Brandveilig gebruik van uw gebouw



Vergelijkbare documenten
Brandweer Enschede. Hoe gebruik ik mijn pand brandveilig?

Hercontrole (Loze) brandmelding Telefoonnummer: Omschrijving voorschrift NvT NG V AP OT Vluchtwegen / uitgangen

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

Controlelijst brandveiligheid kinderdagverblijven/ basisscholen Naam instelling : Locatie adres : Contactpersoon : Telefoonnummer :

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders laten je niet stikken!

Checklist Brandveilig gebruik horecabedrijven. Gegevens van u en uw horecabedrijf. Naam Horecabedrijf. Adres

De gebruiksvergunning en de gebruiksmelding

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Wie waakt als je slaapt? Rookmelders redden levens!

OPNAMERAPPORT. Ten behoeve van een jaarlijkse zelfstandige beoordeling van de gebruiksvoorschriften van een bouwwerk

Controlelijst brandveiligheid

Beëindiging directe doormelding naar Regionale Alarmcentrale

Controlelijst brandveiligheid

Locatie: Expeditie d.d.: Door de deelnemers: Nummer: J:\PPP\Voorlichting\project geen nood\veiligheidsexpeditielijst 1

OPNAMERAPPORT. Ten behoeve van een wekelijkse zelfstandige beoordeling van de gebruiksvoorschriften van een horecagelegenheid

U kunt met uw kinderen snel en goed altijd alle uitgangen bereiken

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM gemeente Steenbergen

Checklist brand- en vluchtveiligheid zorginstellingen

BRANDPREVENTIE BINNEN... Een brochure met informatie over: Brandpreventie. Voorschriften ter voorkoming van brand. Wat te doen bij brand

Nodeloze brandmeldingen

Wat iedere medewerker moet weten over brand

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Brandveiligheid en uw beperking. Rookmelders laten je niet stikken!

Brandveiligheid in de zorg

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Logboek. Naam bedrijf. Startdatum logboek

December preventietips

Brandveiligheid in de zorg

Brandveilig op kamers. Tips voor een brandveilige kamer

Minder en eenvoudiger regels: tòch brandveilig! Drs. Harry Boschloo Ministerie VROM Wonen, Wijken en Integratie

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik.

Informatie over het voorkomen van loos alarm door automatischebrandmeldinstallaties

Wat iedere medewerker moet weten over brand

115 brandveiligheids. Uw gebouw brandveilig INFO

Brandveiligheid in de zorg

Plan van aanpak 2012 Risico-inventarisatie Brandveiligheid: acties/afspraken/borging

Brand in uw bedrijf: De 4 stappen voor ontruiming

Handleiding brandveiligheidtraining Arduin

Voorkom brand, wees slim met elektrische apparaten

Erik van den Oord. Programmamanager Implementatie Gebruiksbesluit


Voorbeeld INVENTARISATIE VOORZIENINGEN

OPNAMERAPPORT. Regeling Brandveilig Gebruik Bouwwerken (BGB) - XX99 - Voorbeeld Object Voorbeeldstraat XX Lutjebroek.

OPNAMERAPPORT. Ten behoeve van de Regeling Brandveilig Gebruik Bouwwerken (BGB) volgens

Scenario 1 Kans Ernst Brandblusmiddelen zijn, ook voor bijvoorbeeld bezoekers, duidelijk te herkennen en direct bruikbaar

Brandveiligheid in de zorg

Noodplan - Samenvatting. Buitencentrum de Stevert Stevert KD Steensel tel Accommodatie: / tel Beheerder:

Brandveiligheid in de zorg

Aanvraagformulier tentvergunning

Rookmelders en brandblussers

Toetsingsrapportage Arbo voor arbodeskundige / arbodienst

Aanvullende voorwaarden

Brandveiligheid in de zorg

Brandmeldcentrale BMC-V

Bedrijfsnoodplan (voorbeeld)

Module: Blusmiddelen Module: Blussen Module: Bouwmaterialen Module: Brand melden Module: Brandcompartimenten Module: Inrichting Module: Installaties

Ontruimingsplan MFC Onder de pannen te Melderslo. Ontruimingsplan GOEDGEKEURD. Voorzitter: Piet van Lipzig. Datum: januari 2017

Calamiteitenplan. Willem de Zwijger. Roermond

Stichting Dante s Vriendjes Televisiebaan 106a 3402 VH IJsselstein Tel GSM info@dantesvriendjes.nl.

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

B. Gegevens omtrent de gemachtigde (alleen invullen indien een gemachtigde de vergunningsprocedure zal afhandelen) Naam gemachtigde :

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Scenario 1 Kans Ernst Brandblusmiddelen zijn, ook voor bijvoorbeeld bezoekers, duidelijk te herkennen en direct bruikbaar

Brandmeldcentrale BMC M12

CONTROLELIJST VEILIGHEID BIJ EVENEMENTEN

JIJ. Daar moet je nu over nadenken!

1.2 Deze voorwaarden maken deel uit van alle offertes en van overeenkomsten met opdrachtgevers.

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Brandmelding en Ontruimingsalarm Productbrochure

Rookmelders redden levens!

Uw kenmerk : Ons kenmerk : Uw datum : Aantal bijlagen : 2 Behandeld door : Johan Hofhuis Telefoonnummer : Datum :

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad.

Vluchtplan van Gastouder:..

Een brandveilig bedrijfsfeest. Tips voor brandveilig feestvieren

Besluit Brandveilig Gebruik Bouwwerk

OPNAMERAPPORT. Ten behoeve van de Regeling Brandveilig Gebruik Bouwwerken (BGB) volgens BRL-K

Scootmobielen. Tips voor een brandveilig gebruik

Lesbrief: Brandje blussen Thema: Wat is er?

Brandpreventie voor ouderen

Bedrijfshulpverleningsplan

Servicebedrijf HR. Brandveiligheid II UMC St Radboud

Doe-het-zelven en brandveiligheid

Minder en eenvoudiger regels, maar tòch brandveilig?

17 brandveiligheids. Brandveiligheid, ook tijdens feestelijke dagen! INFO

Datum: 08 december Ontruimingsplan voor BEACH HOTEL V.O.F. Duinweg EC Zoutelande

AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING BRANDVEILIG GEBRUIK. Bouwverordening 1997, artikel Aanschrijving :

Aanvraagformulier Gebruiksvergunning

Ontruimingsplan Peuterspeelzaal Dribbel

Brandweer. In te vullen door de brandweer

In te vullen door behandelend ambtenaar. Datum ontvangst: Dossiernummer: In te vullen door de gebruiker.

Handreiking Instandhouding brandveiligheidseisen voor gebouwen in gebruik door de Universiteit Utrecht

Ontruimingsplan. St. Jeugdvakantiewerk Goirle. Overnachting GOEDGEKEURD. Brandweer Hoofd Afdeling Preventie. d.d.

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

3. Gebouw en buitenterrein

Transcriptie:

Brandveilig gebruik van uw gebouw

2

Brandveilig gebruik. Wat kan ik? Wat moet ik? De gevolgen van een brand zijn vaak ingrijpend. Gelukkig kunnen we zelf een rol spelen in het verkleinen van de kans op een brand en de gevolgen. Dit doen we door de brandveiligheid te vergroten. Dat is extra belangrijk voor gebouwen met een verhoogd risico. Hier is bijvoorbeeld sprake van wanneer het vluchten uit een gebouw lastig kan zijn. Bijvoorbeeld omdat er veel mensen aanwezig zijn, omdat de aanwezigen slapen, de weg niet kennen of omdat ze niet zelfstandig kunnen vluchten. Ook bij gebouwen met een cultuurhistorisch waarde of gebouwen die een taak hebben in de infrastructuur zijn de effecten van een brand groot. Per 1 november 2008 is de wetgeving rondom het brandveilig gebruik van gebouwen veranderd, dit wordt vanaf nu geregeld in het Gebruiksbesluit. Het doel van het Gebruiksbesluit is het geven van duidelijke en landelijk gelijke brandveiligheidsvoorschriften voor het gebruik van gebouwen. Hiermee komt een einde aan het grote verschil in aanvullende brandveiligheidsvoorschriften die verschillende gemeenten oplegden in de lokale bouwverordening. Een andere reden is het terugdringen van de regeldruk en meer verantwoordelijkheid toe te kennen aan de eigenaar/gebruiker van een gebouw. Hierbij verandert er niets aan het niveau van brandveiligheid. Deze folder gaat over brandveiligheid en het Gebruiksbesluit. Het eerste deel beantwoord de vraag Heb ik een gebruiksvergunning nodig of moet ik een gebruiksmelding doen? In het tweede deel van de folder gaat het over de verplichtingen die we allemaal hebben: het verhogen van de brandveiligheid. Op een eenvoudige manier kunt u zelf veel doen om de brandveiligheid van uw pand te vergroten. Heb ik een gebruiksvergunning nodig? > pagina 4 Hoe kan ik de brandveiligheid verhogen? > pagina 9 3

Heb ik een gebruiksvergunning nodig? De tips voor brandveilig gebruik die in deze folder staan, zijn de meest voorkomende voorschriften waaraan u moet voldoen om uw pand brandveilig te gebruiken. De volledige tekst van de voorschriften is te vinden in het Gebruiksbesluit, dat per 1 november 2008 van kracht is. Dit is een besluit dat door de minister van Wonen, Wijken en Integratie van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu is genomen en geldt dus voor alle gemeenten in Nederland. Het Gebruiksbesluit vervangt de regels die eerder per gemeente waren opgenomen in de bouwverordening. Door het besluit kan één en ander zijn veranderd voor u. In deze folder geven wij u hiervan een overzicht: 1. Wat is veranderd met de invoering van het Gebruiksbesluit? 2. Heeft u al een gebruiksvergunning? 3. Moet ik een gebruiksvergunning aanvragen of een gebruiksmelding doen? 4. Wat kan ik verder verwachten? 1. Wat is er veranderd met de invoering van het Gebruiksbesluit? De regels over brandveiligheid uit de bouwverordening veranderen in de regels van het Gebruiksbesluit. Er is daardoor mogelijk wat voor u veranderd, maar er is ook veel hetzelfde gebleven. We hebben dit voor u op een rijtje gezet. 4

Wat is er gewijzigd? Voordat het Gebruiksbesluit werd ingevoerd werd het brandveilige gebruik van gebouwen geregeld in de bouwverordening van de gemeenten. Veel gebouweigenaren of gebruikers waren verplicht een gebruiksvergunning aan te vragen. Door de invoering van het Gebruiksbesluit vervalt voor 80% van de gebouwen die voorheen een gebruiksvergunning moesten aanvragen deze plicht. Nu is in veruit de meeste gevallen een melding, waarin u aan de gemeente kenbaar maakt wat u van plan bent, voldoende en in een aantal gevallen is zelfs dat niet meer nodig. Een gebruiksvergunning is alleen nog nodig voor de meest risicovolle vormen van gebruik, zoals een basisschool, kinderdagverblijf, verpleeghuis of hotel. Meldingsplichtige objecten zijn bijvoorbeeld universiteiten en hogescholen, stadions, schouwburgen, restaurants en kamerverhuur. Wat is hetzelfde gebleven? Panden moeten nog steeds brandveilig worden gebruikt en de gebruiker is hier nog steeds zelf verantwoordelijk voor. De regels die in het Gebruiksbesluit zijn opgenomen, zijn rechtstreeks van toepassing op alle gebouwen in heel Nederland. De regels hoe een gebouw brandveilig moet worden gebruikt, zijn vrijwel gelijk gebleven. Dat is logisch, want de manier waarop brand ontstaat en hoe hiermee om te gaan is niet veranderd. Ook de regels voor de opslag en het gebruik van milieugevaarlijke stoffen zijn gewijzigd. Voorheen kon het voorkomen dat deze waren opgenomen in zowel de gebruiksvergunning als de milieuvergunning. Wanneer dat het geval was, vervallen de regels uit de gebruiksvergunning. Alleen voor opslag en gebruik van brandgevaarlijke stoffen in kleine (huishoudelijke) hoeveelheden en de bedrijfsmatige opslag van brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen zijn regels opgenomen in het Gebruiksbesluit. De gebruiker van het gebouw is verantwoordelijk voor het brandveilig gebruik van het gebouw. De gemeente controleert de brandveiligheid van de gebouwen en onderneemt actie wanneer de situatie onveilig is. De gemeente laat dit meestal uitvoeren door de brandweer. Naast controle op gebruiksvergunningen en meldingen geeft de brandweer ook voorlichting over de brandveiligheid. Samengevat: In 80% van de gevallen vervalt de vergunningsplicht. De regels voor brandveiligheid zijn grotendeels hetzelfde gebleven. De brandweer blijft controleren en voorlichting geven. 5

2. Heeft u al een gebruiksvergunning? Het kan zijn dat u voor uw pand al een gebruiksvergunning hebt. In de nieuwe situatie kan dit nog steeds nodig zijn. Het kan echter ook zijn dat u onder de meldingsplicht komt te vallen of dat er helemaal geen vergunnings- of meldingsplicht van toepassing is. In alle gevallen ontvangt u van uw gemeente bericht over uw situatie. Hebt u geen brief ontvangen, of twijfelt u, bel dan met de brandweer binnen uw gemeente. 3. Heeft u nog geen gebruiksvergunning en moet u er een aanvragen? Alle gebouwen moeten aan de voorschriften in het Gebruiksbesluit voldoen. In een aantal gevallen is dit niet voldoende om de brandveiligheid te garanderen. In die gevallen moet u als eigenaar/beheerder van het gebouw de gemeente op de hoogte stellen. Er zijn twee mogelijkheden: u moet een gebruiksvergunning aanvragen of u moet een gebruiksmelding doen. U bent nog steeds gebruiksvergunningplichtig Eigenlijk veranderd er niets voor u. Uw huidige gebruiksvergunning wordt dan als een melding beschouwd. De voorschriften in de gebruiksvergunning blijven veelal gelijk. Op verzoek van u of de gemeente kunnen de voorwaarden verbonden aan de gebruiksvergunning worden gewijzigd. Dit zal door de gemeente moeten worden beoordeeld. U bent nu meldingsplichtig Wanneer u een gebruiksvergunning hebt, maar nu onder de meldingsplicht valt, verandert er in de meeste gevallen weinig. De voorwaarden waaraan u zult moeten voldoen zullen meestal gelijk blijven. Dit zijn de regels die in het Gebruiksbesluit zijn opgenomen. In een aantal gevallen kunnen bij de melding aanvullende voorwaarden worden voorgeschreven. Dit zal bij de periodieke controle worden beoordeeld. U heeft geen vergunnings- en meldingplicht meer De voorwaarden waaraan u moet voldoen zullen meestal gelijk blijven. Dit zijn de regels die in het Gebruiksbesluit zijn opgenomen. Met de afgifte van de gebruiksvergunning blijkt dat u voldoet aan de voorwaarden voor het brandveilig gebruik van uw gebouw. In een melding laat u de gemeente alleen weten wat u van plan bent. U geeft ook aan dat u voldoet aan de eisen om het gebouw brandveilig te gebruiken. In speciale gevallen kan de gemeente aan de gebruiksvergunning of melding nadere voorwaarden voor de brandveiligheid stellen. In beide gevallen is blijvende aandacht voor het brandveilig gebruik van het gebouw noodzakelijk. Dit is uw verantwoordelijkheid, waarbij de gemeente toezicht hierop zal houden. U hebt een gebruiksvergunning nodig indien sprake is van de volgende situatie Er slapen meer dan 10 personen in het gebouw (bedrijfsmatig of in het kader van verzorging)*. Er zijn overdag meer dan 10 personen aanwezig die jonger dan 12 jaar zijn of lichamelijk of verstandelijk gehandicapt zijn. * Gemeenten hebben de beleidsvrijheid om, via de lokale bouwverordening, af te wijken van het genoemde aantal personen. Vraag bij uw gemeente na of dit het geval is. 6

U moet een gebruiksmelding doen wanneer: Er meer dan 50 personen tegelijk aanwezig kunnen zijn in het gebouw. Er sprake is van kamergewijze verhuur in een woning, bijvoorbeeld in de vorm van kamers aan afzonderlijke huurders, waarbij huurders onderling geen sociale band met elkaar of de verhuurder hebben. Er wordt afgeweken van de standaardregels voor brandveilig gebruik en dit middels gelijkwaardigheid wordt aangetoond. Een vergunning moet u aanvragen voordat u het gebouw in gebruik neemt. Houdt u hierbij rekening met de tijd die nodig is voor het verlenen van de vergunning (maximaal 18 weken nadat alle gegevens verstrekt zijn aan de gemeente). Een melding doet u minimaal 4 weken voordat u het gebouw in gebruik gaat nemen. Om een vergunning aan te vragen of een melding te doen moet u een formulier invullen. Ook moet u tekeningen meesturen, waarop de indeling van het gebouw is aangegeven en de voorzieningen die u hebt aangebracht om het pand brandveilig te maken. De eisen die aan het formulier en de tekening zijn gesteld, zijn te vinden op www.vrom.nl. Op deze internetpagina kunt u het formulier downloaden, maar u kunt het ook (bij de brandweer) in uw gemeente opvragen. Het formulier met de tekening die u hebt opgestuurd, wordt door de brandweer bekeken. Zij bekijken of het formulier en de tekening voldoende informatie geven. Afhankelijk van het risico van het gebouw besluit de brandweer of zij direct de brandveiligheid gaat beoordelen of dit in een later stadium doet. Bij een melding kunt u in ieder geval een ontvangstbevestiging verwachten. Een vergunning ontvangt u binnen maximaal 18 weken. Aan een gebruiksvergunning zijn legeskosten verbonden. Deze zijn afhankelijk van de grootte en het soort gebruik dat van het bouwwerk gemaakt wordt. U ontvangt hiervoor een factuur. Samengevat: Controleer of u vergunnings- of meldingsplichtig bent. Gebruik het landelijke aanvraagformulier. Let op de eisen aan de meegestuurde tekeningen. Aan een gebruiksvergunning zijn legeskosten verbonden. 7

4. Wat kan ik verder verwachten? U hebt een gebruiksvergunning gekregen of een melding gedaan. Of u hebt een gebouw waarvoor dit niet nodig is. Dit betekent niet dat de brandveiligheid daarmee voor eens en altijd geregeld is. U moet blijven voldoen aan de voorwaarden in het Gebruiksbesluit, eventueel aangevuld met extra voorwaarden gekoppeld aan uw vergunning of melding. De brandweer controleert dit regelmatig. Wanneer de brandweer de situatie niet veilig vindt onderneemt zij actie. Het kan zijn dat u tijd krijgt om aan de voorwaarden voor brandveilig gebruik te voldoen, maar in het uiterste geval wordt het verboden om het gebouw nog te gebruiken. Zorg dus dat u uw zaken altijd in orde hebt. Het kan zijn dat u na verloop van tijd het gebruik van uw gebouw wijzigt. Dit kan zijn door een verbouwing of door een andere manier van gebruiken. Wanneer u al een vergunning hebt of een melding hebt gedaan, moet u deze wijziging doorgegeven worden aan de brandweer. Gebruik hiervoor weer het aanvraagformulier op www.vrom.nl. Wanneer uw gebouw niet vergunnings- of meldingsplichtig was, moet u nagaan of dit na de verandering wel het geval is. Er kunnen dan aanvullende veiligheidsmaatregelen nodig zijn. Samengevat: Controleer bij veranderingen de gevolgen voor de vergunning of melding. Zorg dat de aanwezigen weten hoe ze het gebouw brandveilig moeten gebruiken. Volg bij controles de instructies van de brandweer op. 8

Hoe kan ik de brandveiligheid verhogen? Om u een beeld te geven waaraan u zoal moet voldoen om een pand brandveilig te gebruiken, heeft de brandweer de meest voorkomende zaken in deze folder op een rij gezet. Aan de hand van vijf thema s met tips kunt u uw pand nog eens doorlopen, op eenvoudige wijze aanpassingen doorvoeren en daarmee de brandveiligheid in uw pand verbeteren. Veel aanpassingen zijn eenvoudig van aard, maar kunnen in geval van een brand of andere calamiteit een groot verschil maken. De volgende thema s komen in dit deel van de folder aan bod: 1. Inrichting en versiering van het pand 2. Waar is de nooduitgang? 3. Hoe voorkomt u loze meldingen? 4. En dan breekt er brand uit 5. Vluchten Voorkomen is nog altijd beter dan genezen U kunt veel doen om uw pand zo brandveilig mogelijk te maken. Als er onverhoopt toch brand uitbreekt is eigenlijk maar één ding van belang: kunt u uw eigen leven en dat van uw gasten redden en het brandende pand ontvluchten? Vluchtdeuren mogen nooit op slot zijn! De weg naar de vluchtdeur moet altijd vrij zijn van obstakels over de volledige breedte en dient goed bereikbaar te zijn. Als u eerst over de opslag moet klimmen voordat u de nooduitgang kunt bereiken, kan dat desastreuze gevolgen hebben. In geval van brand telt iedere seconde en met iedere seconde winst beperkt u de risico s. Risico s op brandwonden, rookvergiftiging of erger. Want de snelheid waarmee brand zich verspreidt, overvalt slachtoffers keer op keer. De temperaturen lopen in een razend tempo op en de verduisterende en giftige rook zorgen al snel voor grote paniek. Hoe eerder iedereen uit het pand is, hoe beter dat is. En u kunt daarvoor zorgen. 9

1. Aankleding en versiering Versiering en decoraties zorgen niet alleen voor sfeer en gezelligheid. Ze zorgen er ook voor dat een klein brandje binnen vijf minuten een grote uitslaande brand kan worden. Daarom moeten alle versieringen (zoals kerst- of carnavalsversiering) en decoraties zijn gemaakt van stoffen die moeilijk vlam vatten. Dit geldt natuurlijk ook voor gordijnen! Als er een gordijn voor de deur hangt, houd er dan rekening mee dat de vluchtwegaanduiding altijd goed zichtbaar blijft en dat de gordijnen de vluchtweg op geen enkele manier blokkeren of hinderen. In restaurants mogen kaarsen staan. In andere gelegenheden wordt dit niet aangeraden. Binnen zijn fakkels en vuurwerk uit den boze. Alleen gespecialiseerde bedrijven mogen dit gebruiken en zelfs dan wordt er speciaal een vergunning voorzien van de nodige brandveiligheidseisen afgegeven. Een ander punt van aandacht betreft papier- en afvalbakken. Deze dienen ontbrandbaar te zijn en ook asbakken mogen geen vlam kunnen vatten. Dit heeft alles met het materiaal te maken waarvan de asbak is gemaakt. Een plastic of een houten asbak is dus niet aan te bevelen. Een stenen, glazen of een ijzeren asbak wel. Opslag in stookruimtes is verboden en ook de opslag van gevaarlijke stoffen (gasflessen, schoonmaakmiddelen, benzine, etc.) is aan strenge regels gebonden. Het gaat daarbij om regels over de hoeveelheid, maar ook om de verpakking. Tips van de brandweer Kies voor versiering en decoraties die van onbrandbaar materiaal zijn gemaakt. De stof van gordijnen mag niet makkelijk vlam kunnen vatten (gordijnen kunnen worden geïmpregneerd). Beperk de kans op brand door geen papier- of afvalbak van plastic of ander brandbaar materiaal te gebruiken. Bevestig decoraties aan het plafond op veilige hoogte en zorg ervoor dat de decoraties geïmpregneerd zijn. Beperk opslag van gevaarlijke stoffen. Geen opslag in de stookruimte. 10

2. Waar is de nooduitgang? Voor mensen die onbekend zijn in een pand, is het moeilijk te bepalen via welke weg zij het pand kunnen ontvluchten. Daarom moeten niet alleen de nooduitgangen, maar ook de algemene uitgangen duidelijk herkenbaar zijn. Dit kan door zogenaamde transparantverlichting, de bekende groene bordjes met een pictogram, boven de uitgang op te hangen. Op deze manier is het voor iedereen duidelijk waar ze veilig het pand kunnen verlaten. Om bij brand paniek te voorkomen, is het goed om op een zichtbare plaats in het gebouw een instructiekaart Hoe te handelen bij brand op te hangen. Hierop staat vermeld wie er gewaarschuwd moet worden, hoe er ontruimd moet worden en hoe bijvoorbeeld blusapparatuur bediend moet worden. Als u een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie heeft, zorg er dan voor dat alle apparatuur goed werkt en controleer het regelmatig op storingen. Installaties moeten bovendien regelmatig worden gekeurd. Daarnaast hebben veel moderne panden tegenwoordig brandwerende deuren. Deze moeten gesloten zijn of anders met kleefmagneten zijn vastgezet zodat ze bij brand automatisch dichtvallen. Tips van de brandweer Transparantverlichting (met pictogram) moet altijd duidelijk zichtbaar zijn en branden. Noodverlichting moet periodiek gecontroleerd en onderhouden worden De brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie moet periodiek gekeurd en onderhouden worden. Zorg voor een instructie Hoe te handelen bij brand. Hang deze instructie op een zichtbare plaats. Houd onderhoud van installaties bij in een logboek. 3. Hoe voorkomt u loze meldingen? Steeds meer gebouwen beschikken over een automatische brandmeldinstallatie. Veel van deze installaties zijn direct doorgeschakeld naar de alarmcentrale van de brandweer. Dit betekent dat wanneer de installatie een brand ontdekt deze direct wordt gemeld naar de alarmcentrale van de brandweer. Deze stuurt de brandweer op uw gebouw af. In veel gevallen blijkt dat het gaat om een loze melding. Het gaat hierbij in de meeste gevallen om een melding als gevolg van het gebruik. Denk aan het roken van een sigaret, het uitvoeren van laswerkzaamheden of het laten aanbranden van het eten. Het kan ook gaan om een technische storing. 11

Gelukkig kunt u zelf ook wat doen om het aantal loze meldingen te verminderen. Zo moet de werking van de installatie jaarlijks worden geïnspecteerd door een erkend branddetectiebedrijf. Als uw installatie een doormelding heeft naar de alarmcentrale van de brandweer dient de installatie ook te zijn voorzien van een geldig certificaat als bedoeld in de regeling brandmeldinstallaties 2002. U informeert uw lokale brandweer over de inspectieresultaten. Ga voor zekerheid en laat uw bestaande installatie inspecteren. Voor het dagelijkse onderhoud en het beheer van de brandmeldinstallatie moet bij elke instelling een zogenaamde Opgeleid persoon aanwezig zijn. Deze is belast met de bediening, de periodieke controle en het preventieve onderhoudswerk. Na het volgen van een korte cursus mag de opgeleid persoon een beperkt aantal handelingen verrichten, zoals melders of meldergroepen buiten werking stellen (en later weer in werking!), melders vervangen, e.d. Hiervan kan gebruik worden gemaakt bij werkzaamheden met kans op een loos alarm. Ook de gebruikers van de brandmeldinstallatie moeten goed geïnformeerd zijn over wat zij moeten, mogen en kunnen. Als u een brandmeldinstallatie hebt, moet u alle interne en externe meldingen registreren. Het installatiebedrijf beschikt over logboeken waarin dat kan worden bijgehouden. Het is vereist dat ook meldingen in de avond- en nachturen correct en volledig worden geregistreerd. Tips van de brandweer Laat werkzaamheden melden bij bijvoorbeeld de opgeleid persoon. Zorg dat gebruikers goed geïnformeerd zijn over wat zij moeten, mogen en kunnen. Houd er rekening mee dat rookmelders het verschil tussen stoom en rook niet kennen. Stoom veroorzaakt geregeld loos alarm. Voorkom roken onder een melder (maak zo nodig een rookruimte). Advies: Maak met aannemers de afspraak dat zij verantwoordelijk zijn voor de kosten, zodra zij een loos alarm veroorzaken. Houdt alle brandmeldingen bij in een logboek. 12

4. En dan breekt er brand uit Ondanks alle voorzorgsmaatregelen, kan het toch gebeuren dat er brand uitbreekt. Het eerste wat u dan natuurlijk doet is anderen waarschuwen dat er brand is! Zorg dat mensen veilig het pand verlaten en laat iemand de brandweer waarschuwen (112). U kunt proberen het vuur zelf te doven als het nog maar een klein brandje betreft. Denk hierbij altijd aan uw eigen veiligheid! Het is belangrijk om over de juiste blusmiddelen te beschikken. Daarbij geldt dat kleine blusmiddelen, zoals de brandslanghaspel en de draagbare blustoestellen, klaar voor gebruik moeten zijn. Dit houdt in dat ze altijd op een vaste plek of op een daarvoor aangewezen plaats in het pand zijn bevestigd aan de wand. Zij mogen dus niet los op de grond staan, zo kan het blusmiddel namelijk omvallen en beschadigen of ergens anders worden neergezet, zodat u het blustoestel niet meer kunt vinden in geval van een calamiteit. Blusmiddelen dienen altijd duidelijk zichtbaar te zijn. Brandslanghaspels moeten tenminste eens per jaar worden gekeurd door een gecertificeerd bedrijf; draagbare blustoestellen eens per twee jaar. Mocht u een blusmiddel in een kast willen bevestigen, dan moet aan de buitenzijde van de kast, door middel van een pictogram, duidelijk zijn aangeven dat er in de kast een blusmiddel aanwezig is. Die kast mag nooit op slot zijn, zodat het blusmiddel altijd te gebruiken is. De instructie hoe het apparaat gebruikt moet worden, staat op het apparaat zelf. Lees dit regelmatig zodat u in geval van een brand ook weet hoe het blusmiddel gebruikt moet worden. Laat de blusser direct na gebruik hervullen, ook al is hij niet helemaal leeg. In hoge gebouwen en lange bedrijfspanden lopen zogeheten droge blusleidingen. De brandweer kan deze leidingen gebruiken om water op de juiste plaats te krijgen in geval van een brand. Indien er een droge blusleiding in uw pand aanwezig is, laat deze leiding dan één keer in de vijf jaar controleren door een erkend bedrijf. De droge blusleiding moet dan onder druk getest worden. Zo zorgt u ervoor dat de leiding in goede staat verkeert en gebruikt kan worden als het nodig is. 13

5. Vluchten Bij brand moet iedereen het pand snel kunnen verlaten. Het klinkt voor de hand liggend, maar vluchtdeuren mogen nooit op slot zitten. Ook moeten alle vluchtwegen vrij zijn van obstakels. Hiermee wordt voorkomen dat mensen tijdens het vluchten struikelen, een nooduitgang over het hoofd zien of tegen een dichte deur oplopen. Kort gezegd betekent dit het volgende: voor ingangen, nooduitgangen en andere vluchtwegen mogen geen fietsen, kinderwagens, karretjes, dozen, stapels kratten, etc. staan. Tips van de brandweer Blusmiddelen moeten klaar zijn voor gebruik, zichtbaar en makkelijk bereikbaar zijn. Als een brandslanghaspel ingebouwd is in een kast moet er een pictogram op de kast zijn aangebracht (dit pictogram geeft aan welk blusmiddel in de kast aanwezig is). Laat uw brandslanghaspel eens per jaar controleren. Laat uw draagbare blusmiddelen eens per twee jaar controleren. Waarschuw eerst anderen voordat u een brand probeert te blussen! Lukt het niet de beginnende brand te blussen? Probeer niet te lang en vlucht! Dit geldt natuurlijk niet alleen voor de vluchtroute aan de binnenzijde van het pand, maar ook voor het pad aan de buitenzijde van het pand tot aan de openbare weg! Let er verder op dat er geen losse draden liggen, of dat de grond glad is. Ook losse vloerbedekking kan gaan schuiven en kan om die reden een gevaar opleveren. Je moet er toch niet aan denken wat er gebeurt als een groep mensen via een nooduitgang probeert weg te komen en ten val komt door een slingerende vuilniszak of een losliggende draad. Tips van de brandweer Houd alle vluchtwegen vrij van obstakels. Plaats geen (opslag van) materiaal in de vluchtweg. De nooduitgang mag niet op slot zijn. Laat geen losse draden over de grond lopen. Zorg dat vloerbedekking niet kan schuiven en dat vluchtwegen altijd een stroeve ondergrond hebben. 14

Contact Heeft u na het lezen van deze folder nog behoefte aan extra informatie over de brandveiligheid in uw gebouw of over het brandveilig gebruik, neem dan contact op met de brandweer in uw gemeente. Gegevens hiervan vindt u op de achterzijde van deze folder. 15

16