Onderwijs- en examenregeling Studiejaar 2015-2016



Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

De onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM 2016

Studentenstatuut Opleidingsdeel Studiejaar

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Faculteit der Letteren. Onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Geschiedenis

REGLEMENT STUDIEKEUZECHECK WINDESHEIM

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Format jaarverslag examencommissie. Eigenaar stafafdeling Juridische Zaken

Onderwijs- en examenregeling

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Reglement Studiekeuzecheck Studiejaar Christelijke Hogeschool Windesheim

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

INSTELLINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

ArtEZ hogeschool voor de kunsten

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bachelor Opleiding Muziek Bijlage Muziektheater

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) Masteropleiding Leraar Engels. Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Bacheloropleiding [Opleidingsnaam/namen invullen]

Financiële Dienstverlening (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Bedrijfskunde (AVD)

BASISGGEVENS. Naam Functie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Management & Organisatie

Beschrijving van de opleiding Rechten en plichten

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

Bijlage A Competenties van de opleiding

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Management & Organisatie

INSTELLINGSDEEL ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Examenreglement

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

ArtEZ hogeschool voor de kunsten. Studentenstatuut KADERREGELING

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar

Studentenstatuut Opleidingsdeel

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Hogeschool Leiden. Onderwijs- en examenregeling van Bacheloropleiding tot verpleegkundige. CROHO-nummer: Graad: Bachelor of Nursing

Transcriptie:

Onderwijs- en examenregeling Studiejaar 2015-2016 Bachelor Industrieel Product Ontwerpen CROHO: 34389 Hogeschool Windesheim Flevoland voltijd Deze onderwijs- en examenregeling behoort tot het opleidingsdeel van het studentenstatuut. Het studentenstatuut van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen op onderwijslocatie Zwolle vind je hier. De opleiding is positief geaccrediteerd op 8 maart 2012 en loopt tot 13 juli 2019

INHOUDSOPGAVE: INLEIDING: HET DOEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 1. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING A - OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1 - De onderwijsvisie van Windesheim 2 - De onderwijsleeractiviteiten 3 - Studiebegeleiding 4 - Kwaliteit en studeerbaarheid 5 - Vorm van de opleiding B - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 1 - Doelstelling van de opleiding 2 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding 3 - Inhoud van de opleiding 4 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld C - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1 - Inrichting van de opleiding 1a - De propedeutische fase 1b - De postpropedeutische of hoofdfase 1c - Bijzondere leerwegen 2 - Overzicht informatie major, minors en onderwijseenheden 3 - Accreditatie

2.ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING RECHTEN EN PLICHTEN Hoofdstuk 1 - Begripsbepalingen Artikel 1.1 - Algemene begripsbepalingen Artikel 1.2 Opleidingsspecifieke begripsbepalingen Hoofdstuk 2 Toegang en Toelating Artikel 2.1 - Toegang Artikel 2.2 - Nadere vooropleidingseis Artikel 2.5 - Toelating Artikel 2.6 - Vrijstelling vooropleidingseis op grond van gelijkwaardig diploma Artikel 2.7 - Vrijstelling propedeutisch examen Artikel 2.8 - EVC-assessment Artikel 2.9 - Ontzegging toegang Hoofdstuk 3 - Inrichting van de opleiding Artikel 3.1 - Vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs Artikel 3.2 - Structuur van de opleiding (propedeuse en postpropedeuse) Artikel 3.3 - Examens en graden van de opleiding Artikel 3.4 - Major Artikel 3.5 - Minors Artikel 3.6 - Premastertraject Artikel 3.7 - Studiepunten onderwijseenheid Artikel 3.8 - Onderwijsperioden per studiejaar Artikel 3.9 - Gedragscode Nederlandse taal Hoofdstuk 4 - Studiebegeleiding Artikel 4.1 - Studiebegeleiding Artikel 4.2 - Studieloopbaanbegeleiding Artikel 4.3 - Algemene studiebegeleiding Artikel 4.4 - Bijzondere studiebegeleiding Hoofdstuk 5 - Studieadvies Artikel 5.1 - Uitbrengen studieadvies Artikel 5.2 - Bindend studieadvies met afwijzing Artikel 5.3 - Procedure bij afwijzing bij het studieadvies Hoofdstuk 6 Toetsen, Tentamens en Examens Artikel 6.1 - Vorm van de tentamens Artikel 6.2 - Schriftelijk toets Artikel 6.3 - Portfolio of werkstuk als toets Artikel 6.4 - Mondelinge toets Artikel 6.5 - Vrijstelling voor tentamens Artikel 6.6 - Afleggen van tentamens Artikel 6.7 - Toetsuitslag en tentamencijfers Artikel 6.8 - Tentamenuitslag Artikel 6.9 - Inzage beoordeeld werk Artikel 6.10 - Geldigheidsduur tentamens Artikel 6.11 - Examen Artikel 6.12 - Cum laude Hoofdstuk 7 - Examencommissie Artikel 7.1 - Instelling en taken examencommissie 3

Artikel 7.2 - Benoeming en samenstelling examencommissie Artikel 7.3 - Subcommissies Artikel 7.4 - Examinatoren Artikel 7.5 - Getuigschriften en verklaringen Hoofdstuk 8 - Slot- en overgangsbepalingen Artikel 8.1 - Bezwaar en beroep Artikel 8.2 - Wijziging van de regeling Artikel 8.3 - Bijlagen bij Onderwijs- en Examenregeling Artikel 8.4 - Slot- en overgangsbepalingen Artikel 8.5 Inwerkingtreding en looptijd 4

INLEIDING: HET DOEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING In het Studentenstatuut zijn de regels opgenomen die betrekking hebben op de rechten en plichten van studenten. Samen met het reglement examencommissie is de Onderwijs- en Examenregeling (OER) de belangrijkste regeling in het studentenstatuut. In de OER is een concrete uitwerking van de inhoud van de opleiding opgenomen. Deze is opgesteld door het management van de opleiding. De examencommissie oordeelt of de OER op een juiste manier wordt uitgevoerd. Als een student vragen, opmerkingen of klachten over de uitvoering van de OER heeft, dan kunnen deze aan de examencommissie worden voorgelegd. In het Reglement Examencommissie staan de regels die de examencommissie daarbij hanteert. Enkele opleidingen hebben een deel van het studentenstatuut verwerkt in een studiegids. In deze gids staat, naast enkele regelingen uit het statuut, ook nog andere informatie over de opleiding. Bijvoorbeeld een overzicht van alle docenten, of de openingstijden van de Servicebalie. Naast de OER en het Reglement Examencommissie zijn er nog meer regelingen, deze zijn alle in het Studentenstatuut opgenomen. Bijvoorbeeld regelingen over medezeggenschap, financiële uitkeringen, huisregels en privacy-regels, de rechtsbescherming van studenten en het klachtenloket. Het studentenstatuut met al deze regelingen is te vinden op Sharenet. 1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING 1.1 OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1.1 - De onderwijsvisie van Windesheim Windesheim is een brede kennisinstelling en heeft de ambitie een inspirerende omgeving voor hoger onderwijs te zijn. Onze studenten wordt een excellente opleiding aangeboden, die hen theoretisch en praktisch voorbereidt op een succesvolle en maatschappelijk relevante loopbaan. Om de ontwikkeling van het onderwijs verdere impulsen te geven, wordt praktijkgericht onderzoek verricht. Daarnaast wordt de kennis voortdurend getoetst aan de praktijk door samen te werken met bedrijven en non-profit-organisaties in de regio. Door onderwijs, onderzoek en ondernemen op deze wijze uitgebalanceerd ten opzichte van elkaar te positioneren, versterken ze elkaar. Onze vier uitgangspunten Ambitieus studieklimaat Windesheim daagt studenten uit. In de leersituatie wordt steeds spanning gecreëerd tussen het bestaande en het volgende competentieniveau, waardoor studenten worden geprikkeld hun grenzen te verleggen. De praktijk van het beroep is de basis waaraan uitdagende opdrachten worden ontleend. Om recht te doen aan de verschillende talenten en ambities kunnen studenten binnen de beroepsgerichte curricula een deel van het onderwijs zelf invullen om tot verbreding, verdieping of verzwaring van het programma te komen. In dit ambitieuze studieklimaat worden kwantitatieve en kwalitatieve eisen gesteld aan de inspanningen van de student. Uitdagend, tegelijkertijd realistisch. De waarde(n)volle professional Windesheim leidt professionals op die geleerd hebben het eigen professionele handelen kritisch ter discussie te stellen en hierover verantwoording af te leggen. Daarbij hanteert de professional persoonlijke, institutionele en wettelijke waarden en normen. Door een onderzoekende en reflectieve houding ontwikkelen zij continu hun professionaliteit, vanuit hun idealen over goed samenleven. Vanuit de eigen vakbekwaamheid en met die kritische reflectie leveren zij een bijdrage aan de kwaliteit van de 5

samenleving. De professional is op de hoogte van de meest recente ontwikkelingen op het vakgebied en is door onderzoekvaardigheden gewapend voor de toekomst en de steeds veranderende beroepspraktijk. Hij ziet kansen, weet deze te benutten, kan innoveren en neemt initiatief. Studentbegeleiding op maat Aan studenten wordt persoonlijke en adequate begeleiding aangeboden, met eerlijke en bruikbare feedback op de prestaties. Al voor de poort maakt de student kennis met Windesheim en vice versa, met het doel de meest passende opleiding te kunnen kiezen. Er wordt gestuurd op resultaat, zodat de student succesvol zijn studie kan doorlopen. Windesheim biedt een omgeving waarin studenten zich maximaal kunnen ontplooien. Hierbij worden zowel uitzonderlijke begaafdheden als specifieke functiebeperkingen serieus genomen. Tevens wordt tijd- en plaats-onafhankelijk werken gefaciliteerd. Hoge kwaliteit van onderwijs De norm is het aanbieden van opleidingen van bovengemiddeld niveau. Een deel van de opleidingen van Windesheim heeft een nóg hoger ambitieniveau en werkt toe naar het predicaat: Topopleiding. Om steeds met de nieuwste inzichten in de diverse vakgebieden te kunnen werken, zijn opleidingen verbonden met Centers of Expertise en kenniscentra. Onderwijs, onderzoek en ondernemen zijn met elkaar geïntegreerd en versterken elkaar daardoor in kwaliteit en vernieuwingskracht. Windesheim laat iedere student zich internationaal oriënteren om de kwaliteit en het beroepsperspectief van de afgestudeerden te vergroten. Windesheim handhaaft en verbetert continu onderwijskwaliteit. Het professioneel handelen van alle medewerkers is het vertrekpunt voor kwaliteit. Docenten vormen de ruggengraat van de kwaliteit van de opleiding. Zij zijn op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen binnen hun vakgebied. Windesheim hanteert hierbij een dubbele professionaliteit: docenten zijn vakbekwaam én didactisch onderlegd. Hoge kwaliteit is voor hen geen toevallige uitkomst, het is een logisch gevolg van de beheersing van het proces en de afstemming met de omgeving. Windesheim Is een inspirerende kennisinstelling voor met name de regio Zwolle en Almere met een ambitieus studieklimaat en opleidingen van bovengemiddeld niveau. Biedt een omgeving waar de student zich, met de nodige invloed op het studieprogramma, kan vormen tot een waarde(n)volle professional. Levert een professional die de regie kan voeren over de eigen loopbaan en over de grenzen van het vakgebied kan heenkijken. 1.1.2 - De onderwijsleeractiviteiten Het didactisch onderwijsconcept De opleiding is vormgegeven op basis van het Onderwijsconcept, Onderwijsmodel en Curriculumkaders Windesheim Flevoland, klik hier. We hebben onze visie vertaald in vijf thema s. Deze thema s vormen de pijlers van ons onderwijsconcept Samen-werkend-leren. Het onderwijsmodel gaat over de meer technische invulling van het onderwijsprogramma en is opgebouwd uit vier leerlijnen: de Body of Knowledge & Skills (hierna afgekort als BoKS), de praktijkleerlijn, de onderzoeksleerlijn en studentbegeleiding. In de curriculumkaders bieden concrete richtlijnen voor het ontwikkelen van de opleidingen. De kaders vormen bovendien de meetlat waarmee we kunnen meten of de visie op leren daadwerkelijk in het onderwijs tot uitvoering komt. Het onderwijsconcept Samen-werkend-leren is gebaseerd op werken en leren vanuit de praktijk, waarin ondernemend en onderzoekend leren een belangrijke basis zijn. Het onderwijsconcept steunt op vijf pijlers: 6

1. Leren en werken vanuit een stevige basis, de BoKS 2. Samenwerken aan praktijkopdrachten en de Comakerships 3. Werken aan een waarde(n)volle professionele ontwikkeling 4. Onderzoekend leren 5. Ondernemend leren Het onderwijsmodel is gebaseerd op de pijlers van het onderwijsconcept. Uitgangspunt van het leren is de sociaal constructivistische benadering. Leren als een proces van construeren van kennis, gebruikmakend van reeds aanwezige kennis en het op een actieve manier verwerven van kennis. Het onderwijsmodel is opgebouwd uit vier leerlijnen: 1. De BoKS; 2. De Praktijkleerlijn, bestaande uit ervaringsleren (met praktijkopdrachten) en producerend leren (met Comakerships). De praktijkopdrachten en Comakerships worden zo nodig ondersteund door workshops en trainingen; 3. De Onderzoeksleerlijn; 4. De leerlijn Studentbegeleiding. Belangrijk in ons onderwijsmodel, is dat alle leerlijnen werken vanuit de beroepspraktijk. Voor de eerste leerlijn betekent dit, dat Windesheim Flevoland met het werkveld afstemt welke BoKS voor de opleiding van belang zijn. In de Praktijkleerlijn werken studenten via praktijkopdrachten en Comakerships aan de ontwikkeling van de voor het beroep relevante competenties en aan het realiseren van beroepstaken en beroepsproducten in de breedste zin van het woord. Onderzoeksvaardigheden en een ondernemende houding van de student zijn daarbij essentieel. Vanzelfsprekend is de Praktijkleerlijn afgestemd op de BoKS en omgekeerd. Competentieleren is idealiter een volledige integratie van kennis, vaardigheden en attitude. Die integratie komt het best tot uiting in de beroepspraktijk. Vandaar dat de praktijk wordt gezien als een zeer krachtige leeromgeving. Tijdens de praktijkperioden leert de student zich te ontwikkelen in zijn of haar beroepshouding. Alle hiervoor genoemde elementen (kennis, inzicht, vaardigheden en attitude) spelen daarbij een rol. De student leert dit vervolgens toe te passen in te integreren in zijn of haar handelen als aankomend professional. Windesheim Flevoland wil studenten helpen hun plek te vinden in onze roerige samenleving. Een samenleving waarin mensen werken en samenleven uit verschillende culturen, met verschillende achtergronden. We ondersteunen studenten vanaf het moment van hun studiekeuze in hun loopbaanontwikkeling. De opleiding Industrieel Product Ontwerpen biedt studenten een stabiele studentbegeleiding: uitdaging, houvast en verbondenheid zijn kernbegrippen. Binnen Windesheim Flevoland ondersteunen wij studenten bij het ontwikkelen van alle vereiste beroepscompetenties. Daarbij wordt de student ook uitgedaagd en ondersteund in het ontwikkelen van de competentie tot zelfsturing: tijdens de opleiding vindt er een ontwikkeling plaats van begeleid naar zelfstandig en van zelfstandig naar zelfsturend leren. In ons onderwijs maken we gebruik van een methodische aanpak. Naast de methodieken die belangrijk zijn voor het beroep en de inhoud van het vak, werken we met de PDCA-cirkel: PLAN-DO-CHECK-ACT. We leren onze studenten hoe ze hun beroepsproducten en de evaluaties van gesprekken en hun eigen reflecties met behulp van deze cirkel kunnen vastleggen. De PDCA-cirkel ligt ook aan de basis van de studentbegeleiding. In het portfolio van de student wordt dit zichtbaar gemaakt. Naast (beroeps)- producten wordt ook de reflectie hierop systematisch vastgelegd. 7

Het Cluster ICT & Techniek De opleiding maakt deel uit van het brede Cluster ICT & Techniek van Windesheim Flevoland. Hieronder vallen de opleidingen HBO-ICT, Bouwkunde, Mobiliteit, Werktuigbouwkunde, Industrieel Product Ontwerpen en Engineering. De laatstgenoemde drie opleidingen leiden op tot de graad Bachelor of Science. Daar waar dat relevant en mogelijk is werken de opleidingen binnen het cluster samen, met name als het gaat om algemene beleidspunten als instroom, studentbegeleiding, minoren (keuzeonderdelen) en uitstroomprofielen, diverse procedures en protocollen. Deze samenwerking, ten behoeve van kennisdeling, professionalisering en efficiënte onderwijsorganisatie is nog in ontwikkeling en wordt per studiejaar geïntensiveerd waar dat relevant is. De drie teamleiders voor de zes opleidingen vormen met de clustermanager samen het coördinatieteam voor het cluster. Het curriculum van de opleiding Het programma van de opleiding is opgebouwd uit de volgende onderdelen: Praktijkleerlijn: Design & practice Body of Knowledge & Skills (BoKS): Design tools Engineering tools Business tools Communication tools Studentbegeleiding: Coaching De Comakerships maken deel uit van Design & Practice. De (ontwerp)projecten in deze lijn maken een belangrijk deel uit van het programma. De Onderzoeksleerlijn is geïntegreerd in zowel de BoKS als in de praktijkleerlijn, zoals in de opleidingsplannen per opleiding is toegelicht. De drie engineering opleidingen kennen alle drie deze opbouw van het programma. Het eerste semester van de propedeuse is het programma gemeenschappelijk, daarna worden de opleidingen voor een deel specifiek per opleiding ingevuld, maar wel binnen ditzelfde programmaschema. Voor een gedetailleerde inhoud van het curriculum wordt verwezen naar paragraaf 1.2.3 - Inhoud van de opleiding. 1.1.3 - Studiebegeleiding Binnen de opleiding wordt het studiebegeleidingstraject verzorgd door studentbegeleiders (SB ers) en spreken we van studentbegeleiding. De studentbegeleider is de eerste aanspreekpersoon voor de student. Het studentbegeleiderstraject is een systematisch en gericht begeleidingstraject voor studenten, zowel in groepsverband als individueel. De leerlijn Studentbegeleiding speelt een belangrijke rol in de professionele ontwikkeling van een student. De student ontwikkelt namelijk zijn persoonlijke kwaliteiten. Die kwaliteiten zijn nodig voor de studievoortgang, de loopbaanontwikkeling en de professionele houding als beroepsbeoefenaar. Leren reflecteren, het ontwikkelen van zelfsturend vermogen en het ontwikkelen van een (zelf)kritische en onderzoekende houding zijn daarin belangrijke doelstellingen. Het is de taak van de studentbegeleider om de student te begeleiden en te ondersteunen in zijn professionele ontwikkeling. Dit kan het beste plaatsvinden in kleinschalige situaties waarin de student zichtbaar is. De begeleiding is erop gericht dat de student leert reflecteren op het eigen leerproces, zowel op de manier waarop de student met zijn studie omgaat, als ook op zijn persoonlijk functioneren, gerelateerd aan het beroep van industrieel product ontwerper (loopbaancompetenties). Centrale vragen hierbij zijn: Wat wil ik bereikt hebben aan het einde van mijn studie? en Hoe kom ik daar? 8

Studenten die van de examencommissie toestemming hebben gekregen om in het tweede leerjaar in te stromen met minder dan 54 studiepunten uit de Propedeutische fase, maken aan het begin van het tweede leerjaar een studieplan. In dat plan leggen ze vast hoe ze deze achterstand gaan inhalen, zodat ze hun propedeuse in ieder geval halen in het tweede jaar. Ze bespreken het plan met hun studentbegeleider en kijken wat het betekent voor de studievoortgang van het tweede leerjaar. Vanaf het derde leerjaar krijgt de studentbegeleider steeds meer de taak om de studenten te begeleiden in het maken van keuzes ten aanzien van de eigen profilering en de setting voor de eindpraktijkleerperiode en het afstudeeronderzoek. Studentbegeleiders volgen verder de studievoortgang van studenten. Zij adviseren studenten met studievertraging over herkansen, doubleren van een semester of het doen van verzoeken naar de examencommissie. Indien noodzakelijk verwijzen zij studenten door naar decaan of (school)psycholoog. De studentbegeleider is het eerste aanspreekpunt voor de student. StudieSuccesCentrum Naast de activiteiten binnen de opleiding voor Studentbegeleiding, is er voor de student de mogelijkheid om bijzondere aanvullende ondersteuning te krijgen in het StudieSuccesCentrum (SSC) (6e etage). Het StudieSuccesCentrum g is een centrale ontmoetingsplaats waar docenten, andere professionals en ervaren studenten in een eigentijdse sfeer en omgeving studenten verder kunnen helpen. Die hulp kan dienen als extra ondersteuning (blokkades overwinnen) of als extra uitdaging (talentprogramma). Studenten kunnen ook terecht in het StudieSuccesCentrum als ze een onafhankelijke derde willen spreken, bijvoorbeeld de decaan. Decaan De decaan van Windesheim Flevoland behartigt de belangen van studenten. In onderstaand overzicht lees je met welke vragen je zoal bij hem terecht kunt. Studenten kunnen een afspraak met hem maken via de balie van het Servicepunt, of via e-mail decaan@windesheimflevoland.nl. De decaan heeft geheimhoudingsplicht. Dat betekent dat hij zonder toestemming van de student nooit informatie doorgeeft aan derden. De rol van de decaan is er een van een generalist, met overzicht over alle relevante aspecten die van invloed zijn op de studievoortgang van de student. Daarnaast is de decaan een specialist wat betreft de onderlinge samenhang van deze aspecten en bij uitstek met betrekking tot relevante wet- en regelgeving (WHW, WSF, interne regelingen en dergelijke). De decaan begeleidt studenten met betrekking tot de volgende zaken: Wet- en regelgeving: aanmelding, toelating en inschrijving, tussentijdse uitschrijving; aanvraag voorziening studiefinanciering of financiële ondersteuning Windesheim (FOS); aanvragen bijzondere regelingen bij de examencommissie. Studie- en beroepskeuzevragen (eerste opvang en eenvoudige vragen; voor specialistische begeleiding en uitgebreidere trajecten: het StudieSuccesCentrum twijfels over gekozen opleiding; overstap naar andere opleiding of instelling; vervolgopleiding of baan; verkorte of versnelde studieroutes; buitenlandse studie of praktijkleerperiode. Studiebelemmerende omstandigheden: persoonlijke problemen, blessures, (chronische) ziekte, al of niet zichtbare handicaps en functiebeperkingen (van dyslexie tot psychische problemen); problemen in de sociale omgeving (familie, vrienden); 9

niet-nederlandse vooropleiding of andere moedertaal, allochtone afkomst; topsportbeoefening (NSF-status); dreigende studievertraging als gevolg van bovenstaande omstandigheden. Financiële en materiële problemen: studiefinanciering, (bij)baantjes; financiële problemen, schulden; belasting, verzekering; huisvesting. Conflicten, klachten, bezwaar of beroep: onenigheid over beslissingen van Windesheim medewerkers of organen; ongewenst gedrag door medestudenten, docenten of andere medewerkers. (School)Psycholoog Windesheim Flevoland werkt samen met een (school)psycholoog. Studenten kunnen op eigen initiatief contact zoeken, of op advies van de studentbegeleider of decaan doorverwezen worden. De psycholoog is er niet alleen voor studieproblemen, maar ook voor vragen op het gebied van: faalangst, stressmanagement, aanpassingsvragen (hoe om te gaan met een andere levensfase), verwerking van schokkende gebeurtenissen of een terneergeslagen stemming. Vergoeding van bezoeken aan de (school)psycholoog geschieden via de Zorgverzekering van de student en na verwijzing van de huisarts. 1.1.4 - Kwaliteit en studeerbaarheid In de opbouw van het programma is rekening gehouden met de studeerbaarheid ervan. Dat wil zeggen met het bevorderen van een goede studievoortgang voor de studenten door een logische en didactisch verantwoorde volgorde van onderdelen en een toenemende moeilijkheidsgraad van de studieonderdelen en de toetsen. In de studentbegeleiding wordt hier ook aandacht aan besteed en na afloop van het programma bij de studentevaluaties per periode. Kwaliteit De ontwikkeling en bewaking van de onderwijsinhoud binnen de opleiding wordt aangestuurd door een Resultaat Verantwoordelijk Team, onder leiding van de teamleider, met als eindverantwoordelijke de Clustermanager. De opleiding evalueert het onderwijs ten minste twee keer per jaar met studenten, docenten en vertegenwoordigers uit het werkveld. Hierbij worden zowel mondelinge als schriftelijke evaluaties afgenomen. Met de uitslagen hiervan wordt er gekeken hoe we de kwaliteit van ons onderwijs kunnen verbeteren. De resultaten van onderwijsevaluaties worden besproken met docenten en teamleiders. Aan de hand van dit gesprek vinden verbeteracties plaats. De verbeteracties worden verwerkt in het onderwijsaanbod van de volgende jaren. De resultaten van dit onderzoek (met de verbeteracties) worden voor studenten beschikbaar gesteld en besproken in de opleidingscommissie. Verder komt minimaal twee keer per jaar de werkveldadviescommissie (WAC) bijeen. Ook bij deze commissie staat evaluatie van het onderwijs op de agenda. Studeerbaarheid Spreiding van de studielast De opleiding omvat vier onderwijsjaren. Een jaar is onderverdeeld in vijf onderwijsperioden van tien weken. Elk studiejaar eindigt in de zomer met een vijfde periode, waarin studenten hun achterstand kunnen inlopen. Onderwijsperioden één tot en met vier kennen de volgende indeling: Acht onderwijsweken (inclusief de introductieweek in onderwijsperiode 1, een collegeluwe week per periode en een projectweek in onderwijsperiode 3). 10

Eén week met presentaties en herkansingen van tentamens uit eerdere perioden en eventueel (responsie)colleges. Eén week met presentaties en schriftelijke tentamens. Elke onderwijsperiode bestaat uit 14 tot 16 ECTS. In totaal zijn er 60 ECTS per studiejaar te behalen. Eén ECTS staat gelijk aan 28 uur studiebelasting. De totale studiebelasting van een week is 40 uur. Wanneer in de hoofdfase een grotere onderwijseenheid (bijvoorbeeld Praktijkleren of een Comakership) over twee periodes heenloopt, krijgt de student halverwege deze periode formatieve feedback en zo nodig de mogelijkheid om een herstart te maken met het leertraject van deze onderwijseenheid. Door de tussentijdse beoordeling zorgen we ervoor dat studenten die een herstart moeten maken slechts één periode later dan gepland hun onderwijseenheid kunnen afronden. Zo voorkomen we onnodige studievertraging. De contacturen tussen docent en student neemt gedurende de opleiding af van gemiddeld: Leerjaar 1: 16-20 uur per week; Leerjaar 2: 12-16 uur per week; Leerjaar 3: 10-12 uur per week; Leerjaar 4: 4-6 uur per week. De dagen met contacturen zijn aanvullend bij de dagen die een student besteedt aan de Praktijkleerlijn met praktijkopdrachten en Comakerships. Aanvullende informatie: Lestijden starten op het halve uur en bestaan uit 50 minuten en tien minuten pauze. Lesuren staan geroosterd vanaf 8.30 tot 18.30 uur. Het is mogelijk lesuren te koppelen tot blokuren of dagdelen. Voor werkcolleges, student- en tutorbegeleiding en projectweken geldt een aanwezigheidsplicht. Individuele routes Studenten die voor een premaster of een minor bij een andere hogeschool dan Windesheim kiezen via Kies op maat, moeten een bepaald aantal studiepunten (ECTS) behaald hebben. Er zijn geen speciale afstudeerroutes voor zogenaamde langstudeerders. De afronding zal plaatsvinden via de regulier geplande tentamens. 1.1.5 - Vorm van de opleiding De opleiding Industrieel Product Ontwerpen wordt in voltijdsvariant aangeboden. In paragraaf 1.3.2 vind je een overzicht van het curriculum. 11

1.2 - DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 1.2.1 - Doelstelling van de opleiding Visie op het beroep Door het technische en creatieve karakter van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen kun je in tal van functies terecht, zoals die van conceptueel ontwerper of design engineer. Ook kun je kiezen voor een functie waarbij je marktanalyses uitvoert en je je bezighoudt met concept-idee ontwikkeling. Als afgestudeerde IPO-ingenieur kun je vooral in de volgende drie beroepsdomeinen gaan werken: 1. productontwikkelingsafdelingen van multinationals 2. het producerende MKB (de industrie) en handel 3. de ontwerp- of ingenieursbureaus (de dienstverlening) Binnen deze domeinen word je als IPO-ingenieur met de beroepsrollen geconfronteerd. Deze beroepsrollen spelen ook in de opleiding een belangrijke rol. Het gaat om de volgende beroepsrollen: Ontwerpbureau/dienstverlening - ontwerper/ontwikkelaar - ontwerper/constructeur - zelfstandig ondernemer/productontwerper - projectleider productontwikkeling - accountmanager Producerende industrie/handel - ontwerper/ontwikkelaar - ontwerper/constructeur - projectleider productontwikkeling - manager productontwikkeling - productmanager Dienstverlening / divers - beleidsmedewerker - docent/trainer - medewerker octrooizaken - redacteur technische documentatie - marketingadviseur - adviseur/consultant 1.2.2 - Doelstelling van de opleiding De opleiding Industrieel Product Ontwerpen biedt een programma aan dat studenten in staat stelt kennis, inzichten en vaardigheden te ontwikkelen om als beginnend beroepsbeoefenaar te kunnen functioneren en zich te ontwikkelen tot een verantwoordelijke, waardevolle en zelfbewuste professional. De opleiding is ervan overtuigd dat studenten het beste tot dat doel kunnen komen als zij optimaal worden begeleid en als zij vanaf het begin van hun studie in contact staan met het (toekomstige) werkveld. De opleiding stelt zich verder ten doel om innovatief onderwijs van hoge kwaliteit te leveren op het gebied van product ontwerp en ontwikkeling. Het innoverende karakter van de opleiding komt vooral tot uitdrukking in: de Comakerships, waarin bedrijven, studenten en de opleiding intensief samenwerken; competentiegericht leren; de dynamische opzet van het leerplan; het toepassen van de meest recent ontwikkelde en bruikbaar gebleken technologische ontwikkelingen; het werken vanuit modelmatige en bedrijfsmatige concepten; 12

het toepassen van productdesign en ontwikkeling ten behoeve van composieten en andere nieuwe materialen. 1.2.3 - De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding De hbo-kwalificaties zijn samengevat door de commissie Franssen en hebben als doel om het hbo-niveau van de opleiding te waarborgen. 1. Brede professionalisering 2. Multidisciplinaire integratie 3. Wetenschappelijke toepassing 4. Transfer en brede inzetbaarheid 5. Creativiteit en complexiteit in handelen 6. Probleemgericht werken 7. Methodisch en reflectief denken en handelen 8. Sociaal-communicatieve bekwaamheid 9. Basiskwalificering voor managementfuncties 10. Maatschappelijke betrokkenheid De beheersingsniveaus Er zijn drie beheersingsniveaus voor de competenties binnen de hbo-opleidingen. Niveau 1: Basisniveau Voert de taak uit overeenkomstig standaardprocedures, met beperkte zelfsturing en bij herhaling in soortgelijke situaties. Niveau 2: Gevorderd niveau Maakt zelf een analyse van de context en een keuze voor de aanpak. Voert in verschillende situaties de taak uit met meer zelfsturing en onderbouwt het eigen handelen. Niveau 3: Bachelorniveau Voert de taak uit in complexe beroepsoverstijgende situaties, is zelfsturend en stemt het eigen handelen af op dat van de ander. Domeincompetenties De opleiding valt binnen het landelijke domein hbo Engineering. Het hbo Engineering heeft onlangs een competentieset opgesteld voor het domein. Het gaat uit van de volgende 8 domeincompetenties in het kader van het engineering werkveld en de beroepscontext (vervaardigen van producten m.b.v. technologische kennis en vaardigheden) : 1. Analyseren 2. Ontwerpen 3. Realiseren 4. Beheren 5. Managen 6. Adviseren 7. Onderzoeken en 8. Professionaliseren In de beschrijving van het hbo Engineering (waarnaar we hiervoor verwijzen) wordt een koppeling gemaakt met de Dublin descriptoren en hbo kernkwalificaties. 13

Voor elk van de opleidingen binnen het domein Engineering is een landelijk profiel van beheersingsniveau per opleiding bepaald. Voor de opleiding Industrieel Product Ontwikkelen wordt dit als volgt aangegeven. Volgens de competentiematrix in het opleidingsplan zijn deze 8 eindcompetenties gekoppeld aan alle studieonderdelen van het curriculum en de bijbehorende toetsing op de eerder genoemde drie niveaus, waarbij niveau 3 het eind- of bachelorniveau is. Studenten worden opgeleid om zelfstandig in uiteenlopende engineering functies te kunnen functioneren op basis van deze competenties en de Body of Knowledge en Skills die hierboven en in het uitgewerkte studieprogramma is beschreven. 1.2.4 - Inhoud van de opleiding De Ingenieur Industrieel Product Ontwerper is een creatieve en innovatieve ingenieur die ervoor zorgt dat voor een gebruiker een maakbaar product wordt ontwikkeld dat voorziet in een behoefte. De opleiding leidt op tot de graad Bachelor of Science, waarbinnen de opleiding IPO zich richt op het opleiden van de hbo-professional die de taal spreekt van de klant en de fabrikant. Daardoor is hij in staat om een brug te slaan tussen vormgevers, technici, marketing-specialisten en gebruikers. Afgestudeerden tonen leiderschap in kritische situaties, zijn direct inzetbaar en in staat om hun competenties gedurende hun loopbaan verder te ontwikkelen. De engineering opleidingen van Windesheim Flevoland hebben gekozen voor enkele specifieke technologische thema s waar extra aandacht aan besteed wordt. Deze zijn robotica (in samenwerking met het lectoraat Robotica) en composieten (vanuit het Flevolandproject Compoworld). De thema s hebben een sterke relatie met regionale activiteiten in het bedrijfsleven, kennisinstellingen en ook met de techniekopleidingen in Zwolle. 14

1.2.5 - De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld De opleiding houdt de relaties met de beroepspraktijk in stand door middel van: Werkveldadviescommissie (WAC) Engineering De commissie bestaat uit leden afkomstig uit het bedrijfsleven. De commissie fungeert als een klankbordgroep vanuit het beroepenveld. De leden kunnen gevraagd en ongevraagd adviseren over van belang zijnde ontwikkelingen op bedrijfskundig en technologisch gebied. Bij het bewaken van de kwaliteit en ontwikkelen van de strategie van de school spelen deze deskundigen doorgaans een belangrijke rol. Netwerken ten behoeve van het verwerven van comakerships, afstudeerprojecten en excursies Goede praktijkplekken en afstudeerprojecten zijn noodzakelijk om de studenten in de gelegenheid te stellen praktijkervaring op te doen en te laten zien dat zij als aankomend ingenieur kunnen functioneren. De opleiding beschikt daartoe over een uitgebreid netwerk van contacten met bedrijven en andere arbeidsorganisaties in binnen- en buitenland. Netwerken via gastdocenten en detacheringen van eigen docenten Gastdocenten uit het bedrijfsleven leveren de opleiding een goede mogelijkheid om de beschikbare kennis bij de vaste docenten van de opleiding te vergroten en nieuwe kennis toegankelijk te maken. Tezamen met vmbo en mbo wordt deelgenomen aan diverse projecten. Ook wordt samengewerkt met een aantal technische universiteiten in het buitenland, zodat studenten een tweevoudig diploma kunnen behalen. Docenten zijn betrokken bij onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten in samenwerking met bedrijven, lectoraten en universiteiten. De alumni Een goede relatie met afgestudeerden is van belang. De afgestudeerde beschikt immers vaak over relaties en ingangen bij bedrijven, waar de opleiding profijt van kan hebben. Daarnaast brengt de afgestudeerde zijn eigen ervaring in bij het verzorgen van gastcolleges en voorlichting. Het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs KIVI NIRIA Elk jaar stelt de vereniging van ingenieurs, afgestudeerden en bedrijven in de gelegenheid om met elkaar kennis te maken bij activiteiten. Er worden jaarlijks activiteiten in samenwerking met KIVI NIRIA georganiseerd. Het landelijk overleg van het domein Engineering Het clusteroverleg van het domein HBO-Engineering biedt de mogelijkheid om via andere opleidingen op landelijk niveau contacten met bedrijven, instellingen en brancheorganisaties te leggen. Het clusteroverleg fungeert als belangenbehartiger van de bachelor-opleidingen in het technisch domein. Kennisintensieve instituten en intermediaire organen De school onderhoudt contacten met kennisintensieve instituten en bedrijven zoals bijv. het Nationaal Lucht- en Ruimtevaart Laboratorium (NLR) en diverse productiebedrijven die actief zijn in de regio Flevoland en door heel Nederland. Vernieuwingsprojecten voor het onderwijs in samenwerking met bedrijven Door middel van zogenoemde comakerships worden studenten gestimuleerd contacten met bedrijven te leggen voor onderzoek, sponsoring, etc. Lectoraat kunststoftechnologie Naast contacten met de kunststofverwerkende industrie via de brancheorganisatie Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststof Industrie (NRK), heeft het lectoraat Kunststoftechnologie ook contacten met kunststofverwerkende bedrijven in de regio Flevoland. Naast het invulling geven aan het 15

onderwijs, is het lectoraat betrokken bij toepassingsgericht onderzoek bij en in samenwerking met kunststofverwerkende bedrijven. Dit onderzoek wordt met behulp van praktijk- en afstudeeropdrachten uitgevoerd en de resultaten hiervan worden weer gebruikt bij het actueel houden van ons onderwijs. 1.3 - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1.3.1 - Inrichting van de opleiding Het curriculum van de opleiding volgt de in het onderwijsmodel genoemde leerlijnen en is opgebouwd rondom de specifieke beroepstaken. Omvang van de leerlijnen: - De Body of Knowledge & Skills (BoKS) omvat minimaal 40% van het gehele curriculum (inclusief de minor). - De Praktijkleerlijn omvat minimaal 105 ECTS (= 50% van de ECTS te behalen in de major) - De Studentbegeleidingsleerlijn loopt van jaar 1 t/m/ 4 en bestaat uit individuele studie(loopbaan)begeleiding en groepsbijeenkomsten waaraan alleen in jaar 1 en 2 in totaal 4 ECTS zijn gekoppeld. Ook de coaching bij projecten en Comakerships is een vorm van studentbegeleiding. In jaar 3 en 4 is de begeleiding vooral gericht op studieloopbaankeuzes en studievoortgang. - De Onderzoeksleerlijn start in het eerste jaar met een of meer onderwijseenheden. Verder bevat deze leerlijn minimaal één comakership en één onderzoeksopdracht en maakt onderzoek ook deel uit van de afstudeeropdracht. De afstudeeropdracht is een comakership van een half jaar, die bij een bedrijf of instelling buiten de deur wordt uitgevoerd. De student mag starten met zijn afstudeerwerk, zodra nog maar max. 5 ECTS uit de hoofdfase open staan. Tevens dient hij hiervoor met succes een pre afstudeer- assessment (zie definities uit H2) te hebben afgelegd. De opbouw van het curriculum voor instromende studenten is meer in detail in onderstaande figuur weergegeven: Bachelor Propedeuse Hoofdfase 8 onderwijsperioden 8 onderwijsperioden 14 EC 15 EC 16 EC 15 EC 14 EC 15 EC 16 EC 15 EC 30 EC Minor Comaker en onderwijs totaal 30 EC Leerlijnen: 1. BoKS 2. Praktijkleerlijn met realistische praktijkopdrachten en Comakerships Ondersteunende workshops en trainingen 3. Onderzoeksleerlijn 4. Studentbegeleiding Leerlijnen: 1. BoKS neemt af in omvang 2. Praktijkleerlijn met praktijkopdrachten en Comakerships neemt toe in omvang Ondersteunende workshops en trainingen nemen af in omvang 3. Onderzoeksleerlijn: - minimaal één Comakership wordt besteed aan toegepast onderzoek - ondersteund door ondersteunende workshops en trainingen en BoKS 4. Studentbegeleiding: neemt af in omvang 30 EC Semesterprogramma Een student kiest een minor: - uit een aanbod van door de examencommissie goedgekeurde minors - naar eigen keuze en legt deze ter goedkeuring voor aan de examencommissie 30 EC Afstudeerfase Comakership waarin onderzoek is opgenomen Geprogrammeerd aanbod De student maakt deels eigen keuzes De student sluit de opleiding af 1a - De propedeutische fase In de propedeutische fase staan de oriënterende, selectieve en verwijzende functies voor het beroep en de opleiding centraal. In samenhang met deze functies zijn de doelen van de propedeuse: Oriëntatie op de mogelijkheden en de eisen van de studie en het beroep. Bij de beroepenoriëntatie gaat het om onderzoek naar de vakinhoud, naar werkvelden en 16

beroepsrollen. Bij oriëntatie op de studie, doelen we op de globale inhoud van de opleiding en het opleidingsconcept. Koppeling van eisen en mogelijkheden van studie en beroep aan eigen sterke en zwakke kanten, uitmondend in een verdieping van de studiekeuze. De propedeuse bestaat uit vier onderwijsperiodes waarin de studenten kennismaken met projectmatig werken als voorbereiding op de drie centrale beroepen binnen Engineering: de maker, de ontwerper en de marktgerichte innovator. Het onderdeel studentbegeleiding heeft in de propedeuse een verwijzend karakter, waardoor de student halverwege het eerste jaar kan switchen tussen de opleidingen binnen Engineering en aan het einde van het eerste jaar een gefundeerde keuze kan maken voor de hoofdfase. 1b - De postpropedeutische- of hoofdfase De hoofdfase bestaat bij de opleiding uit een kernfase en een specialisatiefase. In de kernfase staat de ontwikkeling van de algemene competenties van een Product Ontwerper naar het bachelorniveau centraal. Doelen van deze fase: Studenten de gelegenheid bieden om zich verder te verdiepen in beroepsrollen en beroepscontexten, in samenhang met hun voortgaande competentieontwikkeling. Studenten voorbereiden op hun individuele studiekeuzes in de profileringsfase. In de specialisatiefase staan twee doelen centraal, namelijk: Het ontwikkelen en integraal aantonen van de Engineering competenties op bachelorniveau. Het ontwikkelen van een individueel afstudeerprofiel om zich te profileren naar de arbeidsmarkt. 1c - Bijzondere leerwegen De opleiding Industrieel Product Ontwerpen biedt aankomend studiejaar geen bijzondere leerwegen aan. Learning Agreements Een Learning Agreement wordt gebruikt om een door de student in het buitenland te volgen studieprogramma vast te leggen en te accorderen. Het format voor studenten die in het kader van studiepuntmobiliteit bij een Erasmuspartner van Windesheim gaan studeren, wordt verstrekt door de Europese Commissie (via de Nuffic). Ook studenten die in het kader van studiepuntmobiliteit bij een niet- Erasmuspartner van Windesheim gaan studeren, leggen afspraken over het te volgen programma en het aantal te behalen credits vast in een Learning Agreement. Voor deze groep kan het format van de Europese Commissie worden gebruikt, met weglating van het Erasmus-logo. Learning Agreements worden opgesteld door de student in overleg met de coördinator internationalisering van zijn/haar domein en goedgekeurd door de examencommissie. De examencommissie delegeert deze bevoegdheid evt. aan de coördinator internationalisering van het betreffende domein. Een geldig Learning Agreement bevat minimaal: een vermelding van de naam van de student, studieperiode bij de gastinstelling, naam van de zendende en ontvangende instelling, course titles, course codes (indien beschikbaar), ECTS-credits per course, en handtekeningen en data van ondertekening van de coördinator internationalisering, de gastinstelling en de student. Learning Agreements worden vóór of maximaal 2 weken na aanvang van het uitwisselingssemester door alle partijen (i.e. domeincoördinator internationalisering van Windesheim, gastinstelling, student) ondertekend. Alle wijzigingen op het oorspronkelijk geaccordeerde Learning Agreement worden vastgelegd op het formulier Changes to the original proposed Learning Agreement en per ommegaande door de drie partijen ondertekend. Op het (gewijzigde) Learning Agreement vermelde ECTS-credits worden na afloop van het uitwisselingssemester één-op-één toegekend aan de student, tenzij er sprake is van een onvoldoende beoordeling door de gastinstelling. De beoordeling van de gastinstelling wordt overgenomen door de examencommissie. De student is zelf verantwoordelijk voor het inleveren van het 17

Learning Agreement bij Bureau Buitenland t.b.v. de toekenning van de Erasmusbeurs. Hierover wordt door Bureau Buitenland schriftelijk gecommuniceerd met de student. Verwerking van credits in Educator na studie of stage in het buitenland Nadat de in het buitenland behaalde credits (conform Learning Agreement) zijn goedgekeurd door de examencommissie, worden deze door de studievoortgangsadministratie van het domein in Educator verwerkt onder vermelding van study abroad of placement abroad, met daaraan toegevoegd (in het geval van study abroad) de naam en de locatie (i.e. plaats, land) van de partnerinstelling. 1.3.2 Overzicht informatie major, minors en onderwijseenheden Voor verdere uitwerking van de afzonderlijke onderwijseenheden: klik hier voor de informatiegids propedeuse en klik hier voor het overzicht en curriculum per jaar. Daar wordt ingegaan op onder andere de volgende aspecten: onderwijsinhoud, doelen, begeleidings-activiteiten, contacturen en toetsing. Conversietabel voor onderwijseenheden die vervallen zijn door de curriculumherziening vind je in hoofdstuk 8. 1.3.3 - Accreditatie De accreditatie van de opleiding heeft (Windesheimbreed) voor de laatste keer plaatsgevonden op 8 maart 2012. De accreditatietermijn is vanwege de landelijke conversie van techniekopleidingen verlengd en is derhalve van kracht tot en met 13 juli 2019. 18

2. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING RECHTEN EN PLICHTEN Deze regeling wordt vastgesteld door de directeur, na verkregen advies van de opleidingscommissie en na verkregen instemming van de deelraad. Hoofdstuk 1 BEGRIPSBEPALINGEN Art. 1.1 Algemene begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: Accreditatie: Assessment: Assessor: Associate degree: Bacheloropleiding: Beroepsvereisten: CMR: College van Beroep: voor de examens (CBE) het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een opleiding positief is beoordeeld (artikel 1.1 sub s WHW). een onderzoek naar de competenties die de student bezit. degene die in een assessment beoordeelt in welke mate de student competenties heeft verworven. een samenhangend geheel van onderwijseenheden, af te sluiten met een examen waaraan de graad Associate degree (Ad) is verbonden. zie hbo-bacheloropleiding. vereisten die voor de uitoefening van een bepaald beroep op grond van een wettelijk voorschrift worden gesteld (artikel 7.6 WHW). Tot deze vereisten behoren de eisen zoals neergelegd in de Richtlijnen van de Raad van de EG ten aanzien van verpleegkundigen. Centrale Medezeggenschapsraad. het College van Beroep voor de Examens Windesheim dat door het College van Bestuur is ingesteld (artikel 7:60 t/m 7:63 WHW). Colloquium Doctum toelatingsonderzoek wanneer niet aan de vooropleidingseis is voldaan (art. (21+ toets) 7:29 WHW). Comakership Competentie: Competentiegericht onderwijs: Competentieniveau: CROHO: tripartiete verhouding tussen Windesheim Flevoland, de student en een bedrijf of instelling waarbij de student als onderdeel van zijn curriculum een praktijkopdracht uitvoert. het duurzaam vermogen tot handelen in een beroepscontext met waarneembaar resultaat, ter uitvoering van bepaalde verrichtingen in een omschreven beroepsrol. onderwijs dat is gericht op het koppelen van de leerdoelen en eindkwalificaties van de opleiding aan de beroepspraktijk. aanduiding van het niveau waarop de competentie beheerst wordt. Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs, waarin de geaccrediteerde opleidingen in het Hoger Onderwijs zijn opgenomen (artikel 6.13 WHW). 19

Decaan: Deeltijdopleiding: Domein: De decaan begeleidt studenten in situaties waarin hun belang in het geding is. De decaan is de specialist op het gebied van wet- en regelgeving in het Hoger Onderwijs, opleidingsbeleid, studiefinanciering, financiële problemen, studeren met een functiebeperking en de regelgeving rondom rechten en plichten bij studiestagnatie- of versnelling. een deeltijdopleiding is de opleidingsvorm die zodanig is ingericht dat de student werkzaamheden kan verrichten naast de onderwijsactiviteiten. is een samenstel van opleidingen die organisatorisch of qua inhoud bij elkaar horen. Domeincompetenties: de door de HBO-raad vastgelegde domeincompetenties in de informatiebank domeincompetenties. Diplomasupplement: Duale opleiding: EVC: Examen: Examencommissie: Examinator: Geschillenadviescommissie: document dat verplicht aan het getuigschrift wordt toegevoegd, waarop wordt vermeld de naam, de aard, het niveau, de context en de inhoud van de opleiding (artikel 7.11 lid 3 WHW). een duale opleiding is de opleidingsvorm die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs gedurende een of meer periodes wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De beroepsuitoefening is onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding (art. 7.7 lid 2 WHW). eerder of elders verworven competenties. de verzameling van met goed gevolg afgelegde tentamens binnen een opleiding waarmee de propedeutische fase, het Associate degree programma of de bachelor- of masteropleiding wordt afgesloten. Het examen wordt door de examencommissie in vergadering bijeen vastgesteld. iedere opleiding of groep van opleidingen, heeft een examencommissie. Deze commissie is ingesteld op grond van artikel 7.12 van de WHW. het door de examencommissie aangewezen lid van het personeel dat belast is met het afnemen van tentamens. de Geschillenadviescommissie Windesheim die door het College van Bestuur is ingesteld (art. 7:63a en art. 7:63b WHW). hbo-bacheloropleiding: een beroepsopleiding die aansluit op het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs en is geregistreerd in het CROHO. Zie ook: voltijdopleiding, duale opleiding, deeltijdopleiding. hbo-masteropleiding: een opleiding volgend op een bacheloropleiding (artikel 7.3, 7.3a lid 2 sub b en 7.3b sub b van de WHW). Hogeschool: Jaar: de Christelijke Hogeschool Windesheim. studiejaar (zie studiejaar verderop in de begripsbepalingen). 20

Major: Minor: Onderwijseenheid: een samenstel aan onderwijseenheden binnen een opleiding met een programmatische samenhang van 180 studiepunten voor de opleidingen op locatie Zwolle en 210 studiepunten voor de opleidingen op locatie Flevoland. een samenstel aan onderwijseenheden met een programmatische samenhang van 30 studiepunten. een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.13 van de WHW, bestaande uit - een kenmerkende beroepssituatie, waarbij het gaat om de integratie van kennis, vaardigheden en attitudes en de toepassing daarvan in de beroepscontext; - een ondersteunende onderwijseenheid, waar de nadruk ligt op kennis, vaardigheden en attitudes. Onderwijsperiode: een periode van 10 weken onderwijs met een maximale studielast van 18 studiepunten. Per studiejaar bedraagt de gemiddelde studielast van een periode 15 studiepunten. Voor het WHC geldt: een periode van 14 weken gevolgd door een periode van 3 weken met een studielast van respectievelijk 25 en 5 studiepunten. Opleiding: Persoonlijk Ontwikkelingsplan: Persoonlijk Activiteitenplan: Postpropedeuse: Premastertraject: Profileringsfonds: Propedeuse: een samenhangend geheel van onderwijseenheden gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken (artikel 7.3 WHW). het document waarin een student zijn ontwikkeling vastlegt in relatie met de onderwijseenheden die tezamen de onderdelen van het door hem af te leggen afsluitend examen vormen. weergave van de door de student gevolgde en nog te volgen onderwijseenheden. de fase van de opleiding die volgt na het behalen van de propedeuse en wordt afgesloten met het afsluitend examen, ook wel hoofdfase genoemd. een deel van het examenprogramma dat de student voorbereidt op het volgen van een masteropleiding aan een universiteit. het door het College van Bestuur ingestelde fonds van waaruit financiële ondersteuning verleend kan worden in de vorm van de toekenning van afstudeersteun en/of bestuurs- en topsportbeurzen. de propedeutische fase van de opleiding, af te sluiten met het propedeutisch examen (artikel 7.8 WHW). Semester: twee opeenvolgende onderwijsperioden, die aanvangen in onderwijsperiode 1 en onderwijsperiode 3. Student: Studiejaar: degene die is ingeschreven aan de hogeschool voor het volgen van onderwijs en het afleggen van de tentamens en de examens van een opleiding. het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar (art. 1.1. WHW). 21