Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Molennota Poldermolens inzetten voor waterbeheer en vismisgratie Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370 1090 GJ Amsterdam T 0900 93 94 (lokaal tarief) F 020 608 39 00 KvK 41216593 www.agv.nl 9 oktober 2012 Alle uitvoerende werkzaamheden van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht worden verricht door Waternet
Inhoud 1 Poldermolens voor regulier waterbeheer 6 2 Poldermolens helpen de wateroverlast te beperken 6 3 Poldermolens versterken de vismigratie 7 4 Poldermolens inzetten voor cultuurhistorie en recreatief medegebruik 7 5 Poldermolens actieplan 8 Bijlagen 1 Kaart AGV gebied met situering poldermolens 2 Fotocompilatie poldermolens 3 Overzichtstabel poldermolens 4 Ontwerp overeenkomst 9 oktober 2012 - Molennota - 1.0 3/11
Voorwoord Poldermolens hebben in laag-nederland eeuwenlang het polderlandschap bepaald om polders droog te maken en te houden. Daar waar nog poldermolens zijn, worden deze steeds meer gekoesterd vanuit dit historisch perspectief. De beste manier om deze waardevolle elementen te behouden is ze in te zetten voor de functie waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld zijn. Het inzetten van poldermolens geeft blijk van cultuurhistorisch besef en sluit aan het beleidsprogramma van AGV (thema Water om van te genieten). Is het haalbaar om poldermolens in te zetten, in een tijd waarin het overtollige water met elektrische gemalen (op afstand bestuurd) wordt uitgemalen? Het antwoord hierop is ja. Velen beseffen niet dat molens een aanzienlijke capaciteit hebben en dus met windenergie kunnen bijdragen aan het drooghouden van ons land. Daarnaast versterkt de inzet van molens de vismigratie. Door de gebruikte technieken in en het lage toerental van molens, kan vis veel beter migreren langs deze objecten dan via veel van onze moderne gemalen. Hiermee wordt eveneens tegemoet gekomen aan het beleidsprogramma van AGV, waarin tot doel is gesteld de vismigratie te verbeteren. De inzet van molens zal zelfs bijdragen aan de KRW- doelstellingen. De inzet van poldermolens past ook in het recent geformuleerde beleid om het recreatief medegebruik van het watersysteem te vergroten. Een draaiende molen is een trekpleister voor recreanten. Op deze plekken kan tevens, door goede communicatie, aandacht worden gevraagd voor het waterschapswerk. Door historisch ontwikkelingen is het beleid ten aanzien van poldermolens op dit moment versnipperd: sommige molens zijn eigendom van AGV, sommige niet, sommige betalen we, andere niet en er ontbreekt overzicht welke wel en welke niet meer kunnen malen. Dat heeft tot gevolg dat waterschap en moleneigenaren hun onderlinge interesse verloren hebben, molens hun functie verliezen en daardoor niet meer optimaal functioneren. Daarom is er zowel bij AGV als de moleneigenaren behoefte het beleid en de onderlinge band te herijken en te stroomlijnen. Tenslotte zal het in werking houden van de molens een beschermend effect hebben voor het behoud van molenbiotopen (gunstige omgeving rond de molen voor het vangen van wind). Al met al genoeg redenen om na te gaan of onze molens ingezet kunnen worden in het hedendaagse waterbeheer.
1 Poldermolens voor regulier waterbeheer In het beheergebied van AGV zijn veertien maalvaardige poldermolens aanwezig (zie bijlage 1 en 2). Drie van deze molens (De 1100 Roe, de Riekermolen en de Gaaspermolen) zijn in eigendom van AGV. De Utrechtse Molenstichting is eigenaar van acht molens. De Molen van Sloten is van de stichting Molen van Sloten en de Hoekermolen is in particulier bezit. Drie molens worden al ingezet voor het waterbeheer. De Gaaspermolen van AGV houdt de Gemeenschapspolder-West op peil en Molen De Onrust houdt het Naardermeer op peil. Deze molens zijn ook al opgenomen in het waterakkoord met RWS-NH. De 1100 Roe van AGV wordt ingezet voor suppletie van het waterpeil van sportpark Ookmeer. Een negental andere molens is in potentie geschikt om in te zetten in het waterbeheer, maar worden dat nog niet. Van deze negen molens zijn er al vier opgenomen in waterakkoorden. De omstandigheden bij de Hoekermolen en de Oostzijdse Molen zijn niet gunstig. Bij deze molens zou het peil in de polder kunstmatig moeten worden opgezet om de molens in te kunnen zetten. NB: Aangezien de reguliere gemaalcapaciteit afdoende is om de veiligheid te waarborgen, tellen de poldermolens (voor zover het niet om hybride poldermolens gaat) in feite niet significant mee in het waterbeheer. 2 Poldermolens helpen de wateroverlast te beperken Poldermolens kunnen ook worden ingezet bij wateroverlast en andere calamiteuze omstandigheden. Het waterverzet van een molen kan groot zijn naarmate er meer wind is. Zoals gezegd is de capaciteit van de molens aanzienlijk en kan de inzet van de molens worden overwegen in plaats van mobiele pompen. De inzet van molens in calamiteuze situaties vergt echter wel meer regelwerk. In de overeenkomsten zullen afspraken gemaakt moeten worden over de beschikbaarheid van de molenaar. Daarnaast is uiteraard de inzet van de molens in uitzonderlijke situaties afhankelijk van de wind op dat moment. De poldermolens De Onrust en de Gaaspermolen kunnen op dit moment al worden ingezet. Daarnaast kunnen in potentie nog negen molens een bijdrage leveren aan het beheersen van extreme situaties (zie bijlage 3). 6
3 Poldermolens versterken de vismigratie Door poldermolens te benutten in plaats van (alleen) aanpassingen te doen aan reguliere elektrische gemalen kan de vismigratie en daarmee de visstand worden versterkt. Door de toegepaste technieken van poldermolens (vijzel of scheprad met een relatief laag toerental) zijn poldermolens beter geschikt om vissen stroomafwaarts te laten migreren. Dit is vooral van belang voor vissoorten die voor het voltooien van het levenscyclus afhankelijk zijn van migratie naar zee. In het beheergebied van AGV is dat vooral aal, maar ook andere vissoorten zijn gediend met deze manier van water verpompen. Het nut om poldermolens in te zetten voor vismigratie is natuurlijk nog groter als deze plaatsvinden in KWR-lichamen met vastgestelde ecologische doelstellingen. Ook hengelsport-verenigingen hebben baat bij de verbetering van de visstand door de inzet van poldermolens. Voor molen De Onrust (682) geldt dat deze al specifiek voor het bevorderen van vismigratie wordt ingezet. De Molen van Sloten (1155) en de Loenderveense Molen (838) hebben vanwege grote wateren of achterliggende natuurgebieden (gunstig als paaigebieden) potentie. Verwacht wordt dat de inzet van de Oukoper Molen en de Westbroekse Molen bij zullen dragen het verminderen van de prioritaire knelpunten zoals genoemd in het KRW deel van het Waterbeheerplan 2010-2015. Voor de Riekermolen (638), de Gaaspermolen (1233), de Garstenmolen (842), de Westbroekse Molen (843) en de Oukoper Molen (841) moet de potentie voor vismigratie nader worden onderzoek. 4 Poldermolens inzetten voor cultuurhistorie en recreatief medegebruik Poldermolens hebben een cultuurhistorische waarde. Vanuit de historie van waterschappen is het waardevol om poldermolens te koesteren, omdat ze een belangrijke rol hebben vervuld om delen van Nederland droog te malen en te houden. In de recente actualisatie van de Cultuurhistorische Waardenkaart (Water van Niveau) zijn poldermolens als aandachtgebied opgenomen. Poldermolens hebben ook een recreatieve functie. Inzet van de molens komt de bekendheid van het waterschap ten goede. Informatieborden bij poldermolens en meer betrokkenheid bij landelijke open molendagen kunnen daartoe een extra bijdrage leveren. Als er meer duidelijkheid is welke molens daadwerkelijk ingezet zullen worden, zal een communicatieplan worden opgesteld, waar ook andere communicatiemiddelen in beschouwing worden genomen. 7
5 Poldermolens actieplan Overeenkomsten met de molenaars De inzet van poldermolens zal in samenspraak met de molenaars worden uitgewerkt. In overeenkomsten (zie ontwerp overeenkomst in bijlage 4) worden de afspraken over het maalregime en de beschikbaarheid vastgelegd (bijvoorbeeld malen in de avondschemering ten behoeve van aal of de beschikbaarheid voor calamiteuze situaties). Voor de Molen van Sloten wordt aan de eigenaar (een stichting) een vergoeding van 1.500 euro per jaar betaald. Voorgesteld wordt dit bedrag als richtlijn aan te houden voor de overige molens. Waterakkoorden Als poldermolens worden ingezet voor het regulier waterbeheer moeten deze worden opgenomen in de waterakkoorden met RWS en Rijnland. Vijf van de potentieel geschikte molens zijn nog niet opgenomen in waterakkoorden. Onderzoek naar effectiviteit voor vismigratie In het najaar van 2013 (de periode dat vistrek plaatsvindt van vooral aal) zal onderzoek plaatsvinden naar mogelijkheden en effectiviteit van het inzetten van poldermolens voor vismigratie. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan het wel of niet aanwezig zijn van beroepsvisserij. Het beschermen van de molenbiotoop Voor de molens die ingezet worden voor het waterbeheer moet de molenbiotoop beschermd en/of verbeterd worden. Dit kan worden bereikt door het niet verstrekken van vergunningen voor bebouwingen op basis van de bepaling uit de Keur (artikel 3.5 lid 1). Communicatie Voor de communicatie rond de inzet van poldermolens wordt een communicatieplan opgezet. Welke vormen van communicatie het beste kunnen worden ingezet, is afhankelijk van de molens die daadwerkelijk ingezet gaan worden. 8
Bijlage 1 Kaart, ligging poldermolens 9
Bijlage 2: Fotocompilatie maalvaardige poldermolens 838: Loenderveense Molen 633: De 1100 Roe 826: Broekzijdse Molen 827: Oostzijdse Molen 638: Riekermolen 852: Loenderveense Molen 682: De Onrust 10
841: Oukopermolen 844: Buitenwegse Molen 842: Garstenmolen 852: Hoekermolen 843: Westbroekse Molen (links, rechts staat de Buitenwegse Molen) 11
1139: Westveense Molen 1155: Molen van Sloten 1233: Gaaspermolen 12
Bijlage 3: Overzichtstabel maalvaardige molens Maalvaardige molen Nr Eigenaar Regulier in te zetten Extra inzet bij wateroverlast Nog laten opnemen in waterakkoorden Geschiktheid voor vismigratie Gewenste aanpassing molenbiotoop De 1100 Roe 633 AGV Reeds voor suppletie Niet mogelijk Nee, suppletie Niet geschikt Nee Gaaspermolen (of Gemeenschapsmolen) 1233 AGV Reeds Nee (alleen regul.) Nee, reeds opgenomen Onderzoek nodig Ja Riekermolen 638 AGV Mogelijk Mogelijk Ja, bij RWS Onderzoek nodig Ja Molen van Sloten 1155 Stichting MvS Mogelijk Mogelijk Ja, bij Rijnland Mogelijk Nee Hoekermolen 852 Particulier Niet mogelijk Niet mogelijk Nee, reeds opgenomen Niet geschikt Nee De Onrust 682 NM Reeds Nee (alleen regul.) Nee, reeds opgenomen Mogelijk Nee Garstenmolen 842 UM Mogelijk Mogelijk Ja, bij RWS Onderzoek nodig Nee Loenderveense molen 838 UM Mogelijk Mogelijk Nee, reeds opgenomen Mogelijk Nee Westbroekse molen 843 UM Mogelijk Mogelijk Nee, reeds opgenomen Onderzoek nodig Nee Broekzijdse molen 826 UM Mogelijk Mogelijk Nee, reeds opgenomen Mogelijk gering effect Nee Oostzijdse Molen 827 UM Niet mogelijk Niet mogelijk Nee, krijgt geen functie Niet geschikt Nee Buitenwegse molen 844 UM Mogelijk Mogelijk Ja, bij RWS Mogelijk gering effect Nee Oukopermolen 841 UM Mogelijk Mogelijk Nee, reeds opgenomen Onderzoek nodig Nee Westveense molen 1139 UM Mogelijk Mogelijk Ja, bij RWS Weinig effect Ja Legenda: Wit = onveranderd Groen = kansen Rood = Geen mogelijkheden 13
Bijlage 4 Ontwerp overeenkomst Eventuele logo s De partijen: ONTWERP OVEREENKOMST a. Het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (hierna te noemen: het hoogheemraadschap), gevestigd te Amsterdam, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. de Bondt, in zijn hoedanigheid van dijkgraaf van het hoogheemraadschap; b. De Stichting Het Utrechts Landschap (hierna te noemen: de stichting), gevestigd te De Bilt, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer., [functie]. Het betreft de volgende poldermolens van de stichting: - Garstenmolen - Loenderveense Molen - Westbroekse Molen - Broekzijdse Molen - Buitenwegse Molen - Oukoper Molen - Westveense Molen [b. De stichting/eigenaar van (hierna te noemen: de eigenaar) - De Molen van Sloten - De Hoekermolen] NB: de AGV-molens (1100 Roe, Riekermolen en Gaaspermolen worden niet opgenomen in een overeenkomst, maar doen wel mee in het waterbeheer) In aanmerking nemende dat: 1 poldermolens een waterafvoerende taak kunnen vervullen bij het reguliere waterbeheer van het hoogheemraadschap door als hulpgemaal te fungeren; 2 afhankelijk van de wind kunnen poldermolens een functie vervullen bij calamiteiten (stroomuitval, wateroverlast); 3 afhankelijk van de locatie kunnen poldermolens vismigratie bevorderen. Partijen vinden het wenselijk de afspraken hieromtrent in een overeenkomst vast te leggen, met het doel om enerzijds poldermolens als cultuurdragers te laten voortbestaan en anderzijds als cultuurdrager een functionele taak te geven. 14
Partijen komen als volgt overeen: Artikel 1 Inzet molens voor de waterhuishoudkundige taken van het waterschap 1 het hoogheemraadschap: - faciliteert de wateraanvoer naar de molen (baggeren); - zorgt voor de opname van de poldermolens in waterakkoorden; - bevordert de instandhouding van de aanwezige molenbiotoop; - zorgt voor de aanwezigheid van een peilschaal bij de betreffende molen; - houdt de stichting op de hoogte van polderpeilwijzigingen; - zorgt voor een goed peilbeheer op grond van het vigerende peilbesluit, tenzij daaromtrent andere afspraken zijn vastgelegd. 2 de stichting/eigenaar: - zorgt voor een goede staat van onderhoud van de betrokken molens; - bepaalt per molen op welke dagen welke molen regulier inzetbaar is en stemt dit af met de betreffende watersysteembestuurders; - zorgt dat van betreffende molens een realistische inschatting gemaakt wordt van het waterverzet in een kalenderjaar; - onderhoudt noodzakelijke contacten met de watersysteembestuurders van de drie rayons/het betreffende rayon; - overlegt aan het hoogheemraadschap een pool van molenaars die benaderd kunnen worden bij calamiteiten; - bevordert een positieve bijdrage aan mogelijkheden tot een betere vismigratie via de poldermolen(s). Artikel 2 Vergoedingen Er wordt per in te zetten poldermolen een vergoeding verstrekt van 1500 euro per volledig in te zetten jaar. Artikel 3 Afstemming van waterhuishoudkundige taken Aan het begin van elk kalenderjaar worden de waterhuishoudkundige taken (eventuele polderpeilwijzigingen, onderhoud gemalen/molens, wijzigingen in de pool van molenaars etc.) tussen partijen op elkaar afgestemd. Artikel 4 Termijn van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum van ondertekening. 2. Na één jaar wordt de overeenkomst geëvalueerd. Evaluatie zal hierna telkens na zes jaar plaatsvinden. Indien de evaluaties daartoe aanleiding geven, wordt de overeenkomst beëindigd of aangepast. 3. Indien op grond van de evaluaties geen beëindiging plaatsvindt, wordt de overeenkomst steeds voor een periode van zes jaar verlengd. 4. Partijen kunnen te allen tijde de overeenkomst tussentijds opzeggen. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt, 15
te Loenen aan de Vecht op 21 december 2012 Het hoogheemraadschap, De eigenaar/stichting,. J. de Bondt Dijkgraaf 16