11 december 2014. Belasting- en tariefvoorstellen 2015



Vergelijkbare documenten
Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Belasting- en tariefvoorstellen Gevraagde Beslissing:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Belasting- en tariefvoorstellen Gevraagde Beslissing:

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Onderwerp: Belasting- en tariefvoorstellen Gevraagde Beslissing:

13 december Belasting- en tariefvoorstellen 2013

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting Artikel 1. Artikel 2

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

\ ' Ontwerpbesluit. De raad van de gemeente Kerk rade;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen met de inflatiecorrectie van 1,5%. 221,52 224,88. Voorstel

Onderwerp Intrekken verordening Hondenbelasting 2012 en vaststellen verordening Hondenbelasting 2013

Onderwerp Intrekken verordening Hondenbelasting 2011 en vaststellen verordening Hondenbelasting 2012.

19 december Belasting- en tariefvoorstellen 2014

Onderwerp Intrekken verordening Hondenbelasting 2013 en vaststellen verordening Hondenbelasting 2014

Voorgesteld wordt om de tarieven aan te passen met de inflatiecorrectie van 1,2%. Aantal honden Éérste hond 97,80 98,97

Voorstel De verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2010 vast te stellen.

Gemeente Woerden. besluit: Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2014

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2014 (versie geldig vanaf )

Verordening havengelden 2011

Afdeling: Gemeentewinkel Leiderdorp, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 november 2011, nr.

*Z D2E* Besluit: Zaaknummer:Z Onderwerp: Verordening Hondenbelasting De raad van de gemeente Roerdalen heeft;

Vergadering d.d.: 14 december 2011 Agendanummer:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 september 2013;

16 november 2010/34238 Datum : Onderwerp Intrekken verordening Hondenbelasting 2010 en vaststellen verordening Hondenbelasting 2011.

GEMEENTEBLAD. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 november 2016;

Verordening op de heffing en de invordering van

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2013 (kenmerk );

Verordening op de heffing en invordering van haven-, lig-, kade- en opslaggelden 2018

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

Onderwerp Intrekken verordening hondenbelasting 2018 en vaststellen verordening hondenbelasting

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2017

Verordening op de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2015

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel van de Wet milieubeheer; B E S L U I T:

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

B E S L U I T: VERORDENING op de heffing en invordering van marktgelden.

De tariefsontwikkeling laat dan vanaf 2008 het volgende beeld zien: Belastingjaar Rioolheffing per zelfstandig gedeelte

No.ZA /DV , afdeling Middelen en Advies. Onderwerp: Vaststellen "Verordening reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2015"

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2017 De raad van de gemeente Haarlem;

Artikel 1 Inleidende bepaling

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN HONDENBELASTING 2017 (versie geldig vanaf )

Verordening liggelden Colijnsplaat 2010 Raadsbesluit: 5 november 2009

b e s l u i t : Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders, nummer Rsl van 18 september 2018

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Verordening op de heffing en de invordering van scheepvaartrechten c.a. 2015, versie 2

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2016 nr.

Beoogd resultaat Vaststellen van de verordening zodat in 2010 de belastingheffing plaats kan vinden.

Verordening afvalstoffenheffing 2019

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014,

CVDR. Nr. CVDR603868_1. Verordening scheepvaartrechten 2018

Wetstechnische informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2013;

Raadsbesluit. De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 november 2018 nr.

r GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2017

Verordening reinigingsheffingen Noord-Beveland 2018

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2019

Nr.: 11.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2017

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van xxxxxx, nr. xx ;

Raadsbesluit. GEMEENTE VELSEN gemeenteraad

Verordening scheepvaartrechten 2015

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN DE PRECARIOBELASTING 2015 (versie geldig vanaf )

Vergadering 20 december 2018 Agendapunt: Landsmeer, 20 november 2018 voorstelnummer: 2018-

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten gemeente Veendam

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014, nummer 2014/72;

Nr.:.. Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Verordening reinigingsheffingen 2014

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PRECARIOBELASTING WASSENAAR 2017 (Verordening precariobelasting Wassenaar 2017)

Verordening precariobelasting Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2016 (Verordening precariobelasting 2016)

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 november 2016, nummer ;

Nr.: 8.1 Onderwerp: Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2018

Raadsvoorstel. 24 oktober Geachte raad,

GEMEENTE LOPIK. Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2010

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2019

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 september 2014;

Wetstechnische informatie

De Raad van de gemeente Alphen-Chaam; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 10 oktober 2017, kenmerk Nr. SBC/ ;

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VERORDENING PRECARIOBELASTING 2016.

RAADSBESLUIT 14R.00481

Raadsvoorstel. 23 oktober Geachte raad,

vast te stellen de volgende Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

gelezen het voorstel van het college d.d. 10 november 2015, nummer ;

Verordening. Toelichting. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2013 / 004. Naam Verordening Hondenbelasting Publicatiedatum 20 december 2012

* GEWIJZIGD, 22 NOVEMBER 2017 (pagina 7) Gemeenteblad 612

Verordening reinigingsheffingen 2016 gemeente Sliedrecht. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Onderwerp: Verordeningen gemeentelijke belastingen 2018

Onderwerp : Verordening binnenhavengelden De raad van de gemeente Beverwijk;

Besluit: vast te stellen de: VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING EN REINIGINGSRECHTEN (REINIGINGSHEFFINGEN) 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

Transcriptie:

Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 11 december 2014 Onderwerp: Belasting- en tariefvoorstellen 2015 Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. de belasting- en tariefvoorstellen 2015 en de belastingverordeningen 2015 conform het ontwerp-besluit vast te stellen. Aan de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel Krimpen aan den IJssel, 5 november 2014 Deel A: inleiding In samenhang met de door uw raad op 13 november 2014 vastgestelde begroting voor 2015 en de daarin opgenomen (trendmatige) meerjarencijfers 2015 2018, komen in dit voorstel de maatregelen aan de orde, die noodzakelijk zijn met betrekking tot de tarieven van de gemeentelijke belastingen, overige heffingen en van de gemeentelijke accommodaties. Hieronder treft u de voorstellen aan inzake (de volumes van) de gemeentelijke belastingen, de overige heffingen en de tarieven voor het jaar 2015. De verordeningen zijn bijgevoegd. Daarin zijn de uitwerkingen van de onderhavige voorstellen met betrekking tot de tarifering opgenomen. De opzet, structuur en indeling van de voorstellen wijken inhoudelijk niet af van die van vorige jaren. Op bijlage 1 treft u de geraamde totaalopbrengsten voor 2015 aan in vergelijking tot die van 2014. In bijlage 2 is de ontwikkeling van een aantal tarieven over de jaren 2006 tot en met 2015 weergegeven. Deel B: Uitgangspunten en feiten In de paragraaf -A- lokale heffingen die onderdeel uitmaakt van de begroting voor 2015 e.v. jaren, worden reeds de hoofdpunten van het beleid dat betrekking heeft op gemeentelijke belastingen en de overige heffingen, opgesomd. Wij verwijzen daarnaar. In aanvulling daarop is nog het volgende te vermelden: > vastgesteld beleid De nu geformuleerde voorstellen zijn, net zoals dat voor 2014 het geval was, mede afgeleid van het eerder ingezette beleid, zoals dat in de Belastingnota 2013 vorm en inhoud heeft gekregen. In de afgelopen jaren is via de jaarlijkse kadernota het beleid op onderdelen aangepast. Het beleid voor 2015 is opgenomen in de Kadernota 2015, die door uw raad op 1

2 10 juli 2014 is vastgesteld. Dit beleid is vertaald in onder andere de ramingen die voor 2015 en volgende jaren tot stand zijn gekomen. > stijging of daling in 2015 ten opzichte van 2014 In het algemeen zijn de tariefsaanpassingen veroorzaakt door de trendmatige verhoging (inflatiecorrectie) met 1,5% ten opzichte van 2014, uitgezonderd de afvalstoffenheffing en de tarieven van de gemeentelijke sportaccommodaties en het zwembad. Door de beleidsintentie van volledige kostendekking is bij de afvalstoffenheffing sprake van een gelijkblijvend tarief ten opzichte van 2014. De tarieven van de gemeentelijke sportaccommodaties en het zwembad worden met 4% (incl. trendmatige aanpassing) verhoogd. Dit is het gevolg van ombuigingsvoorstellen uit het verleden. Tarieven voor ontmoetingscentrum De Tuyter zijn met de algemene inflatie van 1,5% verhoogd Hierna wordt per belastingonderwerp een toelichting gegeven. Soms zijn enkele belastbare feiten, die ten grondslag liggen aan de heffingen, toegevoegd dan wel aangepast in de verordeningen voor 2015. > verordeningen 2015 Het juridische kader voor de gemeentelijke belastingheffing wordt gevormd door onder andere de verordeningen. Deze belastingverordeningen worden jaarlijks aangepast vanwege jurisprudentie, wet- en regelgeving en de tarieven. Daarnaast worden tekstverbeteringen en aanvullingen ontvangen van afdelingen, die vervolgens worden verwerkt. Verder zijn enkele belastingfeiten in de verordeningen aangepast, toegevoegd of anders geredigeerd. Het zijn zogenaamde beleidsarme belastingfeiten, waarbij ingespeeld wordt op de ontwikkelingen en tevens op incidentele feiten, waarbij bleek dat die niet correct of niet praktisch in de uitwerking waren. Naast dit alles is het gebruikelijk dat de verordeningen eenmaal per drie jaar worden getoetst door een derde. De laatste keer dat dit is gedaan was in 2012 bij de voorbereiding van de belastingvoorstellen 2013. In 2015 zal weer een dergelijke toetsing plaatsvinden met het oog op de verordeningen voor 2016. > maximale tarieven Evenals in 2014 het geval was, is in 2015 sprake van enkele tarieven die maximaal geheven mogen worden. Het gaat met name om de tarieven van de reisdocumenten (paspoort, identiteitskaart) en om enkele tarieven die met het berichtenverkeer vanuit de basisregistratie persoonsgegevens. Sinds 2014 geldt er ook een maximumtarief voor het het rijbewijs. Het maximumtarief voor het rijbewijs is voor 2015 door het rijk bepaald op 38,47. In 2014 was dit tarief ook vastgesteld op 38,47 De door het rijk vastgestelde bedragen van de reisdocumenten, de rijbewijzen etc. zullen ook in 2015 tot de maximale tarieven geheven worden, waarbij een afronding op 5 eurocent naar beneden wordt toegepast. > lastendruk De gemeente heeft als beleidsuitgangspunt bepaald dat de lastendruk de komende jaren zoveel als mogelijk wordt beperkt. Onze gemeente staat volgens het COELO-rapport, dat in april 2014 werd uitgebracht, op de 64e plaats en in 2013 was een 59e plaats onze score. Onze intentie is om verhogingen van de tarieven te beperken tot het inflatieniveau. Hiervan zijn uitgezonderd de heffingen die de kosten geheel moeten dekken, zoals bij voorbeeld de afvalstoffenheffing. Wij spreken hierbij de hoop uit dat deze beperkte verhoging van de tarieven zal bijdragen aan een verdere daling op deze ranglijst. In het voorjaar van 2015, nadat COELO opnieuw de tarieven heeft verzameld, zal de atlas voor 2015 verschijnen. Op de gebruikelijke manier zal deze informatie van commentaar worden voorzien en te zijner tijd worden aangeboden.

3 > afvalstoffenheffing De tariefdifferentiatie voor de afvalstoffenheffing blijft ook in 2014 bestaan. Het tariefsonderscheid tussen één- of meerpersoonshuishoudens was in 2014 nominaal 21,96 op jaarbasis. In 2015 blijft dit gehandhaafd. Conform de Belastingnota 2013 blijft de beleidslijn dat de exploitatie van de gemeentereiniging meerjarig kostendekkend wordt geraamd, inclusief de inningskosten. Ook in 2015 worden de heffing en inning van de afvalstoffenheffing (evenals de rioolheffing) door drinkwaterbedrijf Oasen N.V. te Gouda verzorgd, hetgeen tot volle tevredenheid verloopt. > waardering onroerende zaken in 2014 De wet WOZ bepaalt dat alle binnen de gemeentegrenzen liggende objecten jaarlijks van een nieuwe waarde moeten worden voorzien. De in 2014 uitgevoerde herwaardering van de objecten, die grotendeels modelmatig heeft plaatsgevonden en thans grotendeels is afgerond, geldt dus voor 2015 en kent als waardepeildatum 1 januari 2014. Voor de bepaling van de drie tarieven van de onroerende-zaakbelastingen, wordt dus uitgegaan van het waardeniveau, zoals dat voor 2015 van toepassing is. > beperkte overdracht van bevoegdheden Ten tijde van de behandeling van de belastingvoorstellen 2010 heeft uw gemeenteraad besloten om beperkte wijzigingen van de legesverordening die van zuiver redactionele aard zijn, dan wel een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving met inbegrip van de door het rijk bepaalde tarieven, in handen te geven van ons college. Het voordeel hiervan is dat de heffing van een (nieuw) belastbaar feit en/of de introductie of wijziging van een tarief in een kort tijdsbestek kan worden gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de (als regel vrij beperkte) redactionele aanpassingen en correcties, die beleidsarm zijn. In deze gevallen ontvangt uw raad dus geen voorstel meer. Via een raadsinformatiebrief wordt u hiervan op de hoogte gehouden. Deel C: Maatregelen en voorstellen voor 2015 Hierna worden de verschillende belastingsoorten belicht. In bijlage 1 zijn vergelijkingen met vorig jaar opgenomen. Tenslotte geldt dat zowel de kosten als de opbrengsten zoals die hieronder worden vermeld, conform de begroting 2015 zijn. 1. Hondenbelasting Voor de hondenbelasting 2015 is uitgegaan van een trendmatige verhoging van 1,5%, conform de begrotingsrichtlijnen en de kadernota 2015. Dit genereert een geraamde opbrengst in 2015 van 154.766. Dit bedrag is gebaseerd op ongeveer 1690 honden. Voor een specificatie van het bedrag wordt verwezen naar bijlage 1. In de bijgevoegde verordening zijn bovengenoemde tarieven verwerkt, terwijl in de begroting 2015 met bovengenoemde opbrengst rekening is gehouden. In september 2014 heeft opnieuw een kleinschalige controle plaatsgevonden met als resultaat twintig honden die niet in de heffing betrokken waren. Met de inkomsten als gevolg van deze actie is in de begroting 2015 rekening gehouden. 2. Haven- en marktgelden en lijkbezorgingsrechten De rechten worden (evenals vorig jaar) met de standaardtrend verhoogd, zijnde 1,5%. Met betrekking tot de lijkbezorginsrechten wordt er op dit moment gewerkt aan een actuele beheerverordening begraafplaatsen. In deze verordening wordt het beleid voor de komende jaren vastgesteld met betrekking tot de begraafplaatsen, begraven etc. De verwachting is dat deze verordening binnenkort aan de raad zal worden voorgelegd. De verordening op de lijkbezorgingsrechten zal vervolgens moeten worden afgestemd op deze nieuwe beheerverordening. Hierdoor zullen naar alle waarschijnlijkheid nieuwe belastingfeiten met bijbehorende tarieven moeten worden opgenomen in de verordening

4 lijkbezorgingsrechten. Indien hier wijzigingen uit voortvloeien zullen deze aan u worden voorgelegd. 3. Rioolheffing In de Belastingnota 2013 is als beleid vastgelegd dat voor de rioolheffing een kostendekking van ten minste 100% van toepassing is tot maximaal een percentage, dat gebaseerd is op het kostenniveau inclusief het bedrag van de compensabele omzetbelasting. Het tarief rioolheffing wordt hierdoor voor 2015 met 1,5% verhoogd. Voor 2014 ontstaat het volgende beeld. - Eigenaren: 12.996 x 137,50 = 1.786.950 - Gebruikers 21.100 x 57,36 = 1.210.296 Opbrengst via de tarieven 2.997.246 Totaal opbrengst in 2015 2.997.246 Te verlenen kwijtschelding, zijnde 323 eenheden van 57,36 18.527 Kosten rioleringen in 2015 2.853.003 BTW-aandeel 125.716 Totale kosten 2.997.246 Saldo nihil De kosten voor rioleringen in 2015 zijn inclusief een storting van 1.827.683 in de voorziening riolering. In de vergadering van 8 november 2012 heeft uw raad het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vgrp) 2013-2017 aanvaard. Dit vgrp, waarin ook de beheers- en onderhoudstaken van het hemelwater en het grondwater zijn opgenomen, vormt de basis voor een kostenopzet waarop ingaande 2015 de rioolheffing wordt geheven en geïnd. 4. Onroerende-zaakbelastingen Bij de berekening van de drie tarieven voor 2015 is rekening gehouden met de hierna volgende uitgangspunten, normen en feiten. a. Stijging van het ozb-volume; de tarieven. Voor onze gemeente geldt dat conform de begrotingsrichtlijnen en de kadernota 2015 het ozbvolume in 2015 ten opzichte van 2014 met 1,5% inflatiecorrectie en voorts met de relevante areaalwijziging is aangepast. Dit ozb-volume is in de begroting voor 2015 opgenomen en vormt het uitgangspunt voor de berekening van de drie tarieven. b. De waardes per waardepeildatum van 1 januari 2014. Op 16 februari 2015 worden de nieuwe waardes, met als waardepeildatum 1 januari 2014, bekend gemaakt aan alle belanghebbenden. Dit opnieuw in de vorm van een gecombineerd biljet, dat enerzijds fungeert als een beschikking (vermelding van de nieuwe WOZ-waarde) en anderzijds als aanslagbiljet (onder andere de heffing van de onroerende-zaakbelastingen). De WOZ-waardes die in februari 2015 bekend gemaakt worden, kennen op basis van de huidige inzichten een waardeniveau (waardepeildatum 1 januari 2014) met betrekking tot: - woningen: 2.595.174.000 - niet-woningen (eigenaren): 448.605.000

5 Aangezien voor woondelen in de taxaties voor niet woningen een vrijstelling geldt voor het OZB-gebruik geldt voor de berekening van het OZB gebruikersdeel niet-woningen een ander waardeniveau, te weten: - niet-woningen (gebruik): 442.412.150 Deze waardeniveaus vormen het vertrekpunt voor de berekening van de drie tarieven, namelijk van het eigendom van de woning, het eigendom van de niet-woning en het gebruik van de niet-woning. Bij de woningen is in 2015 sprake van een gemiddelde daling van het waardeniveau van circa 3% ten opzichte van 2014. Voor de niet-woningen geldt een lichte stijging van het waardeniveau. Het waardeniveau voor gebruikers blijft nagenoeg gelijk. c. Uw raad heeft op 17 november jl. voor 2015 zoals reeds onder a. is genoemd - het ozb-volume vastgesteld op basis van het volume van 2014, verhoogd met de trend van 1,5% en met de areaalwijziging. Het gaat om het volumebedrag van 5.751.249, met als specificatie: - de eigenaren van woningen: 3.562.143 - de eigenaren van niet-woningen: 1.255.683 en - de gebruikers van niet-woningen: 933.423 Van deze opbrengsten uitgaande, worden de drie tarieven in een percentage berekend met de WOZ-waarde als heffingsgrondslag. d. De waardegrondslagen voor het begrotingsjaar 2015 zijn als volgt (met inbegrip van de bouwstroommutaties tot en met het jaar 2014): - woningen: 2.595.174.000 - Uitbreidingen per 1-1-2015 n.v.t. - totaal voor woningen 2.595.174.000 - niet-woningen: uitbreiding per 1-1-2015 448.605.000 4.000.000 - totaal voor niet-woningen 452.605.000 Het waardevolume van de niet-woningen is exclusief de waardes van de vrijgestelde objecten, zoals kerken, gemalen etc. Voor deze objecten wordt sinds 1 januari 2005 geen WOZ-waarde meer beschikt. Berekening tarieven 2015 in vergelijking met 2014; de opbrengsten De tarieven in 2015, uitgedrukt in een percentage van de waarde, zijn als volgt te berekenen: voor de eigenaren van de woningen: 0,1383% van de waarde (in 2014 een percentage van 0,1328%); voor de eigenaren van de niet-woningen: 0,2774% van de waarde (in 2014 een percentage 0,2733%); voor de gebruikers van de niet-woningen: 0,2219% van de waarde (in 2014 een percentage van 0,2186%). De conclusie is dat de stijging van het eigenarentarief van woningen in 2015 ten opzichte van 2014 ruim 4% is en dat de tarieven van eigenaren en gebruikers van niet-woningen in 2015 ten opzichte van 2014 stijgen met ruim 1,5%. De OZB-opbrengst voor 2015 is dan ook als volgt weer te geven: > woningen, eigenaren: waarde van 2.595.174.000 x 0,1383 % is een bedrag van: 3.589.126 > niet-woningen, eigenaren: waarde van 452.605.000 x 0,2774 % is een bedrag van: 1.255.527

6 > niet-woningen, gebruikers: waarde van 442.412.150 x 0,2219 % is een bedrag van: 981.713 > totaal bruto-opbrengst van de OZB in 2015: 5.826.366 Verminderingen in 2015: - leegstand bij niet-woningen: 30.000 -/- - bezwaar en beroep bij woningen: 16.000 -/- - bezwaar en beroep bij niet-woningen: 10.000 -/- - diversen, waaronder afwijkend waardeniveau: 19.117 -/- Totaal van de verminderingen: 75.117 -/- Netto-opbrengst van de OZB conform begroting 2015: 5.751.249 Bij de hierboven gepresenteerde berekeningen wordt opgemerkt dat getracht is alle van belang zijnde feiten en cijfers zo goed en volledig mogelijk in beeld te brengen. Het zal echter duidelijk zijn dat er bij dit onderwerp ook sprake is van niet vooraf te beïnvloeden onzekerheden. Het thans bekende waardeniveau is als uitgangspunt genomen. Ofschoon omvangrijke afwijkingen tijdens het nog lopende controletraject niet verwacht worden, kan het waardeniveau nog wel wijzigen. Tenslotte wordt gewezen op de moeilijk in te schatten vermindering als gevolg van bezwaar en beroep. Het spreekt vanzelf dat deze vermindering een nauwe relatie kent met het aantal bezwaarschriften. En het aantal bezwaarschriften houdt verband met het nieuwe waardeniveau in vergelijking tot het vorige. Eventuele financiële mutaties in de OZB-opbrengsten leggen wij aan u voor via de lenteen/of najaarsnota 2015. 5. Afvalstoffenheffing In de Belastingnota 2013 is als beleid vastgelegd dat voor de afvalstoffenheffing een kostendekking van 100% van toepassing is, waarbij ingaande 2010 het bedrag aan niet compensabele omzetbelasting ten laste van de reinigingsexploitatie wordt gebracht. In 2015 blijven de tarieven gelijk aan 2014, waarbij de bandbreedte tussen meer- en éénpersoonshuishoudens 21,96 op jaarbasis blijft. Dit betekent dat het tarief in 2015 voor een éénpersoonshuishouden 241,56 bedraagt (dat zijn 11 eenheden van 21,96) en voor een meerpersoonshuishouden 263,52 bedraagt (dat zijn 12 eenheden van 21,96). De totale kosten van de reinigingsexploitatie bedragen in 2015: 2.834.162 exclusief BTW. Op basis van het bovenstaande is dan de volgende opstelling te geven: Afvalstoffenheffing (zie bijlage 1): 3.153.741 Totale kosten van de reinigingsexploitatie 2015 2.834.162 (excl. BTW) Te verlenen kwijtschelding 61.000 + Omzetbelasting 570.466 Onttrekking uit de bestemmingsreserve egalisatie reiniging 311.887 - Totale kosten van de reinigingsexploitatie 3.153.741 Saldo nihil

7 6. Leges Voorgesteld wordt om de legesopbrengst te verhogen met het inflatiepercentage van 1,5%. Reisdocumenten De te heffen leges voor reisdocumenten zijn in 2015 gebonden aan door het rijk vastgestelde maxima. De tarieven voor een paspoort stijgen met 15 cent. De tarieven voor een identiteitskaart stijgen met 10 cent. Rijbewijs Ook het tarief voor het rijbewijs is sinds 2014 gemaximeerd. Dit tarief blijft in 2015 gelijk aan het tarief uit 2014. Het tarief voor het rijbewijs is 38,45. Leges burgerlijke stand In het najaar van 2013 is besloten om in verband met de sloop van het raadhuis en de daarbij behorende raadszaal een aantal wijzigingen door te voeren. In deze periode van het ontbreken van een trouwzaal is besloten om het Streekmuseum en de Schelvenaer als vervangende trouwlocatie aan te bieden. Het tarief behorende bij deze locaties is verlaagd om te voorkomen dat toekomstige bruidsparen worden belast met hogere tarieven omdat de huidige trouwlocatie in het raadhuis verdwijnt. Ook werd hiermee voorkomen dat de bruidsparen gaan uitwijken naar omliggende gemeenten. In 2015 komt het nieuwe raadhuis gereed. De trouwzaal in het nieuwe raadhuis wordt dan weer in gebruik genomen.voor de legesverordening is dit moment bepaald op 1 juli 2015. Vanaf dat moment moet er in de legesverordening een tarief zijn opgenomen voor een huwelijksvoltrekking in de trouwzaal van het raadhuis. Vanaf dat moment verdwijnt eveneens de noodzaak om de vervangende locaties voor een lager tarief aan te bieden. In de legesverordening wordt hierin voorzien door het opnemen van tarieven tot 1 juli 2015 en tarieven vanaf 1 juli 2015. Leges buitenplanse afwijkingen Sinds juli 2013 zijn alle bestemmingsplannen geactualiseerd. Alle bekende wensen zijn in deze plannen meegenomen. Aanvragen die er toe leiden dat er nu nog iets moet worden ingepast in het huidige bestemmingsplan zijn vaak tijdrovend en kostbaar. Aanvragen tot het wijzigen van een bestemmingsplan zullen moeten worden voorzien van een ruimtelijke onderbouwing. Uiteindelijk zal het college de ruimtelijke onderbouwing moeten beoordelen en daar kan specialistische kennis bij komen kijken die de gemeente niet in huis heeft. Daarvoor zal de gemeente haar vaste stedenbouwkundige en/of stedenbouwkundig bureau inschakelen. De in rekening gebrachte kosten zijn vaak fors en de werkzaamheden van de gemeenten die er tegenover staan zijn vaak uitgebreid. In de legesverordening 2014 was hiervoor een begrotingsconstructie opgenomen. De constructie bleek moeilijk uitvoerbaar. In de legesverordening 2015 wordt dit gewijzigd en worden er specifieke legesbedragen opgenomen voor deze buitenplanse afwijkingen. 7. Gemeentelijke accommodaties In de Kadernota 2015 is vastgelegd dat vanaf 2015 de indexeringen van de tarieven van de (sport)accommodaties niet meer in de begroting worden opgenomen, maar via de tarievenverordening ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. In dit tarievenvoorstel is rekening gehouden met de oudere ombuigingsvoorstellen. Dit houdt in dat de tarieven van de sportaccommodaties en het zwembad voor 2015 met 4% (incl. algemene inflatie) stijgen. Tarieven voor ontmoetingscentrum De Tuyter zijn met de algemene inflatie van 1,5% verhoogd. Bij de begroting wordt er gerekend met een opbrengstvolume. Het is op voorhand niet zeker dat deze opbrengst behaald wordt. Een prijsverhoging kan een groter negatief effect op de vraag hebben bijvoorbeeld bij het zwembad dan vooraf ingeschat. 2015 is het laatste jaar van de boven trendmatige tariefstelling voor de sportaccommodaties inclusief het zwembad.

8 Deel D: voorstellen Resumerend stellen wij u voor met betrekking tot: a. de belastingen: Vast te stellen de volgende verordeningen: - Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting 2015; - Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2015; - Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015; - Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingrechten 2015; - Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015; - Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2015; - Verordening op de heffing en invordering van een afvalstoffenheffing 2015; - Verordening op de heffing en invordering van leges 2015. b. de tarieven: Het volgende besluit te nemen: Besluit tot vaststelling van de tarieven 2015 van de gemeentelijke sportaccommodaties en van het ontmoetingscentrum "De Tuyter". c. overdracht van bevoegdheden met betrekking tot de legesverordening: Te besluiten om de bevoegdheid tot wijzigingen van de legesverordening die een gevolg zijn van zuiver redactionele aard en tevens van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving met inbegrip van door het rijk vastgestelde tarieven, over te dragen aan ons college. Een en ander conform bijgaande ontwerpbesluiten. In de vergadering van de besluitvoorbereidende commissie van 4 december 2014 is dit voorstel aan de orde geweest. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Krimpen aan den IJssel, mr. A. Boele secretaris L.M. Huizer burgemeester Bijlagen: 1. Overzicht van tarieven en opbrengsten van een aantal belastingen en rechten. 2. Overzicht verhogingen tarieven OZB en gemeentelijke accommodaties over 2006 tot en met 2015. 3. Belastingverordeningen en aanpassing tarieven 2015

Ontwerp-besluit De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2014; b e s l u i t : a. ten aanzien van de belastingen vast te stellen: - de verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting 2015; - de verordening op de heffing en invordering van havengelden 2015; - de verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015; - de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingrechten 2015; - de verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015; - de verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2015; - de verordening op de heffing en invordering van een afvalstoffenheffing 2015; - de verordening op de heffing en invordering van leges 2015. b. ten aanzien van de tarieven vast te stellen: De tarieven 2015 van de gemeentelijke sportaccommodaties en van het ontmoetingscentrum "De Tuyter". c. overdracht van bevoegdheden met betrekking tot de legesverordening: Te besluiten om de bevoegdheid tot wijziging van de legesverordening die een gevolg zijn van zuiver redactionele aard en tevens van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving met inbegrip van door het rijk vastgestelde tarieven, over te dragen aan ons college. Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 11 december 2014. De griffier, De voorzitter, 9

10 Bijlage 1: Overzicht van tarieven en opbrengsten van een aantal belastingen en rechten Hondenbelasting Aantal Tarief Opbrengst 2014 2015 2014 2015 2014 2015 1e hond 1559 1559 82,11 83,34 128.009 129.927 2e en volgende hond 119 119 164,22 166,68 19.542 19.835 geregistreerde kennel 12 12 410,55 416,70 4.926 5000 diversen en afronding 10 4 Totaal geraamde opbrengst hondenbelasting respectievelijk 2014 en 2015 152.487 154.766 Aantal Tarief Opbrengst Lijkbezorgingsrechten 2014 2015 2014 2015 2014 2015 Begrafenisrechten 150 150 1036,00 1052,00 155.400 157.800 Idem voor < 1 jaar 0 0 259,00 263,00 0 0 rechten huur graf 20 jaar 65 59 1866,00 1894,00 121.290 111.746 asbussen algemeen 0 0 518,00 526,00 0 0 asbussen in tuin / muur 24 22 259,00 263,00 6.216 5.786 asbussen huur 10 10 933,00 947,00 9.330 9.470 Verstrooien as 4 4 259,00 263,00 1.036 1.052 Kindergraf 2 2 518,00 526,00 1.036 1.052 overboekingen 36 36 48,00 49,00 1.728 1.764 verplaatsingen (klein) 6 7 216,00 219,00 1.296 1.533 verplaatsingen (groot) 4 4 433,00 438,00 1.732 1.752 extra tarief 0 0 518,00 526,00 0 0 reserveringen 0 0 1866,00 1894,00 0 0 plaatsen/vernieuwen grafbed 0 0 216,00 219,00 0 0 opgraving / herbegraving 0 0 1036,00 1052,00 0 0 gebruik aula 90 88 185,00 188,00 16.650 16.544 verlengingen huurgraven 51 51 933,00 947,00 47.583 48.297 tussentijdse verlenging 15 15 265,00 265,00 3975 3.975 kosten ivm reserveringen 0 0 129,00 129,00 0 0 diversen/afronding 0 13 Totaal geraamde opbrengst lijkbezorgingsrechten respectievelijk 2014 en 2015 367.272 360.784

11 Aantal Tarief Opbrengst Rioolheffing 2014 2015 2014 2015 2014 2015 eigenaren 12.996 12.996 135,47 137,50 1.760.568 1.786.950 Gebruikers 21.070 21.100 56,52 57,36 1.190.763 1.210.296 kwijtschelding gebruikers 19.500-18.500- diversen en afronding Totaal geraamde opbrengst rioolheffing respectievelijk 2014 en 2015 2.931.831 2.978.746 Afvalstoffenheffing Aantal Tarief Opbrengst 2014 2015 2014 2015 2014 2015 éénpersoonshuishouden 3137 3339 241,56 241,56 757.774 806.569 meerpersoonshuishouden 9027 8871 263,52 263,52 2.378.795 2.337.685 idem, 2e container 24 24 395,28 395,28 9.487 9.487 Kwijtschelding 65.000-61.000- kleine verschillen afrondingen 0 0 Totaal geraamde opbrengst afvalstoffenheffing respectievelijk 2014 en 2015 3.081.056 3.092.741 Tarief in een percentage van de waarde Opbrengst O.Z.B. - woningen 2014 2015 2014 2015 eigenaren 0,1328% 0,1383% 3.553.626 3.589.126 O.Z.B. - niet-woningen eigenaren 0,2733% 0,2774% 1.220.388 1.255.527 gebruikers 0,2186% 0,2219% 968.065 981.713 Objecten in aanbouw Af: verminderingen ivm leegstand, bezwaar, diversen en afronding -75.000-75.117 Totaal geraamde opbrengst O.Z.B. respectievelijk 2014 en 2015 5.667.079 5.751.249

Bijlage 2: Overzicht verhoging tarieven OZB en gemeentelijke accommodaties over 2006 t/m 2015 Jaar Eigenaar Onroerende zaakbelastingen Zwembad Overige accommodaties Gebruike r Totaal Trend Extra Totaal Trend Extra Totaal Trend Extra Totaal 2006 1) n.v.t. 1,50% 2 ) 1,50% 1,50% 1,50% 2007 3) n.v.t. 1,50% 1,50% 1,50% 1,50% 2008 4) n.v.t. 1,50% 1,50% 1,50% 1,50% 2009 0,1080% 5) n.v.t. 0,1080% 2,00% 2,00% 2,00% 2,00% 2010 0,1097% 6) n.v.t. 0,1097% 1,00% 1,00% 1,00% 1,00% 2011 0,1144% 7) n.v.t. 0,1144% 1,00% 1,00% 1,00% 2,00% 3,00% 1,00% 2,00% 3,00% 2012 0,1194% 8) n.v.t. 0,1194% 1,50% 1,50% 1,50% 2,50% 4,00% 1,50% 2,50% 4,00% 2013 0,1249% 9) n.v.t. 0,1249% 1,50% 1,50% 1,50% 2,50% 4,00% 1,50% 2,50% 4,00% 2014 0,1328% 10) n.v.t. 0,1328% 1,50% 1,50% 1,50% 2,50% 4,00% 1,50% 2,50% 11) 4,00% 2015 0,1383% 12) n.v.t. 0,1383% 1,50% 1,50% 1,50% 2,50% 4,00% 1,50% 2,50% 13) 4,00% 1) het maximumtarief conform de berekening van Biza is 3,13 per waarde-eenheid van 2.500 2) tarief uit 2005 per waarde-eenheid van 2.268 herleid tot waarde-eenheid van 2.500, daarna verhoogd met 1,5%. 3) tariefdaling t.o.v. vorig jaar is 9,0%; hier tegenover staat een waardetoename van 12,5%. 4) tariefdaling t.o.v. vorig jaar is 5,7%; hier tegenover staat een waarde toename van 7,9%. 5) tariefstijging t.o.v. vorig jaar is 1,14%; hier tegenover staat een waarde toename van 0,08%. 6) tariefstijging t.o.v. vorig jaar is 1,57%; hier tegenover staat een waardedaling van 0,66%. 7) tariefstijging t.o.v. vorig jaar is 4,28%; hier tegenover staat een waardedaling van 3,64%. 8) tariefstijging t.o.v. vorig jaar is 4,37%; hier tegenover staat een waardedaling van 2,97%. 9)tariefstijging t.o.v. vorig jaar is 4,61% hier tegenover staat een waardedaling van 3,12% 10) tariefstijging t.o.v. vorig jaar is 6,33% hier tegenover staat een waardedaling van 5,15% 1

11) Tarieven voor ontmoetingscentrum De Tuyter zijn alleen met de reguliere indexering van 1,5% verhoogd 12) tariefstijging t.o.v. vorig jaar is 4,1% hier tegenover staat een waardedaling van 3% 13)Tarieven voor ontmoetingscentrum De Tuyter zijn alleen met de reguliere indexering van 1,5% verhoogd 2

Bijlage 3 Belastingverordeningen en aanpassing tarieven 2015 Inhoudsopgave Bladzijde Verordening op de heffing en invordering van een hondenbelasting 2015 4 Verordening op de heffing en invordering van havengelden 2015 7 Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2015 12 Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2015 15 Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2015 21 Verordening op de heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen 2015 25 Verordening op de heffing en invordering van een afvalstoffenheffing 2015 29 Verordening op de heffing en invordering van leges 2015 32 Besluit tot het vaststellen van de tarieven van de gemeentelijke sport- 60 accommodaties en het ontmoetingscentrum De Tuyter voor het jaar 2015 3

Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2015 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; vast te stellen de: b e s l u i t : Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting 2015. Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente. Artikel 2 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is de houder van een hond. 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Artikel 3 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van honden: a. die zijn opgeleid tot en dienen als blindengeleidehond en in hoofdzaak als zodanig door een blind persoon worden gehouden; b. die zijn opgeleid tot en dienen als gehandicaptenhond en in hoofdzaak als zodanig door een gehandicapt persoon worden gehouden; c. die als onderdeel van hun training tot blindengeleidehond, zoals onder sub a genoemd, of tot gehandicaptenhond, zoals onder sub b genoemd, tijdelijk in een huishouden verblijven; d. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onder c, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit; e. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onder b, van het Honden- en Kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit; f. die jonger zijn dan acht weken; g. waarvan de houder in het bezit is van een geldig diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging en die op aanvraag ter beschikking van de politie kunnen worden gesteld; 4

h. waarvan de houder minder dan vier weken per kalenderjaar in de gemeente verblijf houdt en dat aannemelijk maakt. Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Artikel 5 Belastingtarief 1. De belasting bedraagt per belastingjaar: a. voor een eerste hond 83,34; b. voor iedere hond boven het aantal van één 166,68. 2. In afwijking in zoverre van de voorgaande leden bedraagt de belasting ongeacht het aantal honden maximaal 416,70 per belastingjaar. Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Kwijtschelding Bij de invordering van hondenbelasting wordt kwijtschelding verleend voor de eerste hond. Artikel 8 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8a Gecontinueerde belastingplicht Ten aanzien van de belastingplichtige, aan wie over het vorige belastingjaar een aanslag werd opgelegd, wordt de belasting in beginsel geheven naar hetzelfde aantal honden als waarnaar de aanslag over het vorige belastingjaar werd opgelegd, tenzij blijkt dat het aantal honden waarvoor hij belastingplichtig is, wijziging heeft ondergaan of zijn belastingplicht vóór de aanvang van het belastingjaar is geëindigd. Artikel 8b Aangiftetermijn Voor de toepassing van deze verordening wordt voor de in artikel 9, eerste en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen genoemde termijn, een termijn van vier weken in de plaats gesteld. Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar na aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog dagen overblijven. Aanslagen die een bedrag van 5,00 niet te boven gaan, worden niet opgelegd. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel driehonderdvijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde 5

belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog dagen overblijven. 4. De ontheffing als bedoeld in lid 3 vindt niet plaats indien het aantal honden in de loop van het belastingjaar afneemt en er na die afname nog drie of meer honden resteren. 5. De ontheffing als bedoeld in lid 3 dient schriftelijk, onder overlegging van een bewijsstuk, te worden aangevraagd binnen twee maanden na het tijdstip dat de aanspraak op ontheffing als bedoeld in lid 3 ontstaat. 6. De ontheffing als bedoeld in lid 3 wordt niet uitbetaald in het geval deze minder dan 5,00 bedraagt. Artikel 10 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in één termijn, welke vervalt op de 28e dag na de dagtekening van het aanslagbiljet. 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting. Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening hondenbelasting 2014" van 19 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening hondenbelasting 2015". Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 11 december 2014. De griffier, De voorzitter, 6

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2015 De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 229 eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; vast te stellen de: b e s l u i t : Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2015. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. haven: alle havens, kaden en verdere inrichtingen ten behoeve van de scheepvaart waaronder begrepen de openbare aanlegplaatsen in de openbare wateren Sliksloot en de Hollandsche IJssel, die bij de gemeente Krimpen aan den IJssel in eigendom, beheer of onderhoud zijn, een en ander zoals is aangegeven op de bij de Havenverordening gemeente Krimpen aan den IJssel 2013 behorende kaarten; b. vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebruikt dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen van of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende voorwerpen; c. vrachtschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk en regelmatig wordt gebezigd c.q. gebezigd gaat worden voor het vervoer van goederen; d. woonschip: een schip dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar de constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd als hoofdverblijf ten behoeve van het dag- en/of nachtverblijf door een of meerdere personen; e. schipper: degene die op het schip het gezag uitoefent of degene die hem vervangt dan wel als schipper optreedt. Indien noch de schipper noch diens plaatsvervanger aanwezig is wordt de eigenaar of gebruiker van het schip aangemerkt als schipper; f. havenmeester: degene die als zodanig door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen, alsmede diens plaatsvervanger; g. verplaatsing: de in volumen uitgedrukte waterverplaatsing van een vaartuig tussen het vlak van de grootste toegelaten diepgang en het vlak van inzinking van het ledige vaartuig, zoals deze blijkt uit de bij het vaartuig behorende geldige meetbrief; h. m3: een kubieke meter zoetwaterverplaatsing; i. oppervlakte: het product van de grootste lengte en breedte, zoals deze blijkt uit de bij het vaartuig behorende geldige meetbrief; j. verblijf: gebruik of genot als bedoeld in artikel 2; k. kwartaal, jaar: kalenderkwartaal, kalenderjaar; 7

l. gemeenteambtenaar: de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet. Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht 1. Onder de naam havengeld wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van de haven, als bedoeld in artikel 1, ten behoeve van de scheepvaart door of met vaartuigen en het genot van de met het gebruik samenhangende diensten. 2. Belastingplichtig is de gezagvoerder, de schipper, de eigenaar of gebruiker van het vaartuig. Artikel 3 Vrijstellingen 1. Geen havengeld wordt geheven van: a. rijksvaartuigen, voor zover bij wet of algemene maatregel van bestuur vrijstelling is voorgeschreven; b. hospitaalschepen en andere vaartuigen, in dienst zijnde voor het vervoeren van zieken en lichamelijk gebrekkigen; c. roeiboten, behorende bij vaartuigen. 2. Geen havengeld wordt geheven over de dagen waarop: - in het geval van uitzonderlijk hoge waterstand het gebruik maken van de havenfaciliteiten, in het bijzonder van de kade, niet of nagenoeg niet mogelijk is, of - in het geval van ijsgang de bedrijfsuitoefening door de binnenscheepvaart niet of nagenoeg niet mogelijk is, een en ander naar de omstandigheden beoordeeld door de gemeenteambtenaar na ingewonnen advies van de havenmeester. De in dit lid bedoelde vrijstelling geldt niet voor de door middel van abonnement per kwartaal of jaar geheven havengelden. Artikel 4 Maatstaf van heffing 1. Als grondslag voor de berekening van het havengeld geldt: a. voor vrachtschepen, de verplaatsing overeenkomstig de van kracht zijnde geldige meetbrief of daarmede krachtens wettelijke bepalingen gelijkgestelde documenten, een en ander met inachtneming van dezelfde voet van herleiding, als krachtens wettelijke bepalingen door het rijk is voorgeschreven; bij gemis van een meetbrief kan de op de ijkplaat aangeduide verplaatsing tot grondslag voor de heffing dienen; b. voor alle overige vaartuigen, de oppervlakte. 2. Bij gebreke van een geldige meetbrief of daarmede gelijk te stellen document, bij weigering om zulk een stuk te vertonen of bij weigering om toe te laten dat vaartuigen worden gemeten, wordt de verplaatsing dan wel de oppervlakte van die vaartuigen door de gemeenteambtenaar geschat. Artikel 5 Tarieven 1. De bedragen genoemd in lid 2 onder a, c en d van deze tabel zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting. Het bedrag genoemd in lid 2 onder b is exclusief omzetbelasting 2. Het havengeld bedraagt voor: a. vrachtschepen, per m3 verplaatsing: voor zeven aaneengesloten dagen of een gedeelte daarvan 0,119 8

bij abonnement: voor een kwartaal 1,245 voor een jaar 4,368 b. woonschepen, per m2 oppervlakte, bij een abonnement voor een jaar 4,577 c. alle overige vaartuigen (waaronder sleep- en passagiersboten, bij het ontbreken van de tonnage) per m2 oppervlakte: voor zeven aaneengesloten dagen of een gedeelte daarvan 0,119 bij abonnement: voor een kwartaal 1,245 voor een jaar 4,368 d. een aaneengesloten periode gelegen tussen vrijdag 12.00 uur en maandag daaraanvolgende 12.00 uur: 50% van de onder a en c genoemde tarieven. 3. Bij een ononderbroken verblijf van langer dan zeven dagen is voor elke daarop volgende zeven aaneengesloten dagen of gedeelte daarvan, opnieuw havengeld verschuldigd volgens de in lid 2 vermelde weektarieven. 4. Indien het havengeld bij wijze van abonnement per kwartaal of jaar wordt geheven en het verblijf voortgang vindt, dan is op de eerste werkdag van het nieuwe kwartaal of van het nieuwe jaar opnieuw havengeld voor een kwartaal of jaar verschuldigd. Artikel 5a Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 5b Ontstaan van de belastingschuld Het havengeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is bij aanvang van de belastingplicht. Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling 1. Het havengeld wordt geheven bij wege van een gedagtekende kennisgeving, zegel, nota of andere schriftuur waarop het bedrag van de verschuldigde belasting is vermeld. 2. Het havengeld moet worden voldaan op het tijdstip, waarop het in artikel 2 bedoelde gebruik of genot wordt aangevangen, echter met dien verstande, dat de belastingplicht eerst aanvangt twee uren na dat het in artikel 2 bedoelde gebruik of genot is aangevangen 3. Op verzoek van de belastingplichtige kan worden toegestaan dat de belasting geheven wordt bij wege van een aanslag, waarop het verschuldigde bedrag is vermeld. 4. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de in het derde lid genoemde aanslag worden betaald in één termijn, welke vervalt op de 28e dag na de dagtekening van het aanslagbiljet. 5. Indien het bedrag van de verschuldigde belasting niet kan worden vastgesteld op het tijdstip, waarop het gebruik of genot aanvangt, wordt het havengeld geheven bij wege van aanslag en moet in afwijking van het eerste lid, de belasting worden voldaan in één termijn welke vervalt op de 28e dag na de dagtekening van de aanslag. 6. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de leden 4 en 5 gestelde termijnen. Artikel 7 Kwijtschelding Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend. 9

Artikel 8 Heffing naar tijdsgelang 1. Indien de belastingplichtige kiest voor heffing van het havengeld bij wijze van een kwartaal- of jaarabonnement, wordt geen ontheffing verleend van havengeld dat reeds is geheven over een periode die binnen de abonnementsperiode valt. 2. Indien havengeld bij wijze van abonnement voor een kwartaal is geheven, wordt bij tussentijdse beëindiging van het gebruik geen ontheffing verleend. 3. Indien havengeld bij wijze van abonnement voor een jaar is geheven, wordt bij tussentijdse beëindiging van het gebruik ontheffing verleend over zoveel volle kwartalen als er na de beëindiging resteren. Artikel 9 Reparatie van het vaartuig 1. Indien aan het vaartuig, met inbegrip van de voortbewegingsinrichting of enig onderdeel daarvan, reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd, wordt op verzoek ontheffing verleend voor de periode die aanvangt zeven aaneengesloten dagen na het begin van de reparatiewerkzaamheden en eindigt op het moment dat de reparatiewerkzaamheden worden beëindigd. 2. Bij het verzoek om ontheffing dient de belastingplichtige, voor elke periode van zeven aaneengesloten dagen dat recht op ontheffing bestaat, een door of vanwege de reparateur ondertekende verklaring te overleggen, waaruit blijkt dat gedurende die periode aan het betreffende vaartuig reparatiewerkzaamheden zijn of worden verricht. 3. Zonder bewijs van reparatie als bedoeld in het tweede lid wordt geen ontheffing verleend. Artikel 10 Vervanging van het vaartuig 1. Een abonnement kan voor de verdere duur waarvoor het geldt, van kracht worden verklaard op een vervangend vaartuig, mits het vervangende vaartuig wordt gebruikt door dezelfde belastingplichtige en de vervanging een gevolg is van schipbreuk, brand, afkeuring of herstelling. 2. Indien bij toepassing van het eerste lid het vervangende vaartuig een grotere waterverplaatsing heeft dan het vervangen vaartuig, moet bijbetaling plaats hebben van het verschil tussen het voor het vervangen vaartuig geheven havengeld en het havengeld dat verschuldigd is wegens abonnement voor een vaartuig met een waterverplaatsing gelijk aan het vervangende vaartuig. De berekening van het bij te betalen bedrag vindt plaats respectievelijk over zoveel twaalfde of derde gedeelten van dit verschil als er nog niet verstreken maanden in het betrokken jaar of kwartaal, na het tijdstip van vervanging, overblijven. 3. Bij vervanging van een vaartuig door een vaartuig met minder waterverplaatsing wordt geen ontheffing van havengeld verleend. Artikel 11 Veranderingen aan het vaartuig 1. Indien veranderingen worden aangebracht aan een vaartuig waarvoor havengeld bij abonnement wordt geheven en dit vaartuig als gevolg daarvan een grotere waterverplaatsing heeft verkregen dan waarvoor abonnement is verleend, moet bijbetaling plaatshebben van het verschil tussen het voor het vaartuig geheven havengeld en het havengeld dat verschuldigd is wegens een abonnement voor een vaartuig met een waterverplaatsing gelijk aan het veranderde vaartuig. 10

De berekening van het bij te betalen bedrag vindt plaats, respectievelijk over zoveel twaalfde of derde gedeelten van dit verschil als er nog niet verstreken maanden in het betrokken jaar of kwartaal, na het tijdstip van de gereedgekomen verandering, overblijven. 2. Bij een verandering, die tot minder waterverplaatsing heeft geleid dan waarvoor het abonnement geldt, wordt geen ontheffing van havengeld verleend. Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de havengelden. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De "Verordening op de heffing en invordering havengelden 2014" van 19 december 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening havengelden 2015. Aldus besloten door de raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel in zijn openbare vergadering van 11 december 2014. De griffier, De voorzitter, 11

Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2015 De raad der gemeente Krimpen aan den IJssel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; vast te stellen de: b e s l u i t : Verordening op de heffing en de invordering van marktgelden 2015. Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. standplaats: een plaats als bedoeld in de Marktverordening van de gemeente Krimpen aan den IJssel; b. vaste standplaats: een vaste standplaats als bedoeld in de Marktverordening van de gemeente Krimpen aan den IJssel; c. dagplaats: een dagplaats als bedoeld in de Marktverordening van de gemeente Krimpen aan den IJssel; d. standwerkersplaats: een standwerkersplaats als bedoeld in de Marktverordening van de gemeente Krimpen aan den IJssel; e. jaar: een kalenderjaar, gedurende hetwelk ten hoogste 53 maal markt wordt gehouden; f. kwartaal: een kalenderkwartaal, gedurende hetwelk ten hoogste 14 maal markt wordt gehouden; g. dag: een marktdag van 8.00 tot 15.30 uur. 2. Onderdelen van een jaar, een kwartaal, een dag of strekkende meters worden voor een geheel gerekend. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam "marktgelden" worden rechten geheven ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, bestaande uit het ter beschikking stellen van een standplaats en daarmee verband houdende handelingen en/of het gebruik van verstrekte hulpmiddelen. Artikel 3 Belastingplicht Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie op grond van de Marktverordening van de gemeente Krimpen aan den IJssel vergunning is verleend tot het innemen van een standplaats. 12

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarieven 1. Het marktgeld wordt geheven per standplaats naar de in het vijfde lid bepaalde maatstaven en tarieven. 2. Het marktgeld voor een dagplaats, een standwerkersplaats en een standplaats op de bloemenmarkt op Tweede Pinksterdag wordt geheven naar dagtarief. 3. Het marktgeld voor een vaste standplaats wordt geheven naar kwartaaltarief of jaartarief. 4. De keuze voor heffing naar kwartaaltarief of heffing naar jaartarief als bedoeld in het derde lid wordt door de belastingplichtige bij aanvang van het heffingstijdvak, of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht, kenbaar gemaakt aan de marktmeester. 5. Het in artikel 2 bedoelde marktgeld bedraagt: A 1. voor een standplaats met een frontbreedte van maximaal 4 meter: voor een jaar 355,97 voor een kwartaal 99,86 voor een dag 11,02 2. voor elke meter frontbreedte boven de hierboven aangegeven breedte: voor een jaar 88,83 voor een kwartaal 24,98 voor een dag 2,74 B. Het marktgeld voor een dag als bedoeld onder A wordt met 100% verhoogd voor standplaatsen op de bloemenmarkt die wordt gehouden op Tweede Pinksterdag. Artikel 5 Heffingstijdvak 1. Voor het marktgeld dat naar een dag wordt geheven is het heffingstijdvak gelijk aan een dag. 2. Voor het marktgeld dat naar een kwartaal wordt geheven is het heffingstijdvak gelijk aan het kwartaal. 3. Voor het marktgeld dat naar een jaar wordt geheven is het heffingstijdvak gelijk aan het jaar. Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld Het marktgeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht. Artikel 7 Wijze van heffing 1. Het marktgeld dat wordt geheven naar kwartaal- of jaartarief wordt geheven door middel van een aanslag. 2. Het marktgeld dat wordt geheven naar dagtarief wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, zegel, nota, of andere schriftuur. Artikel 8 Ontheffing 1. Indien het marktgeld naar kwartaal of jaar is geheven en de belastingplicht tijdens het heffingstijdvak eindigt, kan op verzoek ontheffing worden verleend. 2. De ontheffing geschiedt naar evenredigheid van de nog niet aangebroken maanden van het heffingstijdvak. 3. Ontheffing vindt alleen plaats, indien de vaste standplaatsvergunning vóór het verstrijken van het heffingstijdvak door het college is ingetrokken als bedoeld in artikel 13