PESTPROTOCOL 2014-2015



Vergelijkbare documenten
Pestprotocol Einstein Lyceum

PESTPROTOCOL ERASMIAANS GYMNASIUM

Pestprotocol BS de Kersenboom

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

Pestprotocol. Antoniusschool

Pestprotocol Prakticon

Inhoud gedragsprotocol

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Protocol. Pestprotocol

OBS De Vogels Jac.P. Thijsselaan PM Oegstgeest. PESTPROTOCOL De Vogels

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid AC Eindhoven T: E:

ANTI-PESTPROTOCOL. Onderwerp Anti-pestprotocol Aan Alle medewerkers Van Directie Datum Pagina 0 van 5

Pestprotocol. De Triangel

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol Eerste Leidse Schoolvereniging

Pestprotocol Bavinckschool

Pesten heeft veel te maken met de verhoudingen binnen een groep. Daarom is het niet eenvoudig om er een eind aan te maken. Als de leerkracht schelden

Pestprotocol de Esdoorn

Anti pestprotocol OBS DE BOUWSTEEN

Anti-pestprotocol. Juni 2017 Praktijkschool De Noordhoek

PESTPROTOCOL DE SCHELP

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol Rietslenke.

Pestprotocol SBO De Lings

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol PCBS Willem van Oranje

Pestprotocol obs De Meerwaarde

Als pesten optreedt, moeten leerkrachten (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.

Pestprotocol O.B.S. Giessen-Oudekerk

PESTPROTOCOL CBS De Borgh

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Bij pesten zijn er altijd 5 partijen: de pester, het slachtoffer, de grote zwijgende groep, de leerkrachten en de ouders.

Pestprotocol basisschool De Vlieger

Plagen mag wel, pesten niet. Wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten? Het is plagen wanneer:

Pestprotocol obs De Kring

De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt gepest.

Pesten komt op iedere school voor; ook bij ons! Het is een probleem dat wij onder ogen zien en serieus willen aanpakken. Vandaar dit protocol.

We onderscheiden 5 betrokkenen en gaan daarom uit van de vijf-sporen-aanpak.

BURG. DE RUITERSCHOOL

Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken.

Pestprotocol De Leemstee. Inleiding

Juni Inhoudsopgave

PESTPROTOCOL. Fellenoord

Pestprotocol Basisschool De Zuidstroom

Kwaliteitskaart Pesten

Pestprotocol OBS Mathenesse Januari 2010

Anti-pestprotocol. We werken samen aan een goede sfeer op school. Catharinaschool Wellerlooi

Protocol Pesten. Herenoord JJ Rotterdam - T

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten.

PROTOCOL TEGEN PESTEN

Pestprotocol O.B.S. Het Bolwerk

BIJLAGEN Pestprotocol

PROTOCOL TEGEN PESTEN

Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pestprotocol Aloysiusschool

Iedereen is hier oké!

Op het Palet hanteert en aanvaardt iedereen de drie uitgangspunten van het Moreel Kompas:

Gedrags- en pestprotocol ODS Windkracht 10

Pestprotocol (uit ons document; gedragscode 4.2; uitwerking pesten)

Pestprotocol Jansenius de Vriesschool Juni 2011

Alle kinderen mogen en moeten zich in hun periode bij ons op school veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Pest protocol basisschool Petrus Canisius Puth

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Gedrag- en pestprotocol Pater Eymardschool Stevensbeek

Anti-pestprotocol op de

Als er gepest wordt, moeten leerkrachten en de mentor (in samenwerking met de ouders) dat kunnen signaleren en duidelijk stelling nemen.

Ds. J. Polyanderschool en Ds. J. Bogermanschool te Dordrecht

Pestprotocol Pesten op school: hoe ga je er mee om?

Omgangsprotocol. We werken aan een positief klimaat, adequate sociale omgang en duidelijke regels.

Alle kinderen zich veilig laten voelen in hun basisschoolperiode, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Protocol gedrag. Recht op veiligheid Iedere leerling heeft recht zich veilig te voelen in de klas en in de school.

Pestprotocol. cbs Johan Friso te Dordrecht

1 Voorwoord. Beste ouders. Beste leerlingen

Pestprotocol. Hoe kun je met pesten omgaan?

P e s t p r o t o c o l

Pestprotocol. April Pestprotocol -Budoclub Geisha- april 2016 pag. 1

Anti-pest Protocol De Reiger

Anti - pestprotocol. Aanpak van de ruzies en pestgedrag in vier stappen:

Pestprotocol OBS Prinses Marijke

PESTPROTOCOL. Zaanlands Lyceum

Pestprotocol basisschool CNS

Pestprotocol Burg. W.A. Storkschool

Prinses Julianaschool

Anti-pestprotocol mei 2018

Pestprotocol i.b.s. de Stjelp

PESTPROTOCOL Daltonbasisschool t Carillon

Pestprotocol. Mr de Jonghschool

PROTOCOL RUZIE EN PESTEN OP OPENBARE BREDESCHOOL DE SCHATKAMER

Pestprotocol o.b.s. 't Heidemeer:

Pestprotocol Albert Plesmanschool 2014

Pestprotocol. Basisschool St. Maarten. Halsteren

Pestprotocol OBS Het Klokhuis

GEDRAGSPROTOCOL. (anti pestgedrag) Basisschool De Boomgaard Dieren

4. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt de school over een directe aanpak. (Zie verderop in dit protocol)

Protocol tegen pesten

Protocol anti-pesten en aanpak pesten

versie: oktober 2013 Pestprotocol

Pestprotocol Basisschool de Nautilus

Iedereen is hier oké!

Transcriptie:

PESTPROTOCOL 2014-2015 INHOUD VOORWOORD... 2 1 INLEIDING... 2 1.1 Pestgedrag... 2 1.2 Verschijnselen... 2 2 UITGANGSPUNTEN... 3 2.1 Erkenning... 3 2.2 Sociale veiligheid... 3 2.3 Melden van pesten... 3 3 BELEID TER VOORKOMING VAN PESTEN... 3 3.1 Verplichting... 3 3.2 Inventarisatie veilig voelen... 3 3.3 Omgangsregels... 3 3.4 Waarborgen pedagogisch klimaat... 3 4 BELEID TER BEHANDELING/AFHANDELING VAN PESTEN... 4 4.1 Bescherming... 4 4.2 De mentor... 4 4.3. Overleg mentor - afdelingscoördinator... 4 4.4. Gesprekken... 4 4.5. Verslaglegging... 4 4.6. Inschakeling van derden... 4 4.7 Recidiverend pestgedrag... 4 4.8 Gemaakte afspraken... 4 4.9. Registratie incidentensysteem... 5 5 HANDREIKINGEN... 5 5.1 Voorbeelden van regels... 5 5.2 Aandachtspunten voor de begeleiding van gepeste leerlingen... 5 5.3 Aandachtspunten voor de begeleiding van de pester:... 5 6 NADERE AANDACHTSPUNTEN... 6 6.1 Preventieve en curatieve beleid... 6 6.2 Ouderavonden... 6 6.3 Op de hoogte brengen ouders en leerlingen... 6 6.4 Op de hoogte brengen van personeel... 6 7. MEDEWERKERS... 6

VOORWOORD Op het Einstein Lyceum wordt pesten niet getolereerd. Pesten brengt schade toe aan leerlingen, medewerkers en de school en is van grote invloed op het welbevinden van leerlingen en medewerkers. Het is dus van belang dat een school een duidelijk protocol heeft waarin omschreven staat welke stappen de school onderneemt om pesten tegen te gaan. Een protocol kan schade door pesten nooit geheel voorkomen, maar is een belangrijk en wettelijk voorgeschreven instrument om: te omschrijven welk gewenst en ongewenst gedrag voorkomt en wanneer dat pesten wordt genoemd; de uitgangspunten van het schoolbeleid te formuleren; preventief beleid te formuleren; precies te omschrijven welke stappen worden gezet bij pestgedrag; precies te omschrijven hoe de verantwoordelijkheden in zo n geval liggen (wie doet wat?) en een aantal handreikingen te formuleren voor alle betrokkenen. Het pestprotocol is vooral een kans voor school, leerlingen en medewerkers om de sfeer in de school te optimaliseren. Het protocol moet daaraan bijdragen. Hieronder is een uitgebreid overzicht opgenomen van handreikingen, regels en procedures. Dit pestprotocol is ook van toepassing op de medewerkers van de school. Hiervoor is een aparte alinea opgenomen. Het pestprotocol zal nooit in alle gevallen toepasbaar zijn en dient naar de geest nageleefd te worden. 1 INLEIDING 1.1 PESTGEDRAG Er is sprake van pesten wanneer een of meer onderstaande vormen van gedrag structureel (of in ieder geval geregeld) plaatsvinden ten opzichte van bepaalde leerlingen, wier sociale veiligheid daardoor wordt aangetast en/of die daardoor belemmerd worden in hun functioneren binnen de groep en/of beschadigd worden in hun persoonlijke levenssfeer. Voorbeelden van pestgedrag: er worden zogenaamd leuke of kwetsende opmerkingen gemaakt over een kind; er worden opmerkingen gemaakt over kleding en/of uiterlijk; een kind wordt in de klas geïsoleerd en buitengesloten bij activiteiten; spullen van een kind worden voortdurend afgepakt of zoekgemaakt; er wordt dikwijls negatief gereageerd op dingen die een kind doet of zegt; een kind krijgt stelselmatig de schuld van dingen die in de klas gebeuren; cyberpesten; er worden beledigende briefjes doorgegeven of beledigende boodschappen verstuurd via social media; een kind wordt meestal bij een minder vleiende bijnaam genoemd in plaats van bij de echte naam; er wordt regelmatig tegen een kind geschreeuwd of gescholden; er wordt fysiek geweld gebruikt tegen een leerling: duwen, trekken, slaan; de gepeste wordt buitengesloten, bijvoorbeeld door over de persoon te spreken bij afwezigheid van de persoon; een kind wordt buiten school opgewacht en bedreigd; een kind wordt op weg naar huis gevolgd en lastiggevallen en/of; een kind wordt thuis lastiggevallen (telefonisch of door zich in de buurt van het huis op te houden). 1.2 VERSCHIJNSELEN Bepaalde verschijnselen kunnen erop duiden dat een kind gepest wordt, in ieder geval moet de omgeving alert zijn op andere signalen wanneer een kind: vaak alleen is in pauzes; vooral contact zoekt met volwassenen (of juist met jongere kinderen); niet meer naar school wil vanwege allerlei vage klachten; snel boos of geprikkeld is; plotseling bepaalde kleren niet meer aan wil en/of contacten met medeleerlingen mijdt.

2 UITGANGSPUNTEN 2.1 ERKENNING Het Einstein Lyceum en allen die daarbij betrokken zijn, erkennen het pesten als een probleem waarvoor iedereen (schoolleiding, personeel, ouders en leerlingen zelf) een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van het signaleren en oplossen ervan. 2.2 SOCIALE VEILIGHEID Hoewel pesten als probleem centraal staat in dit specifieke protocol, past het op een praktisch niveau in het bredere verband van sociale veiligheid op school. 2.3 MELDEN VAN PESTEN Uitgangspunt voor elke interventie dient te zijn dat niet de gepeste een probleem heeft, maar de pester zelf. Die maakt inbreuk op de omgangsregels die de veiligheid van iedereen binnen de school waarborgen. Waar het om gaat, is te achterhalen welke motieven iemand heeft voor zijn pestgedrag en wat er gedaan moet worden om dat te staken. Het melden van pesten is daarom ook geen verklikken, maar een verplichting, omdat het gaat om het signaleren van een probleem dat binnen de school algemeen erkend wordt. 3 BELEID TER VOORKOMING VAN PESTEN 3.1 VERPLICHTING Bestuur en schoolleiding verplichten zich door middel van dit protocol om : leerlingen bewust te maken en bewust te houden van het bestaan van het probleem en de zwaarte daarvan; ouders gerichte voorlichting te geven over dit pestprotocol en de werking ervan en het aanleggen van goede, toegankelijke informatie over het pesten als probleem. Deze informatie wordt gecommuniceerd met alle medewerkers van de school: ieder heeft hierin een verantwoordelijkheid. 3.2 INVENTARISATIE VEILIG VOELEN In de eerste klas wordt o.a. tijdens de mentoruren geïnventariseerd of kinderen zich veilig voelen en welk gedrag van anderen die veiligheid positief beïnvloedt dan wel bedreigt. De mentoren helpen gedurende het jaar mee met het bevorderen van het groepsproces in hun klassen en zij spelen ook een positieve rol bij het signaleren van eventuele pesterijen. 3.3 OMGANGSREGELS In hogere klassen (maar zeker in de 2e en 3e) moeten de omgangsregels aan het begin van het schooljaar in mentorlessen herbevestigd worden, waarbij ook kan worden gekeken naar eventuele veranderingen en/of accentverschillen. Ook kunnen dan nieuwe aspecten van sociale veiligheid (tolerantie, wederzijds begrip, zinloos geweld etc.) aan de orde komen. 3.4 WAARBORGEN PEDAGOGISCH KLIMAAT De belangrijkste manier om pesten te voorkomen is een goed pedagogisch klimaat waarin leerlingen zich veilig en geborgen voelen en weten. De mentoren én alle medewerkers hebben hierin een taak door pestgedrag te signaleren, te bestrijden en eventueel te melden aan de mentoren en / of pestcoördinator. Klein ingrijpen in het allereerste begin voorkomt grote ellende en schade voor pester, gepeste en de klas.

4 BELEID TER BEHANDELING/AFHANDELING VAN PESTEN 4.1 BESCHERMING Het is hoe dan ook van belang dat het slachtoffer zelf zo veel mogelijk effectief beschermd wordt tegen (wraak)acties van pesters. Een van de middelen daartoe is te onderstrepen dat de informatie over het pestgedrag niet (uitsluitend) afkomstig is van het slachtoffer zelf; ook anderen hebben het opgemerkt en dus is er zeker geen sprake van klikken. 4.2 DE MENTOR De centrale figuur in het aanpakken van pestgedrag is de mentor, die daarvoor verschillende mogelijkheden tot zijn of haar beschikking heeft. Indien leerlingen dat wensen, kunnen ook andere personeelsleden dienen als eerste aanspreekpunt voor leerlingen die lijden onder pestgedrag. De mentor zal in eerste instantie verwijzen naar de gedragsregels om aan te geven dat er is afgesproken dat een dergelijk gedrag ongewenst is en dat wie deze regels negeert, zich buiten de gemeenschap plaatst, die deze regels heeft afgesproken. 4.3. OVERLEG MENTOR - AFDELINGSCOÖRDINATOR De mentor is degene die als eerste nagaat in hoeverre het gedrag pesten genoemd wordt of dat er sprake is van plagen. Hij neemt het besluit daarover in samenspraak met de afdelingscoördinator. Dit onderscheid is van belang met het oog op passende en proportionele vervolgacties. De mentor zal in de mentorles aandacht besteden aan het pesten. Hij/zij kan rekenen op ondersteuning door de afdelingscoördinator en directie bij de invulling van deze les(sen). Van belang is bovendien dat de mentor aandacht besteedt aan de groep leerlingen om de pester en de gepeste heen. 4.4. GESPREKKEN In het kader van een pestincident zullen gesprekken gevoerd worden. Uiteraard zal de mentor voor de gepeste een luisterend oor hebben. Hij of zij zal ook de pester spreken en horen. Als hij of zij dat wenselijk acht, zal hij/zij ook een gesprek tussen pester en gepeste arrangeren en begeleiden. Indien nodig wordt de directie ingeschakeld. Een andere mogelijkheid is dat de mentor via de afdelingscoördinator leerling bemiddeling inschakelt. 4.5. VERSLAGLEGGING Vanaf het moment dat pesten is vastgesteld en gesprekken gevoerd worden, zal van elk gesprek een verslag worden gemaakt in Magister. 4.6. INSCHAKELING VAN DERDEN Indien het pesten na de interventie van de mentor niet stopt, worden de ouders van beide partijen op school uitgenodigd voor een gesprek met de mentor en de afdelingscoördinator om te bespreken welke gezamenlijke aanpak noodzakelijk en mogelijk is. Wanneer maatregelen niet het gewenste resultaat opleveren, is de inschakeling van de schoolondersteuningscoördinator / pestcoördinator noodzakelijk. Deze kan het probleem onderzoeken, deskundigen raadplegen en op basis daarvan bestuur en schoolleiding adviseren over een verder te volgen traject. 4.7 RECIDIVEREND PESTGEDRAG Bij recidiverend pestgedrag zal de directie of afdelingscoördinator de betrokken leerling en zijn of haar ouders uitnodigen voor een gesprek, waarin zal worden aangekondigd dat bij verdere herhaling een (tijdelijke) schorsing zal volgen. Over verdere maatregelen beslist daarna de directie, in overleg met het MT en de afdelingscoördinator. 4.8 GEMAAKTE AFSPRAKEN De gepeste leerling heeft naast rechten ook de plicht zich aan de gemaakte afspraken, bijvoorbeeld omtrent het zorgvuldig melden, te houden.

4.9. REGISTRATIE INCIDENTENSYSTEEM Pestincidenten worden, volgens de daarvoor geldende regels, geregistreerd in het Incidentenregistratiesysteem van Magister. 5 HANDREIKINGEN 5.1 VOORBEELDEN VAN REGELS Als voorbeelden van regels die altijd en in alle groepen gelden, kunnen genoemd worden: doe niets bij een ander wat je zelf ook niet prettig vindt; raak een ander niet aan als hij of zij dat niet wil; blijf van de spullen van een ander af; luister naar elkaar; beoordeel iemand anders niet op zijn uiterlijk of gewoontes; accepteer dat iemand anders kan en mag zijn; doe nooit iemand opzettelijk pijn; laat anderen met rust als ze aangeven dat ze met rust gelaten willen worden; roddel niet over elkaar; gebruik geen scheldnamen om andere kinderen mee aan te duiden; doe er niet aan mee als kinderen uitgelachen of buitengesloten worden; ga niet slaan of schoppen als je kwaad bent. Probeer altijd eerst samen te praten en schakel, als dat niets oplevert, je (leerling)mentor in; laat kinderen die nieuw in de klas of groep komen, merken dat ze welkom zijn; het is geen klikken als je aan je mentor vertelt dat jij of iemand anders gepest wordt. 5.2 AANDACHTSPUNTEN VOOR DE BEGELEIDING VAN GEPESTE LEERLINGEN toon medeleven en neem de tijd om te luisteren; vraag door wie en hoe er gepest wordt; ga na hoe de gepeste leerling reageert op het pesten en wat zijn of haar gevoelens daarover zijn; zoek (en oefen desnoods) wat een goede reactie zou zijn op het pesten, in plaats van bijvoorbeeld huilen, kwaad worden of afzonderen; maak duidelijk dat de pester een probleem heeft en waarom dat zo is; ga na welke oplossing de gepeste leerling zelf wil; versterk het zelfvertrouwen van de gepeste leerling; benadruk zijn of haar sterke kanten; geef positieve feedback als de gepeste leerling zich anders (weerbaarder) opstelt tegenover de pesters; plaats de gepeste leerling niet in een beschermde uitzonderingspositie ten opzichte van de rest van de groep en praat met de ouders van de gepeste leerling (als die aangeeft dat te willen) en noem daarbij, indien nodig, de mogelijkheid van een sociale weerbaarheidstraining. 5.3 AANDACHTSPUNTEN VOOR DE BEGELEIDING VAN DE PESTER: zoek naar de reden van het pesten/ruzie maken (dominant willen zijn, jaloezie, verveling, zelf buitengesloten voelen); maak de pester bewust van het effect van zijn gedrag op anderen; maak duidelijk dat met pestgedrag elementaire gedragsregels binnen de school (klas) overtreden worden en dat dit verkeerd is; maak duidelijk dat het nodig is in het sociale verkeer zelfbeheersing te tonen en dat het daarvoor een ander manier van gedrag ( eerst tot tien tellen, stop, eerst nadenken ) vereist is en/of praat met de ouders van de pester om hen te informeren en te overleggen wat naar hun idee de oorzaak van het pestgedrag is en/of een aangepaste vorm van begeleiding (sociale vaardigheidstraining) noodzakelijk is.

6 NADERE AANDACHTSPUNTEN 6.1 PREVENTIEVE EN CURATIEVE BELEID De uitvoering van zowel het preventieve als het curatieve beleid ligt in eerste instantie in handen van de mentoren, die op hun beurt worden aangestuurd door de afdelingscoördinator die hieraan structureel aandacht besteden in de eerste mentorenvergadering van het schooljaar. Directie en afdelingscoördinatoren onderhouden de toerusting van de mentoren t.a.v. de begeleiding van leerlingen en klas bij pestgedrag. 6.2 OUDERAVONDEN Op ouderavonden in de onderbouw zal aandacht besteed worden aan het onderwerp pesten, waarbij ouders gewezen wordt op het bestaan van het pestprotocol. Daarbij worden zij nadrukkelijk uitgenodigd zich als partners op te stellen door thuis geregeld eens te informeren of pestgedrag wordt opgemerkt en contact op te nemen met de desbetreffende mentor, ook als het niet hun eigen kind betreft. 6.3 OP DE HOOGTE BRENGEN OUDERS EN LEERLINGEN Via een verwijzing in de schoolgids en op de website worden ouders en leerlingen op de hoogte gesteld van het bestaan van dit pestprotocol en van de (globale) inhoud ervan. 6.4 OP DE HOOGTE BRENGEN VAN PERSONEEL Alle medewerkers van de school worden via het mededelingenbulletin, de website en mondeling (tijdens teambijeenkomsten en rapportvergaderingen) op de hoogte gesteld van de concrete inhoud van het pestprotocol. 7. MEDEWERKERS Ten aanzien van de medewerker geldt ook dat er sprake kan zijn van pesten wanneer door collega s, leerlingen en/of ouders bepaald vormen van gedrag structureel (of in ieder geval geregeld) plaatsvinden ten opzichte van een medewerker, wiens sociale veiligheid daardoor wordt aangetast en/of die daardoor belemmerd wordt in het functioneren binnen het team en/of beschadigd wordt in de persoonlijke levenssfeer. De school zorgt voor de medewerkers voor een veilig, gezond en prettig werkklimaat. Uitgangspunt is de Gedragscode die van toepassing is op alle betrokkenen die werkzaam zijn binnen de school. Als een medewerker zich aangetast of belemmerd voelt, kan hij/zij contact opnemen met zijn direct leidinggevende, de schoolleiding, de bedrijfsarts of de vertrouwenscontactpersoon die betrokkene in contact kan brengen met de bovenschoolse vertrouwenspersoon. De school is via het schoolbestuur aangesloten bij de landelijke klachtencommissie. December 2014