Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen?

Vergelijkbare documenten
Samenwerking in de zorg kan beter denken zowel zorggebruikers als artsen

80% Als patiënt moet ik zelf actief om informatie vragen of zelf informatie opzoeken, als ik vragen heb (N=1048)

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

De IGJ in 2018 minder bekend dan de IGZ in Wel zijn burgers op bepaalde aspecten positiever over het functioneren van de IGJ

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

Vrije keuze van zorgaanbieders van belang bij het kiezen van een polis Margreet Reitsma-van Rooijen, Anne E.M. Brabers en Judith D.

De aanvullende verzekering speelt een grotere rol bij het overstappen in Stijging van het aantal overstappers zet door.

Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste reden om te wisselen.

Percentage wisselaars blijft gelijk. Premie net als in eerdere jaren de belangrijkste reden om te wisselen.

Zorgverzekeraars zijn een belangrijke bron voor prijsinformatie Judith de Jong, Anne Brabers en Renske Hoefman

8% wisselt van zorgverzekeraar. Deel verzekerden lijkt steeds vaker inhoudelijke overwegingen mee te nemen bij keuze zorgverzekering.

Vertrouwen in zorgverzekeraars hangt samen met opvatting over taken zorgverzekeraars Renske J. Hoefman, Anne E.M. Brabers en Judith D.

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

L. Holst, A.E.M. Brabers & J.D. de Jong

Inzicht in zorgrekeningen door verzekerden: stand van zaken Anne E.M. Brabers, Margreet Reitsma-van Rooijen en Judith D.

1 NIVEL, 2 Nictiz. Wat is een e-consult? zorgverleners gaf in % van de onderzoek, een eerder consult of een controle-afspraak.

Voor zorg naar het buitenland: veel mensen willen het, weinigen doen het.

Percentage overstappers afgenomen; Keuzevrijheid minstens zo belangrijk als premie

10% is overgestapt van zorgverzekeraar. Hoogte van de premie evenals voorgaande jaren de meest genoemde reden om over te stappen.

Een vijfde van de verzekerden overwoog om te wisselen van zorgverzekeraar, maar zag hier vanaf

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Gebruik van informatie over gezondheid Een vragenlijstonderzoek onder burgers

De zorgverzekeringsmarkt vraagt om vaardigheden van verzekerden waar niet iedereen in dezelfde mate over beschikt

Percentage overstappers in 2005, 2006, 2007 en 2008 per leeftijdscategorie 4% 2% 4% 2%

Het zorgstelsel als onderwerp van gesprek Factsheet Databank Communicatie

tweede nationale studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk Een kwestie van verschil:

Nictiz en het NIVEL brengen jaarlijks de ehealth-monitor uit, die de stand van zaken van ehealth in Nederland in kaart brengt.

Evaluatie Elektronisch Patiëntendossier (EPD)

Artsen zien het gebruik van standaarden als belangrijkste oplossing voor het realiseren van een gedeeld beeld van de patiënt

Veel patiënten ontvangen informatie over medicijnen van hun zorgverlener, maar niet iedereen gebruikt deze informatie

Wisselen van zorgverzekeraar 25% 20% 2005 (ziekenfondsverzekerden) (voorspelling) 15% 10% 21% 4% 4%

Is een aanvullende verzekering nog wel voor iedereen weggelegd? Marloes van Dijk, Anne Brabers, Margreet Reitsma en Judith de Jong

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Meeste mensen blij met rookverbod

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

NIVEL Panels. Gezondheidszorgonderzoek. vanuit het perspectief van. de Nederlander. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg

OPNEMEN VAN GESPREKKEN DOOR PATIËNTEN

Vertrouwen in medicijnen Een vragenlijstonderzoek onder burgers

Selectief contracteren? Prima, maar beperk mijn keuzevrijheid niet! Verzekerden en verzekeraars over selectief contracteerbeleid

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte

Een derde van de geneesmiddelengebruikers houdt geneesmiddelen over

Wie is de Nederlandse huisarts?

1 De Jong J., Delnoij D., Groenewegen P. Verzekerdenmobiliteit is hoog. Ook ouderen zijn

Door gebrekkige kennis over no-claim wellicht minder huisartsenbezoek

Tabel 1: Heeft u een vrijwillig eigen risico bovenop uw verplicht eigen risico? 2012 (n=823)

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Meerderheid van de Nederlanders is bekend met directe toegang fysiotherapie

De kennis en voorkeuren van burgers in Nederland met betrekking tot het landelijk EPD

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor:

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Tabellenboek Ervaringen van patiënten met het gebruik van medicatie bij samenwerking in de zorg

HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Toekomst van de huisartsenzorg Het perspectief van de burger Resultaten van een enquête onder burgers

1 NIVEL, 2 Nictiz. of te verbeteren (Krijgsman et al., 2016). Het idee is mensen niet meer weg te denken uit hun leven.

Aan: Gedeputeerde Staten van Drenthe Postbus AC ASSEN

De zorgverzekeringsmarkt: gedrag, kennis en solidariteit Een verdiepend onderzoek naar verschillen tussen groepen verzekerden

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

Percentage overstappers van zorgverzekeraar 3%. Ouderen wisselen nauwelijks van zorgverzekeraar

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer

PEILING OVER DE TOEKOMST VAN ROTTERDAM THE HAGUE AIRPORT

Gezondheidsmonitor gemeente Neder-Betuwe

Veranderingen op de Arbeidsmarkt van oefentherapeuten

Seks onder je 25e Seksuele gezondheid van jongeren in Flevoland anno 2017

Zó werkt de huisartsenzorg. Inkijkexemplaar. Kees Wessels en Kees Kraaijeveld

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

UW IMAGO ONDER UW HUURDERS? Resultaten imago-onderzoek Brederode Wonen

Inleiding. Werkwijze , 1100 DD Amsterdam 3 Agis Zorgverzekeringen, Postbus 19, 3800 HA Amersfoort

Psychische en sociale problematiek in de huisartsenpraktijk in de periode

Dieteren, CM, Veer, AJE de, Groot, K de. Cliëntgebonden samenwerking over de grenzen van organisaties. Tabellen. Utrecht: NIVEL, 2017.

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario

Onderzoek: Huisartsen over euthanasie bij dementie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Minder diëtistische behandeling door grotendeels schrappen van dieetadvisering uit de basisverzekering

13 juni Onderzoek: Goedkopere zorgpolis zonder vrije artsenkeuze?

Percepties van vraaggestuurde zorg: verantwoording van de vragenlijst die gebruikt is in het KNMG-onderzoek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 augustus 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2015

Kwaliteit in Diversiteit. Presentatie Co-schap Huisartsengeneeskunde Rianne Langeveld 16 april 2010

OPSIS OOGZIEKENHUIS PRIVACYREGLEMENT. Patiënt bij Opsis Oogziekenhuis

Telefoonnummer

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

)! * $ ( ! "! " #$%&' +, -../

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

HBO-VERPLEEGKUNDIGEN HET MEEST POSITIEF OVER HUN COMPETENTIES BIJ VERSLAGLEGGING: TABELLEN. Kim de Groot, Anke de Veer, Wolter Paans en Anneke Francke

Directe toegang fysiotherapie: de keus is aan de patiënt.

Transcriptie:

Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? L. Wigersma (KNMG) A. Brabers, M. Reitsma en J. de Jong ( NIVEL) Kijken artsen en zorggebr vijf jaar na de herziening van het zorgstelsel anders aan tegen vraagsturing en knelpunten in de zorg dan ervoor? KNMG en NIVEL herhaalden in 2010 het onderzoek dat zij in 2003 ook uitvoerden. De meningen over keuze-informatie en keuzevrijheid zijn weinig veranderd. Artsen en zorggebr zijn het wel eens over het belang van (ongevraagd) leefstijladvies. Op andere punten (meebeslissen, communicatie, invoelingsvermogen van artsen, samenwerking) bestaan nog grote verschillen tussen artsen en zorggebr. Er zijn veel bedenkingen bij financiële en commerciële motieven in de zorg. In 2006 is zijn de zorgverzekeringswet en de Wet marktordening gezondheidszorg ingevoerd. Hiermee moest de ontwikkeling van een aanbodgestuurde naar een vraaggestuurde inrichting van de zorg met gereguleerde marktwerking in gang worden gezet. Zo wilde de overheid komen tot een doelmatig werkend stelsel met kwalitatief goede èn betaalbare zorg (Westert e.a., 2010). In het nieuwe zorgstelsel krijgen zorggebr en zorgaanbieders meer ruimte, maar ook meer verantwoordelijkheid (Westert e.a., 2010). Dit zou patiënten meer ruimte moeten geven om mee te denken en mee te beslissen over hun zorg (RVZ, 2007). Dit vereist dat zorggebr goed geïnformeerd zijn. Over meebeslissen, (keuze-)informatie, keuzevrijheid en knelpunten in de zorg ondervroegen KNMG en NIVEL in 2003 zowel artsen als zorggebr. Het bleek dat artsen en zorggebr op veel punten van mening verschilden (Delnoij, e.a., 2003). Artsen hechtten grote waarde aan vraaggerichtheid van de zorg. wilden keuzevrijheid en keuze-informatie. In 2003 is aan zorggebr en artsen ook een aantal knelpunten voor goede zorg voorgelegd. Tekort aan personeel werd toen als grootste knelpunt gezien. Hoe is het nu met de kloof tussen artsen en zorggebr? Heeft de stelselwijziging geleid tot de gestelde doelen en tot verkleining van de verschillen in opvatting tussen zorggebr en artsen? Zijn de ervaren knelpunten veranderd? Om deze vragen te beantwoorden, herhaalden de KNMG en het NIVEL het onderzoek in 2010. Aan de deelnemers werd een aantal stellingen ter beantwoording voorgelegd, en werd gevraagd welke knelpunten goede zorg belemmeren. Meebeslissen In het nieuwe zorgstelsel wordt van patiënten verwacht dat zij meebeslissen over de zorg. Opvallend genoeg zijn in 2010 veel minder zorggebr en ook wat minder artsen dan in 2003 het eens met de stelling dat de patiënt altijd meebeslist over zijn zorg (stelling 1, zie tabel 1). Artsen zijn veel Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? / verslag onderzoek KNMG en NIVEL 2010 pagina 1

optimistischer dan zorggebr: 70% van de artsen vindt dat patiënten nu al meebeslissen, tegenover 38% van de zorggebr. Dit wijkt weinig af van 2003. Om zorggebr meer regie te kunnen geven, speelt het medisch dossier een belangrijke rol. Vier vijfde van de zorggebr vindt dat het medisch dossier eigendom moet zijn van de patiënt, tegenover de helft van de artsen (stelling 2). De kloof tussen artsen en zorggebr is wat dit punt betreft aanzienlijk. Zowel in 2003 als in 2010 denken slechts weinigen dat daar nu al sprake van is. Het elektronisch patiëntendossier is onlosmakelijk verbonden aan het medisch dossier. Men heeft weinig vertrouwen in veilige elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. Wanneer gevraagd wordt om een cijfer van 1 tot en met 10 te geven (1=heel weinig vertrouwen en 10=heel veel vertrouwen), geven zorggebr een 5,6 en artsen een 4,9. In het landelijk EPD heeft men nog minder vertrouwen: zorggebr geven een 5,2 en artsen slechts een 3,9. Dit is mogelijk mede te herleiden tot de vele, vaak negatieve publiciteit rondom het landelijk EPD. De geïnformeerde patiënt Om mee te kunnen denken en beslissen over de zorg, moeten patiënten goed geïnformeerd zijn. Ruim de helft van de artsen en nog meer zorggebr vinden dat patiënten zich nu al uitvoerig op de hoogte stellen van hun klacht of ziekte (stelling 3). Het verschil met 2003 is klein. Maar loopt het arts-patiënt contact ook gemakkelijker door uitvoerig geïnformeerde patiënten? Iets meer dan de helft van de zorggebr en twee vijfde van de artsen vindt van wel (stelling 4). Opvallend is de daling ten opzichte van 2003 van het percentage zorggebr dat het met deze stelling eens is, van 67% naar 52%. In het nieuwe zorgstelsel wordt niet alleen verwacht dat patiënten zelf naar informatie zoeken, maar ook dat artsen hen informeren. Ongeveer de helft van de zorggebr en artsen is het ermee eens dat de patiënt altijd door zijn arts geïnformeerd moet worden (stelling 5). Artsen denken iets vaker dan de zorggebr dat hier al (volledig) sprake van is. Keuze-informatie Informatie is voor patiënten niet alleen belangrijk om mee te kunnen denken en beslissen, maar ook om te kunnen kiezen voor een specialist of ziekenhuis. De meeste zorggebr zijn het ermee eens dat voor het maken van een keuze patiënten precies zouden moeten weten hoe de kwaliteit van specialisten en ziekenhuizen (stelling 6 en 7) is. Artsen zijn van dit punt, net als in 2003, nog steeds veel minder overtuigd dan zorggebr. Overigens vinden artsen én zorggebr dat patiënten in werkelijkheid nog steeds nauwelijks kennis hebben over de kwaliteit van een specialist of ziekenhuis. De aandacht die er de laatste jaren is voor keuze-informatie en transparantie van de kwaliteit, heeft in de ogen van zorggebr en artsen dus nog niet geleid tot meer kennis over de kwaliteit van voorzieningen. Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? / verslag onderzoek KNMG en NIVEL 2010 pagina 2

Keuzevrijheid Naast keuze-informatie speelt ook keuzevrijheid een belangrijke rol in het nieuwe zorgstelsel. Zowel artsen als zorggebr vinden het belangrijk dat patiënten zelf kunnen kiezen naar welke medisch specialist zij gaan als zij door de huisarts worden doorverwezen (stelling 8). Slechts de helft van beiden vindt dat die keuzevrijheid er al daadwerkelijk is. Zowel in 2003 als in 2010 vinden weinig zorggebr en nog veel minder artsen het nodig dat patiënten rechtstreeks, zonder verwijzing van de huisarts, een specialist moeten kunnen bezoeken (stelling 9). Hieruit blijkt dat de poortwachterfunctie van de huisarts bij verwijzen naar een specialist nog steeds vertrouwen geniet. Ongevraagd leefstijladvies is geaccepteerd Tegenwoordig wordt verwacht dat de patiënt meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen gezondheid. Hierbij hoort (ongevraagd) advies over leefstijl. Voor ongevraagd advies over zaken als roken, drinken, voeding, onveilig vrijen en lichaamsbeweging is zowel onder artsen als onder zorggebr veel draagvlak (stelling 10). Artsen denken vaker dat dit al volledig/vaak gebeurt dan zorggebr. Apart is gevraagd naar overgewicht, omdat dit een steeds groter wordend probleem is (stelling 11); ruim tweederde van de zorggebr en bijna vier vijfde van de artsen is het (geheel) eens met de stelling dat huisartsen mensen met overgewicht ongevraagd advies hierover moeten geven. zijn zelfs strenger dan artsen als het gaat om het preventieconsult (stelling 12): bijna driekwart van de zorggebr en ruim de helft van de artsen vindt dat patiënten die in een risicogroep vallen, zouden moeten worden opgeroepen voor een preventieconsult. Hier is volgens een ruime meerderheid van zorggebr en artsen in de praktijk nog geen sprake van. Het wordt minder acceptabel dan in 2003 gevonden als een patiënt een ongewenst advies naast zich neerlegt (stelling 13). Ook is een duidelijke stijging te zien in de acceptatie van ongevraagd leefstijladvies: momenteel denkt 20% van de zorggebr en 40% van de artsen dat patiënten een ongewenst advies naast zich neerleggen, versus 27% en 60% in 2003. Knelpunten voor goede zorg Eén van de belangrijkste doelen van het zorgstelsel is om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Maar wat kan er beter, volgens zorggebr en artsen? Aan de deelnemers is daarom gevraagd wat zij zien als knelpunten voor goede zorg. Als verreweg het grootste knelpunt werd het tekort aan personeel gezien, vond bijna 90% van de zorggebr en artsen in 2010 (in 2003 nog wat meer). Dat artsen niet zouden hebben geleerd om met elkaar samen te werken en naar patiënten te luisteren wordt in 2010 door zorggebr als veel groter knelpunt gezien (64 respectievelijk 55%) dan door artsen (39 respectievelijk 31%). Ook in 2003 was deze kloof tussen artsen en zorggebr aanwezig. Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? / verslag onderzoek KNMG en NIVEL 2010 pagina 3

De helft van de artsen denkt dat zij kunnen aanvoelen wat problemen voor de patiënt betekenen, tegen slechts 22% van de zorggebr. Er is dus een groot verschil tussen de mening van artsen en die van zorggebr over de samenwerking tussen artsen onderling en de arts-patiënt communicatie. Conclusie De verschillen tussen de onderzoeksresultaten van 2003 en 2010 zijn betrekkelijk klein. Er is weinig veranderd in die zeven jaar. Op sommige punten is zelfs een achteruitgang te zien, vooral wat betreft meebeslissen. Verder loopt op vrijwel alle punten de praktijk van vandaag nog (ver) achter bij de wensen van zowel zorggebr als artsen. Op een aantal punten zijn zorggebr en artsen het weliswaar redelijk met elkaar eens, maar op veel punten blijven forse verschillen aanwezig. Artsen- en patiëntenorganisaties en medische (vervolg)opleidingen hebben nog veel werk te doen. Samenwerking tussen artsen Specifiek is gevraagd naar knelpunten die voortkomen uit de samenwerking en informatieoverdracht tussen artsen. Belangrijkste resultaten: - Bijna 2/3 van de zorggebr en 40% van de artsen vindt dat artsen niet hebben geleerd met elkaar samen te werken. - Ruim de helft van de zorggebr en bijna een derde van de artsen vindt dat artsen niet hebben geleerd om naar de patiënt te luisteren - Van de zorggebr vindt 60% het niet erg om niet bij dezelfde arts terecht te kunnen, mits de informatieoverdracht maar goed verloopt. 55% van de artsen vindt dit ook. De rol van geld Specifiek is gevraagd naar knelpunten die samenhangen met commercie en geld in de gezondheidszorg. Belangrijkste resultaten: - Het aantal voorstanders van commercialisering in de zorg is klein (minder dan 10%) bij zowel zorggebr als artsen, en is licht gedaald ten opzichte van 2003. - Ruim 40% van de zorggebr denkt dat geld verdienen in de zorg belangrijker is dan de kwaliteit van zorg, tegen 22% van de artsen. - Slechts een klein percentage van de zorggebr en artsen (resp. 30 en 14%) vindt dat concurrentie in de zorg tot hogere kwaliteit van zorg leidt. Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? / verslag onderzoek KNMG en NIVEL 2010 pagina 4

Literatuur Delnoij, D.M.J., Rooijen, A.P.N. van, Wigersma, L. en Groenewegen, P.P. Botsingen in de spreekkamer, Medisch Contact 2003, 58 (11), p. 419-422. RVZ (2007). Goed patiëntschap Meer verantwoordelijkheid voor de patiënt, Signalementen Raad voor volksgezondheid en zorg (RVZ), Den Haag. GP Westert, MJ van den Berg, SLN Zwakhals, R Heijink, JD de Jong, H Verkleij (2010). Zorgbalans 2010 De prestaties van de Nederlandse zorg. Bilthoven: RIVM. VWS (2006). Kiezen voor gezond leven 2007-2010. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Methode en data-analyse In juni 2010 is de vragenlijst Ervaringen met de gezondheidszorg uitgezet onder leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL en het KNMG-ledenpanel. Het Consumentenpanel Gezondheidszorg van het NIVEL bestaat uit ruim 2.800 personen die een afspiegeling vormen van de algemene bevolking in Nederland. Het KNMG-ledenpanel bestaat uit 4.000 leden die representatief zijn voor het ledenbestand van de KNMG, wat ongeveer 65% van alle artsen in Nederland vertegenwoordigt. De vragenlijst bevatte, onder andere, vragen over keuzevrijheid en knelpunten in de zorg. Aan zorggebr en artsen zijn zoveel mogelijk dezelfde vragen gesteld, daarnaast zijn de vragen zoveel mogelijk hetzelfde gesteld als in 2003 om een vergelijking over tijd te kunnen maken. In totaal retourneerden 987 van de 1422 aangeschreven leden van het Consumentenpanel Gezondheidszorg en 1.935 van de 3366 aangeschreven leden van het KNMG-ledenpanel de vragenlijst. Dit betekende een respons van respectievelijk 69,4 % en 57,5%. Om tot een representatief beeld te komen is voor beide panels een weging toegepast. Bij het Consumentenpanel is deze weging toegepast op leeftijd en geslacht, waarbij gebruik is gemaakt van gegevens over de verdeling van de bevolking van het CBS. Binnen het KNMG-ledenpanel is gewogen naar geslacht, leeftijd en medische discipline. Er zijn veelal beschrijvende analyses uitgevoerd (frequentieverdelingen). Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? / verslag onderzoek KNMG en NIVEL 2010 pagina 5

Tabel 1. Stellingen over de gezondheidszorg % hiervan is nu al % (geheel) mee eens 1 volledig/vaak sprake 1 Stelling Groep 2003 2010 2003 2010 1. De patiënt beslist altijd mee over zijn zorg 84,2 61,5 42,6 38,2 2. Het medisch dossier moet eigendom zijn van de patiënt 3. Veel patiënten informeren zich uitvoerig via boeken, tijdschriften of internet om zich op de hoogte te stellen van hun klacht of ziekte 4. Door uitvoerig geïnformeerde patiënten verloopt het contact tussen artsen en patiënten gemakkelijk 5. De patiënt moet door zijn arts altijd goed worden geïnformeerd over alle aspecten van zijn ziekte en behandeling 6. Patiënten zouden precies moeten weten hoe goed de kwaliteit is van een medisch specialist om een keuze te kunnen maken 7. Patiënten zouden precies moeten weten hoe goed de kwaliteit is van een ziekenhuis om een keuze te kunnen maken 8. Als patiënten door hun huisarts naar een specialist worden verwezen, moeten zij zelf de specialist kunnen kiezen die hun voorkeur heeft. 9. Patiënten moeten rechtstreeks een specialist kunnen bezoeken, zonder verwijzing van een huisarts 10. De arts moet ongevraagd advies geven over leefstijl (roken, drinken, voeding, onveilig vrijen en lichaamsbeweging) Artsen 86,5 79,3 72,7 69,8 77,1 82,2 13,9 11,1 Artsen 44,5 50,8 17,2 18,9 72,9 71,4 61,0 61,9 Artsen 68,9 68,2 43,6 53,2 66,7 51,5 33,1 27,6 Artsen 36,2 39,6 19,4 22,0 * 47,0 * 44,3 Artsen * 52,0 * 56,4 85,5 85,1 12,1 10,0 Artsen 49,7 51,6 2,6 5,5 91,1 86,8 17,3 18,8 Artsen 65,5 59,8 6,9 7,3 * 83,8 * 50,6 Artsen * 80,6 * 51,8 33,4 27,3 2,3 5,2 Artsen 10,5 7,9 7,5 5,5 * 75,3 * 28,8 Artsen * 83,9 * 42,7 11. Het is de taak van huisartsen om mensen met overgewicht hierover ongevraagd advies te geven * 68,1 Niet gevraagd Artsen * 79,0 12. Artsen moeten patiënten die in een risicogroep vallen, oproepen voor een preventieconsult * 73,8 * 14,9 Artsen * 56,1 * 11,2 13. Als het advies van de arts niet bevalt, mag de patiënt het naast zich neerleggen 68,5 62,9 27,3 20,0 Artsen 84,2 75,6 60,1 40,2 14. Artsen zijn in staat om aan te voelen wat problemen voor de patiënt betekenen * 38,4 * 22,4 Artsen * 60,6 * 50,4 1 Bij beide stellingen kon men ook de antwoordcategorie weet niet kiezen. De antwoordcategorie weet niet is bij de berekening van de percentages buiten beschouwing gelaten. * Stelling is in 2010 niet hetzelfde geformuleerd als in 2003, waardoor een vergelijking niet mogelijk is. Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? / verslag onderzoek KNMG en NIVEL 2010 pagina 6

Tabel 2. Wat zijn knelpunten die goede zorg belemmeren? Mogelijk knelpunt: Dit speelt een: COPA KNMG 2003 2010 2003 2010 a. een tekort aan personeel zeer grote rol 55,6 35,8 51,8 31,4 grote rol 35,5 51,8 43,6 55,6 geringe rol 7,4 11,8 4,2 11,9 geen rol 1,5 0,6 0,4 1,1 b. artsen hebben niet geleerd om met elkaar samen te zeer grote rol 14,4 13,8 6,1 5,1 werken grote rol 44,2 50,3 36,2 33,9 geringe rol 33,8 33,9 48,5 49,7 geen rol 7,7 2,0 9,2 11,4 c. artsen hebben niet geleerd om naar de patiënt te zeer grote rol 12,6 13,6 2,9 5,4 luisteren grote rol 42,2 41,8 20,4 25,9 geringe rol 33,3 39,0 57,5 48,3 geen rol 11,9 5,6 19,2 20,4 d. er is te weinig informatie voor patiënten om een zeer grote rol 16.8 5,8 0,7 3,3 keuze op te baseren grote rol 45,4 40,4 18,0 22,7 geringe rol 29,6 43,8 55,4 51,6 geen rol 8,2 10,1 25,9 22,4 Vraagsturing in de zorg: wat is ervan terecht gekomen? / verslag onderzoek KNMG en NIVEL 2010 pagina 7