Inspectierapport Buitenschoolse Opvang Kinderopvang Stap Voor Stap Molendijkseweg 7 4697 EX SINT-ANNALAND Registratienummer 229422494 Toezichthouder: GGD Zeeland In opdracht van gemeente: THOLEN Datum inspectie: 02-06-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 07-08-2014 Ons kenmerk: 14-1769 NGel/MPol
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 5 Inspectie-items... 6 Gegevens voorziening... 9 Gegevens toezicht... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 10 2 van 10
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: De buitenschoolse opvang en combigroep biedt opvang aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar en 0 tot 13 jaar. Beide ruimtes zijn ruim voldoende voor 10 kindplaatsen De binnenspeelruimte is aangepast voor de doelgroep. Voor de verscheidene leeftijdsgroepen is aangepast spelmateriaal en aangepast meubilair. Kenmerkend voor dit kindercentrum is het buitenleven. Naast de ruime buitenruimte is er aansluitend een wandelpad op eigen grond en is er de mogelijkheid om een kijkje te nemen bij de dieren zoals kippen. De pedagogisch medewerkers zijn enthousiast en vullen elkaar goed aan. Inspectiehistorie: 2012: Kindercentrum Stap voor Stap is gestart met een gecombineerde groep met de gelijknamige buitenschoolse opvang. 2013: Begin 2013 heeft er een nader onderzoek plaatsgevonden in verband met de meldcode kindermishandeling. Tijdens dit onderzoek bleek de houder deze tekortkoming hersteld te hebben. Juni 2013:Het inspectiebezoek betreft een onaangekondigd verkort toezicht op kernzaken. Er zijn geen overtredingen aangetroffen op de geïnspecteerde items. Huidige inspectie: Het huidige inspectiebezoek betreft een onaangekondigde reguliere inspectie. Er zijn geen overtredingen aangetroffen op de geïnspecteerde voorwaarden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Tijdens de inspectie bleek de aanwezige risico inventarisatie veiligheid en gezondheid ouder te zijn dan een jaar (2012) Dit was geen onderdeel van de verkorte inspectie en is zodoende niet beoordeeld. Advies is om dit volgend jaar extra mee te laten nemen in de jaarlijkse inspectie. 3 van 10
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Er is op deze locatie een pedagogisch beleidsplan aanwezig. Aan alle gestelde eisen wordt voldaan. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Uit observatie en/of interview met de beroepskrachten blijkt dat de beroepskrachten conform pedagogisch beleidsplan werken. Emotionele veiligheid Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten Persoonlijke competentie Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. Sociale competentie De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren door bijvoorbeeld activiteiten aan te bieden in groepsverband. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk aanwezig in de praktijk en de beroepskrachten herinneren de kinderen hier regelmatig aan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (Pedagogisch medewerker) Observaties Pedagogisch beleidsplan 4 van 10
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent gedrag en de arbeidsovereenkomsten steekproefsgewijs ingezien. Zij voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft de diploma's van de beroepskrachten steekproefsgewijs ingezien. Zij voldoen aan de kwalificatie-eisen zoals omschreven in de CAO kinderopvang. Beroepskracht-kindratio De toezichthouder heeft de kindaanwezigheidslijsten en de werkroosters van de beroepskrachten ingezien van week 19 t/m 23 Aan de beroepskracht-kindratio wordt voldaan. Opvang in groepen Deze locatie bestaat uit 1 BSO groep (4-12 jaar) en 1 Combi groep (0-13) jaar. elke ruimte is geschikt voor maximaal 10 kindplaatsen. Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 5 van 10
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 en art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 6 van 10
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 10
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 10
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderopvang Stap Voor Stap Aantal kindplaatsen : 5 Gegevens houder Naam houder : Kinderopvang Stap Voor Stap Adres houder : Molendijkseweg 7 Postcode en plaats : 4697 EX SINT-ANNALAND KvK nummer : 55504523 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Zeeland Adres : Postbus 345 Postcode en plaats : 4460 AS GOES Telefoonnummer : 0113-249400 Onderzoek uitgevoerd door : N. van Gelder Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : THOLEN Adres : Postbus 51 Postcode en plaats : 4690 AB THOLEN Planning Datum inspectie : 02-06-2014 Opstellen concept inspectierapport : 22-07-2014 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 07-08-2014 Verzenden inspectierapport naar houder en : 07-08-2014 oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente : 07-08-2014 Openbaar maken inspectierapport : 07-08-2014 9 van 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 10 van 10