Informatiekunde. Faculteit der Economie en Bedrijfswetenschappen. Universiteit van Tilburg



Vergelijkbare documenten
Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Managementwetenschappen. Radboud Universiteit Nijmegen

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Vrije Universiteit Amsterdam

Onderwijsvisitatie Economie Erasmus Universiteit Rotterdam

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

QANU, April Onderwijsvisitatie Economie Universiteit van Tilburg

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Macrodoelmatigheidsdossier BSc Business Analytics AANVRAAGFORMULIER NIEUWE OPLEIDING. 1. Basisgegevens. Tongersestraat LM Maastricht

QANU september Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Curriculumevaluatie BA Filosofie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

Masteropleidingen aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen na een economische professionele bachelor

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Risicomanagement. Faculteit Management en Bestuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

Onderwijs- en examenregeling van de bacheloropleiding

Samenvatting aanvraag

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Overgangsregeling bachelor Economie en bedrijfseconomie mei 2013

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

Wijsbegeerte. Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Vanuit de NVAO werd het panel ondersteund door lic. Rik Belmans, beleidsmedewerker.

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

Onderwijs- en examenregeling

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Biologie. Rijksuniversiteit Groningen

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Toetsplan Bachelor CIW

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Management & Organisatie

De waaier van informaticadisciplines. Lex Bijlsma en Rik Bos Open Universiteit 4 april 2013

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Onderwijs- en examenregeling

Toelating en vrijstelling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Neerlandistiek CROHO 60849

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Bachelorscriptiebrochure BA Taalwetenschap

Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit van Tilburg

Economie en Bedrijfskunde Faculteit Economie en Bedrijfskunde, opleidingen bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Onderwijs- en examenregeling

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit

«nvao. fluit. w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie

QANU juli Onderwijsvisitatie Gezondheidswetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam

Uitvoeringsregeling bij de Onderwijs- en examenregeling WO masteropleiding Management

EXECUTIVE MASTER OF FINANCE AND CONTROL ERASMUS SCHOOL OF ACCOUNTING & ASSURANCE. Erasmus Universiteit Rotterdam

Biologie. Universiteit Utrecht

Hbo-minor bedrijfswetenschappen

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Radboud Universiteit Nijmegen

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Informatiekunde FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding. voor het studiejaar

Onderwijs- en examenregeling

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Aanvraagformulier Nieuwe opleiding macrodoelmatigheidstoets beleidsregel 2014

Transcriptie:

Informatiekunde Faculteit der Economie en Bedrijfswetenschappen Universiteit van Tilburg April 2010

Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129 E-mail: info@qanu.nl Internet: www.qanu.nl 2010 QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 2

INHOUD Voorwoord 5 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie 7 Deel I Algemeen deel 9 1. Inleiding 11 2. Taak en samenstelling van de commissie 11 3. Betrokken opleidingen 12 4. Werkwijze van de commissie 12 Deel II Opleidingsdeel 15 1. De bacheloropleiding Economie en Informatica van de Universiteit van Tilburg 17 2. The master s programme Information Management of Tilburg University 49 Bijlagen 79 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie 81 Bijlage B: Domeinspecifiek referentiekader 83 Bijlage C: Bezoekprogramma 87 QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 3

QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 4

VOORWOORD Dit rapport beschrijft de bevindingen van de visitatiecommissie Informatiekunde UvT OW 2009 met betrekking tot de opleidingen Economie en Informatica en Information Management aan de Universiteit van Tilburg. Het is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleidingen, om een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en om als basis te dienen voor accreditatie van de betrokken opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordelingen te laten plaatsvinden en opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria, maar met oog voor specifieke omstandigheden. De visitatiecommissie Informatiekunde UvT OW 2009 heeft haar taken met grote toewijding uitgevoerd. De opleidingen zijn op een grondige en zorgvuldige manier beoordeeld. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overweging worden genomen door de betrokken instellingen en opleidingen. Wij danken de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Onze dank gaat ook uit naar de medewerkers van de betrokken afdelingen en opleidingen voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. Quality Assurance Netherlands Universities mr. C.J. Peels directeur drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter bestuur QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 5

QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 6

VOORWOORD VOORZITTER VISITATIECOMMISSIE De visitatiecommissie Informatiekunde UvT OW 2009 heeft op een onafhankelijke, objectieve en kritische manier de opleidingen Economie en Informatica en Information Management aan de Universiteit van Tilburg beoordeeld. Zowel de bacheloropleiding Economie en Informatica als de masteropleiding Information Management benadrukken de toenemende rol van informatietechnologie bij het verzamelen, verwerken, beoordelen, gebruiken en communiceren van digitale gegevens, informatie en kennis voor besluitvorming in organisaties en de economie. Daarnaast speelt de informatietechnologie een steeds belangrijkere rol bij het ontwikkelen van innovaties bij bedrijven en in de economie. Nieuwe digitale producten en diensten worden een belangrijk onderdeel van een moderne economie. De dynamiek die door informatietechnologie wordt opgeroepen geeft specifieke eisen zowel aan de inhoud als aan de wijze waarop het onderwijs kan worden ingericht. Beide aspecten komen in de analyse en beoordeling van zowel de bacheloropleiding Economie en Informatica als de masteropleiding Information Management aan bod. Wij hopen dat dit rapport een belangrijke bijdrage zal leveren aan de verbetering van de kwaliteit van de opleidingen. De visitatiecommissie dankt de direct betrokkenen (docenten, ondersteunende medewerkers, studenten en alumni) voor hun openhartige inzichten in de kwaliteit van de opleidingen. Ik dank hierbij de leden en de secretaris van de visitatiecommissie voor hun uitstekende inzet en de zeer stimulerende discussies die zijn gevoerd zowel tijdens het visitatiebezoek als bij het schrijven van dit rapport. Prof. dr. ir. Eric van Heck voorzitter visitatiecommissie QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 7

QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 8

DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 9

QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 10

1. Inleiding In dit rapport brengt de onderwijsvisitatiecommissie Informatiekunde UvT OW 2009 (hierna: de commissie) verslag uit van haar bevindingen. Het rapport bestaat uit twee delen: een algemeen deel (I) en een opleidingsdeel (II). Het algemene deel gaat in op de taak, de samenstelling en de werkwijze van de commissie en geeft een beschrijving van de uitgangspunten van de commissie. In het opleidingsdeel beschrijft de commissie de beoordeelde opleidingen aan de hand van de onderwerpen en facetten uit het Accreditatiekader bestaande opleidingen van de NVAO. 2. Taak en samenstelling van de commissie Taak van de commissie De taak van de commissie was het uitvoeren van een visitatie van twee opleidingen op het gebied van de Informatiekunde op basis van en in overeenstemming met het Accreditatiekader bestaande opleidingen van de NVAO. De commissie is op basis van door of namens de opleidingen aangeleverde informatie en door middel van ter plaatse gevoerde gesprekken tot een oordeel gekomen over de verschillende aspecten van de kwaliteit van de opleidingen, zoals beschreven in het NVAO-kader, en heeft de punten geïdentificeerd die naar haar oordeel verbeterd zouden kunnen worden. Samenstelling van de commissie Tot voorzitter, tevens lid van de commissie, werd benoemd: Prof. dr. ir. H.W.G.M. (Eric) Van Heck, hoogleraar Informatie management en markten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam; Tot lid van de commissie werden benoemd: Prof. dr. W. (Wim) van Grembergen, hoogleraar Information Systems Management aan de Universiteit Antwerpen; Dr. A.B.J.M. (Fons) Wijnhoven, universitair hoofddocent Knowledge Management and Information Systems aan de Universiteit Twente; Dr. C. (Cees) Terlouw, onderwijskundige en lector bij Saxion Hogescholen; T. (Tim) Gielissen, student Informatiekunde aan de Universiteit van Amsterdam; Drs. M.M. (Melissa) Truijens, medewerker van het bureau van QANU, was projectleider voor de visitatie en secretaris van de commissie. De leden van de commissie hebben allen de onafhankelijkheidsverklaring ondertekend die QANU hanteert voor haar visitaties. Een overzicht van de curricula vitae van de commissieleden is opgenomen in bijlage A. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 11

3. Betrokken opleidingen De commissie beoordeelde de volgende opleidingen: Instelling: Opleiding (CROHO-nummer): Variant(en): Vervaldatum accreditatie: Universiteit van Tilburg B Economie en informatica (50951) Voltijd 09-02-2011 (2 opleidingen) M Information management (60055) Voltijd 09-02-2011 4. Werkwijze van de commissie Startvergadering Op 3 maart 2010 hield de commissie, direct voorafgaand aan het bezoek, haar startvergadering. Tijdens deze vergadering werd de commissie geïnstalleerd door de plaatsvervangend directeur van QANU, de heer S. Looijenga, waarna zij haar taakstelling en werkwijze besprak en het voorstel voor een domeinspecifiek referentiekader voor de visitatie formeel vaststelde. Het domeinspecifiek referentiekader is opgenomen in bijlage B. De voorbereiding op de bezoeken De projectleider heeft het zelfevaluatierapport van de opleidingen gecontroleerd op kwaliteit en volledigheid en, in overleg met de voorzitter van de commissie, bepaald of het rapport gebruikt kon worden voor de voorbereidingen op de bezoeken van de commissie. Het zelfevaluatierapport voldeed aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. De commissieleden hebben voorafgaand aan het bezoek het zelfevaluatierapport van de te beoordelen opleidingen bestudeerd en op basis daarvan vragen en opmerkingen geformuleerd. Zij hebben daarnaast voorafgaand aan het bezoek enkele bachelor- en masterscripties gelezen die waren geselecteerd door de voorzitter. Tijdens de voorbereidende vergadering aan het begin van het bezoek heeft de commissie het zelfevaluatierapport, de vooraf geformuleerde vragen en opmerkingen en de afstudeerscripties besproken en de te voeren gesprekken voorbereid. De bezoeken van de commissie Het bezoek van de commissie aan de opleidingen vond plaats in maart 2010. Het bezoekprogramma is opgenomen in bijlage C. De projectleider heeft, voorafgaand aan het bezoek, nadere afspraken gemaakt met de contactpersoon van de instelling over de precieze invulling van het programma. De commissie heeft tijdens het bezoek gesproken met een groep bachelorstudenten, een groep masterstudenten en een groep docenten. Zij heeft verder een gesprek gevoerd met een vertegenwoordiging van het faculteitsbestuur, met het opleidingsbestuur of -management, een aantal afgestudeerden, de leden van de Opleidingscommissies en Examencommissie en de studieadviseurs of -begeleiders. Verder heeft zij tijdens het bezoek aanvullend materiaal bestudeerd en een spreekuur georganiseerd voor studenten of docenten die de commissie separaat wilden spreken. De commissie gebruikte het grootste deel van de laatste middag van het bezoek voor het formuleren van haar oordeel over de opleidingen. Zij heeft bij de beoordeling de door QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 12

QANU opgestelde checklist, die het Accreditatiekader bestaande opleidingen van de NVAO volgt, als uitgangspunt gehanteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter van de commissie een mondelinge rapportage gegeven van de eerste bevindingen van de commissie. De bestudering van het materiaal tijdens de bezoeken De commissie heeft tijdens haar bezoek aanvullend materiaal bestudeerd dat zij vooraf ter inzage had gevraagd. Zij heeft veelvuldig gebruik gemaakt van de mogelijkheid om informatie uit de zelfstudie of de gevoerde gesprekken te verifiëren met behulp van dat materiaal. De commissie had de opleidingen gevraagd om de volgende documenten ter beschikking te stellen: alle eindwerkstukken of scripties die in de zelfstudie worden vermeld; de formulieren die worden gebruikt in het kader van de beoordeling van de scripties; voorlichtingsmateriaal (folders, brochures); studiemateriaal: verplichte literatuur, handboeken, syllabi, readers, studiehandleidingen; voorbeelden van werkstukken, portfolio s, onderzoeksverslagen en stageverslagen; scriptiereglementen, richtlijnen voor het maken van werkstukken; stagereglementen, stagehandleidingen; reglementen met betrekking tot tentamens en examens, toetshandleidingen; toetsmaterialen (opdrachten, tentamens en dergelijke); verslagen van recente vergaderingen van de Opleidingscommissie en de Examencommissie; materiaal met betrekking tot de evaluatie van colleges en curricula, eventueel ook studententevredenheidsmonitoren; alumni-enquêtes; verslagen of rapporten van relevante ad hoc-commissies; jaarverslagen (onderwijs, onderzoek, laatste drie jaar). Tijdens het bezoek heeft de commissie om aanvullende documentatie gevraagd. De opleidingen hebben naar de overtuiging van de commissie al het mogelijk gedaan om de commissie te voorzien van de informatie die zij wilde bestuderen. De beslisregels Het accreditatiestelsel kent een vierpuntsschaal voor de beoordeling van de facetten (onvoldoende, voldoende, goed of excellent) en een tweepuntsschaal voor de beoordeling van de onderwerpen (voldoende of onvoldoende). De commissie heeft bij het bepalen van haar oordelen voor de facetten de beslisregels van QANU gevolgd. Deze zijn: de beoordeling onvoldoende geeft aan dat de opleiding niet voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; de beoordeling voldoende geeft aan dat de opleiding voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; de beoordeling goed geeft aan dat de opleiding aantoonbaar uitstijgt boven het niveau dat wordt vastgelegd door de criteria voor basiskwaliteit die gelden voor het desbetreffende facet; QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 13

de beoordeling excellent geeft aan dat de opleiding als een voorbeeld van best practice mag worden beschouwd met betrekking tot het desbetreffende facet. De rapporten De commissie heeft ervoor gekozen om aparte beoordelingsrapporten te schrijven voor de bachelor- en de masteropleiding. Zij volgt daarin de keuze van de opleidingen, die tijdens de voorbereiding voor de visitatie afgesproken hebben om de zelfevaluatierapporten voor de bacheloropleiding in het Nederlands te schrijven en die voor de masteropleiding in het Engels. Het is daarbij onvermijdelijk dat de beoordelingsrapporten (net als de delen in het zelfevaluatierapport) overlap vertonen: de opleidingen van de instelling maken gebruik van dezelfde faciliteiten, worden verzorgd door dezelfde groep docenten en hanteren hetzelfde systeem voor de interne kwaliteitszorg. De secretaris van de commissie heeft, op basis van de bevindingen van de commissie tijdens het bezoek, voor beide opleidingen een conceptrapport opgesteld en die, in overeenstemming met de binnen de commissie gemaakte afspraken, verspreid onder de commissieleden. Zij heeft de opmerkingen van de commissieleden verwerkt in de conceptrapporten en die vervolgens, in het kader van de hoor-wederhoorprocedure, voorgelegd aan de betrokken faculteit en opleidingen met het verzoek eventuele feitelijke onjuistheden of andere verbeterpunten te identificeren. De reacties van de faculteit op de conceptrapporten zijn voorgelegd aan de voorzitter van de commissie, die besloten heeft of de opmerkingen en suggesties van de opleidingen werden verwerkt in de tekst. De definitieve versie van het beoordelingsrapport is vastgesteld in april 2010. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 14

DEEL II: OPLEIDINGSDEEL QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 15

QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 16

1. Rapport over de bacheloropleiding Economie en Informatica van de Universiteit van Tilburg Administratieve gegevens Bacheloropleiding Economie en Informatica: Naam opleiding: Economie en Informatica CROHO-nummer: 50951 Niveau: bachelor Oriëntatie: wo Studielast: 180 EC Graad: Bachelor of Science Variant(en): voltijd Locatie(s): Tilburg Einddatum accreditatie: 09-02-2011 Het bezoek van de visitatiecommissie Informatiekunde aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Universiteit van Tilburg vond plaats op 3 en 4 maart 2010. 1.0. Structuur en organisatie van de faculteit De opleiding uit deze rapportage wordt verzorgd in de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB) van de Universiteit van Tilburg. De FEB is de grootste faculteit van de Universiteit van Tilburg: van de bijna 12.000 studenten die de universiteit telt, studeert iets minder dan de helft aan de FEB. Een kwart van alle fte personeel is werkzaam bij de FEB. Het bestuur van de faculteit bestaat uit een Facultair Management Team, bestaande uit de decaan, drie vicedecanen (Onderwijs, Onderzoek en Internationalisering), de directeur en een studentadviseur. De faculteit bestaat uit acht departementen waarbinnen het wetenschappelijk personeel (en het ondersteunend personeel van het departement) werkzaam is, te weten: Accountancy Economics Econometrics and Operations Research Finance Fiscal Economics Information Management Marketing Organization and Strategy Aan het hoofd van ieder departement staat een Head of Department. Daarnaast bestaat de FEB uit het Faculteitsbureau voor het ondersteunend personeel, dat onder andere bestaat uit een MT stafbureau, een Onderwijsbureau, een afdeling Communicatie, een Afdeling International programmes, een afdeling HRM en een afdeling ICT. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 17

De FEB biedt 8 bacheloropleidingen en 19 masteropleidingen aan. Iedere opleiding heeft een opleidingsdirecteur die verantwoordelijk is voor de opleiding en taken heeft op het gebied van de samenstelling van het curriculum, kwaliteitsbewaking en verbetering, toelating, informatievoorziening aan (aanstaande) studenten en communicatie met andere betrokkenen in de FEB. 1.1. Het beoordelingskader 1.1.1. Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Beschrijving De opleiding Economie en Informatica komt voort uit de oorspronkelijke opleiding Bestuurlijke Informatiekunde. Volgens het zelfevaluatierapport onderscheidt het programma zich van andere bedrijfseconomische opleidingen door de focus op de informatievoorziening ten behoeve van de besturing van organisaties en de systemen en informatietechnologie die daarbij een rol spelen. Afgestudeerden kunnen op de eerste plaats gezien worden als bedrijfseconomen met kennis van (bedrijfseconomische) besturingsvraagstukken van organisaties (profit en non-profit), en deskundigheid over het effectief toepassen van ICT binnen dit domein. Ze zijn zich bewust van de technische, bedrijfskundige en ethische consequenties daarvan. Daarnaast zijn deze afgestudeerden ICT-professionals met basiskennis van vooral governance (regie) van ICT om daadwerkelijk complexe vraagstukken op dit gebied aanpakken. Het bachelorprogramma leidt daarmee op tot professionals die een brugfunctie kunnen vervullen tussen de business en IT. De opleiding positioneert zich daarmee duidelijk als een informatiemanagementopleiding en niet als een IT-opleiding. De doelstellingen en eindtermen van de opleiding zijn volgens de zelfstudie ontleend aan de richtlijnen van de Association for Information Systems (AIS). Na afronding van de bacheloropleiding Economie en Informatica beschikt de student over: inzicht in de toepassingen van informatie- en communicatietechnologie bij het ontwerp en de besturing van organisaties op operationeel, tactisch en strategisch niveau; deskundigheid op het gebied van modelleren en analyseren van besluitvorming- en communicatiestructuren en van bedrijfsprocessen binnen en tussen organisaties; het vermogen om een sturende dan wel adviserende rol te spelen bij het ontwerpen, bouwen, invoeren en beheren van informatiesystemen en informatiearchitectuur; inzicht in de economische effecten van ICT op de besturing van organisaties; inzicht in de ethische en maatschappelijke aspecten van de toepassing van informatiesystemen. De opleiding vertaalt deze doelstellingen, gespecificeerd naar drie typen kwalificaties in termen van kennis, vaardigheden en attitude, als volgt: Kennis De afgestudeerde Economie en Informatica heeft basiskennis van: management- en bedrijfseconomische aspecten van organisaties (K1); bedrijfseconomische aspecten van ICT in organisaties (K2); QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 18

concepten en actuele ontwikkelingen in informatie- en communicatietechnologie (K3); wetenschappelijke aspecten van organisaties en veranderingsprocessen (K4); analyse en modellering van communicatie-, coördinatie-, en beslissingsproblemen op operationeel, tactisch en strategisch niveau alsook van bedrijfsprocessen binnen en tussen organisaties (K5); het ontwerpen, invoeren en beheren van informatiesystemen (K6); de ethische en maatschappelijke aspecten van informatiesystemen (K7). Vaardigheden De afgestudeerde Economie en Informatica: beschikt over een goed abstractievermogen, o.a. tot uiting komend in het juist gebruiken van kwalitatieve en kwantitatieve modelleertechnieken (V1); kan van modelleringparadigma wisselen en deze combineren ten behoeve van creativiteit en zorgvuldigheid in gebruik en ontwerp van informatiesystemen en organisatiestructuren (V2); is in staat een literatuuronderzoek uit te voeren en zich op basis daarvan een mening te vormen (V3); kan, in het kader van het ontwerpen van ICT-systemen en -architecturen, binnen een interdisciplinair team een intermediaire rol vervullen (V4); kan effectief schriftelijk en mondeling communiceren (V5); is in staat sturend op te treden bij veranderingsprocessen die de invoer van nieuwe informatiesystemen en informatiestructuren met zich mee brengen (V6). Attitude Van een afgestudeerde Economie en Informatica wordt verwacht dat deze praktijkproblemen vanuit een academische benadering beschouwt. De afgestudeerde heeft daarbij de attitude om: een persoonlijk oordeel te vormen over de juistheid van de verkregen informatie (A1); open te staan voor andermans visies en nieuwe ontwikkelingen (A2); in staat te zijn een eigen gefundeerde mening te geven (A3); te blijven leren (A4) In de bijlage van de zelfstudie heeft de opleiding een benchmark opgenomen om inzicht te verschaffen in de (internationale) positionering van de opleiding. Ook heeft de opleiding nader onderzoek gedaan naar de invulling van gelijksoortige bachelorprogramma s. Er worden drie domeinen onderscheiden die ten grondslag liggen aan het curriculum van informatiekundeopleidingen, te weten infrastructuur, systemen die de vereiste informatie leveren, en het gebruik van deze informatie door organisaties. Hieruit blijkt dat de structuur van de Tilburgse opleiding Economie en Informatica overeenkomt met die van zusteropleidingen. Alle domeinen komen aan de orde, zij het in andere verhoudingen. Vooral de inbedding in de economische faculteit komt tot uitdrukking in het relatief grote aandeel van economische en methodologische vakken, wat vergelijkbaar is met dat van andere opleidingen die vanuit een economisch dan wel management perspectief zijn opgezet. Oordeel De commissie is van oordeel dat de bacheloropleiding voldoet aan het criterium dat geldt voor dit facet. Zij heeft de eindtermen bestudeerd en vergeleken met het domeinspecifieke referentiekader, en met de richtlijnen van de AIS die ook door de commissie als QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 19

richtinggevend worden beschouwd. De commissie concludeert dat de eindtermen aansluiten bij de eisen die door zowel nationale als internationale vakgenoten worden gesteld. Zo bezit de afgestudeerde over voldoende kennis van (bedrijfs-)economische aspecten van organisaties, die nodig is als basis om vakspecifieke kennis en inzichten te kunnen toepassen. Wel is de commissie van mening dat de eindterm met betrekking tot het in staat zijn sturend op te treden bij veranderingsprocessen (V6) ambitieus is, gezien de bedrijfseconomische invalshoek die de opleiding heeft gekozen. De commissie adviseert eindterm V6 te herformuleren zodat deze meer overeenkomt met de door de opleiding nagestreefde vaardigheid sturend en richtinggevend te kunnen optreden bij keuzes die gemaakt moeten worden met betrekking tot de inrichting van bedrijfsprocessen en de functionaliteit van systemen. De commissie is van oordeel dat een dergelijke eindterm eerder gerealiseerd zou kunnen worden bij een meer bedrijfskundige insteek en adviseert de opleiding dan ook om de eindterm te wijzigen in is in staat effectief E&I expertise in te brengen bij veranderingsprocessen. De afgestudeerde heeft kennis opgedaan op onder andere het gebied van infrastructuur en databases. De afgestudeerde is in staat om verschillende technologieën te begrijpen en kan effectief participeren in organisatieveranderingsprocessen die de invoer van nieuwe informatiesystemen en structuren met zich meebrengen. De eindtermen van de opleiding omvatten ook de academische vaardigheden die de AIS voorschrijft. Zo beschikt de afgestudeerde niet alleen over de vaardigheden om zowel schriftelijk als mondeling te communiceren, maar ook over de onderzoeksvaardigheden waarmee de student kwalitatieve en kwantitatieve modelleertechnieken kan gebruiken. Bacheloropleiding Economie en Informatica: het oordeel van de commissie is voldoende. F2: Niveau: Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master. Beschrijving In de zelfevaluatie beschrijft de opleiding op welke manier de eindtermen van de bacheloropleiding Economie en Informatica gerelateerd zijn aan de Dublin-descriptoren. Kennis en inzicht Deze Dublin-descriptor komt vooral aan bod in de eindtermen: (K1), (K3), (K4), (K5), (K6) en (K7). Een afgestudeerde van de bacheloropleiding Economie en Informatica heeft basiskennis van de Bedrijfseconomie, in het bijzonder van de vakgebieden Organisatie, Accounting, Marketing en Financiering. Daarnaast heeft de afgestudeerde basiskennis van de informatiekunde, in het bijzonder van bedrijfsprocesmodellering, informatieanalyse, governance van de informatievoorziening en programmering. De afgestudeerde heeft kennis gemaakt met diverse toepassingen binnen deze disciplines en heeft op grond van deze kennis het inzicht verworven hoe praktische en wetenschappelijke vraagstukken op het gebied van informatievoorziening modelmatig benaderd en geanalyseerd kunnen worden. Dit resultaat wordt bereikt via het gebruik van internationale handboeken in de diverse cursussen, het zelfstandig verwerken van artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften en vaktijdschriften, het verwerken hiervan in zelfstandige studies, alsook de toepassing van de opgedane kennis op praktijkproblemen. Via de inzet van docenten met een goede wetenschappelijke reputatie QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 20

wordt bereikt dat de student ook op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen op het vakgebied door deze in de colleges te verwerken. Toepassing kennis en inzicht Deze Dublin-descriptor komt vooral aan bod in de eindtermen: (K2), (K5), (K6) en (V1). Een afgestudeerde van de bacheloropleiding Economie en Informatica is in staat om wetenschappelijke bedrijfseconomische en informatiekundige theorieën te benutten om praktische informatiekundige problemen op een gestructureerde manier op te lossen en daarbij (indien nodig) theorieën uit de verschillende bedrijfseconomische en informatiekundige deeldisciplines te integreren. Oordeelsvorming Deze Dublin-descriptor komt vooral aan bod in de eindtermen: (V2), (V3), (K7). Een afgestudeerde van de bacheloropleiding Economie en Informatica weet op een gestructureerde manier gegevens te verzamelen en deze te structureren, te analyseren en te modelleren. De afgestudeerde is daarenboven in staat om deze analyses, evengoed als deze van anderen, kritisch te beoordelen, zowel op informatiekundige als bedrijfseconomische relevantie. Communicatie Deze Dublin-descriptor komt vooral aan bod in de eindtermen: (V4), (V5) en (V6). Een afgestudeerde van de bacheloropleiding Economie en Informatica is in staat zijn informatiekundige aanpak en analyse van bedrijfsmatige problemen helder mondeling en schriftelijk te presenteren en zijn conclusies in duidelijke aanbevelingen te vertalen. Leervaardigheden Een afgestudeerde bachelorstudent Economie en Informatica is in staat om zonder problemen een bijpassende vervolgopleiding op masterniveau te volgen. Deze descriptor komt vooral aan bod in de eindkwalificatie (V7). Oordeel De commissie heeft de eindtermen van de bacheloropleiding Economie en Informatica vergeleken met de Dublin-descriptoren. De commissie stelt vast dat de eindtermen van de opleiding aansluiten bij algemeen geaccepteerde beschrijvingen van een bacheloropleiding. Dit blijkt, onder andere, uit het feit dat de afgestudeerde over basiskennis op het gebied van Economie en Informatica beschikt. Verder heeft de afgestudeerde vaardigheden ontwikkeld die hem in staat stellen om problemen op het vakgebied op te lossen en hierover zowel mondeling als schriftelijk te rapporteren. Ook de competenties die nodig zijn om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren en hierover te rapporteren komen terug in de eindtermen. Tot slot verschaft het diploma van de bacheloropleiding Economie en Informatica toegang tot de masteropleiding Information Management. Bacheloropleiding Economie en Informatica: het oordeel van de commissie is voldoende. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 21

F3: Oriëntatie WO: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor en een Master: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. Beschrijving Kennis en begrip van belangrijke theorieën, feiten en principes binnen zowel de informatiekunde als deelgebieden van de bedrijfseconomie en ondersteunende disciplines, is van belang binnen de opleiding Economie en Informatica. De eindtermen en de inrichting van de bacheloropleiding Economie en Informatica worden daarmee voor een belangrijk deel bepaald door de kerndisciplines binnen informatiemanagement, te weten informatiesystemen en management van informatievoorziening. Daarnaast worden de eindtermen bepaald door de basisvakken Bedrijfseconomie, de vakken op het gebied van methodologische vorming (zoals Business and IM research) en de ondersteunende algemene vakken (zoals Wiskunde en Statistiek). De inhoud van deze vakken wordt gevoed door de stand van de wetenschap van dat moment. Studenten met een voltooide bacheloropleiding kunnen doorstromen naar de masteropleiding Information Management en, afhankelijk van de invulling van de keuzeruimte, naar andere masteropleidingen. Oordeel De commissie heeft de eindtermen van de opleiding bestudeerd vanuit het perspectief van wetenschappelijke oriëntatie en heeft vastgesteld dat de eindtermen in voldoende mate aansluiten bij de eisen van de wetenschappelijke discipline en de relevante beroepspraktijk. De afgestudeerde beschikt over vaardigheden die hem in staat stellen kwalitatieve en kwantitatieve modelleertechnieken op een juiste wijze te gebruiken. Ook is de afgestudeerde in staat om besluitvorming- en communicatiestructuren binnen en tussen organisaties te analyseren. De commissie stelt vast dat de bacheloropleiding in elk geval toegang biedt tot de masteropleiding Information Management en heeft, zoals beschreven bij facet 1, geconcludeerd dat de eindtermen voldoen aan de criteria die gelden binnen het wetenschappelijke domein. Bacheloropleiding Economie en Informatica: het oordeel van de commissie is voldoende. Oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding Op basis van de beoordelingen per facet komt de commissie tot een samenvattend oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding. Voor de bacheloropleiding Economie en Informatica is het oordeel voldoende. 1.1.2. Programma Beschrijving van het programma De eerste van drie componenten van het programma betreft de bedrijfseconomische basis. Het omvat de vier kerngebieden Marketing, Accounting, Organisatietheorie en Finance. Van QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 22

elk van deze gebieden volgt de student een basisvak en een verdiepingsvak. Deze vakken spelen een essentiële rol in het curriculum, aangezien zij de basis vormen voor het begrijpen van de informatievraag en informatiesysteembehoeftes van de organisatie. Hierdoor, zo staat beschreven in de zelfevaluatie, wordt de afgestudeerde van de bacheloropleiding Economie en Informatica volgens de opleiding een volwaardige bedrijfseconoom. De tweede component is het domein van Informatiemanagement, dat de kennisgebieden informatiesystemen en management van informatievoorziening omvat. Voor het kennisgebied informatiesystemen omvat het programma de vakken Inleiding programmeren, Databases, IS Analysis en IT Infrastructuur. Voor het kennisgebied Informatiemanagement omvat het programma de vakken Bestuurlijke Informatievoorziening voor IM, Management en Informatie, Business Process Analysis 1 en 2, het nieuwe vak Decision Tools en Information Systems Strategy. De derde component van het programma omvat methodologische vakken waarmee bachelorstudenten fundamentele kennis en vaardigheden verwerven in Wiskunde (1 en 2), Statistiek (1 en 2), Onderzoeksmethoden en -technieken (Business and IM research) en Sociale Filosofie en Wetenschapsfilosofie en Bedrijfsethiek. Voor de invulling van de keuzeruimte kunnen studenten twee vakken kiezen uit de volgende vakken: Business Networks and IOS, Decision Support Systems, Knowledge Management en Knowledge Economy, Software Project Management en Recht voor Informatiemanagement. Het programma dat de studenten volgen ziet er als volgt uit. Jaar Vak EC Eerste jaar Blok 1 Inleiding in de organisatietheorie Introductie internet, Blackboard, comap, ESG, ISG Micro-economie Wiskunde 1 Blok 2 Wiskunde 1 Accounting 1: Financial accounting Bestuurlijke informatievoorziening Blok 3 Inleiding tot programmeren Marketing 1 Statistiek 1 Blok 4 Statistiek 1 Financiering 1 Tweede jaar Semester 1 Semester 2 Management en Informatie Business Process Analysis 1 Databases Management of Information Technology Sociale Filosofie en Wetenschapsfilosofie Wiskunde 2 Decision Tools Information Systems Strategy IS Analysis and Design IT Infrastructure Statistiek 2 6 0 6 3 3 6 6 6 6 3 3 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 23

Derde jaar Semester 1 Bedrijfsethiek Business and IM-Research Business Process Analysis 2 Verplicht economisch keuzevak Verplicht economisch keuzevak Bachelorthesis Semester 2 Totaal 180 6 6 6 6 6 12 F4: Eisen WO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een HBO- of een WO-opleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Beschrijving In het zelfevaluatierapport wordt beschreven dat de inhoud van alle vakken binnen de opleiding Economie en Informatica wordt gevoed door de stand van de wetenschap van dat moment. Er wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van vooral Engelstalige handboeken die in veel gevallen worden aangevuld met wetenschappelijke publicaties uit de toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften uit het vakgebied. In enkele gevallen wordt gebruik gemaakt van door de eigen docenten bij internationale uitgevers gepubliceerde handboeken. Bij de opbouw van het programma wordt, zo wordt beschreven in de zelfstudie, vanaf het eerste jaar aandacht besteed aan de verwerving van onderzoeksvaardigheden door een actieve deelname door de studenten. Hiertoe wordt door de hele studie heen, naast het hoorcollege, bij een aantal vakken gewerkt met werkgroepen. Dit samenwerken heeft meerdere doelstellingen: werken in een (project-)team, doen van gezamenlijk onderzoek, leren rapporteren en presenteren en het verwerken van literatuur. Dit gebeurt al bij de eerstejaarsvakken Management en Informatie en Inleiding in de Organisatietheorie en dit wordt voortgezet in latere vakken zoals Business Process Analysis (1 en 2), Software Project Management, Business Networks and IOS. Omdat een aantal van deze vaardigheden ook individueel beheerst moet worden, wordt vooral aan rapporteren en presenteren ook individuele aandacht besteed. Het aantal werkvormen, zoals opdrachten en werkstukken, per blok/semester wordt overigens in overleg met het opleidingsbestuur vastgesteld, waarbij de studeerbaarheid van het programma niet uit het oog wordt verloren. Tevens wordt per blok/semester gekeken naar de fasering in de tijd om piekbelasting zoveel mogelijk te voorkomen. Verbanden met de beroepspraktijk worden op meerdere manieren gewaarborgd, zo stelt de opleiding in de zelfevaluatie. Een aantal vakken kent onderdelen waarbij studenten individueel of in groepjes een bepaalde onderzoeksvraag moeten beantwoorden door onderzoek te doen bij een bedrijf of aan de hand van gepubliceerde case studies. Met deze aanpak wordt gestart bij het vak Management en Informatie in het eerste jaar. Hierbij gaat het vaak om de toepassing en vertaling van theoretische concepten bij een bedrijf. Ook worden in de opleiding cases gebruikt die een praktijkprobleem centraal stellen waarvoor studenten een oplossing moeten zoeken. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 24

De opleiding zet gastsprekers uit het bedrijfsleven in, die uitleggen hoe de praktijk bepaalde vraagstukken heeft opgelost en hoe dit zich verhoudt tot de theorie. Veel van de docenten uit het bachelorprogramma zijn betrokken bij het postdoctorale, op de praktijk gerichte TIAS-NIMBAS Master in Information Management programma. Een aantal docenten doet ook onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven, en/of heeft consultancy ervaring, die wordt verwerkt in de colleges. Tijdens het bezoek lieten enkele bachelorstudenten weten dat de onderzoeksresultaten waarover in de colleges wordt verteld, niet in alle gevallen actueel zijn. Soms wordt een inmiddels verouderd concept gepresenteerd als actualiteit. De studenten waren positief over de gastdocenten uit het bedrijfsleven, die verbanden leggen tussen theorie en praktijk. Na het bezoek heeft de opleiding informatie aan de commissieleden doen toekomen, waarin zij liet zien gebruik te maken van nieuwe management tools en analyse tools. In het vak Software Project Management, zo werd beschreven, maakt de student niet alleen kennis met wat traditioneler technieken als PRINCE-2, maar ook met moderner varianten, als SCRUM. Oordeel De commissie concludeert dat de opzet van de opleiding met een bedrijfseconomische en technische basis relatief klassiek van aard is. Actuele wetenschappelijke theorieën komen terug in het programma. Hoewel enerzijds veroudering in enkele gevallen onvermijdelijk is wanneer er gebruik wordt gemaakt van handboeken, is het anderzijds ook te voorkomen door, in aanvulling op het handboek, aandacht te besteden aan recente ontwikkelingen. Mede aan de hand van het nagezonden materiaal stelt de commissie vast dat er in voldoende mate wordt gewerkt met moderne concepten en technieken uit het vakgebied, maar dat men wel alert moet blijven voor de actuele ontwikkelingen. De wetenschappelijke verankering vanuit het onderzoeksprogramma is soms minder zichtbaar dan men gezien de samenstelling van het docentencorps zou vermoeden. Het opdoen van wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden (en te volgen wetenschappelijke onderzoeks- en ontwerpmethoden) komen enigszins impliciet aan bod in het programma. De commissie adviseert de cursus Business Research IM meer dan nu het geval is te koppelen aan de bachelorthesis. De commissie stelt vast dat er expliciet aandacht wordt besteed aan de wetenschappelijke literatuurstudie. De verbanden met de actuele praktijk van relevante beroepen zijn, gezien de gastdocenten uit het bedrijfsleven, gewaarborgd. Concluderend stelt de commissie vast dat de opleiding voldoet aan de eisen behorende bij dit facet. Bacheloropleiding Economie en Informatica: het oordeel van de commissie is voldoende. F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Beschrijving In het zelfevaluatierapport heeft de opleiding tabellen opgenomen waarin de eindtermen met betrekking tot kennis en vaardigheden zijn gekoppeld aan de verschillende vakken uit het QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 25

curriculum. De opleiding licht toe op welke manier deze kennis wordt verworven en de vaardigheden en attitude binnen de vakken worden ontwikkeld. Basiskennis over concepten en actuele ontwikkelingen in informatie- en communicatietechnologie (K3) wordt opgedaan in het eerstejaarsvak Inleiding tot programmeren en in de tweedejaarsvakken Databases, Decision Support Systems, IS Analysis and Design en IT Infrastructure. Basiskennis over wetenschappelijke aspecten van organisaties en veranderprocessen (K4) komt aan bod gedurende alle drie de jaren van het bachelorprogramma, en wel in de vakken Inleiding in de organisatietheorie, Bestuurlijke informatievoorziening voor IM, Management & informatie, Business Process Analysis I&II, IS Strategy, IS Strategy and Design en in het vak Management of IT. De kennis om informatiesystemen te ontwerpen, invoeren en beheren (V6) komt onder meer terug in het vak Software Project Management. In dit vak ontwikkelen studenten een applicatie voor een klant. Effectief mondeling en schriftelijk communiceren (V5) komt volgens de zelfstudie in nagenoeg alle onderdelen van de opleiding aan de orde. In het bijzonder worden deze vaardigheden ontwikkeld in de vakken Inleiding in organisatietheorie, Management & informatie, Business Networks and IOS, Software Project Management, Decision Support Systems en de bachelorthesis. De eindterm die betrekking heeft op het uitvoeren van een literatuuronderzoek en het op basis daarvan vormen van een mening (V3), komt in de vakken Decision Support Systems en IS Strategy expliciet aan bod. Ook is in het derde jaar het vak Business and IM-Research gericht op de verwerving van deze vaardigheden en worden deze gedurende de rest van het jaar uitgebouwd, met de bachelorthesis als eindpunt. Bij de opbouw van het bachelorprogramma wordt vanaf het eerste jaar aandacht besteed aan de verwerving van onderzoeksvaardigheden door middel van een actieve deelname door de studenten. Hiertoe wordt door de hele studie heen, naast het hoorcollege, bij een aantal vakken gewerkt met werkgroepen. Studenten leren werken in een (project-)team te werken, gezamenlijk om onderzoek te doen, te rapporteren en presenteren en om literatuur te verwerken. Dit gebeurt al bij de eerstejaarsvakken Management en Informatie en Inleiding in de organisatietheorie en dat wordt voortgezet in latere vakken als Business Process Analysis (I en II), Software Project Management, Business Networks and IOS. Aan rapporteren en presenteren wordt ook individuele aandacht besteed. De zelfstudie beschrijft dat de basis voor het doen van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek wordt gelegd in het derde jaar in het vak Business and IM-Research. De studenten maken kennis met de empirische cyclus in wetenschappelijk onderzoek bestaande uit de fasen van probleem definiëring, hypothese formulering, research design, meten van constructen, data verzameling en analyse, tot en met validatie. Het sluitstuk van de training in wetenschappelijke vaardigheden vindt plaats bij de bachelorthesis. De eindtermen die betrekking hebben op attitude zijn niet verwerkt in een tabel. De opleiding stelt dat de attitude-eisen in de opleiding aan bod komen doordat zij geacht worden veel papers te schrijven, in groepsverband aan cases werken en presentaties geven. Oordeel De commissie heeft de tabel uit de zelfstudie waarin de eindtermen gekoppeld zijn aan vakken bestudeerd en vergeleken met de eindtermen van de opleiding. Ook heeft de commissie de inhoud van de vakken bekeken. Zij stelt vast dat het programma de studenten in staat stelt alle geformuleerde eindtermen te realiseren. De eindtermen, zoals geconcludeerd QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 26

bij facet 1, zijn ontleend zijn aan de domeinspecifieke eisen. De commissie stelt vast dat de eindtermen vertaald zijn in het programma.. Bacheloropleiding Economie en Informatica: het oordeel van de commissie is voldoende. F6: Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Beschrijving De samenhang van het programma volgt uit de basisarchitectuur die bestaat uit vier typen van vakken, te weten enerzijds basis- en vervolgvakken, anderzijds methode- en domeingerelateerde vakken. De zelfstudie beschrijft de inhoudelijke structuur van het programma als volgt. Studenten moeten beschikken over voldoende (bedrijfs-)economische kennis om vast te kunnen stellen aan welke eisen de (bestuurlijke) informatievoorziening en de informatiesystemen in een organisatie moeten voldoen. Deze kennis vormt het uitgangspunt vanuit waar invulling wordt gegeven aan het Informatiemanagement, waartoe studenten moeten beschikken over voldoende kennis van informatiesystemen en managementvraagstukken in verband met informatiesystemen. Daarnaast moet de bachelorstudent Economie en Informatica zich basiskennis en vaardigheden eigen maken in verband met algemene methodologische vakken als Wiskunde en Statistiek. Eigen aan iedere Tilburgse bacheloropleiding is verder dat het programma een introductie moet bieden in de wijsbegeerte. Oordeel De commissie concludeert dat de opleiding een klassieke opbouw en samenhang kent. De methodologische opbouw is zichtbaar doordat in het eerste jaar inleidende vakken worden gegeven in bijvoorbeeld wiskunde en statistiek. In het tweede jaar van de opleiding volgt de student hiervan de vervolgvakken. De opbouw in kennis komt tot uitdrukking in de algemene bedrijfseconomische vakken (micro-economie, organisatietheorie, marketing, financiering en accounting), waarna de student steeds meer basiskennis verwerft in het vakgebied. Na het verwerven van deze economische basis, verdiept de student zich in het vakgebied. De klassieke opbouw en samenhang kan worden gekarakteriseerd als een strategie van eerstde-pijlers-en-dan-de-brug. Het voordeel van de klassieke strategie is dat in principe een grondige kennis wordt verkregen van de pijlers. Dit is vooral bevorderlijk voor de verticale samenhang van het programma over de jaren heen. Het nadeel is evenwel het gevaar dat men blijft bouwen aan de stevige pijlers, en er van de overkoepelende brug het afgestemd of geïntegreerd laten verwerven van kennis en vaardigheden van Economie en Informatica - maar weinig terecht komt. De horizontale samenhang tussen de domeinen kan hiermee achterblijven. Zo geven studenten aan dat het eerste jaar erg economisch is, en dat de koppeling met informatica pas aan het einde van het eerste jaar aan de orde komt. De samenhangende beschouwing van Economie en Informatica komt in het programma wel aan de orde, bijvoorbeeld in de vakken Business Process Analysis 1 en 2, echter de aandacht voor de brugfunctie zou steviger kunnen en eerder aan de orde kunnen komen, zowel inhoudelijk als methodisch. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 27

Over het geheel gezien stelt de commissie vast dat het curriculum een voldoende inhoudelijk, klassiek verticaal samenhangend programma heeft. De horizontale samenhang is wat aan de magere kant, maar in uitwerking wel voldoende. Bacheloropleiding Economie en Informatica: het oordeel van de commissie is voldoende. F7: Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Beschrijving Studenten hebben gemiddeld 15 contacturen per week. Daarmee streeft de opleiding naar 25 uur zelfstudie per week. Het aantal contacturen van een 6 EC-vak in het eerste jaar bedraagt normaal 4 uur per week. Voor een 6 EC-vak in het tweede en derde jaar zijn er gemiddeld 3 contacturen per week. Elk semester van de opleiding bevat 30 EC. De opleiding stelt dat terugkerende belemmeringen die in het verleden (mogelijk) hebben geleid tot studievertraging, de cursussen Wiskunde, Statistiek en Accounting, in het eerste jaar van het programma aan bod komen. De opleiding signaleerde een toenemende kloof tussen het instroomniveau/de voorkennis van vwo-studenten op het gebied van wiskunde en statistiek, en het niveau dat bereikt moest zijn aan het einde van het eerste jaar. De opleiding heeft de vakken Wiskunde en Statistiek gespreid over een heel semester. De studenten hebben op die manier meer tijd om wiskundige en statistische principes te laten bezinken. Ook wordt in instructie- en werkcolleges geoefend met de materie, wat leidt tot extra contacturen. Op het gebied van Accounting probeert de opleiding via pilots met weblectures, webtutorials en webtasks studenten actiever bij het vak te betrekken, om ze te motiveren eerder en intensiever met het vak aan de slag gaan. De studenten met wie de commissie tijdens het bezoek sprak, gaven aan dat er in het eerste jaar enkele struikelvakken zitten, te weten Statistiek en Wiskunde. Verder gaven ze aan dat het vak Management & informatie, dat in het eerste jaar in het laatste blok wordt gegeven, eerder in het eerste jaar verzorgd zou kunnen worden, zodat studenten eerder in aanraking komen met het vakgebied van hun studie (zie ook hiervoor). De overige vakken in het eerste studiejaar zijn namelijk economisch van aard. Studenten zouden wellicht minder snel met de studie stoppen als Management & informatie eerder in het curriculum gegeven zou worden. Ze hebben dit aangekaart bij de opleiding en hebben vernomen dat het qua planning niet realiseerbaar is. De studenten gaven aan gemiddeld per week ongeveer 30 uur aan hun studie te besteden. Ook lieten zij weten in het eerste jaar van de studie hard te moeten werken, maar dit niet problematisch te vinden. Zij vinden het programma goed studeerbaar en voelen zich uitgedaagd. QANU / Informatiekunde, Universiteit van Tilburg 28