December Cursus schilderwerk voor eigenaren. Kwaliteit en keurmerk. Aftrekbaarheid tuinkosten. metselwerk

Vergelijkbare documenten
December Noord-Brabant. Website vernieuwd. Aftrekbaarheid tuinkosten. Kwaliteit en keurmerk. metselwerk

Inventarisatie buitenplaatsen

Veilig inspecteren. Overijssel en Flevoland. Aftrekbaarheid tuinkosten. Kwaliteit en keurmerk. metselwerk. December 2012

Het Jaar van de Historische Buitenplaats zit er bijna op. Monumentenwacht constateert

Cursus Schilderwerk voor monumenteigenaren bij GRC

De Kwaliteitsregeling Kennis & Kunde voor de restauratiebranche in Gelderland. Ernst van der Grijp. Monumentenwacht Gelderland

MONUMENTAAL ONDERHOUD

Samen werken aan restauratiekwaliteit

Heerder erfgoed, belangrijk voor de toekomst

Uitvoeringsrichtlijnen onderhoud en restauratie

Monumenten in Midden-Delfland

Restauratie breed verbinden. 28 november 2013

Kwaliteitsregeling Kennis&Kunde

Informatieblad Periodiek Instandhoudings Plan 2017 (PIP)

Monumenten en beschermde gezichten Vergunningvrije werkzaamheden. Informatieblad

MonumentenWijzer. waarvoor u in aanmerking kunt komen. Zo weet u waar u aan toe bent als u een grootscheepse restauratie of onderhoud laat uitvoeren.

overwegende dat het gewenst is cultuurhistorische waarde te behouden en te beschermen in de gemeente Sittard-Geleen;

Subsidieregeling monumenten en klein erfgoed Sittard-Geleen. Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

Naam Vertegenwoordigt Werkt bij Aanwezig: Walter de Koning Secretaris CCvD ERM Dré van Dinther Vakgroep Restauratie Bouwbedrijf Van Dinther

Restauratie toekomstbestendig.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

CONCEPT -1- De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Archeologisch monument of zelfstandig onderdeel daarvan

Nieuw leiendak op Hubertus: volgens de norm of Berlage? Michiel van Hunen

Archeologisch monument of zelfstandig onderdeel daarvan

Provincie Noord-Brabant. College van burgemeester en wethouders van gemeente Woudrichem De heer E. Smulders Postbus ZG WOUDRICHEM

Tweede Kamer der Staten-Generaal

KPMB Module: Bestrijding houtaantasting in historische gebouwen

PROFESSIONAL RESTAURATIE

FACTSHEET OVER DE BRANCHE-OPLEIDING

Uniforme hoofdstuk-indeling: zorgt voor herkenbaarheid

Voert restauratie en onderhoud uit PROJECT-7. Project 7. Project 7 Voert restauratie en onderhoud uit-wt.indd 1

Subsidieverordening Cultureel erfgoed gemeente Eijsden-Margraten

BG-10. Bouwhistorie. Lesbrief BG-10

Professioneel behoud van monumenten

Presentatie. Restauratiebeurs 16 en 17 april 2015 William Slotboom, voorzitter VRS

Archeologie Bouwen en verbouwen.

Restaureren van monumentale betonconstructies. Inhoud presentatie. Laveren tussen richtlijnen en beleving.

Gemeente Moerdijk. Monumentenwijzer. Informatie over gemeentelijke monumenten

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor monumentenpanden

Gemeentelijke monumenten Bouwen en verbouwen

KPMB Module: versie juni juni 2015 Toepassing Uitvoeringsrichtlijn (URL 5001) versie 1.1 1/7

Datum 9 oktober 2018 Aanbieding reactie op schriftelijke vragen over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor

Financiële mogelijkheden instandhouding monumenten

CONCEPT -1- De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gebouwd monument of zelfstandig onderdeel daarvan

FACTSHEET OVER DE BRANCHEOPLEIDING PROFESSIONAL RESTAURATIE

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/15

Klanttevredenheidsonderzoek Nationaal Restauratiefonds eerste halfjaar 2013

Informatiebrochure provinciale monumentenlijst Drenthe voor eigenaren gebouwde monumenten voor Monumenten vertellen het verhaal van Drenthe

Aandachtspunten bij onderzoek naar herbestemming

Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg

Voorlichting opleidingen Restauratie-timmeren niveau 4 Restauratie-metselen niveau 4 Restauratie-voegen niveau 3. Waarom restauratieopleidingen?

Samenvatting Bijgaand treft u het plan aan ten behoeve van het groot onderhoud van de toren van de Hervormde kerk te Woudrichem.

Gebouwd monument of zelfstandig onderdeel daarvan

Subsidieregeling restauratie monumenten

Verslag Centraal College van Deskundigen Restauratiekwaliteit Plaats: RK Bavo, Haarlem Datum: 28 juni 2013

Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Schagen 2018

Over onderhoud en verbouw van monumentaal vastgoed VAN ALLE TIJDEN

SPECIALISTEN IN RESTAURATIE, RENOVATIE EN REPRODUCTIE

Historisch onderzoek. Workshop 3 restauratie- en bouwbranche. ArchTime Bureau voor Architectuurhistorie & Bouwhistorie. Janet Bosma.

Werkwijze Raad voor Cultuur inzake advisering POM

Klanttevredenheidsonderzoek 2014

Kwaliteit in de uitvoering

Programmatische Samenwerking Monument en Kennis

Erkenningsregeling restauratieschildersbedrijven 2011

Subsidieverordening gemeentelijke monumenten Montfoort 2005

Doel Het doel van het Brim 2013 en de Sim is de instandhouding van beschermde monumenten. Het kan daarbij gaan om:

Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim)

Artikel 5. Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling beleidsregels instandhoudingssubsidie. woonhuis-rijksmonu menten.

13 juni Monumenten: Aanwijzingscriteria

Schelpkalkcementmortels 1:5:10

Postcode :. Plaats: Telefoon / mobiel :. FAX / .

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ERM-uitvoeringsrichtlijnen: een juridische inventarisatie

Stichting Monument Dorpskerk

Beschermde Rijksmonumenten, 2017

FACTSHEET OVER DE BRANCHE-OPLEIDING

Monitor inzake de staat van het gebouwd erfgoed 2010

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/1

Handreiking herbestemming cultureel erfgoed

Werkt ontwerp restauratie uit PROJECT-1. Project 1. Project 1 Werkt ontwerp restauratie-wt.indd 1

AANVRAAGFORMULIER FINANCIERING INSTANDHOUDING PROVINCIALE MONUMENTEN IN DRENTHE

Monumenten in de gemeente Katwijk

Subsidieregeling stedelijke vernieuwing gemeente Kampen

Monumentenwacht Groningen. Aanmeldingsformulier Indien de bescherming anders is graag hier toelichten: Omschrijving hoofdgebouw:

Monumentenwacht Groningen. Aanmeldingsformulier 2017

Erfgoedloket Groningen. voor eigenaren en bewoners van monumentale gebouwen in het aardbevingsgebied

INFORMATIEBROCHURE. Regelingen voor eigenaren van gemeentelijke monumenten

Om u beter bij te staan

FACTSHEET OVER DE BRANCHEOPLEIDING SPECIALIST RESTAURATIE METSELEN

Instructie onderhoud balkons

Als u werkzaamheden aan uw rijksmonumentenpand gaat verrichten

Groen monument of zelfstandig onderdeel daarvan

Samenwerking NCE en Restauratoren Register. Jephta Dullaart Projectmedewerker

Transcriptie:

December 2012 Gelderland Cursus schilderwerk voor eigenaren Kwaliteit en keurmerk Brim en Sim Monumentaal metselwerk Aftrekbaarheid tuinkosten

Keurmerken geven meer zekerheid over kwaliteit Ook in de erfgoedsector wordt erkende kwaliteit belangrijker Wat heeft de klant Michiel van Hunen Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed De waarde van een keurmerk wordt bepaald door de inhoud en diepgang van de onderliggende kwaliteitsnorm of uitvoeringsrichtlijn en door de wijze waarop wordt geborgd dat daadwerkelijk aan die norm of richtlijn wordt voldaan. Een goede norm is ook een kennisdocument dat op basis van praktijkkennis, ervaring en wetenschap houvast en richting geeft. Bovendien behartigt het document de belangen van zowel opdrachtnemer, opdrachtgever als andere betrokkenen. Speciaal voor historische gebouwen ontwikkelde normen en richtlijnen dragen bovendien bij aan het behoud van cultuurhistorische waarden. De Rijksdienst en de Stichting ERM beogen normen die tot sober en doelmatig vakmanschap leiden, waardoor de opdrachtgever waar voor zijn geld krijgt. De normen moeten aansluiten bij het vaak ambachtelijke en kleinschalige karakter van de branche. Overheden willen subsidieverstrekking koppelen aan goede en breedgedragen normen. Er komt geen verplichting om te werken met bedrijven met een bepaald keurmerk. Anders gezegd: geen gedwongen winkelnering. Certificering en het ERM-keurmerk Erkende Restauratiekwaliteit worden wel bevorderd; opdrachtgevers krijgen hiermee namelijk meer zekerheid dat werkzaamheden voldoen aan de in de sector afgesproken kwaliteit. Normen kunnen in verschillende fasen van het bouwproces als gereedschap worden gebruikt: door de adviseur tijdens de planvorming, door de opdrachtgever bij aanbesteding en gunning, en door de toezichthoudende ambtenaar als toetsingskader. Een goede vertaalslag naar de monumentspecifieke situatie door een deskundige is belangrijk. aan een keurmerk? k? Erkenningsregelingen, gecertificeerde bedrijven en kwaliteitskeurmerken. Er komen er steeds meer. En in alle sectoren. Van de kinderopvang tot de uitvaartverzorging en van de advocatuur tot, jawel, de restauratiebranche. Wat betekenen de diverse stempels en wat zijn de voorgespiegelde garanties waard? Een beknopte verkenning voor eigenaren en beheerders van monumenten. In essentie wil iedereen die een product koopt of een dienst afneemt hetzelfde: goede kwaliteit voor een redelijke prijs. Om de consument vooraf zo veel mogelijk zekerheid te geven dat hij waar voor zijn geld krijgt, zijn er keurmerken ontwikkeld. In wezen zijn dit niet meer dan stempels met het woord goedgekeurd, maar dan in de vorm van een symbool op de verpakking, een logo op het briefpapier of een plaquette aan de muur. Maar het gaat natuurlijk om de achterliggende betekenis. Die komt er globaal op neer dat een onafhankelijke en deskundige instantie verklaart dat product X aan bepaalde eisen voldoet of dat bedrijf Y zich voor bepaalde activiteiten heeft gekwalificeerd. Dat is geen eenmalige aangelegenheid. De instantie die het keurmerk bewaakt, controleert regelmatig of producten en organisaties nog steeds voldoen aan de eisen die in de erkenningsregeling zijn vastgelegd. Wie overweegt product X aan te schaffen of met bedrijf Y in zee te gaan, doet er verstandig aan om na te gaan wat het keurmerk precies inhoudt. Het kan namelijk betekenen dat het product of bedrijf, eenvoudig gezegd, van uitstekende kwaliteit is. Dat is veruit de prettigste variant voor de klant en naar het idee van veel mensen hoort dit ook de betekenis van een keurmerk te zijn. Maar in de praktijk kan een keurmerk ook slechts aanduiden dat bijvoorbeeld bij de productie aan bepaalde regels wordt voldaan. En dat hoeft niets te Begeleiding van uitvoerende werkzaamheden door een adviseur van Monumentenwacht, in dit geval Peter Nouwen van Monumentenwacht Limburg (rechts op de foto), werkt kwaliteitverhogend Het sleutelwoord tijdens het Nationaal Monumentencongres op 8 november was samenwerken. Het gezamenlijk opstellen van goede normen is een van de manieren om samenwerking vorm te geven. Zo kunnen we gezamenlijk de uitvoeringskwaliteit optimaliseren en voorkomen dat elke opdrachtgever opnieuw het wiel moet uitvinden. 2 december 2012

Keurmerken geven geen zekerheid over kwaliteit Isja Finaly hoofd Instandhouding bij Vereniging Hendrick de Keyser zeggen over de kwaliteit van het eindresultaat. Snoepjes kunnen uit de beste grondstoffen en volgens de hoogste hygiënenormen zijn vervaardigd, maar toch heel vies smaken. Keurmerken kunnen het leven gemakkelijker maken. Wie een product of bedrijf met een (relevant) keurmerk kiest, mag ervan uitgaan dat het met de kwaliteit goed zit. Mocht dit onverhoopt niet het geval zijn, dan kan de consument zich wenden tot de instantie die het keurmerk bewaakt. Deze zal de klacht onderzoeken en, bij een ontoereikende prestatie, aansturen op compenserende maatregelen. In het ergste geval kan de houder het keurmerk worden ontnomen. Het is immers van groot belang dat het keurmerk zijn waarde en aanzien behoudt. Zowel voor de consument als voor collega producenten en dienstverleners. De meeste eigenaren en beheerders van monumentale gebouwen weten best iets over de geschiedenis, de bouwstijl en de constructie van hun pand. Maar als het aankomt op reparatie, renovatie of restauratie schiet de kennis vaak tekort. Vanzelfsprekend helpt Monumentenwacht haar klanten op weg, maar uiteindelijk moet de opdrachtgever zelf beslissen wie onderhouds of herstelwerk gaat uitvoeren. Daarbij kan hij letten op keurmerken. Zo bestaat er voor bouwbedrijven die uiteenlopende restauratiewerkzaamheden uitvoeren, al geruime tijd een certificatieregeling. Op basis van deze Beoordelings richtlijn Erkend Restauratie Bouwbedrijf (ERB) worden de bedrijfsorganisatie, het bouwkundig vakmanschap en de deskundigheid op het gebied van de restauratie getoetst. ERB erkende bedrijven zijn verenigd in de Vakgroep Restauratie. Sinds 1 juli van dit jaar kunnen ook specialistische (vaak kleinere) bedrijven in de restauratiebranche hun deskundigheid en kwaliteit aantonen met een keurmerk. De stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM) beheert namelijk erkenningsregelingen voor onder meer architecten, schildersbedrijven, steenhouwers, timmerbedrijven en voegbedrijven. Alle bedrijven en bureaus met een kwaliteitsregeling die door het College van Deskundigen van de ERM is goedgekeurd, mogen het logo Erkende Restauratiekwaliteit voeren. Dit geldt overigens ook voor de eerder genoemde ERB bedrijven. In de restauratiebranche worden veel werken uitgevoerd met overheidssubsidie. Dit gemeenschapsgeld moet uiteraard goed besteed worden. Er is wel verondersteld dat met name de Rijksdienst voor het Cultureel Keurmerken geven een eerste indruk of product X of bedrijf Y oké is, maar ze mogen nooit als vervanger van het eigen beoordelingsvermogen worden beschouwd. Keurmerken bieden namelijk het gevaar van schijnzekerheid. Product X kan nog zo goed zijn en vele certificaten hebben, als het op een foute ondergrond of door onkundige handen wordt aangebracht, kan het een averechts effect hebben. Dat er steeds meer keurmerken komen, wijst op een poging om zo veel mogelijk risico s in te dammen. Maar dat is geen garantie voor betere kwaliteit. Bij restauratiekwaliteit gaat het immers nooit alleen om bedrijf X of product Y, maar om een hele keten die moet kloppen: van opdrachtgever en vergunningverlener via uitvoerende bedrijven en producten tot en met het gebruik na afloop van de restauratie. Dit gegeven moet vooral niet worden opgevat als een pleidooi om dan maar álle schakels in de keten van keurmerken te voorzien. Integendeel: één gecertificeerde partij - bij voorkeur zo hoog mogelijk in het proces - moet voldoende zijn. Daarnaast is het van groot belang dat iedereen in de keten, inclusief subsidiërende partijen, begrijpt dat de portemonnee van de opdrachtgever vrijwel altijd kleiner is dan het ambitieniveau van excellente kwaliteit verlangt. Als een subsidiërende partij gaat eisen dat je met gecertificeerde producten en bedrijven gaat werken, vrees ik voor verplichte winkelnering. En dat terwijl nieuwe of lokale bedrijven onder leiding van een consciëntieuze opdrachtgever of hoofdaannemer ook uitstekende kwaliteit kunnen leveren. Het bereiken van kwaliteit blijft hoe dan ook een proces van zoeken, proberen, evalueren en leren. Keurmerken kunnen daarbij een handje helpen, maar vertrouw vooral ook op eigen gezond verstand en beoordelingsvermogen. Samengevat: meer keurmerken betekent minder risico, maar meer keurmerken betekent niet meer kwaliteit! december 2012 3

Erfgoed (RCE) daarom alleen nog zou willen bijdragen aan projecten die door erkende bedrijven worden uitgevoerd. Dit is niet juist. Wel gaan de meeste overheden eisen dat er bij gesubsidieerde projecten wordt gewerkt volgens gezamenlijk vastgestelde richtlijnen. Erkende bedrijven zullen hieraan voldoen. Ze zijn bovendien gemakkelijk herkenbaar aan hun keurmerk. Maar als andere bedrijven kunnen aantonen dat zij aan de richtlijn voldoen, kunnen ook zij voor het werk in aanmerking komen. Op deze wijze wordt gedwongen winkelnering voor opdrachtgevers voorkomen. Over de zin en onzin van keurmerken bestaan vele meningen. In de kolommen bij dit artikel worden twee visies geschetst. Als gevolg van de vele zienswijzen komen er ook verschillen voor in de organisatie en de uitvoering van erkenningsregelingen. Het onderstaande kader geeft een beeld van de aanpak in Gelderland. In deze provincie is Monumentenwacht nauw betrokken bij de kwaliteitsregeling. Los van de uiteenlopende visies, zijn bij elk project de eisen en omstandigheden verschillend. Daarom is het ondoenlijk om vanuit Monumentenwacht een algemeen Vooral voor technische installaties zijn vele keurmerken in omloop advies te geven in de zin van kies wel of juist niet voor een bedrijf met een keurmerk. Het is wel van groot belang dat een opdrachtgever steeds nauwkeurig aangeeft wat hij wil, dat hij verschillende offertes opvraagt, dat hij vooraf zorgvuldig afspreekt wat het werk inhoudt en welke eisen hierbij gelden, én dat hij diverse referenties inwint over mogelijke opdrachtnemers. Daarbij kan een relevant keurmerk worden opgevat als een positieve referentie. Monumentenwachten bevelen geen bedrijven aan, maar kunnen hun abonnees wel helpen bij de besluitvorming en desgewenst met de werkzaamheden meekijken. Meer informatie is onder meer te vinden op en via de volgende websites: www.keurmerk.nl www.consuwijzer.nl (algemene informatie over keurmerken) www.cultureelerfgoed.nl/restauratiekwaliteit (zienswijze RCE) www.vakgroeprestauratie.nl (over ERB-regeling) www.stichtingerm.nl (over door ERM beheerde regelingen) Gelderland heeft eigen kwaliteitsregeling In Gelderland is, op initiatief van de Provincie en Monumentenwacht, een eigen provinciale kwaliteitsregeling voor de restauratiesector ontwikkeld. Deze is primair in het leven geroepen om specialisten uit het midden- en kleinbedrijf een kans te geven om een kwalificatie te verkrijgen voor hun kennis en kunde. Overigens komen ook allround restauratiebedrijven voor deelname in aanmerking. De regeling hecht veel belang aan de vaardigheden van vakmensen en aan de feitelijke resultaten van hun werkzaamheden op locatie. De betrokkenheid van Monumentenwacht met haar voelsprieten in het veld is hierbij een sterk punt. De kwaliteitsregeling Kennis & Kunde wil nadrukkelijk meer zijn dan een papieren verklaring. In de jaren negentig constateerden de Provincie en Monumentenwacht dat er veel geld werd uitgegeven aan (gesubsidieerde) restauratieprojecten, maar dat de kwaliteit van het resultaat nogal eens te wensen overliet. In samenwerking met onder meer Bouwend Nederland, RCE, kenniscentra en bouwbedrijven, is toen gezocht naar een praktijkgerichte oplossing om, ook vooraf, meer greep te krijgen op de kwaliteit. De ontwikkelaars stellen dat de Gelderse regeling een inspiratiebron vormt voor de meer recente ERM-regelingen. Kleinere aannemers en gespecialiseerde bedrijven die zich voor de kwaliteitsregeling Kennis & Kunde aanmelden, krijgen bezoek van onafhankelijke beoordelaars met kennis van het restauratievak. Deze specialisten stellen aan de hand van checklists vast of de kandidaten voldoen aan uiteenlopende kwaliteitseisen, op zowel vakinhoudelijk als organisatorisch gebied. Bij voldoende resultaat wordt het bedrijf opgenomen in het openbare register Kennis & Kunde. Dit is te raadplegen via de website van Monumentenwacht Gelderland, die dit register beheert. De opgenomen bedrijven worden ook daarna regelmatig beoordeeld tijdens speciale bezoeken (audits). Verder kan een gekwalificeerd restauratiebedrijf rekenen op ondersteuning bij de verdere ontwikkeling van kennis en kunde. Gelderse bedrijven die goede kwaliteit leveren en bereid zijn te investeren in opleidingen, doen er verstandig aan zich voor de regeling aan te melden. Anders dan de meeste overheden, wil de Provincie Gelderland op termijn namelijk alleen nog subsidie verlenen aan projecten die worden uitgevoerd door bedrijven met aantoonbare kennis en kunde. Meer informatie is te vinden op www.monumentenwacht-gld.nl/kwaliteit. U kunt ook bellen met Ernst van der Grijp, directeur Monumentenwacht Gelderland: 026-339 17 07. 4 december 2012

Brim en Sim De subsidieregeling voor de instandhouding van rijksmonumenten wordt met ingang van 2013 op diverse punten gewijzigd. Op de website van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) is duidelijk aangegeven wat de belangrijkste wijzigingen zijn ten opzichte van de huidige regeling. Ook zijn hier de laatste versie van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) en de bijbehorende Subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim) (inclusief toelichting) in te zien en als pdf bestand te downloaden. Op een afstand lijkt de bijna veertig meter hoge toren van de Grote of Sint Nicolaaskerk in Elburg volledig opgetrokken uit één soort baksteen. Maar niets is minder waar. Ten eerste bestaan er tussen de kloostermoppen, die in de meerderheid zijn, aanzienlijke onderlinge verschillen. De forse stenen zijn niet al te maatvast en bovendien worden helder rood oranje, ietwat brosse stenen afgewisseld door donkere, roodbruine en groenachtige keiharde exemplaren. Deze verschillen zijn het gevolg van uiteenlopende posities in de oven en daardoor verschillende temperaturen tijdens het vroegere bakproces. Oog voor detail Vrij metselwerk Maar er komen verrassend genoeg ook heel andere formaten voor. Zo zijn op een hoek halverwege de toren waaltjes en zelfs ijsselsteentjes verwerkt. Die zijn veel kleiner, waardoor plaatselijk een wild metselverband is ontstaan. Op verschillende plaatsen is te zien hoe één laag dikke stenen overgaat in twee lagen dunnere. Het afwijkende metselwerk kan het gevolg zijn van een reparatie, maar het is ook mogelijk dat het nooit anders is geweest. Men heeft gewoon gebouwd met het materiaal dat beschikbaar was. Terwijl grote delen dus keurig in het verband zijn gelegd, komt er plaatselijk ook vrij metselwerk voor. harde, verglaasde kop overgang tussen twee dikke en drie dunne lagen Een welkome verbetering is dat er een redelijke termijn is vastgesteld voor het indienen van subsidieaanvragen (bij voorkeur in digitale vorm), namelijk van 1 februari tot en met 31 maart 2013. Een stressvolle excursie naar Amersfoort op de openingsdag van de aanvraagtermijn is dus niet meer aan de orde. overgang tussen één dikke en twee dunne lagen waalsteen, strek kloostermop, strek Vanzelfsprekend kan uw eigen monumentenwacht u behulpzaam zijn bij het ondersteunen van een eventuele subsidievraag. Verder is er nuttige informatie te vinden op diverse websites, zoals www.monumenten.nl en www.restauratiefonds.nl. december 2012 5

Meer waardering monumentaal me Fiscaliteiten... Het Bureau Monumentenpanden van de Belastingdienst (BBM) beoordeelt welke kosten voor de instandhouding van rijksmonumenten wel en niet aftrekbaar zijn. Hein Vessies geeft opheldering over lastige vraagstukken. Alleen nog een drempel voor aftrek van tuinkosten Per 1 januari 2012 zijn de drempels voor de aftrek van onderhoudskosten aan gebouwde rijksmonumenten vervallen. Maar betekent dit nu dat álle drempels uit de fiscale regelingen voor monumenten zijn verdwenen? Nee, er is er nog één van kracht. In het monumentenbesluit noemt de staatssecretaris van Financiën een drempel voor de aftrek van uitgaven aan onderhoud van monumentale tuinen en parken. Een voorwaarde om hiervoor in aanmerking te komen is dat de tuin of het park als beschermd monument is ingeschreven in het monumentenregister en expliciet wordt genoemd in de redengevende omschrijving. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft in 2003 de aftrek van tuinkosten toegestaan bij een historische buitenplaats. Hierbij is het aftrekbare bedrag verminderd met een drempel van 11.345, zijnde het bedrag van de normale tuinkosten. Anders gezegd: het bedrag dat nodig zou zijn geweest voor tuinonderhoud als de tuin een zelfde omvang, maar geen monumentaal karakter zou hebben gehad. Bij een tuin die als beschermd rijksmonument is aangewezen, zijn, als gevolg van het monumentale karakter, de kosten van tuinonderhoud hoger dan bij een niet-monumentale tuin. Deze extra kosten zijn sinds de uitspraak uit 2003 fiscaal aftrekbaar. Ze worden bepaald door de hiervoor genoemde normale tuinkosten in mindering te brengen op de uitgaven. Heeft u vragen over fiscale onderwerpen in verband met rijksmonumenten? Neem dan contact op met Belastingdienst Utrecht-Gooi/kantoor Amersfoort/ Bureau Monumentenpanden, Postbus 4050, 3800 EB Amersfoort, telefoon 033-450 52 77. Voor generaties Nederlanders is het woord muur synoniem aan metselwerk. Aan een stevige constructie van gestapelde bakstenen, verbonden door een uitgeharde mortel. We vinden metselwerk zelfs zo vanzelfsprekend dat er de laatste halve eeuw enigszins minachtend over werd gedaan. Maar de waardering neemt weer toe. Terecht. Want aan metselwerk en het afrondende voegwerk valt veel te beleven. Dat merk je gauw genoeg als je met een paar vakmensen de steiger op gaat. Hoe ver moet je gaan? Bennie Franken, technisch adviseur bij Monumentenwacht Gelderland, stelt de vraag halverwege de beklimming van de kerktoren van Elburg. Die staat volledig in de steigers. Hij doelt niet op de tocht naar boven we zullen vastberaden doorzetten tot de hoogste verdieping maar op het herstel van het metsel en voegwerk, dat hier in volle gang is. Waar grijp je in, waar blijf je af? Het is een vraag die vroeg of laat bij heel veel onderhouds en restauratieprojecten aan de orde komt. Wij inspecteren deze toren al tientallen jaren. Op ons advies heeft de gemeente, die hiervan de eigenaar is, Brim subsidie aangevraagd om met name het voegwerk te herstellen. Dat werd slecht. Maar als de steiger staat, pak je ook andere gebreken aan. Zoals diverse ijzeren muurankers, het hout van de galmborden en de natuurstenen afdekking van het platte dak. Maar je moet je wel steeds bewust zijn waar je stopt. Ook bij het voegwerk en het inboeten (vervangen) van stenen. We raken in gesprek met Hans Hornstra, een van de voegers. Het zou het mooiste zijn om al het oude voegwerk uit te halen en dan alles opnieuw te voegen. Dat zouden wij het liefste doen. Dan heb je ook direct alles in één kleur. Maar dat kost natuurlijk veel meer dan het herstelwerk dat we nu doen. Bennie Franken en Jans Drost, adviseur gebouwbeheer bij de gemeente Elburg, hebben begrip voor het standpunt van deze ervaren vakman. Maar het is financieel onhaalbaar. Bovendien is het beleid steeds meer gericht op behoud van historisch materiaal, benadrukt Franken. Wat nog Bennie Franken Jans Drost (rechts) keurt de voegspecie die Hans Hornstra hem voorhoudt goed is, laten zitten en verder zaken bijhouden. Daarom worden alleen ernstig beschadigde stenen en duidelijk aangetaste delen van het voegwerk aangepakt. In de eerste plaats om ervoor te zorgen dat er geen vocht (meer) kan binnendringen en schade niet verergert. En daarnaast voor het aanzien. Vanaf de steiger, met je neus er bovenop, is goed waarneembaar waar er opnieuw is gevoegd. Op die plaatsen hebben de lintvoegen, stootvoegen en opgevulde gaten een duidelijk andere, meestal wat lichtere 6 december 2012

voor tselwerk Boeken over baksteen en historisch metselwerk Tijdens het symposium Historisch metselwerk, dat plaatsvond op 10 oktober jongstleden, heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed twee kloeke boekwerken gepresenteerd (zie www.wbooks.com). Ook in de galmgaten wordt het voegwerk hersteld Biografie van de baksteen, van de hand van Ronald Stenvert, behandelt de vele soorten bakstenen en hun toepassingen uit de periode 1850-2000. In ruim 300 rijk geïllustreerde pagina s wordt ingegaan op onder meer de herkomst en productie van bakstenen, de talloze soorten en maten, bijzondere vormen, metselverbanden en afwerkingen, kwaliteiten en bouwstijlen met baksteen. Interessant en voldoende toegankelijk voor iedereen die in bouwhistorie is geïnteresseerd. ISBN 978 90 400 0756 9. Prijs 34,95. Historisch metselwerk, onder redactie van Michiel van Hunen, gaat zoals de subtitel aangeeft over instandhouding, herstel en conservering van deze overbekende bouwtechniek. In 24 bijdragen en ruim 350 pagina s belichten vele deskundigen de eigenschappen van stenen, mortels en metselwerk, de problemen die kunnen ontstaan en de mogelijke oplossingen. Vooral voer voor specialisten, maar, mede dankzij de vele afbeeldingen, voor een deel ook de moeite waard voor leken. ISBN 978 90 400 0757 6. Prijs 34,95. tint. Toch is bij het samenstellen van de voegmortel zorgvuldig rekening gehouden met de kleur van het (droog geworden) mengsel, vertelt Franken. We hebben een gemiddelde gezocht. En het resultaat ziet er over een paar jaar heel anders uit als het weer, de vervuiling en de korstmossen hun werk hebben gedaan. Ook de samenstelling van de mortel is met zorg bepaald. Het is van groot belang dat een mengsel wordt gebruikt dat past bij het bestaande metsel en voegwerk en daar goed aan hecht. In dit geval is dat een kalkmortel, met een klein aandeel witte cement, licht Franken toe. Op het raapbord is het resultaat te zien. Een kruimig, maar ook enigszins plakkerig mengsel in een vrij lichte kleur. Je zou denken dat het zo uit elkaar valt, maar dat is niet het geval. Bij het aanbrengen wordt de mortel onder druk van de voegspijker sterk verdicht en in de holtes gedrukt. En de voeg moet altijd zo worden afgestreken dat er geen water op kan blijven staan, voegt Franken toe. Dan kan dit werk weer dertig jaar mee. De toren van Elburg voor en tijdens de herstelwerkzaamheden Dit artikel geeft slechts een zeer globale indruk van enkele aandachtspunten die bij metsel- en voegwerk een rol spelen. Op pagina 5, in de rubriek Oog voor detail, komen nog enige wetenswaardigheden aan de orde. Vanzelfsprekend kunnen monumentenwachters veel meer over metsel- en voegwerk vertellen, en dan met name in relatie tot een gegeven object. Wie zijn kennis op dit gebied wil vergroten, kan verder zijn voordeel doen met twee informatieve boekwerken over baksteen en metselwerk die onlangs zijn verschenen (zie bovenstaand kader). Colofon Monumentenwacht Nieuwsbrief is een uitgave van de Monumentenwachten van Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en Flevoland, Gelderland, Utrecht, Noord Brabant en Limburg, en Monumentenwacht Nederland. Samenstelling, eindredactie en coördinatie Rik de Groot, Dries Kuijpers, Geert van der Varst, Fred Vos Vormgeving en productie Inpladi bv, Cuijk Redactieadres Monumentenwacht Noord Brabant, Sparrendaalseweg 5, 5262 LR Vught, Telefoon 0411 64 33 66, Telefax 0411 64 34 05, E mail info@mwnb.nl. Overname van artikelen uit deze nieuwsbrief is toegestaan mits de bron wordt vermeld. ISSN 1567 1399 december 2012 7

Cursus schilderwerk voor eigenaren Als eigenaar of beheerder van een monument kunt u niet overal verstand van hebben. Maar het is wel verdraaid handig als u een beetje kunt meepraten over de meest voorkomende vormen van onderhoud aan uw pand. Daarom organiseert Monumentenwacht Gelderland een cursus schilderwerk voor eigenaren. Uit onderzoek blijkt dat bij monumenten de helft van de onderhoudskosten wordt besteed aan schilderwerk. Daarom leent dit onderwerp zich bijzonder goed om nader te verkennen. In de twee cursusavonden wordt stilgestaan bij de historie van schilderwerk, bij de meest voorkomende verfsoorten en bij technieken en materialen. Daarnaast bij het inspecteren van bestaande verflagen, het vaststellen van gebreken en het voorbereiden van schilderwerk. En niet in de laatste plaats bij het beoordelen van offertes en het vaststellen van de kwaliteit van uitgevoerd schilderwerk. Aan de orde komt onder meer hoe de Romeinen van eieren en pigmenten temperaverf maakten en hoe de monnik Theophilus in de twaalfde eeuw al een rode lijnolieverf gebruikte om de houten deuren van kloosters en kerken te schilderen. Na de Tweede Wereldoorlog werden deze lijnolieverven verdrongen door industriële verven, zoals alkydhars en acrylaatverven. Digitale nieuwsbrief Deze nieuwsbrief in papieren vorm verschijnt twee keer per jaar. In de tussenliggende perioden worden digitale nieuwsbrieven uitgebracht. Via de homepage van onze website kunt u zich hiervoor aanmelden. Maar tegenwoordig worden er weer vaker moderne en beter drogende lijnolieverven toegepast, omdat hiervoor minder schadelijke oplosmiddelen nodig zijn. Ook wordt uitgelegd hoe je bestaande verflagen kunt analyseren met een indicatietest. Zo lost een acrylaatverf op in alcohol, terwijl een alkydverf oplost in xyleen. De cursisten mogen dit zelf uitproberen. De cursus wordt gegeven door Wilfred Mengerink, werkzaam bij Monumentenwacht Gelderland, en Coen Wiepking, docent aan het stedelijk lyceum in Enschede en gespecialiseerd in duurzaam schilderwerk. De twee bijeenkomsten zullen plaatsvinden op donderdag 7 en donderdag 14 februari 2013, vanaf 19.30 uur, in het Gelders Restauratie Centrum te Schaarsbergen. Er is plaats voor maximaal 15 deelnemers. De kosten bedragen 50 per persoon. Abonnees en andere geïnteresseerden kunnen zich aanmelden via onze website www.monumentenwachtgld.nl. Voor meer informatie kunt u bellen met Ernst van der Grijp: 026-339 17 07. Ook het inspecteren van schilderwerk komt in de cursus voor eigenaren aan bod Documentatiecentrum GRC Het Gelders Restauratie Centrum (GRC) in Schaarsbergen bezit inmiddels zo n 400 boeken over historische bouwkunde. Ook zijn er diverse digitale informatiedragers beschikbaar met informatie over onder meer bouwhistorie. Het documentatiecentrum is niet alleen bestemd voor studenten die een opleiding volgen bij het GRC, maar ook voor andere geïnteresseerden. Het wordt zo nodig op verzoek geopend. Hebt u interesse? Neem dan contact op met Ernst van der Grijp, directeur Monumentenwacht Gelderland, telefoon 026-339 17 07. Overigens is het documentatiecentrum nog in opbouw. We zijn daarom geïnteresseerd in collecties! De huidige literatuurlijst is te raadplegen op de website www.geldersrestauratiecentrum.nl. Bezoekadres Richtersweg 21 Doorwerth T (026) 339 17 07 F (026) 339 72 11 Postadres Postbus 13-6865 ZG Doorwerth E info@monumentenwacht-gld.nl I www.monumentenwacht-gld.nl Tarieven 2013 ongewijzigd Het tarief voor de reguliere inspectie en de bijbehorende rapportage wordt met ingang van 2013 niet verhoogd. Het blijft 34 per manuur. De abonnementskosten en het voorrijtarief blijven eveneens ongewijzigd. Meer informatie over de tariefstelling van onze dienstverlening vindt u op www.monumentenwacht-gld.nl. 8 december 2012