Protocol constitutioneel eczeem Annette Blauw, verpleegkundig specialist kinderallergologie Yvonne Duijvestijn, kinderarts Inhoud Pagina 1. Inleiding 1 2. Pathysiologie 1 3. Klinisch beeld 2 4. Diagnostiek 2 5. Behandeling 3 6. Literatuur 4 1. Inleiding Constitutioneel eczeem (CE) is een chronische en recidiverende, jeukende huidaandoening, die vooral wordt bepaald door genetische factoren. CE is onderdeel van het atopiesyndroom. In de Westerse landen komt CE voor bij 15 a 20% van de kinderen. Bij kinderen is eczeem, naast astma, de meest voorkomende chronische aandoening. Bij ongeveer 80% van de kinderen betreft het licht eczeem, bij 15% matig ernstig en bij 5% ernstig constitutioneel eczeem. CE begint meestal voor de leeftijd van 6 maanden. Bij 60 tot 70% van de kinderen gaat het in remissie voor de leeftijd van 15 jaar; later kan het weer opvlammen.. 2. Pathysiologie Genetische factoren De gegeneraliseerde droge huid bij kinderen met CE is terug te voeren op variatie in expressie van o.a. het filaggrine-gen. Immunoregulatoren lijken een rol te spelen bij de ontsteking van de huid. Omgevingsfactoren Omdat genetische factoren ervoor zorgen dat de huid barrière niet optimaal is, kan water gemakkelijker uit de huid verdampen en kunnen irriterende factoren sneller (verergering van het) eczeem veroorzaken. Irriterende factoren zijn bv. water, zeep, zweet en wol. Ook stress kan van invloed zijn op eczeem. Bij minder dan 5% van de kinderen veroorzaakt voeding bij CE een late (tussen 6 en 24 uur) geïsoleerde reactie. Koemelk is ook bij kinderen jonger dan 6 maanden zelden een factor die het eczeem verergert. 1
3. Klinisch beeld CE is een klinische diagnose, gebaseerd op anamnese en lichamelijk onderzoek. Voor het stellen van de diagnose is de aanwezigheid van jeuk obligaat; daarnaast zijn het chronisch recidiverend beloop en atopie bij de patiënt het gezin van belang (zie Williams criteria Tabel 1). Tabel 1. Williamscriteria voor de diagnose constitutioneel eczeem Hodcriterium (alle leeftijden) Jeuk Nevencriteria (> 4 jaar) Anamnese van eczeem gelokaliseerd in de lichaamsplooien (elleboogsplooi, knieholte, nek, wreef) Persoonlijke anamnese van astma hooikoorts Anamnese van droge huid in het afgelopen jaar Zichtbaar eczeem in lichaamsplooien Begin van de aandoening < 2 jaar Nevencriteria (< 4 jaar) Anamnese van eczeem gelokaliseerd in de lichaamsplooien (elleboogsplooi, knieholte, nek, wreef) Anamnese van astma hooikoorts bij eerstegraadsfamilielid Anamnese van droge huid in het afgelopen jaar Zichtbaar eczeem op wangen, voorhod strekzijde van ledematen De ernst van het eczeem kan worden vastgelegd met de TIS-score (three item severity-score) (Tabel 2). Tabel 2. TIS-score Ernst eczeem Erytheem Oedeem Excoriaties TIS-score mild geen-licht (0, 1) geen-weinig (0, 1) geen-gering (0, 1) 1, 2 matig geen-matig (0-2) geen-matig (0-2) krabeffecten (0-2) 3-5 Ernstig fors (2, 3) oedeem/papels (2,3) zeer duidelijke krabeffecten (2, 3) 6-9 Toelichting: mild eczeem=maximale TIS-score kan 2 zijn, matig eczeem=maximale TIS-score kan 5 zijn, ernstig eczeem=maximale TIS-score kan 9 zijn. Allerlei varianten per component als onderdeel van de TIS-score zijn mogelijk, afhankelijk van de ernst (0-3) met steeds 3 als maximum. 4. Diagnostiek Aanvullend allergologisch onderzoek is in principe niet nodig. Bij 5% van de jonge kinderen met mild tot matig ernstig CE bestaat het risico dat het eczeem wordt gecompliceerd door voedselallergie, zich uitend in klachten binnen 2 tot maximaal 6 uur na inname van het betreffende voedingsmiddel. Bij kinderen met ernstig CE loopt dit op tot 30 a 40%. Als de anamnese aanwijzingen geeft voor een acute allergische reactie is aanvullend allergologisch onderzoek aangewezen. Bij niet-acute allergische reacties levert allergologisch onderzoek zelden iets op. 2
5. Behandeling a. voorlichting Voorlichting is een essentieel onderdeel van de behandeling van eczeem. Hierbij moet aan de orde komen: - Uitleg chronische karakter CE - Belastende factor van jeuk voor kind en gezin - De rol van vette en ontstekingsremmende zalven - De rol van uitlokkende omgevingsfactoren Ook kan voor aanvullende informatie verwezen worden naar website van huidhuis (www.huidhuis.nl/huidaandoening/constitutioneel-eczeem) en naar de patiëntenvereniging van de VMCE (Vereniging voor Mensen met Constitutioneel Eczeem) (www.vmce.nl). Deze voorlichting wordt gegeven tijdens het kinder eczeemspreekuur, waarbij voorlichting wordt gegeven aan meerdere ouders van kinderen met eczeem tegelijkertijd. Hiervoor hierna vindt een individueel consult plaats, waarbij een individueel behandeladvies wordt gegeven. Ook kunnen ouders en kind een aparte controle afspraak maken bij de verpleegkundig specialist kinderallergologie. b. bestrijden van droge huid Door de genetisch veranderde vetsamenstelling van de huid hebben Kinderen met CE in zekere mate last van een droge huid. Daarom wordt aangeraden om dagelijks, onafhankelijk van de activiteit van het eczeem, de gehele huid met een vetzalf in te zalven. (Tabel 3) Tabel 3. Voorbeelden voor vetzalven Voor lichaam Voor gelaat en bij warm weer Voor behaarde hodhuid ook voor lichaam Cetomacrolgolzalf 2dd Cetomacrogolcrème 2dd Paraffine Capitis lotion 10% 2dd Lanettezalf 2dd Lanettecrème 2dd Koelzalf 2dd Paraffine en vaseline in gelijke delen c. lokale corticosteroïden Dermato corticosteroïden onderdrukken de ontstekingsreactie. Ze zijn veilig, ook bij jarenlang gebruik, als ze volgens de instructies worden toegepast. Z e worden onderverdeeld in verschillende klassen. (Tabel 4). Bij mild eczeem: zalf van klasse 1 2. Bij matig eczeem: beginnen met een zalf van klasse 2-3, in de onderhoudsfase een zalf uit klasse 2. Bij ernstig eczeem: zalf van klasse 3 (bij kinderen > 2 jaar), gevolgd door een zalf uit een lagere klasse in de rustige fase. In het gelaat (ook de oogleden) kan voor zalf van een lagere klasse voor minder frequent gebruik van een sterker werkzame zalf worden gekozen. 3
Tabel 4. Voorbeelden voor dermato corticosteroïden Bij mild tot matig eczeem (volgens TIS-score) Klasse I Hydrocortisonzalf 1% (voor het lichaam) Hydrocortisoncrème 1% (voor het gelaat en/ nattend eczeem) Bij matig tot ernstig eczeem (volgens TIS-score) Klasse II Triamcinolonzalf in CMG zalf 0,1% (voor het lichaam) Triamcinolon 0,1% in Vaseline Cetomacrogolcrème(voor het gelaat en/ nattend eczeem) Triamcinoloncrème 0,05% (voor in het gelaat bij zuigelingen < 3mnd) Emovate zalf 0,5 mg/g (voor het lichaam) Emovate crème 0,5mg/g (voor het gelaat en/ nattend eczeem) Locoid Scalp lotion 1% (voor de behaarde hodhuid) Bij ernstig (moeilijk behandelbaar) eczeem volgens TIS-score Klasse III(i.p. niet bij kinderen < 2 jaar) Cutivatezalf 0,05 mg/g Betamethasonzalf 0,1% (1mg/g) voor het lichaam Betamethasoncrème 0,1% (1mg/g) voor het gelaat en/ nattend eczeem Betamethasonlotion 0,1% (1mg/g) voor op de behaarde hodhuid Instructies gebruik dermato corticosteroïden Smeren volgens FTU (vingertop unit): 1 streepje zalf/crème op de lengte van 1 vingertop is gelijk aan de oppervlakte van 1 hand eczeem (= 0,5 gr zalf/crème). (Tabel 5) - 1dd voor de nacht, volgens afbouwschema. Bij matig tot ernstig eczeem starten met 7 dagen 1dd, indien goed effect afbouwen met stopdagen. (Tabel 6) - Maximale doseringen klasse II: <2 jaar: 30 gram/week >2 jaar: 60 gram/week Tabel 5. Vingertopeenheden (FTU) als maateenheid voor zalven (1 FTU is ongeveer 0,5 g zalf) OPPERVLAK 2-12 1-2 3-5 6-12 VOLWASSENE MAANDEN JAAR JAAR JAAR Hod en hals 1 1,5 1,5 2 2,5 Hele arm met hand 1 1,5 2 2,5 4 4
Heel been met voet 1,5 2 3 4,5 8 Borst en buik 1 2 3 3,5 7 Rug en billen 1,5 3 3,5 5 7 Hele lichaam 8,5 13,5 18 24,5 40 Verbruik (gram per week) 30 50 65 85 140 Tabel 6. Maximaal toe te passen hoeveelheid corticosteroïden per week bij langdurig gebruik Leeftijdsgroep Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 < 2 jaar 30 g 30 g uitsluitend kortdurend bij ernstig eczeem 2-18 jaar 60 g 60 g 50 g volwassenen geen beperking 100 g 100 g gebruik klasse-2- en klasse-3-preparaten niet langer dan 2 tot 3 weken dagelijks. Tabel 7. Voorbeeld van afbouwschema voor lokaal corticosteroïd gebruik WEEKDAG Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag WEEK 1 2 3 4 5 6 7 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 6. Literatuur CBO Richtlijn constitutioneel eczeem 2013 Werkboek kinderallergologie, 2014 Februari 2018 5