GEANONIMISEERD ADVIES LZA



Vergelijkbare documenten
GEANONIMISEERD ADVIES

GEANONIMISEERD ADVIES LZA. van de deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen betreffende de melding

GEANONIMISEERD ADVIES LZA. van de deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen betreffende de melding

van de Centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen betreffende de melding

Verslag zwangerschapsafbreking na 24 weken. Zwangerschapsduur weken dagen ten tijde van de bevalling

ADVIES. van de deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen betreffende de melding

OORDEEL LZA CATEGORIE 2

Jaarverslag Commissie Late Zwangerschapsafbreking en Levensbeëindiging bij Pasgeborenen 2008

van de Centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen betreffende de melding

GEANONIMISEERD ADVIES LZA. van de deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen betreffende de melding

Jaarverslag Commissie Late Zwangerschapsafbreking en Levensbeëindiging bij Pasgeborenen 2007

Richtlijn Forensische Geneeskunde Late zwangerschapsafbreking

Samenvatting. Samenvatting 7

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

*Het betreft hier twee afzonderlijke meldingen, die apart door de commissie zijn beoordeeld. Beide oordelen worden hier weergegeven.

Aanwijzing vervolgingsbeslissing levensbeëindiging niet op. niet op verzoek en late zwangerschapsafbrekingen

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

De Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

jaarverslag 2017 lza lp beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

Gecombineerd Jaarverslag van de Commissie Late Zwangerschapsafbreking en Levensbeëindiging bij Pasgeborenen over de jaren 2013 en 2014

Lijst van vragen - totaal. : Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

lza lp beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen jaarverslag 2016

Modelprotocol Medisch handelen bij late zwangerschapsafbreking

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

LZA: MEDISCH HANDELEN LATE ZWANGERSCHAPSAFBREKING. Versie 2.0

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

RICHTLIJNEN TEN BEHOEVE VAN BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE IN DE NEONATOLOGIE

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

BESLISSEN RONDOM HET EINDE VAN HET LEVEN

Jaarverslag Commissie Late Zwangerschapsafbreking en Levensbeëindiging bij Pasgeborenen 2015

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

MODEL voor een VERSLAG van de BEHANDELEND ARTS

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Het toetsingsproces toegelicht

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffend e de melding van levensbeëindiging op verzoek

Aangeboren hartafwijkingen, een prenatale diagnose. Lieke Rozendaal Kindercardioloog LUMC

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

NOTA WET EN GEDRAGSREGELS ROND PERINATALE STERFTE. Versie 2.0

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Obstetrie & Gynaecologie Verloskunde De 20-weken echo

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

SOS. K.M.Sollie, gynaecoloog/perinatoloog

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Samenvatting: arts gebruikt Dormicum als coma-inducerend middel vanwege slechte ervaring en leveringsproblemen met Thiopental.

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel: Gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Casus 9 - RTE Jaarverslag 2012 OORDEEL

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de regio ( ) betreffende de melding van

dasfwefsdfwefwef Euthanasie

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen.

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

OORDEEL. Meldingsnummer: (...) REGIONALE TOETSINGSCOMMISSIE EUTHANASIE

GEANONIMISEERD ADVIES LP

Richtlijn Forensische Geneeskunde Euthanasie en hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van hulp bij zelfdoding

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Scen. Malaga 2014 Petrie van Bracht en Rob van Lier scenartsen

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo

OORDEEL. Uit de verslaglegging van de arts en de consulent en de overige ontvangen gegevens is gebleken ten aanzien van:

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Euthanasie en hulp bij zelfdoding. Folder voor cliënten en hun familie/naasten

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening?

1. PROCEDURE. Oordeel

PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg

Tabel 1: Kans op het krijgen van een kind met het syndroom van Down uitgezet tegen de leeftijd.

OORDEEL. Oordeel: zorgvuldig

Oordeel: Niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

De juridische context van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (Wtl)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Oordeel: niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Modelprotocol. Medisch handelen bij beëindigen van de zwangerschap op maternale indicatie

OORDEEL. van de Regionale toetsingscommissie euthanasie voor de Regio ( ) betreffende de melding van levensbeëindiging op verzoek

Oordeel: gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen

Auteur: A. Franx Redacteur: dr. E. Bakkum Bureauredacteur: Jet Quadekker

Klachtencommissie SCEN

Deze toelichtingspagina is niet beveiligd zodat u deze desgewenst kunt verwijderen.

Transcriptie:

Meldingsnummer: 2008/LZA/003 GEANONIMISEERD ADVIES LZA van de deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen betreffende de melding van: de heer / mevrouw naam, gynaecoloog gevestigd te plaatsnaam verder te noemen: de arts betreffende: mevrouw naam, geboren op dag maand jaar, verder te noemen: de moeder. PROCEDURE Op 21 augustus 2008 heeft de commissie de stukken ontvangen als bedoeld in artikel 10 van de Wet op de lijkbezorging inzake de melding van een zwangerschapsafbreking na 24 weken. De stukken zijn aan de commissie toegezonden door de lijkschouwer. De navolgende stukken zijn ontvangen: - Verslag van de lijkschouwer betreffende een niet-natuurlijke dood - Modelformulier ex artikel 10 van de Wet op de lijkbezorging - Meldingsformulier zwangerschapsafbreking na 24 weken d.d. dag maand jaar - Zwangerschapskaart verloskundige - Verslag echoscopisch onderzoek d.d. dag maand jaar - Verzoek tot zwangerschapsafbreking van de ouders d.d. dag maand jaar - Verslag Commissie Ad Hoc Late Zwangerschapsafbreking d.d. dag maand jaar - Checklist aandachtspunten bij zwangerschapsbeëindiging - Bevallingsverslag - Modelprotocol NVOG: Medisch handelen late zwangerschapsafbreking In een telefonisch gesprek d.d. 4 september 2008 met de secretaris van de commissie heeft de arts nadere informatie gegeven over de redenen voor de foeticide en de wijze waarop de foeticide is toegepast. Ook gaf de arts aan dat hij bij de melding heeft getwijfeld over de vaststelling categorie 1-geval of categorie 2-geval. Op 18 september 2008 heeft de commissie ter aanvulling het obductieverslag ontvangen. 1

FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN Uit de verslaglegging van de arts en de overige van de arts ontvangen gegevens is gebleken ten aanzien van: a. aandoening Bij een zwangerschapsduur van 30 weken voelde de moeder geen leven meer. Bij een zwangerschapsduur van 30 weken en 2 dagen werd nader onderzoek verricht, namelijk uitgebreid echoscopisch onderzoek en een MRI. Hieruit bleek dat zich een zeer grote tumor (8x9x8 cm, verdacht voor een teratoom) had ontwikkeld aan de linkerkant van de hersenen van het kind. Hierdoor waren de circulus van Willis en de ventrikels verdrongen en was er eigenlijk geen normale anatomie in de schedel te ontdekken. Het aangezicht toonde een uitpuilend linkeroog. Tumorherniatie door het foramen magnum, forse verplaatsing van de middellijn structuren naar rechts met hydrocephalie. Suggestie van destructie van de schedelbasis ter plaatse van de middelste en voorste schedelgroeve. Tijdens het structureel echoscopisch onderzoek bij een zwangerschapsduur van 20 weken was hier nog niets van te zien. De tumor kon niet chirurgisch worden verwijderd en kende een uiterst snelle groei. Indien de zwangerschap zou worden voortgezet, zou destructie van de schedel van het kind plaatsvinden door de explosieve groei van de tumor. Ook de risico s voor de moeder zouden bij het voortzetten van de zwangerschap zeer hoog zijn (bijv. uterusruptuur, baringsproblemen). Ook bestond er een enorme hepatomegalie, die niet anders kon worden verklaard dan door een mogelijk ernstige anemie. Volgens de geconsulteerde neurochirurg was er geen positieve uitkomst voor het kind denkbaar. In de Commissie Ad Hoc late zwangerschapsafbreking werd gesproken over een infauste prognose. Als het kind al levend geboren zou worden, zouden de te verwachten postnatale levensduur en het toekomstbeeld voor wat betreft de lichamelijke toestand, de cognitieve ontwikkeling, de neuromotorische ontwikkeling, de mogelijkheden tot communicatie en de zelfredzaamheid, vanwege beschadiging van het grootste deel van de hersenen, beperkt zijn. Het kind zou mogelijk veel lijden, er zou geen behandeltraject mogelijk zijn en de afhankelijkheid van het medisch zorgcircuit zou hoog zijn. De arts en de geconsulteerde artsen waren het erover eens dat het ongeboren kind mogelijk veel pijn leed door de druk op de schedel en dat dit niet te verminderen of op te heffen was. b. karakter van het lijden Met betrekking tot de mate van lijden wordt aangegeven dat het kind mogelijk veel pijn leed en nog zou lijden en dat er geen behandeltraject mogelijk was. c. verzoek om zwangerschapsafbreking De moeder en haar partner hebben bij een zwangerschapsduur van 30 weken en 3 dagen, gezien de feitelijk niet aanwezige overlevingskans, verzocht om beëindiging van de zwangerschap. Dit verzoek hebben zij schriftelijk vastgelegd. De arts achtte de noodsituatie van de ouders evident. Het verzoek van de ouders is in een multidisciplinair overleg besproken en als gerechtvaardigd, weloverwogen en vrijwillig beoordeeld. 2

d. voorlichting en alternatieven De arts heeft de ouders op de hoogte gesteld van de diagnose, prognose en alternatieven. Aan de ouders werd uitgelegd dat het kind een ernstige afwijking had die nog vóór of op korte termijn na de geboorte zou resulteren in het overlijden van het kind wegens het afzien van medisch zinloos handelen. Het uitdragen van de zwangerschap is besproken met de ouders maar was geen optie. Er heeft overleg plaatsgevonden met de huisarts, de eigen verloskundige en de eigen gynaecoloog. De arts heeft de ouders uitleg gegeven over de methode van afbreken (inleiding), mogelijke complicaties en pijnbestrijding. Verder hebben zij de volgende onderwerpen besproken: kind zien en afscheid nemen, naam geven, omgeving informeren, aangifte evt. bijschrijven in trouwboekje, crematie of begrafenis regelen. De ouders hebben toestemming gegeven voor obductie, hersenobductie en een consult Genetica. Naar heersend medisch inzicht kon door verder onderzoek of door afwachten van het natuurlijk beloop wel een nauwkeuriger diagnose worden gesteld, maar dit zou onaanvaardbare risico s voor de moeder met zich meebrengen.. Er waren geen behandelingsmogelijkheden -noch antenataal noch postnataal- om de prognose (beduidend) te kunnen beïnvloeden. e. consultatie De beslissing tot zwangerschapsafbreking is genomen na overleg in de Commissie Ad Hoc Late Zwangerschapsafbreking. Het team bestond, naast de arts, uit een kinderneuroloog, een gynaecoloog, een radioloog, een neonatoloog, een klinisch geneticus, een verliescounselor prenatale diagnostiek en therapie, een arts prenatale diagnostiek en therapie, het afdelingshoofd Obstetrie en Gynaecologie, de huisarts, een verloskundige en twee artsassistenten. Er bestond algehele consensus over de diagnose, prognose en het honoreren van het verzoek van de ouders tot beëindiging van de zwangerschap. Ook bestond er algehele consensus over de noodzaak de zwangerschap zo snel mogelijk af te breken vanwege de toenemende risiso s voor moeder en kind. Externe consultatie werd niet als zinvol gezien en er was geen reden om een second opinion aan te vragen. f. uitvoering Bij een zwangerschapsduur van 30 weken en 4 dagen, werd foeticide toegepast door middel van een intracardiale injectie Kaliumchloride. De arts heeft telefonisch aangegeven dat er twee redenen waren voor het toepassen van foeticide zo snel na de diagnose: 1. het kind leed waarschijnlijk veel pijn en 2. de tumor groeide zo snel dat langer laten voortduren van de zwangerschap grote risico s voor moeder (uterusruptuur) en kind (schedeldestructie) met zich meebracht. Vijf dagen later werd de bevalling ingeleid door middel van het toedienen van Misoprostol en één dag hierna kwam de baby dood ter wereld. Hij had een groot week hoofd en een uitpuilend oog. Ter bevestiging van de diagnose is obductie verricht. 3

OVERWEGINGEN De commissie oordeelt met inachtneming van de volgende zorgvuldigheidseisen of de arts op een zorgvuldige wijze de zwangerschap heeft afgebroken: a. het betreft een aandoening die in categorie 2 valt, hetgeen betekent dat de aandoening van zodanige aard is dat na de geboorte wordt afgezien van een medische behandeling, omdat medisch ingrijpen naar medisch wetenschappelijke inzichten zinloos is en naar heersend medisch inzicht geen twijfel bestaat over de diagnose en de daarop gebaseerde prognose. De commissie heeft getwijfeld of het een aandoening betreft die in categorie 1 of in categorie 2 valt. De eerste categorie betreft gevallen waarin de ongeborene onbehandelbare aandoeningen heeft, waarvan verwacht wordt dat ze tijdens of kort na de geboorte onontkoombaar tot de dood leiden. Het overlijden zal in de meeste gevallen tijdens of direct na de geboorte zijn, waarbij zich uitzonderingen kunnen voordoen van een wat langere levensduur. De tweede categorie betreft gevallen waarin de ongeborene aandoeningen heeft die leiden tot ernstige en niet te herstellen functiestoornissen, waarbij een (veelal beperkte) kans op overleven bestaat. Naar heersend medisch inzicht leidt postnataal levensverlengend handelen slechts tot voortzetting van een voor het kind uitzichtloze toestand. Gelet op de zeer slechte prognose kan levensverlengend handelen zelfs schadelijk worden geacht. De commissie overweegt dat de aandoening van zodanige aard is dat het kind feitelijk geen overlevingskansen had. Een medische behandeling na de geboorte zou zinloos zijn. Gezien de huidige beperkte stand van de literatuur over en ervaring met vergelijkbare gevallen en de bestaande twijfel over de mogelijke indeling, heeft de commissie vanwege het belang van transparantie gemeend over te moeten gaan tot toetsing. b. bij het kind is sprake van een actueel of te voorzien uitzichtloos lijden. De commissie overweegt op basis van de door de arts gegeven informatie dat sprake was van mogelijk actueel lijden en in het verdere traject te voorzien uitzichtloos lijden bij het kind. c. de moeder heeft uitdrukkelijk verzocht om beëindiging van de zwangerschap wegens lichamelijk of psychisch lijden onder de situatie. De commissie heeft kennis genomen van het schriftelijke verzoek van de ouders en van de begeleidende e-mail waarin de ouders de arts bedanken voor zijn steun. d. de arts heeft de ouders volledig op de hoogte gesteld van de diagnose en de daarop gebaseerde prognose. De arts is met de ouders tot de overtuiging gekomen dat er voor de situatie waarin het kind zich bevond geen redelijke andere oplossing was. De commissie overweegt dat de ouders volledig op de hoogte zijn gebracht. De arts is met de ouders tot de conclusie gekomen dat er geen andere oplossing was voor de situatie waarin het kind zich bevond. 4

e. de arts heeft ten minste één andere, onafhankelijke arts geraadpleegd die schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven over de zorgvuldigheidseisen. In plaats hiervan kan worden gesteld het oordeel van een behandelteam. De commissie overweegt dat het verzoek tot afbreking van de zwangerschap in een breed samengesteld team van artsen, een verliescounselor en een verloskundige is besproken en beoordeeld. Dit is schriftelijk vastgelegd. f. de afbreking van de zwangerschap is medisch zorgvuldig uitgevoerd. Het valt de commissie op dat gebruik is gemaakt van foeticide vóórdat de bevalling werd ingeleid. De arts heeft telefonisch uitgelegd waarom hiervoor is gekozen en op welke wijze de foeticide is toegepast. Er is onvoldoende aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van de uitvoering. BEOORDELING De commissie toetst achteraf de zorgvuldigheid van het handelen van de arts die een late zwangerschapsafbreking in een categorie 2-geval heeft uitgevoerd. De bevoegdheid daartoe is vastgelegd in artikel 3 van de Regeling centrale deskundigencommissie late zwangerschapsafbreking in een categorie 2-geval en levensbeëindiging bij pasgeborenen. Gelet op bovenstaande feiten, omstandigheden en overwegingen is de commissie van oordeel dat de arts tot de overtuiging kon komen dat sprake was van een aandoening die in categorie-2 valt. Het is niet uit te sluiten dat een soortgelijk geval in de toekomst, indien er meer literatuur over is verschenen en er meer ervaring mee is opgedaan, wordt ingedeeld in categorie 1, maar omwille van de transparantie heeft de commissie gemeend in dit geval op dit moment toch te willen toetsen. De aandoening was van zodanige aard dat na de geboorte zou worden afgezien van een medische behandeling omdat medisch ingrijpen naar medisch wetenschappelijke inzicht zinloos was te achten en naar heersend medisch inzicht geen twijfel bestond over de diagnose en de daarop gebaseerde prognose. De arts heeft tot de overtuiging kunnen komen dat bij het kind sprake was van mogelijk actueel en in het verdere traject te voorzien uitzichtloos lijden. Voorts was sprake van een uitdrukkelijk verzoek van de moeder om beëindiging van de zwangerschap wegens lichamelijk en/of psychisch lijden onder de situatie en was er te verwachten lichamelijk risico voor de moeder bij uitdragen van de zwangerschap. De arts heeft de ouders volledig op de hoogte gesteld van de diagnose en de daarop gebaseerde prognose. De arts heeft een behandelteam geraadpleegd waarvan de leden gezamenlijk een oordeel hebben gegeven. De arts heeft gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen zoals bedoeld in de Regeling centrale deskundigheidscommissie late zwangerschapsafbreking in een categorie 2-geval. Den Haag, 11 november 2008 5