1 857 1857P01 Ruimteopnemer voor relatieve vochtigheid en temperatuur QFA20 Voedingsspanning AC 24 V of DC 13,5 35 V Signaaluitgang DC 0...10 V voor relatieve vochtigheid Signaaluitgang DC 0...10 V / T1 / LG-Ni 1000 voor temperatuur Meetnauwkeurigheid ±3 % relatieve vochtigheid in het comfortgebied Toepassingsbereik 15 +50 C / 0 95 % r.v. (zonder condensering) Toepassing In ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties voor het meten van de relatieve ruimtevochtigheid en de ruimtetemperatuur De QFA20 kan worden toegepast als regelopnemer meetwaardegever voor gebouwbeheersystemen of aanwijsinstrumenten Typenoverzicht Type Temperatuurmeetbereik Temperatuursignaaluitgang Vochtigheidmeetbereik Vochtigheidsignaaluitgang Voedingsspanning QFA2000 n.v.t. n.v.t. 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5 35 V QFA2020 0...50 C passief, LG-Ni 1000* 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5 35 V QFA2040 0...50 C passief, T1* 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5 35 V QFA2060 0...50 C / 35...+35 C 40 +70 C actief, DC 0...10 V 0...100 % actief, DC 0...10 V AC 24 V of DC 13,5 35 V * gesimuleerd signaal (zie Werking ) CE1N1857nl 03.2006 Siemens Building Technologies HVAC Products
Bestelling Bij bestelling moeten naam en typenummer worden opgegeven. Apparatencombinaties Alle systemen / apparaten, die de DC 0...10 V-, LG-Ni 1000- of T1-uitgangssignalen van de opnemer kunnen meten en verwerken. Bij toepassing van de opnemer voor een gemiddelde waardemeting, wordt aanbevolen de opnemer te combineren met een signaalomvormer SEZ220 (app. bladnr. N5146). Werking Relatieve vochtigheid Temperatuur Gesimuleerd passief uitgangssignaal De opnemer meet de relatieve vochtigheid met behulp van een capacitief vochtigheidmeetelement, zijn elektrische capaciteit verandert overeenkomstig de verandering van de relatieve vochtigheid van de lucht. Een elektronische meetschakeling vormt het signaal van het meetelement om in een modulerend DC 0...10 V- of 4 20 ma -signaal, waarmee de relatieve vochtigheid van 0...100 % overeenkomt. De opnemer meet de temperatuur met een meetelement, zijn elektrische weerstand verandert overeenkomstig de verandering van de temperatuur van de omgevingslucht. Deze verandering wordt in een actief DC 0...10 V- uitgangssignaal omgevormd ( 0...50 C, 35...+35 C of -40 +70 C) of als gesimuleerd passief LG-Ni 1000- of T1- uitgangssignaal ter beschikking gesteld. De meetstroom van systemen/apparaten voor de verwerking van de elektrische weerstand van passieve opnemers is erg verschillend en heeft invloed op de eigen opwarming aan de meetkop van het temperatuurelement. Om deze invloed te compenseren wordt het passieve uitgangssignaal gesimuleerd met een elektronische schakeling. Meetelement, gesimuleerd LG-Ni 1000-grafiek: R [Ω] T1 (PTC)- grafiek: R [Ω] 1400 1811D01 3200 3000 1864D01 2800 1200 2600 2400 1000 2200 2000 800 1800 600 ϑ 50 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 [ C] 1600 1400 ϑ 40 30 20 10 0 10 20 30 40 50 60 70 80 [ C] Legende R ϑ weerstandswaarde in Ohm temperatuur in graden Celsius Uitvoering Het apparaat is geconstrueerd voor wandmontage. Het past op de meeste, in de handel gebruikelijke wandinbouwdozen; de kabels kunnen, na het uitbreken van de kabelopeningen, van achteren (inbouwuitvoering) c.q. van onderen of boven (opbouwuitvoering) worden toegevoerd. Het apparaat bestaat uit twee delen: huis en montageplaat. Beide zijn d.m.v. een klikverbinding met elkaar verbonden. 2/6
Instelelementen Meetschakeling, meetelementen en instelling bevinden zich op de printplaat in het huis, op de montageplaat bevinden zich de aansluitklemmen. Testfunctie actief U1 U2 BS-MS Meetbereik R1 5 V 0 V 35 C R2 R3 0 V 5 V 20 C R1 R2 R3 5 V 10 V 75 C 10 V 5 V 20 C 1857Z01de Storingsgedrag Afvoer Het instelelement is bereikbaar bij weggenomen montageplaat. Het bestaat uit 6 contactpennen en een doorverbindingsbrug. Hiermee kunnen de instelling van het gewenste temperatuurmeetbereik worden gekozen en de testfunctie worden geactiveerd. De diverse steekposities betekenen: voor het passieve temperatuurmeetbereik: doorverbindingsbrug in middelste positie (R2) = LG-Ni 1000 of T1 voor het actieve temperatuurmeetbereik: doorverbindingsbrug in der bovenste positie (R1) = 35...+35 C, doorverbindingsbrug in der middelste positie (R2) = 0...50 C (fabrieksinstelling), doorverbindingsbrug in der onderste positie (R3) = -40...+70 C voor de actieve testfunctie: doorverbindingsbrug in verticale positie: Op de signaaluitgang zijn de waarden volgens de tabel "Testfunctie actief" beschikbaar. In geval van storing van de temperatuuropnemer is na 60 sec. 0 V op de signaaluitgang U2 aanwezig of signaaluitgang BS-MS 35 C. Het vochtigheidssignaal op de signaaluitgang U1 gaat naar 10 V In geval van storing van de vochtopnemer is na 60 seconden 10 V op de signaaluitgang U1 aanwezig; het temperatuursignaal blijft actief De grotere kunststof delen voldoen aan materiaalkenmerk ISO/DIS 11 469, voor een milieuvriendelijke afvoer. Aanwijzingen voor projectering Bekabeling en kabelkeuze Voor de voeding moet een transformator voor veiligheidslaagspanning (SELV) met gescheiden wikkeling en voor 100 % inschakelduur worden gebruikt. Voor de dimensionering van de transformator en de beveiliging ervan zijn de veiligheidsvoorschriften van de installatieplaats van kracht. Hoe de opnemer moet worden aangesloten, is beschreven in de apparatenbladen van de betreffende apparaten, waarmee de opnemer wordt verbonden. De toegestane leidinglengten moeten worden aangehouden. Bij de bekabeling moet er in principe op worden gelet dat, hoe langer de leidingen parallel lopen en hoe kleiner de onderlinge afstand is, des te groter de vervuiling is door storingen. Bij een sterk EMC-belaste omgeving moeten afgeschermde kabels worden gebruikt. Voor de secundaire voedingsleidingen alsmede signaalleidingen moeten per paar getwiste kabels (twisted pair) worden toegepast. Aanwijzingen voor montage Montageplaats Binnenwand van de te verwarmen of te klimatiseren ruimte, niet in nissen, tussen planken, achter gordijnen of in de buurt van warmtebronnen. Het apparaat mag niet blootstaan aan zonnestraling. 3/6
Het uiteinde van de elektriciteitsbuis bij het apparaat dient te worden afgedicht, zodat geen tocht in de buis ontstaat, die de opnemer beïnvloedt. Montagehandleiding De montagehandleiding bevindt zich op de verpakking van het apparaat. Aanwijzingen voor inbedrijfstelling Voor het inschakelen van de voedingsspanning moet de bedrading worden gecontroleerd. Op de opnemer moet zonodig het temperatuur-meetbereik worden geselecteerd. Het testen van de bedrading en de uitgangssignalen kan met behulp van de Testfunctie (zie "Uitvoering") geschieden. Het gebruik van elektrische meetapparatuur voor spanning of weerstand direct aan het meetelement wordt afgeraden. Bij de gesimuleerde passieve uitgangssignalen is meting met normaal gangbare meetapparatuur niet mogelijk (meetstroom te klein). Technische gegevens Voeding Leidinglengten voor meetsignaal Functiegegevens "Vochtopnemer" Functiegegevens "Temperatuuropnemer" bij QFA2060 Functiegegevens "Temperatuuropnemer" bij QFA2020, QFA2040 Voedingsspanning (SELV) Frequentie Opgenomen vermogen AC 24 V ±20 % of DC13,5 35 V 50/60 Hz bij AC 24 V 1 VA Toelaatbare leidinglengten zie apparatenblad van de signaalverwerkende apparaten Toepassingsbereik 0...95 % r. v. (zonder condensatie) Meetbereik 0...100 % r. v. Meetnauwkeurigheid bij 23 C en AC 24 V 0 95 % r. v. 30 70 % r. v. Temperatuurafhankelijkheid Tijdconstante ±5 % r. v. ±3 % r. v. typisch 0,1 % r. v./ C 2 min Uitgangssignaal, lineair (klem U1) DC 0...10 V 0...100 % r. v., max. ±1 ma Toepassingsbereik 15...+50 C Meetbereik 0...50 C (R2), 35...+35 C (R1) of 40...+70 C (R3) Meetelement Meetnauwkeurigheid in het bereik van 15...35 C 35...+50 C NTC 10 kω ±0,8 K ±1 K Tijdconstante 8 min (afhankelijk van luchtbeweging en montage op wand) Uitgangssignaal, lineair (klem U2) DC 0...10 V 0...50 C / 35...+35 C / -40 +70 C, max. ±1 ma Meetbereik 0...50 C Meetelement gesimuleerd, bij QFA2020 QFA2040 (vanaf serie B) Meetnauwkeurigheid in het bereik van 15...35 C 35...+50 C Tijdconstante Toelaatbare meetstroom bij QFA2020 QFA2040 LG-Ni 1000 T1 (PTC) ±0,8 K ±1 K 8 min (afhankelijk van luchtbeweging en montage op wand) 1,18 3,29 ma 0,53 1,46 ma 4/6
Beschermingsgegevens Elektrische aansluiting Omgevingscondities Materialen en kleuren Normen en standaards Maten (gewicht) Beschermingsgraad IP 30 volgens IEC 529 Beveiligingsklasse III volgens EN 60 730 Schroefklemmen voor 1 2,5 mm 2 of 2 1,5 mm 2 Bedrijf volgens Klimatologische voorwaarden temperatuur (huis met elektronica) vochtigheid Mechanische voorwaarden Transport volgens Klimatologische voorwaarden temperatuur vochtigheid Mechanische voorwaarden Deksel Onderzijde huis Montageplaat Opnemer, totaal Verpakking Productveiligheid Autom. elektr. regel- en besturingsapparaten voor huishoudelijk gebruik en dergelijke toepassingen Elektromagnetische compatibiliteit Immuniteit Storingsemissie -conformiteit volgens - conformiteit volgens Australian EMC Framework Radio Interference Emission Standard Incl. verpakking IEC 721-3-3 Klasse 3K5 15...+50 C 0 95 % r. v. (zonder condensatie) Klasse 3M2 IEC 721-3-2 Klasse 2K3 25...+70 C <95 % r. v. Klasse 2M2 ASA + PC, NCS S 0502-G (wit) ASA + PC, NCS 2801-Y43R (grijs) PC, NCS 2801-Y43R (grijs) siliconenvrij golfkarton EN 60 730-1 EN 61 000-6-1 EN 61 000-6-3 EMV-richtlijn 89/336/EWG Radio communication act 1992 AS/NZS 3548 ca. 0,13 kg 5/6
Aansluitklemmen QFA2060 QFA2020, QFA2040 (vanaf serie B) QFA2000 G R1 = 35...+35 C / r.h. R2 = 0...50 C G0 U1 U2 1857G01 G r.h. G0 U1 BS G r.h. MS G0 U1 1857G02 1857G03 G, G0 voedingsspanning AC 24 V (SELV) of DC 13,5...35 V U1 signaaluitgang DC 0...10 V voor relatieve vochtigheid 0...100 % U2 signaaluitgang DC 0...10 V voor temperatuurbereik 0...50 C (R2 = fabrieksinstelling) of 35...+35 C (R1) BS, MS signaaluitgang LG-Ni 1000- of T1 (passief, gesimuleerd) voor temperatuurbereik 0 50 C. De aansluitingen mogen niet worden verwisseld! Maatschetsen 4,2 9,5 100 56 60 90 36 56 60 1857M01 Boorplan Maten in mm 6/6 2004 Siemens Building Technologies AG Wijzigingen voorbehouden www.siemens.nl/sbt