-B4S2354H PSSST-B4S255 Code Tabel 9. Vulvloeistof voor afdichting en grenswaarden werktemperatuur Vulvloeistof Temperatuurlimieten Direct verbonden (a,b) PSFLT, PSFAD, PSTAD, PSISD, PSSCT, PSSST -40 C en +204 C (-40 F en Op afstand verbonden (b) PSFPS, PSFES, PSFAR, PSTAR, PSISR, PSSCR, PSSSR -40 C en +232 C (-40 F en +450 F) -59 C en +82 C (-74 F en +180 F) 1 DC200, 10cS, silicone +400 F) -59 C en +82 C (-74 F en 2 FC77-fluorinert +180 F) 3 DC200, 3cS, silicone -40 C en +149 C (-40 en +300 F) -40 C en +149 C (-40 en +300 F) 4 DC704-silicone (HTF) 0 C en +204 C (32 F en 400 F) 0 C en 304 C (32 F en 580 F) 5 Neobee -18 C en +204 C (0 F en 400 F) -18 C en +204 C (0 F en 400 F) (a) Beperkt tot 204 C (400 F) maximum ongeacht vulvloeistof door maximum temperatuurlimieten van de zender. (b) Drukafdichtingen PSFAR, PSFAD, PSTAR, PSTAD, PSISR en PSISD met PTFE-pakkingen zijn beperkt tot 60 Materiaal dat met het procesmedium in aanraking komt Raadpleeg Tabel 6 om te kunnen bepalen of het materiaal van de procesbehuizing en dat van de sensormembraan geschikt is voor het proces. Bij zenders met drukafdichtingen wordt het volgende materiaal gebruikt: 12

Drukafdichtingen PSFLT, PSFPS en PSFES Tabel 10. Drukafdichting PSFLT, PSFPS en PSFES-materialen Materiaalcode S C T Materiaal 316L ss Hastelloy C Tantalum De codes voor het materiaal dat in aanraking komt met het procesmedium, worden vermeld in de modelcode van de drukafdichting, dat op de drukafdichting is te vinden. Zie het volgende voorbeeld: PSFLT-B2S0153 AFDICHTINGSMATERIAAL DAT IN AANRAKING KOMT MET HET PROCESMEDIUM Drukafdichtingen PSFAR, PSFAD, PSTAR, PSTAD, PSISR en PSISD Tabel 11. Materiaal van de onderste behuizing van drukafdichting Materiaalcode S K C T E L M N G P Materiaal 316L ss Koolstofstaal Hastelloy C Tantalum laag Titanium klasse 4 Inconel 600 Monel 400 Nikkel 200 Met glas gevuld PTFE Polyvinylchloride Tabel 12. Membraanmaterialen van drukafdichtingen Materiaalcode S C T E L M N Materiaal 316L ss Hastelloy C276 Tantalum Titanium klasse 2 Inconel 600 Monel 400 Nikkel 200 13

Tabel 13. Pakkingmateriaal voor drukafdichting Materiaalcode S 3 T B V G T Materiaal Organische vezel met nitrilbinder 316 ss met bladzilver ptfe Buna N Viton Grafoil Hastelloy C met bladzilver De materiaalcodes worden vermeld in de modelcode van de drukafdichting, dat op de drukafdichting is te vinden. Zie het volgende voorbeeld: PSFAR-D232SSS1SA01A PAKKINGMATERIAAL MEMBRAANMATERIAAL MATERIAAL VAN DE ONDERSTE BEHUIZING Drukafdichtingen PSSCR Tabel 14. Membraanmaterialen drukafdichtingen PSSCR Materiaalcode S C Materiaal 316L ss Hastelloy C276 De codes voor het membraanmateriaal worden vermeld in de modelcode van de drukafdichting, dat op de drukafdichting is te vinden. Zie het volgende voorbeeld: Het behuizingmateriaal is 316 ss. De pakking wordt door de gebruiker verstrekt. Drukafdichtingen PSSCT Het behuizingmateriaal is 316 ss. Het membraanmateriaal is 316L ss. De pakking wordt door de gebruiker verstrekt. Drukafdichtingen PSSSR en PSSST Het behuizingmateriaal is 316 ss. Het membraanmateriaal is 316L ss. Het pakkingmateriaal is EPDM. PSSCR-D21S354H MEMBRAANMATERIAAL 14

Waarschuwingen Algemene waarschuwing Zenders dienen te worden geïnstalleerd conform alle ter plekke van toepassing zijnde installatieregels, zoals vereisten voor gevaarlijke gebieden, codes van de elektrische bedrading en codes voor werktuigbouwkundige pijpen. Personen die betrokken zijn bij de installatie dienen deze codevereisten te kennen om ervoor te zorgen dat de installatie optimaal gebruik maakt van de veiligheidsvoorzieningen die in de zender zijn aangebracht. ATEX-waarschuwingen Apparaten die zijn aangeduid als Category 1-apparatuur en die worden gebruikt in gevaarlijke gebieden waarvoor deze categorie is vereist, dienen zodanig te worden geïnstalleerd dat de versies met een behuizing van een aluminiumlegering zelfs in uitzonderlijke gevallen geen ontbrandingsbron kunnen vormen ten gevolge van stoten en wrijving. Installeer ATEX-gecertificeerde zenders in overeenstemming met de vereisten van de EN 60079-14-norm. Om een zender met meerdere goedkeuringen te installeren, dient u het certificatielabel in het aankruisvak permanent te markeren om het geïnstalleerde goedkeuringstype te onderscheiden van de ongebruikte goedkeuringstypen. De zender kan na installatie niet opnieuw worden geïnstalleerd met een ander goedkeuringstype. Het niet opvolgen van deze aanwijzingen schaadt de explosieveiligheid. Waarschuwing explosieveiligheid/niet-ontvlambaarheid en behuizing Om explosies te voorkomen en om de explosieveiligheid/niet-ontvlambaarheid en de beveiliging tegen ontbranding door stof te waarborgen, dient u niet-gebruikte openingen af te sluiten met de meegeleverde plug voor metalen buizen. Deze plug moet minimaal vijf volledige slagen worden vastgedraaid. De behuizingsdeksels met schroefdraad moeten worden aangebracht. Draai de deksels zodat de O-ring in de behuizing wordt vastgezet en draai deze daarna met de hand verder aan totdat het metaal van het deksel in contact komt met dat van de behuizing. 15

Als de elektronicabehuizing om de een of andere reden wordt verwijderd, dient deze volledig met de hand te worden aangedraaid. Draai daarna de stelschroef totdat deze uit de bodem komt en draai deze vervolgens 1/8 slag terug. Vul de uitsparing voor de stelschroef met rode lak (Foxboro-artikelnummer X0180GS of vergelijkbaar). U kunt de behuizing daarna een volledige draai tegen de wijzers van de klok in draaien voor een optimale toegang voor het afstellen. Intrinsiek veilig en type n-waarschuwing Omdat Invensys Foxboro geen onderhoud op werkende machines voorschrijft, dient u, alvorens onderhoud uit te voeren, de stroom uit te schakelen om ontbranding in ontvlambare omgevingen te voorkomen, tenzij de omgeving als niet-gevaarlijk is gecertificeerd. Type n-waarschuwing Op zenders die zijn gecertificeerd voor ATEX-beveiliging n, CSA-klasse I, divisie 2 of FM niet-ontvlambaar voor klasse I, divisie 2, dienen de huisdeksels met schroefdraad te worden aangebracht. Drukwaarschuwingen Wanneer de zender wordt geïnstalleerd, dienen de verbindingsbouten te worden aangehaald tot 61 N m (45 ft lb); aftappluggen en optionele ontluchtingsschroeven dienen te worden aangehaald tot 20 N m (15 ft lb). Zie Figuur 3. 16

FIELD TERMINALS + AFTAPPLUG ONTLUCHTINGS- SCHROEF PROCES- VERBINDINGS- BOUTEN L-H OPTIONELE ONTLUCHTINGSSCHROEF OF AFTAPPLUG Figuur 3. Drukverbindingen Als er een sensor wordt vervangen of als procesbehuizingen worden gedraaid voor ontluchting, dienen de pakkingen en de dekselbouten (zie Figuur 4 en 5) te worden aangehaald tot 100 N m (75 ft lb) in meerdere gelijke stappen. Wanneer optionele 316 ss-bouten zijn voorgeschreven (optie B1) bedragen de aanhaalmomenten 66 N m (50 ft lb). Een druktest is vereist. Voer een hydrostatische test uit met een vloeistof en volg daarbij de juiste procedures voor hydrostatische tests. Voer een druktest uit op de procesbehuizing door een hydrostatische druk van 150% van de maximale statische en overbelastingsdrukwaarde op beide zijden van het procesbehuizings-/sensorgeheel tegelijk toe te passen via de procesaansluitingen. Houd de druk gedurende één minuut aan. Er mag geen testvloeistof lekken door de pakkingen. 17

PROCESBEHUIZING SENSOR PROCESBEHUIZING PAKKINGEN DEKSELBOUTEN Figuur 4. Sensor vervangen PAKKING PROCESBEHUIZING PVDF-INZETSTUK BOTTOMWORKS WITH PROCESS CONNECTOR CODE 7 DEKSELBOUTEN SENSOR Figuur 5. Sensor vervangen (PVDF-inzetstukken) 18

Waarschuwing procesvloeistof Bij het demonteren van procesinsluitingsonderdelen dienen de volgende maatregelen te worden getroffen: 1. Zorg ervoor dat de procesvloeistof niet onder druk staat en geen hoge temperatuur heeft. 2. Zorg voor adequate voorzorgmaatregelen bij lekkage of morsen van giftige of anderszins gevaarlijke vloeistoffen. Volg de aanbevelingen uit het gegevensblad voor materiaalveiligheid. Waarschuwing: Afdichtingsvulvloeistof Hoewel de hoeveelheid afdichtingsvloeistof klein is, moet u er zeker van zijn dat de vulvloeistof veilig met de procesvloeistof kan worden gemengd. Waarschuwing onderdelen vervangen Dit product bevat onderdelen met eigenschappen die kritisch zijn voor de veiligheid. Gebruik geen vervangende onderdelen. Vervang onderdelen uitsluitend met identieke door de fabrikant geleverde onderdelen. Het gebruik van vervangende onderdelen kan afbreuk doen aan de elektrische veiligheid van deze apparatuur en de geschiktheid ervan voor toepassing in gevaarlijke omgevingen. 19

DATUM VAN UITGAVE JUL 2001 AUG 2001 SEP/OKT 2003 AUG 2006 Verticale lijnen rechts van tekst of illustraties geven gedeelten aan die op de laatste uitgiftedatum zijn gewijzigd. 33 Commercial Street Foxboro, MA 02035-2099 Verenigde Staten van Amerika http://www.foxboro.com Binnen VS: 1-866-746-6477 Buiten VS: +1-508-549-2424 of neem contact op met uw plaatselijke Foxboro vertegenwoordiger. Fax: (508) 549-4999 Invensys, Foxboro, FoxCom, en I/A Series zijn handelsmerken van Invensys plc, diens dochterbedrijven en andere gelieerde ondernemingen. Andere merknamen zijn mogelijk handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars. Copyright 2001-2006 Invensys Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in de VS 0806