Geneesmiddelenallergie. Sophia Kinderziekenhuis

Vergelijkbare documenten
Patiënten informatie polikliniek Allergologie. Geneesmiddelovergevoeligheid Juni 2011 vakgroep Allergologie

Geneesmiddelovergevoeligheid

Geneesmiddelenallergie

Overgevoeligheid voor geneesmiddelen

Geneesmiddelenovergevoeligheid

Sophia Kinderziekenhuis. Voedselprovocatie. Test op voedselallergie

Urticaria en angio-oedeem. Sophia Kinderziekenhuis

Dierenallergie. Sophia Kinderziekenhuis

Centrumlocatie. Voedselprovocatie. Afdeling Allergologie

Hooikoorts. Sophia Kinderziekenhuis

Patiëntenvoorlichting Urticaria en Angio-oedeem

Voedselprovocatie. Havenziekenhuis. april 2012

Urticaria en angio-oedeem

Urticaria en angio-oedeem

Urticaria en angio-oedeem. Centrumlocatie

Urticaria en angio oedeem

Allergie. A27/ Allergie bij kinderen

Adrenaline auto-injector bij anafylactische reactie

Voedselallergie. Sophia Kinderziekenhuis

Voedselallergie en voedselprovocatietest bij kinderen

PENICILLINE-ALLERGIE

Allergie- en astmacentrum voor kinderen

PATIËNTEN INFORMATIE. Voedselallergie. Polikliniek Allergologie

Allergeenspecifieke immunotherapie

IMMUNOTHERAPIE BIJ KINDEREN

ALLERGIE ONDERZOEKEN

Interne geneeskunde Allergologie. Anafylaxie zonder duidelijke oorzaak

Centrumlocatie. Huisdierenallergie. Afdeling Allergologie

INFORMATIE OVER METHOTREXAAT (LEDERTREXATE EMTHEXATE ) FRANCISCUS VLIETLAND

Centrumlocatie. Voedselovergevoeligheid. Afdeling Allergologie

Patiëntenvoorlichting Huisdierallergie

Minisymposium voedselallergie. 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN

Mycofenolaatmofetil. Voorgeschreven door de internistnefroloog. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op

PATIËNTEN INFORMATIE. Huisdierallergie

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

Reumatologie. methotrexaat

Patiënteninformatie over jodiumhoudende contrastmiddelen

Interne Geneeskunde Allergologie. Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose

Informatie over jodiumhoudende contrastmiddelen

Allergologisch onderzoek

Ascenderend flebogram Röntgenonderzoek van de beenaders

Koemelkallergietest. Informatie voor ouders / verzorgers. Medisch Centrum Haaglanden

Voedselallergie. April 2011 Nederlandse Vereniging voor Allergologie

Prednison, prednisolon (corticosteroïden)

Inleiding Wat is Methotrexaat? Voor welke patiënten is Methotrexaat geschikt? Wanneer mag Methotrexaat niet gebruikt worden?

Ciclosporine (Neoral )

St. Antonius Ziekenhuis

Allergietesten. Plaktest Priktest

Behandeling met methotrexaat (MTX) bij sarcoïdose

Immunotherapie met inhalatie-allergenen

Ciclosporine (Neoral ) bij constitutioneel eczeem (CE)

Huisstofmijtenallergie. Sophia Kinderziekenhuis

Informatie over het geneesmiddel Methotrexaat (Emthexate, Ledertrexate )

Stallergenes B.V., Damsluisweg 48, 1332 ED Almere,

Voedselallergie en voedselintolerantie

Immunotherapie voor insectenallergie bij mastocytose

Prod. oktober 2014, NL/TRIM/0001/14, Exp. oktober Triumeq. Starten met. Patiënteninformatie

Tumor Necrosis Factor (TNF)

Methotrexaat. Reumatologie. alle aandacht

infuusbehandeling met remicade

Behandeling van psoriasis met methotrexaat

REUMATOLOGIE. NSAID s BEHANDELING

Huisdierenallergie. Nederlandse Vereniging voor Allergologie, November 2011

Jodiumhoudende contrastmiddelen

Behandeling met Methotrexaat

Methotrexaat Voorgeschreven door de reumatoloog

Dermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie

Methotrexaat (Emthexate, Ledertrexate )

NSAID s. Reumatologie. alle aandacht

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

Methotrexaat Voorgeschreven door de reumatoloog

01 - Informatie over de behandeling van allergieën

DERMATOLOGIE. Insectengifallergie

Insectenallergie met alleen reacties van de huid. Uitleg van onderzoek. UMCG

METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS

Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

Onderzoek naar allergie voor koemelk

Polikliniek Dermatologie ALLERGIETEST MET PLAKPROEVEN

Uw bezoek aan de allergoloog

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

Methotrexaat (Emthexate, Ledertrexate )

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders

Infliximab (Remicade )

Voedselprovocatie bij kinderen

Onderzoek naar koemelkallergie

Abatacept Orencia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

PATIËNTEN INFORMATIE. Hooikoorts

Jodiumhoudende contrastmiddelen Informatie voor patiënten

Prednison / Prednisolon (corticosteroïden) bij Inflammatoire darmziekten (ziekte van Crohn, Colitis Ulcerosa)

Prednis(ol)on. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Informatiefolder. N-ICC folder PRED uitgave november 2014

INFORMATIE OVER INFLIXIMAB (REMICADE ) FRANCISCUS VLIETLAND

Voedsel- of geneesmiddelenallergie Eliminatie-provocatietest

Informatie over een bloedtransfusie

Behandeling met mycofenolaatmofetil

INFORMATIE OVER AZATHIOPRINE (IMURAN ) FRANCISCUS VLIETLAND

Informatie longkanker. Informatie voor patiënten met longkanker die behandeld worden met Taxotere.

Sulfasalazine. Salazopyrine

Voedselprovocatietest. Informatie voor ouders

Tumor Necrosis Factor (TNF)

Transcriptie:

Geneesmiddelenallergie Sophia Kinderziekenhuis

Uw kind heeft mogelijk klachten gekregen na gebruik van medicatie. In deze folder leest u wat geneesmiddelovergevoeligheid is, wat de klachten zijn en welke behandelingen mogelijk zijn. Wij willen u vragen deze folder goed door te lezen, zodat wij uw kind zo goed mogelijk kunnen helpen. Soorten geneesmiddelenovergevoeligheid Een geneesmiddel slik je om beter van te worden. Helaas krijgen sommige patiënten klachten na het innemen van een medicijn. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Er zijn twee belangrijke typen reacties op medicijnen: type A en type B. Type A reactie: een reactie als gevolg van bijwerking van het medicijn. Het lukt helaas niet altijd om een medicijn zo te maken dat het alleen doet waarvoor het bedoeld is. Wanneer uw kind gevoelig is voor de bijwerkingen van een medicijn kan hij/zij klachten krijgen na inname. Deze bijwerkingen zijn te voorspellen uit de werking van het medicijn. De kans op een nadelig effect neemt toe bij een grotere dosis. Of uw kind wel of geen reactie krijgt hangt onder andere af van: - leeftijd - de mate waarin de nier en lever geneesmiddelen kunnen afbreken - gewicht - overige lichamelijke aandoeningen Onder type A vallen de volgende reacties: - Een overdreven reactie zoals een te lage bloeddruk bij bloeddruk verlagende medicijnen of darmbloeding bij antistolling. - Een ongewenste reactie als darmverstopping bij morfine of diarree bij antibiotica. - Een nadelig effect op de nieren door een wisselwerking (interactie) tussen twee geneesmiddelen zoals bij gelijktijdig gebruik van plastabletten en bepaalde pijnstillers als ibuprofen en diclofenac. Type B-reactie: een reactie die niet te voorspellen is uit de werking. Deze reacties kunnen al bij inname van heel lage hoeveelheden van het medicijn optreden en zijn zeldzamer dan type A reacties en vaak ernstiger. Onder type B reacties vallen: - Reacties waarbij de oorzaak niet bekend is of doordat iemand een aangeboren of verworven stoornis heeft van een enzym dat betrokken is bij de afbraak of omzetting 2

van het medicijn in andere stoffen. - Een niet allergische overgevoeligheid (intolerantie). Het meest bekende voorbeeld is een NSAID intolerantie. Patiënten met deze intolerantie krijgen galbulten of astma na inname van NSAID s (zoals ibuprofen of diclofenac). - Allergische reacties op medicatie (zie hieronder). Soorten geneesmiddelenallergieën Bij een allergie voor een geneesmiddel maakt het lichaam afweerstoffen aan tegen het medicijn of reageren cellen betrokken bij de afweer specifiek met het geneesmiddel. Er bestaan 4 hoofdvormen van allergie: Type I allergie: hierbij maakt het lichaam zogenaamde allergische antistoffen aan die zorgen voor een heftige reactie op het geneesmiddel. Deze reactie ontstaat vaak binnen een paar minuten en bijna nooit later dan een uur na inname. Typische klachten voor deze reactie zijn: - galbulten/netelroos - zwellingen - prikkelingen in de mond en keelholte - verstopte neus, loopneus, rode geprikkelde ogen - hoesten en benauwdheid - buikkrampen, misselijkheid, braken en diarree. Anafylaxie is de meest ernstige vorm van allergische reactie. Hierbij dreigt iemand buiten bewustzijn te raken door daling van de bloeddruk of dreigt te stikken door zwelling van de keel of ernstige astma aanval, wordt slap en braakt heftig. Een type II allergie: hierbij maakt het lichaam ook antistoffen aan tegen een medicijn maar van een ander soort dan bij een type I. Medicijnen kunnen zich hechten aan het oppervlak van bijvoorbeeld bloedcellen of aan huidcellen. Het lichaam herkent deze bloedcellen en huidcellen dan als lichaamsvreemd en start een afweerreactie. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld bloedplaatjes worden afgebroken waardoor de bloedstolling verstoord raakt of kan de opperhuid loslaten waardoor er blaren ontstaan. Een type III reactie: hierbij hechten de antistoffen zich aan medicatie in de bloedbaan en vormen hier zogenaamde complexen mee. Deze complexen kunnen neerslaan in kleine bloedvaten in de nieren, longen en huid en op die manier koorts, gewrichtspijn, nierproblemen, ontstekingsplekken in de huid en bloeduitstortingen veroorzaken. 3

Een type IV reactie: (ook wel vertraagd type allergie genoemd). Hierbij richten bepaalde cellen van het afweersysteem zich specifiek tegen het medicijn en veroorzaken ontsteking. Deze reactie komt langzamer op gang dan type I, II en III, meestal pas na een paar dagen en veroorzaakt een groot aantal verschillende huidreacties. De huidreacties kunnen relatief onschuldig zijn, zoals eczeem, maar ook veel ernstiger vormen aannemen, zoals blaarziekten. Is een reactie op een geneesmiddel gevaarlijk? De meeste reacties zijn vrij onschuldig. Er zijn echter reacties op geneesmiddelen die heel gevaarlijk en soms levensbedreigend zijn. Een ernstige reactie hoeft niet per se te wijzen op een allergie. Iemand die bepaalde pijnstillers slikt (NSAID s), kan hiervan heel milde klachten krijgen als blauwe plekken omdat dit type pijnstiller niet alleen heel effectief is tegen pijn maar ook een effect heeft op de bloedstolling. De bloeding kan echter ook optreden in de maag en dat kan wel gevaarlijk zijn. Bekende gevaarlijke allergische reacties zijn de acute ernstige allergische reacties (anafylaxis) op bijvoorbeeld antibiotica. Hierbij kunnen klachten optreden als galbulten, misselijkheid, braken, ademhalingsproblemen en verlaagde bloeddruk. Onderzoek geneesmiddelenallergie Allergietesten zijn niet altijd mogelijk of zinvol of geven niet altijd betrouwbare resultaten. Daarom kijken we eerst of er een veilig alternatief is voor het verdachte medicijn. Of en welke allergietesten zinvol zijn, beoordelen we aan de hand van uw verhaal en de eventuele informatie van de arts die uw kind heeft verwezen. Als uw kind huidklachten heeft gehad, kan een foto nuttig zijn of een gedetailleerde omschrijving van de arts die de reactie bij uw kind heeft gezien. Voor een goede diagnose hebben wij een antwoord nodig op de volgende vragen: - Welke medicatie gebruikte uw kind toen hij/zij de reactie kreeg (ook medicatie die niet door een arts is voorgeschreven zoals bijvoorbeeld vitaminetabletten)? - Welke klachten kreeg uw kind en in welke volgorde? - Hoe snel waren de klachten weer over toen uw kind met de medicatie stopte? - Hoeveel tijd zat er tussen het innemen van de medicatie en het begin van de klachten? - Begonnen de klachten al bij de eerste keer dat uw kind het medicijn innam of pas na een aantal keer. Of begonnen de klachten nadat uw kind al een paar dagen was gestopt met het medicijn? - Heeft uw kind het medicijn al eens eerder gebruikt? - Voor welke ziekte of klacht kreeg uw kind het medicijn? Het kan zijn dat niet het medicijn maar de ziekte zelf de reactie heeft veroorzaakt. - Heeft uw kind nog andere ziekten? 4

Een goede diagnose is vaak moeilijk, omdat deze vragen niet altijd gesteld zijn op het moment dat uw kind de reactie kreeg en het vaak ook niet meer lukt om de gegevens te achterhalen. Huidtesten Er zijn 3 soorten huidtesten die bij een verdenking op een allergie uitgevoerd kunnen worden: Huidpriktest Uw kind krijgt op de binnenkant van zijn onderarm een druppel waarin het geneesmiddel is opgelost. Hierna prikken wij met een fijn naaldje door dit druppeltje heen in de huid. De uitslag is na een kwartier bekend. Krijgt uw kind een rood bultje, dan is de test positief. De intracutane test Wij spuiten het geneesmiddel verdund in de huid. Daarna spuiten we vaak een aantal keer steeds sterkere concentraties in. De plakproef of epicutane huidtest Hierbij plakken wij het medicijn met een speciale pleister op de rug van uw kind. Na 2 dagen halen wij de pleister weg om te zien of er een reactie is. Na 3, 4 en soms 7 dagen kijken we opnieuw. De huidpriktest en intracutane test zijn vooral geschikt om een type I allergie uit te zoeken. De plakproef gebruiken we bij verdenking op een type IV allergie. Meer informatie vindt u in de folder over de huidpriktest. Bloedonderzoek Met bloedonderzoek kunnen we nagaan of uw kind allergische antistoffen heeft die specifiek gericht zijn tegen het geneesmiddel. Deze antistof bepaling is alleen zinvol bij verdenking op een type I allergische reactie en is slechts voor een zeer beperkt aantal geneesmiddelen beschikbaar. Provocatie Huidtesten en bloedtesten zijn niet altijd volledig betrouwbaar. Een negatieve uitslag betekent niet dat het medicijn veilig is. Sommige medicijnen geven ook een positieve reactie bij iemand die niet allergisch is wanneer we het medicijn inspuiten. Huidtesten met deze medicijnen zijn dan niet geschikt voor het vaststellen van een allergie. In het geval van een verdenking op een type A reactie of type II of III allergie hebben huidtesten en bloedtesten geen nut. 5

Is er een sterk vermoeden op overgevoeligheid, maar is de testuitslag negatief of is een huidtest en/of bloedonderzoek niet mogelijk, dan kunnen we soms een provocatie doen met het geneesmiddel. Bij deze test geven wij uw kind in een aantal stappen een toenemende hoeveelheid van het medicijn. De hoogste dosering is vaak de dosering die wij ook bij een behandeling geven. Omdat een provocatie klachten kan geven, gebeurt dit alleen onder toezicht van een arts. Provocaties zijn lang niet altijd mogelijk: bijvoorbeeld als het risico op een ernstige reactie tijdens de provocatie groot is, als de tijdsduur tussen begin van inname en optreden van klachten meer dan een dag was, of als het verdachte medicijn een middel is wat bij anesthesie (de narcose) wordt gebruikt. Soms testen wij dan niet het verdachte medicijn zelf, maar een alternatief uit dezelfde medicijnengroep om na te gaan of dit alternatief veilig is. Behandeling Mijden van het medicijn Als bij uw kind een allergie of een bijwerking is vastgesteld, is in het algemeen het advies om dit middel in de toekomst te vermijden. Soms mag uw kind niet alleen het medicijn waar hij/zij allergisch voor is niet meer innemen, maar ook alle medicijnen die aan dit middel verwant zijn. De arts bespreekt dit met u. Reactie onderdrukken Als het medicijn belangrijk is en er zijn geen goede alternatieven, dan kan uw kind het medicijn soms toch gebruiken. De reactie die uw kind krijgt van een medicijn kunnen wij soms met beschermende medicijnen onderdrukken. Dit hangt af van de ernst en het type reactie. Als is vastgesteld dat er geen ernstige bijwerking was of een overgevoeligheidsreactie, dan hoort u van de arts of uw kind het middel weer mag gebruiken en onder welke voorwaarden. Desensitisatie Soms kunnen wij proberen uw kind (tijdelijk) ongevoelig te maken voor het medicijn waarvoor hij/zij overgevoelig is. Dit wordt desensitisatie genoemd. Bij deze behandeling krijgt uw kind steeds iets meer van het medicijn toegediend, tot de dosis is bereikt die nodig is om de ziekte te behandelen. Desensitisatie is altijd onder toezicht van een arts. Belangrijk: is uw kind overgevoelig voor bepaalde geneesmiddelen, geef dit dan altijd door aan uw apotheek en aan alle behandelend artsen van uw kind. Laat uw kind een medisch paspoort of een SOS hanger bij zich dragen waarin dit staat aangegeven. Gaat u op vakantie, neem dan een brief mee in het Engels of de taal van het land waar u naartoe gaat. 6

Nog vragen? Neem gerust contact met ons op. Kinderhaven (010) 404 37 00 Polikliniek Kinderthoraxcentrum (010) 703 62 93 7

www.erasmusmc.nl 0000567 Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 12/17 Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend