Protestantse wijkgemeente De Lichtkring, Hoofddorp Zondag 19 november 2017 Ouderling van dienst is Marian Veerman Diaken is Alma van Hengel Het orgel wordt bespeeld door Jan Quakkelaar De kostersdienst staat o.l.v. Jan Spoelstra en Gert van Oenen Lector is Riet Zuurveen Hartelijk welkom in deze dienst waarin ds. Rien Wattel voorgaat Wij wensen u een gezegende dienst toe. DE VOORBEREIDING Tijdens orgelspel bereiden wij ons voor op de dienst Welkom Wij staan op en worden stil voor God Drempelgebed Leven is op weg zijn, bergen beklimmen, waden door rivieren, bloemen plukken bij maanlicht, dwalen door eenzaamheden en woestijnen, een kaars branden tegen de storm, oplopen met de anderen of hen dragen, brood delen en vieren in de nacht. Leven is pelgrimeren, een tijdlang werken aan de weg, een brug bouwen over het water, rovers en duivels verjagen, waken en bidden met zieken, doden begraven bij de kapel. Maar nooit raken de pelgrims thuis: 'vreemdelingen' vestigen niet. Wanneer zij eindelijk aankomen, weten ze wat ze vermoedden: de weg is het doel. God, maak ons open voor de weg. Amen
Groet De Heer zij met U OOK MET U ZIJ DE HEER Onze hulp is in de naam van de Heer DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT Die trouw houdt tot in eeuwigheid EN NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN Intochtslied Lied 221, Zo vriendelijk en veilig We gaan zitten Kyrië en gloria Diaken: Roepen wij tot God, om de nood van de wereld, en prijzen wij Zijn Naam, want Zijn barmhartigheid kent geen einde. Kyriëgebed Glorialied 713, Wij moeten Gode zingen, vers 1, 2, 3. DIENST VAN HET WOORD Gebed bij de opening van het Woord Moment met de kinderen Lied met de kinderen: 806, Zomaar te gaan. Na het zingen van dit lied wordt de kaars aangestoken en gaan de kinderen van groep 1-8 achter het licht aan naar de kindernevendienst. De kinderen hebben in de nevendienst hun eigen dienst met gaven en gebeden en komen voor het slotlied bij ons terug. Eerste lezing: uit Genesis 11, 12 en 13: Gen. 11 27 Dit is de geschiedenis van Terach en zijn nakomelingen. Terach verwekte Abram, Nachor en Haran. Haran verwekte Lot; 28 hij stierf nog tijdens het leven van zijn vader Terach, in Ur, een stad van de Chaldeeën, in zijn geboorteland. 29 Abram en Nachor trouwden allebei. Abrams vrouw heette Sarai, Nachors vrouw heette Milka; zij was een dochter van Haran, die naast Milka nog een dochter had, Jiska. 30 Sarai was onvruchtbaar, zij kreeg geen kinderen. 31 Terach verliet Ur, de stad van de Chaldeeën, en nam zijn zoon Abram met zich mee, evenals zijn kleinzoon Lot, de zoon van Haran, en zijn schoondochter Sarai, Abrams vrouw. Samen gingen ze op weg naar Kanaän. Maar toen ze in Charan waren aangekomen, bleven ze daar wonen. 32 Terach leefde tweehonderdvijf jaar. Hij stierf in Charan. 12 1 De HEER zei tegen Abram: Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen. 4-5 Abram ging uit Charan weg, zoals de HEER hem had opgedragen. Hij was toen vijfenzeventig jaar. Hij nam zijn vrouw Sarai mee en Lot, de zoon van zijn broer, en ook alle bezittingen die ze hadden verworven en de slaven en slavinnen die ze in Charan hadden verkregen. Zo gingen ze op weg naar Kanaän. Toen ze daar waren aangekomen, 6 trok Abram het land door tot aan de eik van More, bij Sichem.
8 Daarvandaan trok hij naar het bergland dat oostelijk van Betel ligt, en ergens ten oosten van Betel en ten westen van Ai sloeg hij zijn tent op. Hij bouwde er een altaar voor de HEER en riep er zijn naam aan. 13 18 Toen brak Abram op en ging wonen bij de eiken van Mamre, bij Hebron. Daar bouwde hij een altaar voor de HEER. Zingen: Lied 542, God roept de mens Tweede lezing: Matteüs 25, 31-46 31 Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. 32 Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; 33 de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. 34 Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. 35 Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, 36 ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe. 37 Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? 38 Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed? 39 Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen? 40 En de koning zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan. 41 Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. 42 Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken. 43 Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet. 44 Dan zullen ook zij antwoorden: Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd? 45 En hij zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan. 46 Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven. Zingen: Geef mij een mens. t: Sytze de Vries, m: Antoine Oomen
Uitleg en verkondiging
Meditatief orgelspel Zingen, Lied 816, Dat wij onszelf. DIENST VAN GEBEDEN EN GAVEN Dankgebed, voorbeden, stil gebed, Onze Vader. Onze Vader die in de hemel zijt. Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood, en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven, en leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, in eeuwigheid. Amen. Collecten en mededelingen Mededelingen De 1 e collecte is bestemd voor Kerstattenties De 2 e collecte is bestemd voor Wijkkerk Voor het slotlied komen de kinderen terug uit de nevendienst De kinderen uit de crèche worden opgehaald. Slotlied, staande Lied 657, Zolang wij ademhalen Zegen De gemeente antwoordt zingend met: De uitgangscollecte is bestemd voor Centraal Kerkenwerk IEDEREEN IS VAN HARTE UITGENODIGD VOOR KOFFIE, THEE OF FRIS!