Wijziging Barp en Brvp 10 maart 2006



Vergelijkbare documenten
Besluit beschikbaarstelling politieambtenaren ten behoeve van vredesmissies

Wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie

Evaluatie Regeling detachering politie

evaluatie flexbepalingen Barp en Bbp medewerking bij voornoemde evaluatie Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie n.v.t. n.v.t. n.v.t.

wijziging van het Barp in verband met de invoering van de wet op de medische keuringen

evaluatie knelpunten kinderopvang medewerking bij voornoemde evaluatie afspraak agenda-overleg CGOP, 13 september 2001 n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Ouderschapsverlof voor meerlingen. informatief. geen. circulaire van 26 november 1997(EA97/U4257) circulaire van 6 november 1998 (EA98/U55017)

Wijziging Besluit geneeskundige verzorging politie 1994 en Regeling geneeskundige verzorging politie 2003

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling detachering politie

Conversietabel. Informatief. Geen. Niet van toepassing. Heden. niet van toepassing. Datum 1 februari Kenmerk

informatief Datum 25 juli 2001 Kenmerk EA2001/77191 Onderdeel directie Politie Inlichtingen B.J.L de Leeuw T (070) F (070)

regelgeving brutering overhevelingstoeslag informatief EA2000/U van 14 december 2000 EA2000/U van 21 december 2000 Datum 11 januari 2001

A4 Informatie om te delen

Ministerie van Binnenlandse Zaken Wijziging Regeling vergoeding verplaatsingskosten politie

Regeling aanstellingseisen politie artikel 7, eerste lid, onderdelen b, c, en d, van het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp)

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Klokkenluiderregeling

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 1 E96/U oktober Departementsonderdeel

Oplegvel Collegebesluit

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken

Mw. mr w. Nieuwenhuizen wijziging van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de Uitkerings regeling 1996

Regeling nevenwerkzaamheden en financiële belangen gemeente Waalwijk

1. In de eerste volzin vervalt:, bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Politiewet 1993,.

Gewijzigde Voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand 2013

Regeling vergoeding dienstautogebruik politie. informatie. artikel 17, eerste lid, van het Besluit vergoeding dienstreizen politie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden. van een misstand (klokkenluiderregeling)

KLOKKENLUIDERSREGELING

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

Klokkenluiderregeling NWO-werkgever. Inleiding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

KLOKKENLUIDERSREGELING

Klokkenluidersregeling Woonstichting Land van Altena

KLOKKENLUIDERREGELING ONDERWIJSGEMEENSCHAP VENLO & OMSTREKEN

Meldingsregeling misstanden en onregelmatigheden RUG

Rechtspositionele aspecten in relatie tot PO informatie. circulaire van 21 augustus 2002, EA2002/ Datum 28 juli Kenmerk EA2003/74011

grondslag Relatie met : EA98/U1740 van 28 september 1998 andere circulaires EA98/U van 2 oktober 1998 Ingangsdatum : 1 april 1997

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

1.1.2 Onder een vermoeden van een misstand wordt niet begrepen een vermoeden van inbreuk op de wetenschappelijke integriteit.

Procedurereglement bij vermoeden van misstanden gemeente Hellevoetsluis 2014

Klokkenluidersregeling

Regeling Melding Vermoeden Misstand

Regeling Melding Vermoeden Misstand Purmerend 2015

Procedureregeling melding misstand provincies

TiU-Klokkenluidersregeling

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling) Amsterdam, 1 juli 2007

REGELING NEVENWERKZAAMHEDEN EN FINANCIËLE BELANGEN DEN HAAG Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

Omgaan met melden vermoeden misstand (Klokkenluidersregeling)

Doorwerken na bereiken leeftijd 65 jaar. Bekendmaken van beleid

Klokkenluiderregeling Stichting Woonplus Schiedam Maart 2009

Klokken luiders regeling

Regeling ter bescherming van klokkenluiders bij de Universiteit Maastricht (klokkenluidersregeling)

Stichting Vrije scholen Zuid West Nederland

Toezending algemene maatregel van bestuur betreffende wijziging en verlenging van de flexbepalingen

BATENBURG TECHNIEK REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND

Klokkenluidersregeling. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het Regius College Schagen

Klokkenluidersregeling. van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van Amsterdam

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Scala College en Coenecoop College 1

Klokkenluidersregeling

gemeente Regeling Melding Vermoeden Misstand 2014 HEE `l'lskel`k 15 juli 2014 BIVO/2014/30053 llllll llh l l lllllllllllllllllllllllllll llll

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

informatief Datum 4 September 2002 Kenmerk EA2002/85996 Onderdeel directie Politie Inlichtingen B.J.L de Leeuw T (070) F (070)

Nr Melding. vermoedens misstanden gemeente Alkmaar (voormalig Klokkenluidersregeling)

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

Afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken

Afspraken inzake arbeidsongeschikten met een arbeidsongeschiktheidspercentage lager dan 35% Bekendmaking beleid

Klokkenluidersregeling Woonpartners Midden-Holland

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling melden vermoeden van een misstand in de sector VO

Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen;

Convenant toepassing en uitvoering van het Landelijk sociaal statuut voor de Nederlandse Politie

Klokkenluiderregeling. Beleid en regelingen Stadlander

Artikel 3 Een overheidswerkgever sluit geen arbeidsovereenkomst met:

Voorbeeld meldingsregeling vermoeden van een misstand

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling

De met u gemaakte afspraken, bedoeld in de vorige alinea, houden het volgende in:

Klokkenluidersregeling PThU

Klokkenluidersregeling Lunet zorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

KLOKKENLUIDERREGLEMENT

Gewijzigde voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ;

KLOKKENLUIDERSREGELING WOONINVESTERINGSFONDS

Klokkenluidersregeling

Signaleringsregeling. Waarom een Signaleringsregeling? Voor wie geldt de Signaleringsregeling?

KLOKKENLUIDERREGELING COOP HOLDING BV

Regeling procedure en bescherming bij melding van een vermoeden van een misstand

Klokkenluiderregeling Woonwijze. September 2013

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum diverse EA96/U juli H.J. Pethke/C.C. Schreuder (070) / Departementsonderdeel

Klokkenluidersregeling

Hogeschool der Kunsten Den Haag. University of the Arts The Hague KLOKKENLUIDERSREGELING. Koninklijk Conservatorium Royal Conservatoire

Regeling melding vermoeden misstand (klokkenluidersregeling) BAR-organisatie

Klokkenluidersregeling voor medewerkers

Toelichting bij de gewijzigde voorbeeldregeling Melding Vermoeden Misstand

Misstandenregeling (Klokkenluiders- en Incidentenregeling)

KLOKKENLUIDERSREGELING. Preambule

Transcriptie:

Onderdeel DGV/POL/OenL Inlichtingen A. Schukken T 070-426 7435 F 070-426 7440 1 van 5 Aan de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen de korpsbeheerder van het Klpd de voorzitter van het college van bestuur van het LSOP het ministerie van Justitie de Regieraad ICT Politie i.a.a. - de korpschefs van de regionale politiekorpsen - de korpschef van het Klpd - de (fgd) hoofdofficieren van Justitie - de voorzitter van de raad van toezicht van het LSOP - de directeur van de IT-organisatie - de directeur van de Rijksrecherche - de hoofden P&O van de politiekorpsen - de hoofden FEB van de politiekorpsen - de politievakorganisaties d.t.v. het CAOP - de leden van het LOSA Aantal bijlagen 0 Bezoekadres Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postadres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Internetadres www.minbzk.nl Onderwerp Wijziging Barp en Brvp 10 maart 2006 Doelstelling Informatie Juridische grondslag Relaties met andere circulaires Geen Ingangsdatum 10 maart 2006 Geldig tot

Bijgaand informeer ik u over de wijzigingen in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) en het Besluit rechtspositie vrijwillige politie (Brvp) onder andere betreffende integriteit en klokkenluiderregeling. Ik maak u er op attent dat u een aantal zaken in uw korps zult moeten gaan uitwerken om aan de wijzigingen in het Barp en het Brvp te kunnen voldoen. 2 van 5 Bij besluit van 3 februari 2006 (Stb. 2006, 129) zijn in het Barp en het Brvp bepalingen opgenomen over het openbaar maken van nevenwerkzaamheden, het melden van financiële belangen en effectentransacties en het omgaan met vermoedens van misstanden. Met hetzelfde besluit zijn ook rechtspositiereglementen van andere overheidssectoren gewijzigd. Hierbij is er naar gestreefd de nieuwe en gewijzigde artikelen in diverse rechtspositiereglementen zoveel mogelijk gelijkluidend te laten zijn. Dit besluit van 3 februari jongstleden is op 10 maart 2006 in werking getreden. Herschikking In verband met de samenhang heeft de invoering van nieuwe artikelen en de wijziging van bestaande artikelen met betrekking tot integriteit geleid tot herschikking van het Barp en Brvp. Aan het Barp is een nieuw Hoofdstuk VII.A. Integriteit (artikelen 55a tot en met 55h) toegevoegd. In het Brvp zijn de paragrafen 3a regels omtrent goed ambtelijk handelen (artikelen 14a en 14b) en 3b melden van een misstand (artikelen 14c tot en met 14g) opgenomen. Als gevolg van de herschikking zijn de artikelen 66 en 19 Brvp (nevenwerkzaamheden) en artikelen 66a en 19a Brvp (het verbod op aannemen van giften, etc.) komen te vervallen. De bepalingen over nevenwerkzaamheden zijn opgenomen in de nieuwe artikelen 55a Barp en 14a Brvp en het verbod op het aannemen van giften, etc. staat in de artikelen 55c Barp en 14b Brvp. Nevenwerkzaamheden Voor de leiding van een korps, College van Bestuur van de Politieacademie of de directie ITO geldt aanvullend dat eventuele nevenwerkzaamheden openbaar worden gemaakt. Voor de goede orde meld ik dat bij de vrijwillige politie geen functies voorkomen waarvoor openbaarmaking van nevenwerkzaamheden geïndiceerd is. Openbaarmaking moet in verband met de privacy niet in zijn algemeenheid gelden maar moet beperkt blijven tot die gevallen waarin dat een wezenlijke bijdrage levert aan een transparant en deugdelijk overheidsoptreden. Voor de waarborging van de integriteit van het openbaar bestuur, de geloofwaardigheid en controleerbaarheid van het functioneren van de overheid kan worden volstaan met openbaarmaking van twee (of in voorkomende gevallen drie) gegevens, te weten de functie, de nevenwerkzaamheid of werkzaamheden en eventueel de aan het verrichten van de nevenwerkzaamheid verbonden beperkingen. In het overgangsrecht van het besluit

van 3 februari 2006 staat dat de grondslag voor de door het bevoegd gezag gestelde nadere regels ter zake nevenwerkzaamheden is gewijzigd in de nieuwe artikelen 55a Barp en 14a Brvp. Voor wat betreft de grondslag is aanpassing van de regionaal gestelde regels derhalve niet nodig. 3 van 5 Financiële belangenverstrengeling In artikel 55b Barp zijn regels met betrekking tot mogelijke financiële belangenverstrengeling opgenomen. Betrokkenheid bij bovenbedoelde aangelegenheden doet zich niet voor bij de vrijwillige politie zodat de desbetreffende bepaling niet is opgenomen in het BRVP. Er is een verplichting voor die ambtenaar gekomen, die daartoe door het bevoegd gezag is aangewezen, melding te doen van bezit en transacties met effecten (financiële belangenverstrengeling). De memorie van toelichting zegt over het begrip financieel belang: het begrip financieel belang is zeer divers. Het kan gaan om het bezit van effecten, vorderingsrechten, onroerend goed, bouwgrond, alsook om financiële deelnemingen in ondernemingen, enz. Zelfs negatieve financiële belangen kunnen in verband met mogelijke belangenverstrengelingen relevant zijn. Voor het in ontvangst nemen van bedoelde meldingen dient specifiek een functionaris te worden aangewezen die ook de registratie bijhoudt. Het hoeft geen betoog dat het melden van de hier aan orde zijnde financiële belangen gevoeliger ligt dan het melden van eerder genoemde nevenwerkzaamheden. Melden van een misstand Nieuw in het Barp en Brvp is een procedure voor het melden van een misstand, een zogenaamde klokkenluiderregeling. Misstanden in een organisatie doen afbreuk aan het goede functioneren van de overheid. Zij moeten worden voorkomen en in voorkomende gevallen worden beëindigd. Dit betekent dat de korpsen een vertrouwenspersoon voor het melden van miststanden moeten aanwijzen. Overigens kan een misstand niet anoniem gemeld worden, omdat daarmee de transparantie en daarmee de integriteit niet wordt vergroot. Ook is bepaald dat de ambtenaar, die intern een vermoeden van een misstand heeft gemeld, binnen een redelijke termijn (in beginsel 8 weken) uitsluitsel krijgt hoe met zijn melding wordt omgegaan. Bij het bepalen van wat een misstand is, is gekeken naar de in het Verenigd Koninkrijk tot stand gekomen Public Interest Disclosure Act 1988. Het moet gaan om het aan de orde stellen van misstanden die voldoende zwaarwegend zijn. De gebruikelijke kwalificaties zijn grove schending van wettelijke voorschriften of beleidsregels, groot gevaar voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu alsmede zeer onbehoorlijke wijze van functioneren. Met dit laatste wordt gedoeld op een tekortschieten in de wijze van functioneren die de integriteit van de

organisatie in gevaar kan brengen. Het gaat dan niet om tekortschieten in het primaire functioneren van de ambtenaar, zoals het structureel te laat komen, het maken van kopieën voor privé-doeleinden en dergelijke. Er is bepaald dat een ambtenaar een vermoeden van een misstand eerst intern aan de orde stelt. In beginsel bij de leidinggevende of als dat niet wenselijk wordt geacht bij de naast hogere leidinggevende of een bij een daartoe aangewezen vertrouwenspersoon. De ontvanger van de melding dient de melding schriftelijk vast te leggen en deze onverwijld via de hiërarchische lijn toe te zenden aan het bevoegd gezag, ook indien de desbetreffende ontvanger van oordeel is dat er niets aan de hand is. Indien de melding is gedaan aan de vertrouwenspersoon, doet zich een bijzonderheid voor. Een vertrouwenspersoon heeft veeleer de rol van klankbord, luisterend oor of adviseur voor ambtenaren. Het ligt meer op zijn weg om de ambtenaar uiteen te zetten wat de geëigende weg is om een vermoeden van een misstand te melden dan om zelf als meldpunt te fungeren. Nu de vertrouwenspersoon toch als meldpunt is aangewezen, dient deze, juist gelet op zijn positie, zich er nadrukkelijk van te vergewissen of de ambtenaar inderdaad heeft bedoeld het vermoeden van een misstand te melden. Indien dat het geval is dan heeft de ambtenaar, via de vertrouwenspersoon, voldaan aan zijn meldplicht. Indien de ambtenaar, om welke reden dan ook, aarzelingen heeft of blijft houden de vermoede misstand door de vertrouwenspersoon te laten doorgeven, is zijn gesprek met de vertrouwenspersoon niet als melding aan te merken en is hij dus nog niet ontslagen van zijn verantwoordelijkheid en plicht om tot melding over te gaan. Indien het achterwege blijven van een melding werkelijk tot ernstige gevolgen kan leiden, behoort het tot de verantwoordelijkheid van een vertrouwenspersoon om toch actie te ondernemen, waarbij desnoods de vertrouwelijkheid moet worden verbroken. Een vertrouwenspersoon doet er goed aan dit aan het begin van ieder gesprek aan zijn gesprekpartner mede te delen, een vertrouwenspersoon kan de vertrouwelijkheid van een gesprek dus niet in alle gevallen garanderen. Bij de politie is overigens de bijzonderheid onderkend dat ingevolge de artikelen 152, 156 en 157 van WvSv een executieve politieambtenaar de plicht heeft strafbare feiten te onderzoeken en te melden. Daarom is ter voorkoming van verwarring of rolwisseling bepaald dat de vertrouwenspersoon een nietexecutieve politieambtenaar is dan wel dat een vertrouwenspersoon buiten het korps wordt aangezocht. 4 van 5 Naast de interne procedure bestaat er de mogelijkheid van een externe procedure. Indien zwaarwegende redenen in de weg staan aan de interne procedure, meldt de politieambtenaar het vermoeden van een misstand schriftelijk aan de Commissie integriteit overheid. De instelling van deze commissie en haar werkwijze zijn opgenomen staan in het Besluit van 3 februari 2006 tot instelling van de Commissie integriteit overheid (Stb. 2006, 130). Dit besluit is ook in werking getreden op 10 maart jongstleden.

Overige wijzigingen 5 van 5 De wijzigingen in het Barp en Brvp zijn niet alleen beperkt gebleven tot het nieuwe hoofdstuk respectievelijk de nieuwe paragrafen. De formulering van de ambtseed en -belofte is zodanig veranderd dat het belang van integer handelen wordt geaccentueerd. Vanaf 10 maart jongstleden dient bij het afleggen van de ambtseed of -belofte de nieuwe tekst van de artikelen 9 Barp en 5 Brvp te worden gebruikt. Tot slot dient in het jaarlijkse functioneringsgesprek (artikel 71 Barp) het onderwerp integriteit aan de orde te komen. Naar de verdere inhoud van deze wijzigingsregelingen verwijs ik u kortheidshalve naar de toelichting bij het besluit van 3 februari 2006. Ik verzoek u belanghebbenden in kennis te stellen van de inhoud van deze circulaire. DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, voor deze, de directeur Politie, J.C. Goet