33.54P Werken in besloten ruimten

Vergelijkbare documenten
33.54P Werken in besloten ruimten

WERKINSTRUCTIE: Werken in Besloten ruimte Rev. 1 KAVM-procedure: Normale bedrijfsvoering Datum:

33.54P Betreden besloten ruimten

Aluchemie Rotterdam. Module Besloten ruimten. Jacques van Es / Leo van der Elst 17 april 2013

33.59P Niet destructief onderzoek d.m.v. straling

Safety Regulations. Uitvoeren van gasmetingen

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 7

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 5

De doelstelling van deze procedure is de veilige uitvoering van niet destructief onderzoek (NDO) met behulp van straling binnen het terrein van AEB.

I uitvoeren werkzaamheden in besloten ruimten. Documentinformatie

Toolbox-meeting Besloten ruimten

33.64P Ontruimen besloten ruimte

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 6

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GOEDGEKEURD: Execution Manager Peter van der Ree

Documenteigenaar Manager KAM Proceseigenaar Manager KAM

Toolboxmeeting. Onderwerp: Besloten ruimte. Wat is een besloten ruimte:

Documenteigenaar Adviseur SHEQ Revisie Proceseigenaar Manager SHEQ Pagina: 1 van 8

Inhoudstafel. Procedure: Het betreden van besloten ruimten

Toolbox-meeting. Besloten ruimten

33.42P Taak Risico Analyse

SSVV Opleidingengids TOETSMATRIJS THEORIE-EXAMEN: WERKEN ALS BUITENWACHT (MANGATWACHT) Algemeen (basisbegrippen) Wetgeving (Arbowet) Cesuur: 17

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor Wim Workum. GECONTROLEERD: Area Lead Mike Scholten

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTE

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTE

Onderdeel Wijziging Pagina nieuwe versie 2018 Tekstuele wijzigingen

TOOLBOXMEETING April 2016 Deze Toolbox dient gegeven te worden tussen 11/04/2016 en 15/04/2016

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

SSVV Opleidingengids TOETSMATRIJS THEORIE-EXAMEN: WERKEN ALS BUITENWACHT (MANGATWACHT) Algemeen (basisbegrippen) Wetgeving (Arbowet)

Beleidsregels Arbo betreden besloten ruimte. Artikel 4.6 Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

SSVV Opleidingengids TOETSMATRIJS THEORIE-EXAMEN: WERKEN ALS BUITENWACHT (MANGATWACHT) Algemeen (basisbegrippen) Wetgeving (Arbowet)

Safety Regulations. Uitvoeren van risicobeoordelingen: VGM plan, TRA en LMRA

... Think safety! Besloten ruimtes. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Procedure Werken in besloten ruimten

I Uitvoeren vrijgave metingen. Documentinformatie

33.52P Brandgevaarlijke werkzaamheden

Datum laatste wijziging: 7 februari Doel 2. 2 Toepassingsgebied 2. 3 Definities 2. 5 Voorschrift Aanduiding gemarkeerd gebied 3

MESTGASSEN. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Melkvee en graasdieren

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

Arbocatalogus Tuinbouwprojecten

Arbeidsomstandighedenregeling. Hoofdstuk 4. Veiligheid tankschepen en gevaarlijke stoffen. Paragraaf 4.1 Veiligheid aan op of in tankschepen

Safety Regulations. Werken in besloten ruimte

Arbocatalogus Tuinbouwprojecten

1 INLEIDING. Werken in besloten ruimte

33.53P Grond- en graafwerkzaamheden

6.01 Werken in besloten ruimten

Wat is de gewenste situatie?

Veiligheidswacht besloten ruimte (IS-007) Versie TC-K

HSE guidelines december 2012 STIKSTOF HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Formulier Brandgevaarlijke werkzaamheden

HSE guidelines. Sapril 2017 ELEKTRISCHE GEVAREN

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

Documenteigenaar Adviseur KAM Revisie Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 1 van 12

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

33.41P Werkvergunningensysteem

GLT-PLUS. Datum : INDEX

I heetwerkvergunning

Safety Regulation. Lock Out Tag Out Mechanisch veiligstellen van leidingen, afsluiters en tanks

augustus 2009 STIKSTOF VGWM Gezondheid Welzijn Milieu A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

Besloten ruimten 18 juni 2018

Aard van de laatste wijziging: Datum laatste wijziging:

33.54B14 Werkwijze besloten ruimten tijdens revisies

Arbocatalogus pkgv- industrie Veilig werken in besloten ruimten

ATEX. Wordt ATEX 137 de nieuwe standaard? Atmosphère. Explosible

33.53P Grond- en graafwerkzaamheden

Harsh & Hazardous. Dé richtlijnen voor extreme omstandigheden EXPLOSIES

Omgaan met Aardgascondensaat. Documentinformatie

ARBOCATALOGUS EXPLOSIEGEVAAR

Procedure P112. Afzettingen, markering en belijning. Procesinformatie. Alle vestigingen RWE GCN, inclusief Inesco te Antwerpen.

Voorstelling Code Jo De Jonghe Expert, Health & Prevention

OPGESTELD: HSEW Advisor W.Workum GECONTROLEERD: HSEW Advisor J. Rolfes

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Veilig werken aan riolen

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie (1.0)

Door slecht onderhoud en verkeerd gebruik van handgereedschap gebeuren er nog vaak ongelukken op de werkplek.

HSE guidelines. Smei 2015 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

-e: UPI 003 Vrijschakelen van installatie(delen)

Bijlage 1 Toelating voor het uitvoeren van handelingen. Toelating voor het uitvoeren van specifieke handelingen of werken

De adviseur als spil in ATEX land

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door stof van installaties en arbeidsplaatsen

ATEX 137. blad 1 van 5 ATEX 137

HSE guidelines. september 2012 ELEKTRISCHE GEVAREN HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

Praktijkrichtlijn ATEX toegepast in de metaalverwerking en metalelektro

Inhoudstafel. Procedure: Het toepassen van de code van goede praktijk voor het gebruik van (mobiele) gasdetectieapparatuur

Voorbeeld procedure Veilig stellen

GLT-PLUS INDEX NAAM & HANDTEKENING. OPGESTELD: HSEW Advisor W. Workum GECONTROLEERD: HSEW Advisor J. Adolfs

HAS TQS Documentation Mail Owner Main View Yara Intranet Prev. Next

G-14 Werken aan bestaande LD-aansluitleidingen en meteropstellingen versie

ATEX REGELGEVING Regels en voorschriften voor apparaten, arbeidsmiddelen en arbeidsplaatsen in explosieve omgevingen

... Think safety! Werken met. Hoge druk. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

juni 2011 GEVAREN DOOR ELEKTRICITEIT VGWM Veiligheid Welzijn A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert!

VGM-deelplan Onderaannemers

Safety Regulations. Handleiding invullen werkvergunning

B-20 Leidingen t.b.v. transport van biogas veilig in en uit bedrijf nemen en/of buiten bedrijf stellen versie

PROCEDURES VEILIG WERKEN IN BESLOTEN RUIMTES

PROCESVEILIGHEID - VEILIGSTELLEN

Programma training: PI-503: Opleiding Industriële Ademlucht. Klant: Diverse

... Think safety! Werken met. Elektriciteit. VGM Algemeen. Milieu. Gezondheid. Veiligheid

Transcriptie:

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 1 van 11 0. Versiebeheer Onderstaand worden de wijzigingen t.o.v. de vorige goedgekeurde versie beschreven. Nr. 1 Wijziging(en) Aanpassingen doorgevoerd in het kader van het toezicht besloten ruimte, elektronisch toezicht en toezicht op meerdere mangaten 2 Er moet altijd registratie plaatsvinden van de personen in de besloten ruimte 3 egels omtrent gasmetingen duidelijker gemaakt 4 Tekst inzake uitzondering voor toezicht door collega is aangepast en tekst aangepast aan de huidige veilige werkwijze (aanlijning alleen bij valgevaar). 5 Koppeling met nieuwe procedure 33.63P Ontruimen besloten ruimte toegevoegd. 1. Doelstelling De doelstelling van deze procedure is het vastleggen onder welke voorwaarden besloten en bijzondere ruimten geopend en betreden mogen worden zodat werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden. 2. Toepassing Deze procedure is van toepassing op alle werkzaamheden in besloten en bijzondere ruimten binnen AEB en geldt voor zowel medewerkers van AEB als derden die werkzaamheden bij AEB uitvoeren. 3. Definities Term Besloten ruimte Omschrijving Een ruimte die niet is ingericht als verblijfsruimte voor mensen en die onder normale omstandigheden afgesloten is. Een besloten ruimte heeft één of meer van de volgende gevaren: Moeilijk betreedbaar (b.v. via mangat of ongelijke gladde vloer), In geval van calamiteiten moeilijk toegankelijk is, Slechte verlichting, Beknellingsgevaar door procesapparatuur, Aanwezigheid van gevaarlijke stoffen (stof, gas, vloeistof), Gevaarlijke stoffen uit procesleidingen (gas, vloeistof, stoom), Atmosfeer in de ruimte is niet continu gegarandeerd veilig. Voorbeelden zijn tanks, ketels, wassers, rookgaskanalen, roosterovens, bunker waarin het afval wordt gestort, liftschachten, kelders die via een kooiladder betreden moeten worden en de afvalwaterbekkens. Bijzondere ruimte Voor een overzicht van alle besloten ruimten zie: 33.54B01-33.54B10 Overzichten besloten ruimten. uimte, niet zijnde een besloten ruimte, die bij betreden gevaarlijk kan zijn door de kans op verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand, explosie of elektrocutie als geen maatregelen worden genomen. Voorbeelden zijn pompputten voorzien van een vaste trap (geen kooiladder), E-ruimtes, ruimten met een automatisch gasblussysteem en omkastingen van turbines

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 2 van 11 Veilige atmosfeer Grenswaarde Toezicht op werken in besloten ruimte en biogasmotoren. De lucht in de besloten ruimte voldoet aan de volgende criteria: Zuurstofconcentratie tussen 19,0 en 21,0 volumeprocent (normaal 20,9 vol %) Concentratie explosieve dampen < 10% van de LEL (Lower Explosion Limit) Concentratie gevaarlijke stoffen onder de grenswaarde(n). Gezondheidskundige grenswaarde, concentratie van een stof op de werkplek waar een persoon gedurende zijn werkzaamheden 8 uur per dag, 5 dagen per week, gedurende 40 jaar mag worden blootgesteld zonder daarvan gezondheidsschade te ondervinden. Afhankelijk van de situatie wordt het toezicht op het werken in de besloten ruimte(n) uitgevoerd door (een) mangatwacht(en), (een) zone coördinator(o)r(en), of gebeurt dat in de vorm van elektronisch toezicht in combinatie met (een) areawacht(en). 4. Werkwijze Onderstaand wordt de werkwijze beschreven voor de activiteiten: voorbereiden (4.1) nemen van veiligheidsmaatregelen voor betreden (4.2) werkzaamheden in besloten ruimten (4.3) sluiten van een besloten ruimte (4.4) handelen in geval van een noodsituatie (4.5) 4.1 Voorbereiden 4.1.1 Beheersmaatregelen voor de werkvergunning en TA De aanvrager en beheerder zijn vanuit hun eigen functie verantwoordelijk om maatregelen te nemen om de gevaren van besloten en bijzondere ruimten te beheersen. Al deze gevaren moeten zijn beheerst voordat de ruimte vrijgegeven wordt voor betreden. Voor zover deze procedure de risico s onvoldoende beschrijft kan het noodzakelijk zijn een Taak isico Analyse (TA) op te stellen. Voor het opstellen van een TA wordt verwezen naar de procedure 33.42P Taak isico Analyse. Voor het betreden van besloten ruimten moet altijd met een werkvergunning worden gewerkt. Zie ook: 33.41P Werkvergunningen. Voor het betreden van een bijzondere ruimte kan van een werkvergunning worden afgezien als een medewerker van AEB de werkzaamheden uitvoert die eigen zijn aan de werkzaamheden van de afdeling. Medewerkers die besloten en bijzondere ruimten betreden alsmede de toezichthouder, zijn bekend met de gevaren, de beheersmaatregelen en handelingen in geval van calamiteiten. Daartoe hebben zij de TA en of specifieke werkinstructies doorgenomen en begrepen. 4.1.2 Betreden van besloten ruimten onder normale omstandigheden Een besloten ruimte mag allen worden betreden als aan de volgende voorwaarden is voldaan: De ruimte drukloos is en het medium of de ruimte geen hogere temperatuur heeft dan 40,0 0 C; Er voldoende verlichting aanwezig is; De ruimte veilig is voor vonken en open vuur; Het zuurstofpercentage ligt tussen de 19,0 en 21,0 vol.%; De concentratie van explosieve gassen / dampen lager is dan 10% LEL;

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 3 van 11 De concentraties gassen en dampen onder de grenswaarden liggen; De persoonlijke blootstelling aan warmte beheerst is; Er voldoende ventilatie is voor het afvoeren van schadelijke gassen en dampen zodat onder de grenswaarden gebleven wordt; De procesleidingen en procesapparatuur zijn gedraind en veiliggesteld; Er uitsluitend met veilige elektrische spanning wordt gewerkt (zie par. 4.3.1.); Er toezicht aanwezig is (zie par. 4.2.7); Er in geval van een calamiteit adequate reddingsmaatregelen getroffen kunnen worden en de noodzakelijke voorzieningen aanwezig zijn; De beheerder toestemming heeft gegeven. 4.1.3 Betreden van besloten ruimten onder afwijkende omstandigheden Incidenteel kan het voorkomen dat een besloten ruimte alleen onder bijzondere omstandigheden betreden kan worden. In die situatie moet een TA worden opgesteld en moet voor de werkzaamheden toestemming zijn verkregen van de beheerder én veiligheidskundige. Een voorbeeld is het werken onder zuurstofloze of zuurstofarme omstandigheden, zoals tanks onder stikstof en duikwerkzaamheden in koelwaterleidingen. 4.1.4 Betreden van bijzondere ruimten Wanneer voor werkzaamheden in bijzondere ruimten een werkvergunning nodig is, worden de voorwaarden voor het betreden op deze werkvergunning aangegeven. Als voor de werkzaamheden geen werkvergunning nodig is mag de ruimte worden betreden onder voorwaarde dat de betreder de signaleringen en pictogrammen in acht neemt. Voorbeeld 1: een ruimte met een automatische gasblussing wordt niet betreden als het akoestisch en visueel alarm geactiveerd is. Voorbeeld 2: een EX-gezoneerde ruimte wordt niet eerder betreden dan nadat elektrische apparatuur, incl. mobiele telefoon, EX-geclassificeerd is of er geen elektrische apparatuur wordt meegenomen en het explosiealarm (LEL-meter) niet geactiveerd is. Voor het betreden van E-ruimtes geldt dat deze alleen betreden mogen worden door daarvoor door de installatieverantwoordelijke schriftelijk aangewezen personen. 4.2 Veiligheidsmaatregelen voor betreden 4.2.1 Elektrisch- of mechanisch blokkeren van bewegende delen Wanneer zich in een besloten ruimte bewegende delen (roerwerken, ventilatoren, kloppers, vlinderkleppen e.d.) bevinden die elektrisch worden aangedreven, dan bestaat het gevaar dat deze onverwachts in beweging gezet kunnen worden waardoor personen bekneld kunnen raken. Bewegende delen moeten daarom mechanisch worden veiliggesteld door de werkschakelaar te vergrendelen en te labelen en aansluitend elektrisch worden veiliggesteld door het isoleren van de stroomvoorziening door de MCC-lade te trekken en te vergrendelen en labelen. Als aan elektrische delen gewerkt moet worden moet de aandrijving elektrisch zijn veiliggesteld. Voor het elektrisch- of mechanisch blokkeren van bewegende delen wordt verwezen naar de procedure 33.43P Veiligstellen installatie(delen).

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 4 van 11 4.2.2 Afblinden van leidingen gevuld met chemicaliën of stoom/drukhoudend Voorafgaande aan het betreden van een besloten ruimte moeten alle leidingen op die ruimte zo dicht mogelijk op die ruimte worden veiliggesteld door: 1. Het leidingwerk af te steken met een goed zichtbare blind- of steekflens of 2. Het leidingwerk los te koppelen van de besloten ruimte. 3. Als het leidingwerk niet losgekoppeld of voorzien kan worden van een flens moet de leiding via het double block and bleed systeem worden afgelaten. De bleed moet naar een veilig punt worden afgevoerd. 4. Als de opties 1, 2 en 3 niet mogelijk zijn dan overlegt de installatiebeheerder met de KAM-adviseur over de vereiste veiligstellingen. 4.2.3 Explosiegevoelige ruimtes (EX-zones) Voor werkzaamheden in ruimten waar een explosieve atmosfeer kan heersen, gelden de volgende maatregelen: Het product is geheel verwijderd uit de besloten ruimte voordat de ruimte betreden mag worden. Dit geldt in het bijzonder voor de HOK-installatie en ondergrondse tanks met ((zeer) licht) ontvlambare en brandbare vloeistoffen (Dga). Bij de kans op de aanwezigheid van brandbare vloeistoffen en gassen wordt een continu LEL-meting uitgevoerd. 4.2.4 Ventileren Om een zo goed mogelijke (natuurlijke) ventilatie te verkrijgen moeten voldoende mangaten van de besloten ruimte geopend worden. Luchtcondities in de besloten ruimte kunnen snel veranderen door bijvoorbeeld laswerkzaamheden en / of het werken met oplosmiddelen. Uit achtergebleven productresten of roestlagen kunnen eveneens schadelijke gassen of dampen vrijkomen. Gevaarlijke gassen of dampen kunnen worden verwijderd door te spoelen met lucht. Ventileren kan door gassen of dampen af te zuigen of door het inblazen van schone lucht in de besloten ruimte. Let hierbij op de dichtheid van de gassen en dampen omdat dit relevant is voor de positie van de ventilatie- of afzuigbron. Vanwege het vrijkomen van nitreuze dampen (o.a. stikstofoxide en stikstofdioxide), moet bij elektrisch lassen of snijbranden bronafzuiging worden toegepast. 4.2.5 Openen besloten ruimten Op het moment dat een besloten ruimte wordt geopend wordt bij iedere opening een groen label aangebracht met de tekst Besloten ruimte, niet betreden. Het label heeft de mogelijkheid om een gasmeetformulier te bevatten. Openingen die niet bedoeld zijn voor betreden moeten geblokkeerd worden zodat betreden niet mogelijk is. Voorbeelden zijn rood/wit lint (kruislings aangebracht in het mangat) of een steigerbuis voor de toegang (bij valgevaar). 4.2.6 Uitvoeren gasmetingen Voor het vaststellen van concentraties zuurstof, giftige-, brandbare en / of explosieve gassen / dampen, moeten gasmetingen worden uitgevoerd. Hiervoor gelden de volgende regels: Gas- en zuurstofmetingen moeten worden uitgevoerd door een gasmeetbevoegde persoon, die in het bezit is van een geldig gasmeetcertificaat. De frequentie waarmee gasmetingen moeten worden uitgevoerd en / of bewaakt is afhankelijk van de omstandigheden in de besloten ruimte. Onderstaande richtlijnen moeten worden aangehouden, tenzij in een TA of werkinstructie anders is aangegeven.

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 5 van 11 Daar waar een verandering van zuurstofpercentage, giftige gassen / dampen en / of brandbare explosieve gassen / dampen kan ontstaan moet verplicht een continu meting plaatsvinden. Uitgevoerde gasmetingen moeten representatief zijn voor de gehele ruimte. De resultaten van de gasmetingen worden door de gasmeetbevoegde persoon op de werkvergunning of de toegangslabel bij de besloten ruimte vermeld. Tijdens de revisies kan gebruikt gemaakt worden van in de besloten ruimte, vast opgestelde, continue gasmetingen. Maximaal 2 uur voor aanvang van de werkzaamheden in de besloten ruimten wordt de concentratie zuurstof en de LEL gemeten. Afhankelijk van het type besloten ruimte worden aanvullend andere gassen gemeten. 4.2.6.1 Herhalingsmetingen en vrijstelling Als werkzaamheden langer dan 1 shift (ca. 8 uur) plaatsvinden wordt iedere 8 uur een herhalingsgasmeting uitgevoerd. Ook bij gewijzigde omstandigheden (v.b. ander soort werk of de besloten ruimte wordt tussentijds gesloten) worden opnieuw gasmetingen verricht. Wanneer op basis van een TA, gasmeetplan of risicobeoordeling is vastgesteld dat er continu een veilige atmosfeer aanwezig is kan de gasmeting achterwege blijven als bij de 2 opeenvolgende gasmetingen blijkt dat er sprake is van een veilige atmosfeer. Op basis van het overzicht besloten ruimten van productie is een meetfrequentie van de besloten ruimten bepaald. Dit overzicht geldt in principe alleen bij een revisie en de toepasbaarheid wordt per revisie/situatie bepaald. 4.2.6.2 Continu-metingen Continu-metingen vinden plaats als er verandering kan ontstaan in het zuurstofpercentage, de concentratie giftige gassen c.q. dampen en brandbare of explosieve gassen c.q. dampen. Hiervan is sprake bij las- of brandwerkzaamheden, er met vluchtige oplosmiddelen wordt gewerkt en als gevolg van het vrijkomen van gassen of dampen uit achtergebleven resten (uit poreuze wanden), en roestlagen. Ook bij temperatuurstijging op de arbeidsplek kan sprake zijn een verandering. Een continu-meting kan plaatsvinden door de betreder een persoonlijke gasmeter mee te geven of door continu een gasmeter op de werkplek op te stellen, indien gewenst kan die onderdeel uitmaken van elektronisch toezicht. 4.2.6.3 Meten in ATEX-zones Wanneer heet werk wordt uitgevoerd in ATEX-gezoneerde gebieden 0 en 1 (gebieden met vloeistoffen en gassen) dan vindt continu een LEL-gasmeting plaats. 4.2.6.4 Meten hittebelasting Als in de ruimte een temperatuur heerst van meer dan 25 C dan moet conform de procedure 33.56P Werken onder warme omstandigheden een inschatting van de hittebelasting worden gemaakt. Afhankelijk of er licht of zwaar werk verricht moet worden moet een WBGT-meting worden uitgevoerd. 4.2.6.5 Bijzondere ruimten Wanneer de atmosfeer in bijzondere ruimten onvoldoende bekend is gelden dezelfde regels voor gasmetingen als voor besloten ruimten. Een voorbeeld is het lassen met argon in een laaggelegen ruimte, waardoor zuurstofverdringing, en daardoor verstikking, kan optreden. 4.2.7 Toezicht betreding besloten ruimte Gedurende de tijd dat personen zich in een besloten ruimte bevinden, moet toezicht besloten ruimte aanwezig zijn. Een toezichthouder besloten ruimte mag nooit de ruimte betreden.

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 6 van 11 Een toezichthouder besloten ruimte is gedurende de periode dat er personen in de besloten ruimte aanwezig zijn altijd nabij de mangaten aanwezig of er is middels elektronisch toezicht afdoende zicht op de ingangen, of er is sprake van zonetoezicht. De toezichthouder besloten ruimte is over de risico s van de besloten ruimte zijn taken aantoonbaar geïnstrueerd. Van de inzet van toezicht bij de besloten ruimte kan worden afgezien wanneer op basis van 33.42F02 TA Beheersing taken mangatwacht en nadat deze door de afdeling KAM is geaccordeerd, er geen specifieke verhoogde gevaren aanwezig zijn en er geen mensen in de besloten ruimte, de omgeving buiten de besloten ruimte, alsmede ondersteuningsapparatuur, bewaakt hoeven te worden. Onder de volgende voorwaarden mag het toezicht worden uitgevoerd door een collega (bijvoorbeeld bij inspectie van de ketel tijdens revisies): Er is een geldige werkvergunning verleend, Gedurende de periode dat de besloten ruimte betreden wordt, moet een collega buiten de besloten ruimte toezicht op de betreder houden. De collega mag nooit de ruimte betreden, De collega en de betreder zijn bekend met de risico s van de besloten ruimten, De besloten ruimte is vrijgegeven voor betreden, en gasmetingen geven aan dat er veilig gewerkt kan worden, In de besloten ruimte vinden geen andere conflicterende werkzaamheden plaats. Bewaken meerdere mangaten Onder de volgende voorwaarden kan het toezicht op de besloten ruimte gelijktijdig meerdere mangaten bewaken: Er mogen zich geen obstakels in het directe looppad naar de mangaten bevinden, De mangaten zijn geopend in dezelfde besloten ruimte De mangaten zijn geopend op meerdere niveaus waarbij de toezichthouder besloten ruimte kan alarmeren (b.v. claxon). Taken toezichthouder besloten ruimte De toezichthouder besloten ruimte heeft de volgende taken: Toestemming geven om de besloten ruimte al dan niet te betreden. Contact onderhouden met de personen die zich in de besloten ruimte bevinden, zonodig via de voorman. Het (laten) registreren van de aanwezige personen in de ruimte. Het bewaken van de omstandigheden buiten de besloten ruimte. Erop toezien dat mangaten en vluchtwegen te allen tijde vrij zijn van obstakels. Waarschuwen ingeval van gevaar van buitenaf de personen in de ruimte en geeft opdracht om de ruimte te verlaten (claxon). Laat bij brand- of gasalarm de werkzaamheden stoppen en geeft opdracht om de ruimte te verlaten (claxon). Waarschuwen hoofd BHV via telefoonnummer 111 of 020-4076000 wanneer personen, die werkzaam zijn in de ruimte, in nood verkeren. Voor het bewaken van eventuele ondersteuningsapparatuur (ademlucht van buiten de ruimte) dient een extra toezichthouder aanwezig te zijn.

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 7 van 11 Instructie toezichthouder besloten ruimte De toezichthouder besloten ruimte is geïnstrueerd over zijn taken. egistratie Een registratie van de betreders van de besloten ruimte wordt bijgehouden. Dit kan elektronisch of met behulp van formulier 33.54F01 Aanwezigheidsregistratie besloten ruimten. 4.2.7 Communicatie Er moeten afspraken worden gemaakt op welke wijze en met welke middelen tussen de toezichthouder besloten ruimte en de personen in de besloten ruimte wordt gecommuniceerd. De wijze van communicatie kan op de volgende wijzen plaatsvinden: Mondeling contact. Portofoon. Klopsignalen op de wand. Geven van een akoestisch signaal. Communicatieapparatuur in het volgelaatsmasker of helm. Treksignalen via een reddingslijn Camera s in en buiten de besloten ruimte zonodig in combinatie met een spreek/luister unit bij elektronisch toezicht. Bij de keuze van de communicatie moet rekening worden gehouden met het geluidsniveau, de geluiddichtheid van de ruimte, de mogelijkheid op verstrooiing van het geluidssignaal van communicatieapparatuur (kooi van Faraday) en de spreekafstand. 4.2.8 Aangelijnd betreden Afhankelijk van de omstandigheden kunnen de betreders verplicht worden om een aangelijnde harnasgordel te dragen. Het uiteinde van deze reddingslijn moet buiten de besloten degelijk bevestigd zijn. 4.2.9 Dragen onafhankelijke ademlucht Als de ruimte met onafhankelijke ademlucht wordt betreden houdt een (extra) toezichthouder continu toezicht op de ademluchtdrager(s). Als ademluchtflessen worden gebruikt houdt deze toezichthouder, naast de ademluchtdrager(s) zelf, tevens de tijd in de gaten dat de flessen ademlucht bevatten. Als de ademlucht via slangen naar de ademluchtdrager wordt gevoerd, bewaakt de extra toezichthouder de ademluchttoevoer alsmede de mogelijkheid dat verontreinigde lucht via het ademluchttoestel kan worden aangezogen (o.a. als uitlaatgassen in het ademluchttoestel kunnen komen). 4.3 Werkzaamheden in besloten ruimten 4.3.1 Elektriciteit en besloten ruimten Bij werkzaamheden in een besloten ruimte met in hoofdzaak geleidende wanden, plafonds of vloeren en waarin de bewegingsmogelijkheid zo beperkt is dat men voortdurend in contact staat met geleidende delen, dan dient gebruik te worden gemaakt van een veilige spanning. Onder een veilige spanning wordt verstaan: 1. Verplaatsbaar materieel voorzien van een ingebouwde voedingsbron (zoals met behulp van accu's of lucht aangedreven apparatuur) (dit geldt ook voor de verlichting), of als dit niet mogelijk is: 2. Apparatuur, aangesloten op een veilige spanning (50 V Wisselspanning of 120 V Gelijkspanning met een rimpel van maximaal 5%) (dit geldt ook voor de verlichting). Als ook dit niet mogelijk is:

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 8 van 11 3. Gebruik van laagspanningsapparatuur (230V Wisselspanning), voorzien van een dubbel geïsoleerde constructie, mits het materieel per toestel is aangesloten op een beschermingstransformator volgens NEN 10742 waarachter geen verdere verdeling meer plaatsvindt. Aan de beschermingstransformator mag één verplaatsbaar toestel worden aangesloten (van klasse II, dubbel geïsoleerd, of klasse I wanneer de handgrepen en bedieningsorganen zijn geïsoleerd) 4.3.2 Lassen en / of snijbranden Bij autogeen lassen en snijbranden kunnen extra gevaren ontstaan door lekkages van de gas- en of zuurstofslangen. Om de risico s bij het uitvoeren van autogeen lassen en snijbranden zo klein mogelijk te houden moeten de volgende veiligheidsmaatregelen worden opgevolgd: Gas- en zuurstofflessen mogen nooit in een besloten ruimte worden geplaatst. Dit geldt ook voor centrale gas- en zuurstofsystemen. Op elke in gebruik zijnde gasfles moet een slangbreukbeveiliging toegepast worden. Gas- en zuurstofslangen moeten voor gebruik door de gebruiker gecontroleerd worden op ouderdomsverschijnselen en lekkages. Tijdens het lassen en snijbranden moet bronafzuiging worden toegepast. Bij het onderbreken van de werkzaamheden moeten de gas- en zuurstofcilinders worden afgesloten en de toevoerslangen uit de ruimte worden verwijderd of losgekoppeld worden van de gas- en zuurstofcilinders. Bij het uitvoeren van elektrische laswerkzaamheden in een besloten ruimte met geleidende wanden, mag alleen lasapparatuur worden toegepast die voorzien is van een spanningverlagend relais en waarbij de openboog-spanning niet hoger is dan maximaal 50 volt wisselspanning of 120 volt gelijkspanning. Het is verboden om lastrafo s binnen de besloten ruimte op te stellen! 4.3.3 Afpersen van procesleidingen Tijdens het afpersen van procesleidingen in een besloten ruimte, mag niemand zich bij aanvang van deze druktesten in de betreffende ruimte bevinden. Zie verder de procedure 33.63P Ontruimen besloten ruimte. 4.4 Sluiten van een besloten ruimte Voordat tot het sluiten van de besloten ruimte wordt overgegaan moet de beheerder zich ervan overtuigen dat: Niemand meer in de ruimte aanwezig is; De reparatie juist is uitgevoerd; Er geen materialen zoals gereedschappen, onderdelen en materialen in de ruimte zijn achtergebleven. 4.5 Handelen in geval van een noodsituatie Voorafgaande aan de werkzaamheden moet vastgelegd worden met welke middelen en op welke wijze hulp wordt verleend om personen uit de besloten ruimte te redden. De omvang kan variëren van enkele woorden op de werkvergunning tot het opstellen van een apart noodplan. Voor de exacte handelingen in noodsituaties wordt verwezen naar het Noodplan van AEB en de procedure 33.64P Ontruimen besloten ruimte. 5. Flowchart Er is geen flowchart aan deze procedure toegevoegd.

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 9 van 11 6. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB) Voor de beschrijving van de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB) wordt bij AEB de ASCI-methode gebruikt. esponsible Accountable Support Consulted Informed Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering? Wie is eindverantwoordelijk? Wie kan ondersteunen? Wie moet om advies gevraagd worden? Wie moet geïnformeerd worden? Functie / rol Activiteit Aanvrager Beheerder Veiligheidskundige Gasmeetbevoegde Ter voorbereiding van de werkzaamheden treffen maatregelen in de besloten ruimte of bijzondere ruimte zodat de gevaren beheerst zijn Treft maatregelen in de besloten ruimte of bijzondere ruimte zodat de gevaren beheerst zijn Vrijgeven ruimte voor betreden I Geven toestemming om een besloten ruimte onder nietnormale omstandigheden te betreden C Uitvoeren gasmetingen C Sluiten van de besloten ruimte Geven toestemming om de besloten ruimte al dan niet te betreden Onderhouden contact met de personen die zich in de besloten ruimte bevinden Toezichthouder besloten ruimte

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 10 van 11 Functie / rol Aanvrager Beheerder Veiligheidskundige Gasmeetbevoegde Toezichthouder besloten ruimte Activiteit Eventueel bijhouden registratielijst van de aanwezige personen in de ruimte Bewaken omstandigheden buiten de besloten ruimte Bewaken eventuele ondersteuningsapparatuur Erop toezien dat mangaten en vluchtwegen te allen tijde vrij zijn van obstakels Waarschuwen ingeval van gevaar van buitenaf personen in de ruimte en opdracht geven om de ruimte te verlaten Werkzaamheden stil laten leggen bij brand- of gasalarm en opdracht geven om de ruimte te verlaten Waarschuwen hoofd BHV via telefoonnummer 111 of 020-4076000 wanneer personen, die werkzaam zijn in de ruimte in nood verkeren (extra) I I I I

Proceseigenaar Manager KAM Pagina: 11 van 11 7. Gerelateerde werkinstructies / formulieren / documenten Binnen deze procedure wordt verwezen naar: 33.41P Werkvergunningen 33.42P Taak isico Analyse 33.42F02 TA Beheersing taken mangatwacht 33.43P Veiligstellen installatie(delen) 33.54B01-33.54B13 Overzichten besloten ruimten 33.54B14 Werkwijze besloten ruimten tijdens revisies 33.54F01 Aanwezigheidsregistratie besloten ruimten 33.56P Werken onder warme omstandigheden 33.64P Ontruimen besloten ruimte Noodplan AEB 33.317P Camerabewaking 8. elevante wet- en regelgeving De volgende wet- en regelgeving is van toepassing: Arbobesluit artikel 3.5c, d, e, f, g, 4.6, 4.6-1, 4.6-2, 4.7, 8.4 Arbobeleidsregels 3.5g-1, 3.5g-2 Arbo Informatieblad 5 Veilig werken in besloten ruimten. NEN 1010 NEN 3140 NEN 10742 9. isico s Bij het werken in besloten en bijzondere ruimten zijn de volgende risico s aanwezig: verstikking t.g.v. tekort aan zuurstof door chemische reacties, biologische reacties en toevoer van inerte gassen. bedwelming of vergiftiging door de aanwezigheid van gevaarlijke vloeistoffen, gassen en dampen. brand en explosie door de aanwezigheid van (resten van) brandbare vloeistoffen, gassen en stof. beknelling door de aanwezigheid van procesapparatuur, elektrocutie door onvoldoende geaarde leidingen, tanks en kabels evenals het gebruik van nietelektrisch veilig gereedschap. contact met gevaarlijke stoffen (vloeistoffen, stoom, gas) vanuit leidingen en door de aanwezigheid van reststoffen. letsel door slechte verlichting en de aanwezigheid van procesapparatuur en leidingen. bevanging ten gevolge van hoge temperaturen. getroffen worden door o.a. vallend gereedschap, materiaal, straalmiddel, schollen aangekoekte ketelas. in geval van een incident is de ruimte lastig betreedbaar, in het bijzonder om een stabiel te houden slachtoffer buiten de ruimte te brengen. 10. Milieuaspecten De volgende aspecten spelen een rol: n.v.t.