COMMISSION PARITAIRE DE TEXTILE ET DE LA BONNETERIE CONVENTION COLLECTIVE DE TRAVAIL DU AVRIL 2003 INSTITUANT LA PREPENSION A MI-TEMPS Vu la CCT du 10.04.2003 pour les ouvriers(ères) de l'industrie textile et de la bonneterie conclue pour les années 2003 et 2004 Vu la loi du 7 janvier concernant les Fonds de Sécurité Vu la C.C.T. n 55 du instituant un régime d'indemnisation complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de réduction de leurs prestations de travail à mi-temps Vu du Vu la C.C.T. du 10 avril 2003 relative à la prépension à temps plein dans l'industrie textile et de la bonneterie IL EST CONVENU ENTRE Textura la Textile, Vêtement et Diamant la Centrale Générale des Syndicats Libéraux de Belgique d'une part, ET la Fédération Textile FEBELTEX d'autre part, CE QUI SUIT : /. CHAMP D'APPLICATION Article 1 La présente convention collective de travail aux ouvriers(ères) occupé(e)s dans un régime de travail à temps plein en exécution d'un contrat de travail, ainsi qu'aux employeurs qui les occupent et qui tombent sous la compétence de la commission paritaire de l'industrie textile et de la bonneterie, à des entreprises et des travailleurs y occupés relevant de la compétence des sous-commissions paritaires pour l'industrie textile de 120.01), lin (S.C.P. 120.02) et pour le jute (S.C.P. 120.03). Par régime de travail à temps plein, il faut comprendre le régime de travail visé au Chapitre III - Temps de travail et de repos, de la loi du mars sur le travail. 23 2 8
//. PORTEE DE LA CONVENTION Article 2 L'indemnité complémentaire instaurée par la 55 précitée du est accordée aux travailleurs visés à l'article 1er, pour autant qu'au moment où la réduction de leurs prestations prend cours, ils aient atteint l'âge de 56 ans. Peuvent bénéficier de ce régime, les ouvriers(ères) qui conviennent avec leur employeur de réduire leurs prestations à mi-temps. Cet accord est constaté par écrit conformément aux dispositions de de la loi du 3 juillet relative aux contrats de travail. ///. CONDITIONS POUR AVOIR DROIT A L'INDEMNITE COMPLEMENTAIRE Article 3 Les travailleurs visés à l'article 2 de la présente convention ont droit à l'indemnité complémentaire à condition : qu'ils bénéficient de l'allocation de chômage prévue pour cette catégorie de travailleurs par la réglementation en matière d'assurance chômage ; qu'au cours des 12 mois, à calculer de date à date, qui précèdent immédiatement la réduction de leurs prestations de travail, ils aient été au service de la même entreprise, dans un régime de travail à temps plein comme défini à l'article 1 de la présente convention que le nombre d'heures de travail du régime de travail à temps partiel, après réduction, soit, par cycle de travail, égal en moyenne à la moitié du nombre d'heures de travail comprises dans un régime de travail temps plein normal dans l'entreprise. IV. MONTANT ET PAIEMENT DE L'INDEMNITE COMPLEMENTAIRE Article 4 L'indemnité complémentaire est calculée et adaptée comme indiqué aux article 5 à 10 de la C.C.T. n 55 précitée du C.N.T. Article 5 Le paiement de complémentaire et de la cotisation capitative éventuelle est à charge du Fonds de Sécurité de textile et de la bonneterie. A cet effet, les employeurs sont tenus de faire usage du formulaire adéquat qui peut être obtenu au siège du Fonds, 100, à 9051 Les directives administratives du conseil du Fonds doivent être observées. Les formalités administratives nécessaires à de la présente convention sont fixées par le conseil du Fonds.
V. PASSAGE VERS LA PREPENSION A TEMPS PLEIN 6 L'ouvrier(ère) concerné(e) peut obtenir le bénéfice de l'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de licenciement, dans les conditions prévues par la C.C.T. du concernant la prépension à temps plein dans l'industrie textile et de la bonneterie. S(i)'il(elle) n'a pas atteint l'âge de la prépension à temps plein à ce moment, le préavis ne peut prendre cours que le premier jour du mois qui suit celui au cours duquel il(elle) a atteint cet âge ou à tout autre moment prévu et autorisé par la réglementation en la matière. Article 7 Dans le cas où l'ouvrier(ère) peut bénéficier des dispositions de l'article 6, l'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés en cas de licenciement, est calculée comme s(i)'il(elle) n'avait pas réduit ses prestations de travail. A cet effet, la rémunération brute du travailleur afférente à ses prestations à mi-temps, est multipliée par deux. VI. DISPOSITIONS FINALES Article 8 Les difficultés d'interprétation générale de la présente sont réglées par le conseil d'administration du Fonds de Sécurité d'existence pour l'industrie textile et de la bonneterie par référence à et dans l'esprit de la n 55 du Conseil National du Travail. Article 9 Cette convention est valable pour la période du 1 er janvier 2003 31 décembre 2004 inclus. Elle est conclue sous la condition suspensive que les lois et les arrêtés autorisent pareil régime de prépension.
PARITAIR COMITE VOOR DE TEXTIELNIJVERHEID EN HET BREIWERK COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 2003 TOT INSTELLING VAN HET HALFTIJDS BRUGPENSIOEN Gelet op de CAO van 10.04.2003 voor de werkiieden van de textielnijverheid en het breiwerk gesloten voor de jaren 2003 en 2004. Gelet op de wet van 7 januari de fondsen voor bestaanszekerheid. Gelet op de C.A.O. nr. 55 van de N.A.R. instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, ingeval van halvering van de arbeidsprestaties Gelet op het K.B. van 30/7/1994 Gelet op de C.A.O. van 10 2003 inzake het voltijds brugpensioen in de textielnijverheid en het breiwerk WORDT TUSSEN A.C.V.-C.S.C. Textura het Textiel, Kleding en Diamant de Algemene Centrale der Libérale Vakbonden van België enerzijds, EN de Textielfederatie FEBELTEX anderzijds, HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN : /. TOEPASSINGSGEBIED 1 Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de arbeiders(sters) die in een voltijdse arbeidsregeling zijn tewerkgesteld ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, alsook op de werkgevers die hen tewerkstellen en onder de bevoegdheid vallen van het paritair comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, met uitzondering van de ondernemingen en de erin tewerkgestelde werkiieden die onder de bevoegdheid vallen van de paritaire subcomités voor textiel (P.S.C. ), voor het (P.S.C. en voor de Jute (P.S.C. Onder voltijdse arbeidsregeling moet worden verstaan, de arbeidsregeling bedoeld in hoofdstuk III, arbeids- en rusttijden, van de arbeidswet van 16 3 2003 2 8 2003
II. DRAAGWIJDTE VAN DE OVEREENKOMST Artikel 2 De aanvullende vergoeding ingesteld door de hierboven vermelde C.A.O. nr. 55 van de N.A.R. wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers op dat zij op het ogenblik van de vermindering van hun arbeidsprestaties de leeftijd bereikt hebben van 56 jaar. Voor deze regeling in aanmerking de arbeiders(sters) die met hun werkgever een akkoord bereiken hun arbeidsprestaties te halveren. Dit akkoord wordt schriftelijk vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel bis van de wet van 3 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. ///. VOORWAARDEN OM RECHT TE HEBBEN OP DE AANVULLENDE VERGOEDING Artikel 3 De in artikel 2 van deze overeenkomst genoemde werknemers hebben recht op de aanvullende vergoeding op voorwaarde dat : zij de werkloosheidsuitkering genieten waarin de reglementering inzake werkloosheidsverzekering voor deze catégorie van werknemers voorziet ; zij tijdens de 12 maanden - te rekenen van datum - die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, bij dezelfde onderneming hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, bepaald in artikel 1 van deze overeenkomst ; het aantal arbeidsuren van de deeltijdse arbeidsregeling, na vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk is aan de van het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de onderneming. IV. EN BETALING VAN DE AANVULLENDE VERGOEDING Artikel 4 De aanvullende vergoeding wordt berekend en aangepast zoals bepaald in de 5 en met van voormelde C.A.O. nr. 55 van de N.A.R. Artikel 5 De betaling van de aanvullende vergoeding en van de eventuele capitatieve bijdrage ten van het Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Textielnijverheid en het Breiwerk. Te dien einde zijn de werkgevers en werknemers verplicht gebruik te van het gepast formulier dat kan bekomen worden op de van voormeld Fonds, 100, 9051 De administratieve richtlijnen van de Raad van Beheer van het Fonds moeten nageleefd worden. De administratieve formaliteiten nodig voor de uitvoering van onderhavige overeenkomst worden door de Raad van Beheer van het Fonds vastgesteld.
V. OVERGANG NAAR VOLTIJDS Artikel 6 De betrokken arbeider(ster) heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontsiagen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door de C.A.O. van 10.04.2003 betreffende net voltijds in de textielnijverheid en het breiwerk. Indien hij(zij) op het ogenblik van het ontslag de leeftijd van het voltijds brugpensioen niet heeft bereikt, kan de opzegging pas ingaan op de eerste dag van de volgend op die tijdens dewelke hij(zij) die leeftijd heeft bereikt. Artikel 7 Ingeval de arbeider(ster) de bepalingen van 6 kan genieten, wordt de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontsiagen, berekend hij(zij) zijn(haar) arbeidsprestaties niet heeft verminderd. wordt het brutoloon dat de arbeider(ster) voor halftijdse prestaties ontvangt, met twee. VI. Artikel 8 De algemene interpretatie moeilijkheden van onderhavige CAO worden door de Raad van Beheer van het Fonds voor Bestaanszekerheid beslecht in de geest van en refererend naar de CAO nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad. Artikel 9 Deze overeenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2003 en met 31 december 2004. Zij is gesloten onder de dat de wetten er besluiten dergelijk halftijds brugpensioenstelsel toelaten.