TECHNISCHE INGREPEN TEGEN VOCHT ONDERAAN DE MUREN Ongeacht de aard van de ingreep en zijn doeltreffendheid vergt het drogen van muren vrij veel tijd. Zo bijvoorbeeld bevat een muur met een dikte van 40 cm en een vochtgehalte van 10 % (in massa) over een hoogte van 1 m, ongeveer 70 liter water per strekkende meter. De verdamping van dat water duurt verscheidene maanden bij gunstige omstandigheden en soms zelfs jaren bij zeer dikke muren en moeilijke drogingsvoorwaarden. Dat laatste geval komt vaak voor bij de behandeling van kerkmuren die soms een meter dik zijn en waarbij de drogingsvoorwaarden meestal ongunstig zijn. Om het droogproces te versnellen, wordt aanbevolen steeds een voldoende en permanente ventilatie van de ruimten te voorzien, gecombineerd met een minimale verwarming tijdens koude periodes. Er werd reeds op gewezen dat vochtproblemen vaak gepaard gaan met migratie en concentratie van talrijke zouten afkomstig uit de grond, de bouwmaterialen of van toevallige contacten met verontreinigde elementen Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen : de courante zouten (sulfaten, carbonaten, ) die grotendeels afkomstig zijn van de bouwmaterialen en die, wanneer ze in hoge concentraties voorkomen, leiden tot het loskomen van afwerkingen (pleisterwerk, schilderwerk, ). Ze hebben de neiging om bij het drogen van de muren witte uitbloeiingen te vormen die droog kunnen worden afgeborsteld de hygroscopische zouten (chloriden en nitraten) die afkomstig zijn uit de bodem of van soms zeer oud contact van het metselwerk met afvalwater, gier, meststoffen enz. Ze absorberen vocht uit de lucht, verzetten zich tegen de normale droging van het metselwerk, vormen nagenoeg nooit uitbloeiingen en kunnen daardoor niet droog worden afgeborsteld. Wanneer men te maken heeft met een hoge concentratie aan hygroscopische zouten, moet er niet gehoopt worden op een voldoende uitdroging van de muren en dit los van de doeltreffendheid van de uitgevoerde ingrepen. In dergelijk geval moet men onmiddellijk na de ingreep of bij gebrek aan bevredigende resultaten na een normale drogingstermijn van het metselwerk, een vochtongevoelige voorzetwand voorzien.
BLOKKEREN VAN HET OPSTIJGEND VOCHT Het blokkeren van opstijgend vocht gebeurt overal boven het niveau van de grond die rechtstreeks in contact is met het metselwerk en boven het niveau van de afgewerkte binnenvloer (bijvoorbeeld ter hoogte van de plinten). Indien er een groot verschil is tussen het niveau binnen en buiten, dan moet men een aangepast verticaal scherm voorzien. Na droging van het metselwerk wordt het pleisterwerk dat tijdens de behandeling niet werd verwijderd, meestal afgekapt in de zones die aanvankelijk door het vocht werden getroffen en tot op een hoogte van ongeveer 40 tot 50 cm boven de grootste stijghoogte van het opstijgend vocht. Dit afkappen is nodig omwille van de zouten die in het vochtige metselwerk kunnen zitten en die tijdens het drogen naar het oppervlak zouden kunnen migreren en er schade aan de afwerking of hygroscopische effecten veroorzaken. Vervolgens worden de plinten teruggeplaatst met mortel waaraan een waterwerend middel werd toegevoegd [37] om te vermijden dat het vochtscherm zou worden omzeild door het poreuze pleisterwerk. Wanneer de behandeling tegen opstijgend vocht niet op alle vochtige muren van een huis wordt uitgevoerd, moet men tussen de behandelde wanden en de onbehandelde aanpalende zones een verticaal scherm voorzien over een hoogte van ongeveer 1,2 tot 1,5 m. Die verticale afdichting, die zijdelings vochttransport moet uitsluiten, wordt op dezelfde manier uitgevoerd als het horizontale scherm. Om een fysische afscheiding te maken tussen de vervuilde bakstenen en het nieuwe pleisterwerk plaatsen wij Repla fleece.
Dit is noodzakelijk voor een vochtwering en ontkoppeling van pleisters op vochtige, zoutbelaste en beschadigde muuroppervlakken Dit is de perfecte oplossing voor de afwerking van vochtige en zoutbelaste muren. Denken we bijvoorbeeld aan de afwerking van muren na een behandeling tegen optrekkend vocht! Het metselwerk droogt immers heel traag en bevat hygroscopische zouten die luchtvocht absorberen en de muren vochtig houden. Pleisters die rechtstreeks op de ondergrond worden aangebracht zijn dampdoorlatend en laten op termijn zouten door. Vaak moet worden aangesloten op heel dunne pleisterlagen. In andere gevallen wordt van de nieuwe pleisterlaag een hoge weerstand vereist en een heel goede hechting met de ondergrond. Een bijkomend voordeel is dat dit fleece spanningen, barsten en scheuren in de muur neutraliseert. Afhankelijk van de opbouw en gebruikte materialen kunnen spanningen optreden in de oude muren, en deze worden doorgegeven aan het pleisterwerk met barsten tot gevolg. REPLA FLEECE werkt ontkoppelend, zodat spanningen geen invloed hebben op de nieuwe pleisterlagen. REPLA FLEECE wordt integraal tegen het muuroppervlak verlijmd door middel van een flexibele poederlijm met variabele zetdikte. Het REPLA FLEECE membraan een uiterst soepele en dunne noppenbaan, aan beide zijden voorzien van een speciaal voor deze toepassing ontwikkeld geotextiel- vlies, vlak gelast over de noppen aan de kleefkant, en in de noppen geperst aan de pleisterkant.
De innovatieve lijmvrije verbinding tussen geotextiel en HDPE noppenbaan verzekert een veilige en permanente hechting van de pleisterafwerking met de ondergrond, en dit over de volledige oppervlakte Het resultaat is een perfecte afwerking met hoge mechanische weerstand. REPLA FLEECE kan onmiddellijk na plaatsing worden afgewerkt met één dunne pleisterlaag. Belangrijk bij toepassing op vochtige muren: REPLA FLEECE werkt dampdrukverdelend dankzij de luchtkanaaltjes tussen de noppen. VOORDELEN VAN REPLA FLEECE geschikt voor het herpleisteren na injectie tegen optrekkend vocht kan rechtstreeks worden bepleisterd of betegeld overbrugt barsten, ontkoppelt beschermt tegen vocht en niet- drukkend grondwater elastisch heel hoge weerstand tegen mechanische beschadiging van het pleisterwerk rotbestendig bestand tegen alkali, solventen en oliën hoge dampdiffusiedichtheid dampdrukverdelend snel en eenvoudig te verwerken
De REPLA FLEECE banen worden koud tegen elkaar gemonteerd, zonder overlap. De naden worden afgedicht met REPLA TAPE. Deze1 mm dikke butyltape is langs één zijde voorzien van een non- woven fleece als pleisterdrager. Ook afwerking met gekleefd plaatmateriaal in gipskarton- of andere is mogelijk. De platen kunnen worden verlijmd met kleefgips, polymeer of niet expanderend kleefschuim, afhankelijk van de situatie en het gekozen materiaal. Drukweerstand +/- 350 kn/m² Trekweerstand 610 N/ 5cm Hoogte noppen 3 mm Materiaaldikte 0,5 mm Luchtvolume ts noppen 1,56 l/m²