Nestkastenproject Kerkuil en Steenuil

Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Nestkastenproject Kerkuil en Steenuil

Nestkastenproject Kerkuil en Steenuil

Holenduif. Zes eieren

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

Succesvol 7-legsel in 2008

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

NIEUWSBRIEF OVER HET JAAR 2012

Aantal dode jongen. Aantal Uitgevlogen. jongen

Steenuilenbescherming verslag Steenuilenwerkgroep Echt-Susteren Geco Visscher Fred van Geneijgen

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

NESTKASTENVERSLAG 2016 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

Verslag 2016 Uilenwerkgroep Zutphen de Oelenwappers

Verslag 2017 Uilenwerkgroep de Oelenwappers

Kerkuilbroedgegevens 2011 Regio 18 Noord-Brabant, subregio 14 de Kempen Vogelwerkgroep De Kempen

Na het karteren is het zoeken van het

Vogelwacht Akkerwoude e.o.

Jaarverslag 2018, Kerk- en Steenuilenwerkgroep NH, regio 9

De kerkuil is laat dit jaar, alle reacties op een rij.

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

Afgaande op het gedrag vermoeden we dat te maken hadden met hetzelfde mannetje als in 2011, maar omdat het niet geringd is, weten we dat niet zeker.

K.N.N.V. afd. Vriezenveen

De Bosuil bij Beleef De Lente 2015

Jaarverslag Bijeneters 2017

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

Meer over de steenuilen. Even voorstellen. Hier wonen ze

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Monitoring steenuil in 2012

In het hieronder staande overzicht worden de resultaten weergegeven, van 2013 en Jongen uitgevlogen totaal

NIEUWSBRIEF OVER HET JAAR 2013

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

DE SLECHTVALKEN in Liempde, 2017

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk in Haaksbergen en Omgeving JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen

Jaarverslag steenuilen uitgebreide versie

Jaarinformatie 2016 nestkasthouders, Kerk- en Steenuilen

Steenuilen Noordoost-Twente 2012

Kerkuilbroedgegevens 2010 Regio 18 Noord-Brabant, subregio 14 de Kempen Vogelwerkgroep De Kempen

Jongen uitgevlogen totaal

(nestkastproject) Koningshof

Reproductie en broedbiologie

KORT VERSLAG MONITORINGRESULTATEN GIERZWALUWNESTKASTEN

De steenuil in Noordijk

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen. in Haaksbergen en Omgeving

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Impressie van het broedgedrag bij een paartje webcam-torenvalken

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Ransuilen zijn ook vogelliefhebbers

N.O.P. Papegaaienpark

STEENUILEN ROND WIJK BIJ DUURSTEDE

De roek als broedvogel in Laarbeek - Inventarisatie

Nestkastencontrole op landgoed Het Jagershuis periode

Uilenwerkgroep Waasland

Nieuwsbrief van de Steenuilenwerkgroep van Natuurpunt

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk in Haaksbergen en Omgeving JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen

NIEUWSBRIEF 2017 HET HEXEL. Broedresultaten en waarnemingen nestkastenproject

Kerkuilenseizoen 2009 : een daljaar dat er geen was?

Verslag Nestkasten 2010 Fûgel en Natoerbeskermingswacht Eastermar

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

NESTKASTENVERSLAG NVWG De GRUTTO 2017

Experts maakten zich in het voorjaar zorgen: waar blijven de zwaluwen? Nieuwsbrief augustus 2018

Broedseizoen 1999 in Achterhoek en Liemers

Op 5 mei begonnen we dit jaar onze controleronde langs alle 59 (!) kasten. In deze periode zijn de meeste vrouwtjes aan het broeden.

Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014

Het broedsucces van Kerkuilen, 2004 en 2005

Ontwikkeling gierzwaluwkolonie bij de serviceflat "ATLANTA" te Velp

JAARVERSLAG 2015 STICHTING STEENUILENWERKGROEP DRENTHE. Foto: Dhr. Kempen

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. 24, 33 & 40 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior.

Populatie-onderzoek aan Steenuilen met broedbiologische gegevens in het kerngebied Stad en Ambt Doesborgh in 2012 Vooraf

Van ei tot vogel. Rekenen met eieren. 24, 33 & 40 kerndoel. voor de leerkracht. Instructie & Introductie. Opwarmopdracht. Junior.

Nestkasten Landgoed Dorth in 2014

Kerkuilbroedgegevens 2012 Regio 18 Noord-Brabant, subregio 14 de Kempen Vogelwerkgroep De Kempen

Kerkuilenseizoen 2003 regio Bachten de Kupe

Het lange maar fantastische kerkuilenseizoen 2007

Aantal gevonden legsels in 2008

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Nestkasten op het Landgoed Dorth in 2012

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

Onze kerkuilen in 2002 : 9 broedgevallen

Jaaroverzicht uilenwerkgroep (VWG De Bevelanden) 2014

De Steenuil in 2000 Broedbiologische data aan de hand van de nestkaarten uit 2000

Nestkasten op het Landgoed Dorth in 2010

Terug een topjaar voor de bruine kiekendieven in de Westkustpolders

NESTKASTENVERSLAG 2013 NATUUR- EN VOGELWERKGROEP DE GRUTTO

Broedresultaten steenuil 2007

Eendenkuikenproject resultaten 2018

Vogelwerkgroep De Kempen. Slechtvalken geringd in Veldhoven en Eindhoven.

Vogeltrekstation. wetenschappelijke vragen maar heeft ook maatschappelijk nut, jaarcyclus, als overwinterings-gebied

Jaarverslag Werkgroep Bijeneters

Nestkasten Landgoed Dorth in 2013

(uilenbescherming) De steenuil. M. Pijs. De Blauwe Klauwier jaargang 34 - nr.1 januari 2008

Totaal aantal broedgevallen IJzer en Polder

Kerkuilen Werkgroep Bevelanden. Bron: Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland. Foto: Andre Eijkenaar

Handleiding Onderzoek

2. Biotoop ( habitat = de natuurlijke woonomgeving ) is ideaal met de volgende kenmerken:

Jaarverslag Steenuilenbescherming op Zuid-Beveland 2012 (door Bureau Natuurbelevenis in opdracht van SLZ)

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

DE KERKUIL: EEN SUCCESVERHAAL

Kerkuilen Werkgroep Bevelanden. Bron: Stichting Kerkuilen Werkgroep Nederland. Foto: Andre Eijkenaar

nestkaart.nl een webapp voor vogelwerkgroepen

Transcriptie:

Nestkastenproject Kerkuil en Steenuil Dit verslag is de afronding van het eerste lustrum van het nestkastproject voor Kerkuil en Steenuil van Vogelwerkgroep De Ortolaan. Deze activiteit bestaat uit het plaatsen, het onderhouden en het controleren van kunstmatige nestgelegenheden voor Kerkuil en Steenuil binnen de grenzen van de gemeente Laarbeek. Het beheer wordt uitgevoerd door vrijwilligers van Vogelwerkgroep De Ortolaan, onderdeel van IVN afdeling Laarbeek. In dit overzicht worden het verloop, de ervaringen en de resultaten van het broedseizoen 2009 gepresenteerd. Figuur 1. Volwassen Kerkuil 5.402276 (Beek en Donk, 18 juni 2009). Weersomstandigheden Voor Kerkuilen en Steenuilen is een strenge winter veelbepalend. Met name een (langdurige) sneeuwbedekking beperkt hun jagen. Koude vergt extra energie. In de aanloop naar het broedseizoen 2009 was aan zowel sneeuw als kou geen gebrek. Hoewel er een onvervalste winter aan voorafging, kan 2009 desondanks als warm en zeer zonnig getypeerd worden. Het KNMI omschrijft het metereologische jaar alsvolgt: met de warmte heeft 2009 de trend voortgezet van de laatste jaren. Sinds 1997 waren alle dertien jaren te warm of veel te warm. Toch bood het jaar ook vorstperiodes. De winter beheerste het begin van het jaar. 1

De koude januarimaand bood voor het eerst sinds lange tijd weer eens een tiental dagen onvervalst winterweer met schaatsplezier. Boven de 10 cm dikke sneeuwlaag in Limburg zijn begin dit jaar zelfs temperaturen gemeten van meer dan 20 graden onder nul. jaar zeer streng vroor, werd op 20 augustus 37 graden gemeten. In De Bilt kwam de temperatuur slechts op een dag boven de 30 graden. Warme dagen met meer dan 20 graden en zomerse dagen met meer dan 25 graden waren er wel veel meer dan normaal. De herfst was zacht: de op drie na de zachtste sinds tenminste 1901. Vooral november was een uitzonderlijk zachte maand waarin de winter nog op afstand bleef. Nestkasten in Laarbeek In de bijlagen 1 en 2 staat een opsomming van de nestkasten die op het moment van schrijven (januari 2010) op de lijst van VWG De Ortolaan staan. Figuur 2. Ondanks de winterse omstandigheden zou de Steenuil uiteindelijk toch succesvol broeden op de locatie van nestkast 48 (Lieshout, 10 januari 2009). Ook in december kwam het tot zeer strenge vorst met een minimum van -18 graden in Deelen bij Arnhem. Hevige sneeuwval en gladheid zorgden in de aanloop naar kerst en ook met de kerstdagen voor grote problemen. Op zondag 20 december gaf het KNMI een weeralarm uit voor de zware sneeuwval. Op verschillende plaatsen bereikte de sneeuw een dikte van 10 tot 20 cm en lokaal is meer dan 30 cm gemeten. Een sneeuwdek van die dikte dat zich lang handhaaft, komt in ons land niet vaak voor. Ook met kerst lag er op beide dagen sneeuw in De Bilt waardoor het KNMI voor het eerst sinds bijna dertig jaar een officiële witte kerst kon bijschrijven. Met een gemiddelde van 2,2 graden tegen 4,0 graden normaal was december een koude maand. Na een koude januari lag de temperatuur in 2009 merendeels boven normaal. Februari was alles behalve winters en vooral april was een bijzonder warme maand, een van de zachtste van de meetreeks. Dat had ook zijn weerslag op het voorjaar dat de op een na zachtste was in ruim honderd jaar. De zomer was eveneens warm en daarmee de negende warme zomer in successie. Fraai was het weer echter lang niet altijd. De zomer bood uiterst wisselvallig weer met veel - soms flinke - regen- en onweersbuien. Een hittegolf zat er niet in maar tropische temperaturen zijn soms wel gemeten. In Ell, waar het in het begin van het Ten behoeve van de Steenuil werd op een drietal locaties broedruimte gecreëerd, terwijl er geen enkele verdween. Op alle drie de plaatsen (nestkasten 73, 74 en 75) werden voor of lopende het broedseizoen nestkasten gehangen van het nieuwe type Brabants Landschap. Daarnaast werden een aantal oudere/slechte nestkasten vervangen. Allen werden eveneens van het nieuwe type. Figuur 3. Met nieuwe kasten, een ladder en gereedschap de boer op (Aarle-Rixtel, 27 mei 2009). In 2009 werd kerkuilenkast 1628 aan de Broekweg 6 te Beek en Donk opgeheven. Door het afsluiten van de schuur was de nestkast niet meer bereikbaar. Omdat dit niet meer zal veranderen, werd de kast van de lijst geschrapt. Gelukkig werd elders op de zolder van een boerderij nestkast 1649 gehangen. Het totale nestkastenbestand voor Kerkuilen bleef daardoor ook dit jaar weer onveranderd. Er hangen dertig kerkuilkasten. 2

Opgetekend dient te worden dat in het totale kastenbestand van VWG De Ortolaan (42 steenuil, 30 kerkuil) er een vijftal kasten niet meer, of niet jaarlijks meer wordt bezocht. Dit gebeurt alleen als de biotoop dusdanig is veranderd dat bezetting niet meer verwacht kan worden. Soms wordt door overlast (veelal kauwtjes) de ingang door de eigenaar afgesloten. Soms gebeurt dit tijdelijk. Als een kast in inmiddels ongeschikt terrein hangt of zelfs niet meer bereikbaar is, zal deze desondanks niet uit het kastenbestand worden geschrapt. Dit zal wel gebeuren als de locatie definitief wordt opgeheven. Bewoonde steenuilkasten in 2009 Wie als steenuilliefhebber de laatste jaren enigszins de media volgt, wel eens een artikel leest of zomaar ergens zijn oor ten gehore legt, kan er niet aan ontkomen om in mineurstemming te geraken. Als je daarnaast ook nog eens periode achter de rug hebt waarbij Koning Winter de dienst uit heeft gemaakt, dan kan je als controleur niet anders dan in het nieuwe broedseizoen met knikkende knieën je laddertje bestijgen. Ondanks het topaantal bezette nestkasten, beleefde de soort in 2009 ook nog een ander record; dat van de meeste mislukte broedpogingen. In maar liefst vijf nestkasten ging er wat mis en verliet daar dientengevolge geen enkel jong de kast. Op 10 mei werd in nestkast 38 het adulte vrouwtje aangetroffen. De biometrie werd genomen en de dame werd geringd met 3.647.489. Mooier was nog dat er drie prille jongen onder haar werden gezien. Nóg bijzonder-der-der was dat gedurende deze nestkastcontrole ook nog eens een vierde jong uit het ei kwam gekropen. Jonger dan deze telg kan een Steenuil niet gezien worden! Het hoopje niks werd gewogen. Het woog slechts 10 gram. En dat is exact zoveel als twee velletjes A4 papier. Toch bleek na de eerste bezoekronde dat de natuur, in ieder geval de Steenuil, zich niet laat voorspellen. De positieve trend waarin de soort in Laarbeek al enkele jaren verkeert, werd vrolijk doorgetrokken. Na de topjaren 2007 en 2008 (acht bezette kasten), bezette de Steenuil het afgelopen broedseizoen zelfs negen nestkasten. Een nieuw record. De kasten die in 2009 werden bewoond waren: Voor publicatie op internet worden de exacte broedlocaties niet vermeld Figuur 4. Met een norse blik waakt moeder over haar kroost (Beek en Donk, 10 mei 2009, foto: John Vereijken). Helaas werd deze opwindende ervaring teniet gedaan bij het bezoek op 24 mei. De kast werd leeg en verlaten aangetroffen. De nestkom was geheel intact, maar van de jongen geen enkel spoor. Zonder enige aanwijzing is hier jammerlijk sprake van een mislukte broedpoging. Omdat de exacte uitkomstdatum van het vierde jong bekend is, weten we dat het laatst gelegde ei op 8 april werd gelegd. Op basis van het geschatte leeftijdsverschil tussen het jongste en het oudste kuiken, wordt voor dit broedsel de eerste eilegdatum op 6 april aangehouden. 3

Jaarversslag 2009 - Nestkastenpr N roject Kerkuill en Steenuill In nestkast 42 werd w op 10 mei een ad dulte Steenuil aangetroffe en. De vogel werd met rust gelaten zonder te weten w hoeve eel en óf er wel eieren onder o haar lagen. l Veerttien dagen later l werd de e kast wederom bezoccht en was de volwasse en vogel we eer aanwezig g. Er was éé én ei gelegd. Het broedende vrouwtje was geringd en het bleek om m een oude e bekende te e gaan. Aan n de hand van haar ringnummer 3.63 30.927 weten n we dat dit uiltje u als broe edvogel in 2006 2 in deze elfde kast werrd geringd. In alle jaren daarna verkkoos ze deze kast evenee ens als broed dplek. Zo oo ok in 2009. van respecttievelijk 20, 20 en 21 dagen. Na a berekening blijkt dit pa aar op 19 april te zijn n gestart met de d eileg. Op 29 ju uni werd de locatie nogmaalss aangedaan. De kasteige enaar en fam milie vertellen n met overgavve hoe zij vee elvuldig genieten van de e inmiddels uittgevlogen jo ongen op hett erf. Tijdenss het uitvliege en crashte er één jong tegen de e schuur. Uit medelij m werd d dit jong terruggeplaatst.. Met success. Enige dagen later zwierf hett directe omge complete trio o rond in de d eving. Op 9 en e 29 juni werd de kast k anderm maal beklomm men. Op be eide data werden w er drie eieren geteld. Met M de meest m gunsstige berekeningen werrd besloten n het legsel onberoerd te laten, doch d voor ee en goede afloop werd ge evreesd. Ditt laatste werd w op 15 juli het bewaarh heid. Het vrouwtje bebroedde b drielegse el nog steed ds. Met de zekerheid z dat de eieren met m geen mo ogelijkheid meer m uit kon nden komen, werden de eze verwijde erd. Alle eie eren bleken inderdaad on nbevrucht (e eimaten 33,3 30 x 27,78 mm 33,72 x 27,45 mm 33,00 x 28 8,26 mm, alle en 12 gram). Figuur 5. Biometrische gegevens worden n genomen (L Lieshout, 9 jjuni 2009). Ook in i nestkast 44 werd he et broedseizzoen zonder succes s afgerrond. Aan de e gevel van een loods hangen h twe ee steenuilkasten hoo oguit enkele meters m uit elkaar. Het ga aat hier om een oud typ pe en een nieuw type e nestkast van Brabantss Landschap p. De oude kast werd door d een paa artje Steenuilen als broe edplek verkozzen. Op 19 mei werden n in deze kast k drie pu ullen aangetro offen van ong geveer een week w oud. Ruim ee en week la ater, op 28 mei, werd de ringsesssie gepland. Badend in vette v maden n en een ondraaglijke stank bleken alle jongen ecchter dood. Wat de werkelijke oorzaak o van hun sterven n is, kan niet gezegd worden. Verme eldenswaardig is wel dat in de naburige kast twe ee verse muizen en twee kikkers werd den gevonde en. Op de e locatie van n nestkast 48 4 was er beter b nieuws dit d jaar. Vorig g jaar werd hier h nog gebrroed in een nestkast aan de gevel van een schuu urtje. Samen met m een zeer grondige re enovatie van n het erf werd d het schuu urtje geofferrd. Een nieuwe nestkastt kwam op ongeveer vijf meter hoogtte in een iep te hangen. Verheugend d was het om m te merken dat deze ged dwongen verhuizing doo or de Steenuil werd aanvvaard. Op 16 6 mei was een broedend wijfje op een vierleg gsel in de kast aanwezig. Drie eiere en kwamen hiervan h uit. Op O 9 juni werrden de jon ngen geringd d (ringnumm mers 3.665370 t/m 3.6653 372). Ze had dden een lee eftijd Figuur 6. Jonge Steen nuil van 20 dagen oud d (Lieshout, 9 juni 2009). Op de loccatie van ne estkast 57 hangen h twee e steenuilkaste en. Werd err in het verle eden telkenss in die andere kast geb broed (nestk kast 37, oud d type Braba ants Landschap), dit jaar werd d nestkast 57 verkozen. ngen geteld.. Op 16 mei werden er 5 kleine jon Tijdens het ringen van het broedse el op 28 meii waren w er nog vier van over. Drie jon ngen hadden n een leeftijd d van 16 dagen (ringnummerss 3.665309 t/m m 3.665311).. 4

De Benjamin van de familie was enkele dagen jonger en werd geringd met 3.665312. Gezien het aantal prooiresten in de kast kon het kroost trots zijn op hun zorgzame ouders. Naast de chitineresten van talloze kevers, ook resten van spreeuw, boerenzwaluw en koolmees. Desondanks werd voor een goede afloop gevreesd doordat er enkele dagen na de ringsessie een dode Steenuil werd gemeld op slechts een steenworp afstand van deze kast. Uit nieuwsgierigheid en met goede bedoelingen werd de kast daarom op 3 juni bezocht. Bij het lichten van het deksel keek de controleur verheugd in de acht heldere ogen van het nog immer kwieke kwartet. Jammerlijk genoeg werd op 8 juni één jong op een tiental meters van de kast dood op de grond gevonden. Het bleek om het jongste jong (3.647.496) te gaan. Zoals zo vaak blijkt, is de overlevingskans van met name de kleinsten erg beperkt. Als ze al tot uitvliegen komen, dan hebben ze het zeker in de periode direct daarna erg moeilijk. Niet zelden zal ondervoeding hieraan ten grondslag liggen. Tijdens de nacontrole op 29 juni bleek dat de jongen de kast succesvol hadden verlaten. Na wat graafwerk in de strooisellaag op de bodem van de kast werden helaas nog wel de resten gevonden van één jong met ring 3.665312. Helaas, de kleine Benjamin had het niet gered. Figuur 8. Het ringen van een jonge Steenuil uit nestkast 59 (Aarle-Rixtel, 13 mei 2009). Nadat het erf grondig op de schop was genomen, werd er toch gebroed in nestkast 60. Op 16 mei werden beide ouders aangetroffen op een vierlegsel. Beide vogels werden geringd (mannetje 3.647.497, vrouwtje 3.647.498). Figuur 7. Laatste tastbare overblijfselen van het kleinste jong uit nestkast 57 (Beek en Donk, 29 juni 2009). Voor het tweede achtereenvolgende jaar werd er gebroed in nestkast 59. En net zoals het jaar daarvoor was dit broedpaar er ook in 2009 veruit als eerste erbij. Tijdens de eerste controleronde op 13 mei werden er vijf pullen in de kast aangetroffen. Omgerekend waren twee jongen twaalf dagen oud, twee andere waren een dag jonger. Het vijfde jong was duidelijk kleiner. Zijn leeftijd werd op slechts zes dagen berekend. De jongen werden geringd met de nummers 3.647.492 t/m 3.647.496. Op 3 juni werden er drie uitgevlogen jongen op het erf gezien. Ook in de weken daarna werden er herhaaldelijk jonge vogels in de omgeving gezien. Het broedsel mag dus als succesvol worden beschouwd. Ruim twee weken later, op 3 juni, werd de nestkast wederom beklommen. Drie jonge Steenuiltjes hadden inmiddels het levenslicht gezien. Van het vierde ei was geen spoor meer te bekennen. Met een vleugellengte uiteenlopend van 19 tot 27 mm en een gewicht tussen 28 en 50 gram waren de jongen op dat moment nog te klein om geringd te worden (omgerekend maximaal 7 dagen). Bij het volgende nestbezoek op 9 juni werd vastgesteld dat het broedsel was mislukt. De jongen waren verdwenen. Slechts van één jong was het achterlijf (de billenpartij en poten) achtergebleven. Dit duidt vrijwel zeker op predatie. De lugubere gedachten dat één of beide ouders zich aan hun kroost hebben vergrepen moet worden uitgesloten. Aan voedsel immers geen gebrek, getuige de kikker en veldmuis die nog in de kast lagen. Nadat nestkast 64 in februari 2007 werd gehangen, was deze in het aansluitende broedseizoen meteen succesvol. Een jaar later (2008) bleek de kast verstoken van een broedsel. 5

Figuur 9. Adult vrouwtje en mannetje, broedvogels van nestkast 60 (Lieshout, 16 mei 2009). Figuur 10. Waarschijnlijk gepredeerd broedsel uit nestkast 60. Onder aangevoerde huismuis, boven de resten van een jonge Steenuil (Lieshout, 9 juni 2009). Dit jaar was er wederom een broedpoging. Doch hoewel er tijdens het eerste bezoek op 13 mei wel eieren werden geteld, was er direct al geen goed gevoel over een goede afloop. Het drielegsel was koud en lag diep in de nestkom. Met de hoop dat het desondanks om een zeer laat broedsel zou gaan, werd besloten de eieren te laten liggen. Toen drie weken later de situatie onveranderd bleek, werd het drielegsel uit de kast verwijderd (eimaten: 35,10 x 28,32 mm 14 gram, 36,30 x 27,93 mm 14 gram, 34,02 x 27,97 mm 12 gram). Na onderzoek werden in alle eieren onvolgroeide embryo s vastgesteld. De conclusie is dat het legsel door onduidelijke oorzaak is verlaten. Broedpoging mislukt. Tijdens geen enkel nestbezoek was er enig teken van oudervogels. Anders ging het toe in nestkast 65. Deze kast werd pas laat in het seizoen voor de eerste keer bezocht. Terwijl het mannetje in de buurt verbleef, werd het vrouwtje op het nest aangetroffen. Onder haar vier kleine kuikens van enkele dagen oud. Hoewel de biometrie wel werd genomen, waren zij nog te klein om te ringen. Moeder bleek een oude bekende. Ze was een jaar eerder, toen ook als broedvogel, in dezelfde kast geringd met ringnummer 3.647.409. Op 9 juni werd de kast wederom bezocht. Het vrouwtje was wederom aanwezig. Nu met twee levende jongen in haar gezelschap. Voorts lag er ook nog één dood jong op de bodem van de kast, en alleen nog een poot van het vierde jong. De precieze doodsoorzaak kon niet worden vastgesteld. Gezien de aangevoerde prooien in de kast (huismuis, rosse woelmuis) kan hongersnood worden uitgesloten. De overgebleven twee jongen werden geringd, gemeten en gewogen (3.665.373 en 3.665.374). Hun leeftijd kon worden berekend op 14 en 17 dagen. De start van de eileg ligt hiermee op 23 april. Bij de berekening is ervan uitgegaan dat het oudste geringde jong ook het oudste jong van het oorspronkelijke viertal is. De nacontrole vond plaats op 29 juni. Minimaal één jong werd springlevend in een stapel haardhout aangetroffen. De broedpoging mag hierdoor als succesvol worden beschouwd. In de kast nog de prooiresten van huismus en boerenzwaluw. Tot slot moeten ten aanzien van de Steenuil nog de volgende opmerkingen worden gemaakt. In twee nestkasten werd een volwassen vogel aangetroffen zonder dat er sprake was van een broedsel. In nestkast 67 verbleef tijdens een kastcontrole op 16 mei een ongeringde volwassen vogel. Hetzelfde geldt voor nestkast 69. Hier werd door de eigenaar op 7 mei een adult gezien. Een week later, op 13 mei, was de kast leeg en van een broedsel geen sprake (ter bevestiging werd wel een veertje van een steenuil gevonden). Misschien dat hetzelfde zich op meer locaties af heeft gespeeld, maar in beide gevallen gaat het om ongepaarde solitaire vogels. Deze zijn zowel op zoek naar een partner als naar een geschikte nestplek. Als dit op het juiste moment samenvalt, dan is broeden de volgende stap. Dit zijn zeker locaties om in de gaten te houden! Vervolgens zijn de perikelen die zich afgespeeld hebben op de locatie van nestkast 51 ook het vermelden wel waard. 6

Tijdens een controleronde op 19 mei werd er een uitgevlogen nest van een spreeuw in de kast gevonden. Omdat het hier om een nestkast van het oude type Brabants Landschap ging, werd voorgesteld om de kast binnenkort te vervangen. Dit voorstel werd op 27 mei omgezet in daden. De oude kast werd vervangen terwijl er een adulte Steenuil op de stallen zat. Zou er ergens een vrij broedgeval in de buurt zijn? Niet veel later kon dit bevestigd worden. Tijdens het vernieuwen van de aftimmering van één van de stallen kwam er op 2 juni een broedsel voor de dag. De timmerman had één jong uiltje in handen gehad, terwijl hij verderop nog andere pullen op de Dupanel-platen (onder golfplaten) hoorde krassen. Omdat er die middag niemand te bereiken was, werd er contact gezocht met Brabants Landschap. Hiervan kwam Marco Renes kijken. In overleg werd besloten om de aftimmering voor een gedeelte open te laten zodat de ouders hun jongen nog konden bereiken. Dit zou maar voor een korte periode hoeven. De timmerman had gezien dat het ene beestje zijn dons al kwijt was. Ze zouden weldra uitvliegen. De gehele reddingsoperatie mag als succesvol worden beschouwd. Niet veel later werden door de bewoners uitgevlogen jongen op hun erf gezien. Of het aantal jongen werkelijk drie is geweest is niet zeker, of deze ook allemaal werkelijk zijn uitgevlogen net zo min. Bewoonde kerkuilkasten in 2009 Na twee erg goede kerkuil-jaren achter de rug, (tien broedsels in 2007 én 2008) werd met veel belangstelling aan het nieuwe broedseizoen begonnen. Al vroeg in het jaar was al duidelijk dat de soort het moeilijk zou krijgen. Er werden immers overal weinig muizen gemeld. Dat zo n muizendaljaar grote gevolgen heeft op Kerkuilen is bekend. Hoe kleinschalig de Laarbeekse streekproef ook is, leuk is het om te zien dat dit ook in dit onderzoek wordt aangetoond. In 2009 werden in zes nestkasten Kerkuilen aangetroffen. Hiervan werd in vier kasten een broedpoging gestart. Hiermee komt de bezetting op het totale kastenbestand (30 nestkasten) op 20%. Een jaar eerder was dit nog 33%. De kasten die werden bewoond waren: Voor publicatie op internet worden de exacte broedlocaties niet vermeld Kort na deze hele affaire werd er op enkele tientallen meters afstand van de bewuste stal een dood Steenuiltje op de weg gevonden. Het ging om een volwassen exemplaar waarvan mag worden aangenomen dat het een van de broedvogels van dit broedsel was. Figuur 11. Steenuil als verkeersslachtoffer (Beek en Donk, 17 juni 2010, foto: John Vereijken). Figuur 12. Met trots worden de vier uilskuikens uit nestkast 1607 geshowd (Beek en Donk, 15 juli 2010). 7

In nestkast 1607 werd een vierlegsel geproduceerd. Op 12 juni werd er minimaal één klein jong gezien. Op 7 juli werd vastgesteld dat inmiddels alle eieren waren uitgekomen. Het viertal werd op 15 juli geringd (5.435.482 t/m 5.435.485). Aan de hand van de biometrie weten we dat de jongen op het moment van ringen een leeftijd hadden van 37, 37, 33 en 23 dagen. Het legbegin ligt hiermee op 7 mei. In nestkast 1635 werd dit jaar niet gebroed. Desalniettemin werden er wel vogels aangetroffen. Laat in het seizoen, op 23 juni, verbleef er een tweetal vogels (paartje?) in de kast zonder dat er eieren of jongen werden gezien. Eén vogel werd geringd (5.435.462) en de biometrie werd genomen. De andere vogel was al geringd. Het was een onbekende ring (niet een normale Nederlandse ring) dus voor ons een onbekende vogel. Uit de terugmelding zou later blijken waar en wanneer de vogel werd geringd. Verderop in dit verslag komen de terugmeldingen uitgebreid aan de orde. Figuur 14. Het hartvormig gezicht is al vroeg zichtbaar. Donsjong 5.435.460 in een leeftijd van 17 dagen (Beek en Donk, 29 juni 2009). De vogel was geringd met 5.402.240; een vrouwtje dat we voor (minimaal) het derde achtereenvolgende jaar in dezelfde kast tegenkwamen. Nu was de oude moeder in gezelschap van vier kuikens. Daarvan werden er drie geringd (5.435.459 t/m 5.435.461). Eén jong was nog te klein voor een ring. De leeftijd van de jongen liepen op de ringdatum uiteen van 9 tot 17 dagen. De leg van het eerste ei kan worden berekend op 21 april. Figuur 13. In nestkast 1635 verbleef een nietbroedvogel met een aparte ring (Beek en Donk, 23 juni 2009). Ook in nestkast 1640 werd niet gebroed. Ook hier werden adulte vogels aangetroffen welke niet tot broeden zijn overgegaan. Ook deze vogels waren beide geringd en worden eveneens later in dit verslag besproken. Broeden vond wel plaats in nestkast 1645. Op 16 mei werd een broedend wijfje aangetroffen. Om verstoring te beperken werd niet gekeken op hoeveel eieren of jongen de vogel zat. Ruim drie weken later, op 9 juni, werd het wijfje wederom aangetroffen. Niet geheel tegen de verwachting in, het was immers een muizendaljaar, heeft het kleinste kuiken het niet gered. Op 29 juni werden alleen nog de drie geringde jongen in de kast aangetroffen. Van het kleinste jong geen spoor. Deze is naar alle waarschijnlijk door een van de anderen opgegeten. Tijdens de nacontrole op 27 juli vertoefden 5.435.460 en 5.435.461 nog in de kast. Als ze de kast al niet verlaten hadden en hem nu als rustplek gebruiken, dan zou dat binnen niet al te lange tijd gebeuren. De oudste telg 5.435.459 was tijdens dit bezoek niet meer te bekennen. Ook in nestkast 1647 werd succesvol gebroed. Begin juni werden er vier eieren geteld. Verderop in de maand, op 22 juni, werden er twee jongen aangetroffen. Toen op 15 juli de kast wederom werd bezocht, werd gehoopt dat er nog meer jongen uit het ei waren gekropen. 8

Helaas bleek het tegendeel en kon er nog maar één jong worden geringd. De jonge vogel kreeg ringnummer 5.435.486. Zijn leeftijd werd berekend op 33 dagen. Als we ervan uitgaan dat dit jong uit het eerst gelegde ei is gekomen, dan ligt het legbegin op 11 mei. Uiteindelijk heeft dit jong succesvol de kast verlaten. Tijdens het broedstadium werd nestkast 5607 niet bezocht. Later in de jongenfase gebeurde dit wel. Op 29 juni werden twee jongen in de kast aangetroffen. Eén jong was dood, het andere levend. Het dode jong stonk enorm maar was niet door zijn broer of zus aangevreten. Het enige overlevende jong werd geringd met 5.435.472 en had tijdens het ringen een leeftijd van 40 dagen (eilegdatum 18 april). Tot eind juli werd het jong herhaaldelijk in de inlooppijp gezien. Hoewel de reproductie minimaal was, wist ook dit broedpaar in het karige muizenjaar 2009 hun broedpoging hiermee succesvol ten einde te brengen. Vreemde gasten Net zoals in voorgaande jaren worden uilenkast maar wat graag gekraakt door andersoortig gespuis. Steenuilkasten worden graag door spreeuwen gebruikt. Dit gebeurde doorgaans met succes op negen locaties. Verder werden ook nog kauw (3 keer) en koolmees vastgesteld (1 keer). Broedende kauwtjes werden ook in kerkuilkasten aangetroffen (5 keer). De enige andere soort die deze kasten in 2009 gekraakt hebben, waren holenduiven. Dit was vier keer het geval. Figuur 15. Stralend wit als kerkuil-eieren. De nestkom met twijgjes verraden echter dat het hier om holenduiven gaat (Beek en Donk, 23 juni 2009). Terugmeldingen Het verkrijgen van een terugmelding is de enige motivatie om vogels te ringen. Binnen dit onderzoek werden er in 2009 weer een aantal vogels geringd en voorts ook een aantal terugmeldingen ontvangen. Het gaat om doodgevonden beesten of aflezingen tijdens nestkastbezoeken. Misschien ten overvloede wil ik bij deze van de gelegenheid gebruik maken om zowel aflezingen alsmede eventuele terugmeldingen altijd te melden bij ondergetekende (telefoon 0492 383787). Ook in volgende jaren zullen deze gegevens in de verslaglegging worden opgenomen. Sinds het vorige jaarverslag werden er 10 terugmeldingen van Steenuil (6) en Kerkuil (4) ontvangen. In chronologische volgorde van de vind- of afleesdatum worden alle ringnummers besproken (hiervan werden enkele meldingen al eerder in dit verslag opgetekend). Steenuil 3.639.407 Geringd op 12 mei 2007 (Karstraat, Beek en Donk). Op 2 juni, hartje broedseizoen, werd ik getipt dat er een dode Steenuil was gevonden aan de Lagedijk te Beek en Donk. De vogel werd aangetroffen langs een schuurtje op het perceel van een glastuinder. Over de doodsoorzaak kon niets gezegd worden. Eén van de mogelijkheden is dat de vogel een klap tegen het glas heeft gemaakt, waarna inwendige bloedingen haar uiteindelijk (na nog wat doorvliegen) fataal zijn geworden. Nadat de vogel om 22.00 uur was opgehaald, bleek al snel dat het om het vrouwtje ging dat in 2007 in een nestkast aan de Karstraat als broedvogel werd geringd. Met de honkvastheid van Steenuiltjes in het achterhoofd werd besloten om direct de volgende dag deze nestkast (nestkast 57) te gaan bezoeken. Deze lag immers op een steenworp afstand van de vindplaats van de dode vogel. Omdat dit uiltje al vier dagen eerder werd gevonden werd voor het broedsel gevreesd. Zoals eerder in dit verslag wordt vermeld, werd dit broedsel uiteindelijk succesvol afgerond en mag men aannemen dat de gevonden dode Steenuil 3.639.407 in 2009 niet het vrouwtje was dat in de Karstraat heeft gebroed. Maar of zij elders wel een broedsel heeft gehad is niet bekend en dat zullen we wellicht ook nooit meer weten. 9

Steenuil 3.647.497 Geringd op 16 mei 2009 (Sluisweg, Lieshout). Dit vrouwtje werd op 16 mei samen met haar partner geringd. Ruim veertien dagen later werd haar ring tijdens een controle op 3 juni weer afgelezen. Zoals eerder in dit verslag werd vermeld, liep het met haar broedpoging niet goed af. Steenuil 3.647.496 Geringd op 13 mei 2009 (Asdonkseweg, Aarle- Rixtel). Het kleinste jong dat op 13 mei in nestkast 59 werd geringd werd op 8 juni dood op het erf gevonden. Tijdens het ringen werd de leeftijd op zeven dagen berekend. Op de vinddatum zou de vogel circa 33 dagen oud zijn. De nestperiode van Steenuilen bedraagt 30-35 dagen. Tijdens het ringen van het broedsel van vijf kuikens, was al goed te zien dat dit jong duidelijk de kneus van de kast was. Wellicht dat dit jong de veilige kast heeft verlaten op het moment dat zijn kwiekere nestgenoten dat ook deden. Als kneus verlaat je dan eigenlijk het nest te vroeg. Je bent eigenlijk nog helemaal niet voldoende vliegvaardig en zult daardoor eerder door uitputting en honger omkomen. Steenuil 3.630.927 Geringd op 10 mei 2006 (Lekerstraat, Beek en Donk). Dit broedende vrouwtje uit nestkast 42 werd in 2006 als broedvogel geringd en werd daarna jaarlijks in dezelfde kast aangetroffen. Ze was ieder jaar succesvol met haar broedsel. In 2009 bleef het echter bij eileg en vlogen er helaas geen jongen uit. Haar ring werd dit jaar verschillende keren afgelezen. Voor het laatst op 15 juli. Figuur 16. Voor het derde achtereenvolgende jaar kon de biometrie van 5.402.240 worden genoteerd (Beek en Donk, 9 juni 2009). Kerkuil 5,402,240 Geringd op 1 oktober 2007 (Karstraat, Beek en Donk). Dit broedende vrouwtje werd tijdens een nacontrole in het najaar van 2007 geringd in nestkast 1645. Eerder in dat jaar verlieten twee jongen succesvol deze kast. Het is vrijwel zeker dat dit vrouwtje hier broedvogel was. Ook het jaar daarna werd haar ring hier afgelezen en op 9 juni 2009 was ze wederom als broedvogel aanwezig. In beide recente jaren was ze succesvol. Steenuil 3.647.409 Geringd op 26 mei 2008 (Nieuwveldweg, Beek en Donk). Op 28 mei en op 9 juni kon de ring afgelezen worden van een broedvogel in nestkast 65. Op de eerste datum had ze nog vier erg kleine jongen. Zo n twee weken later waren er hier nog twee van over. Deze verlieten uiteindelijk succesvol de kast. Dit wijfje werd een jaar eerder ook al als broedvogel in dezelfde kast geringd. De exacte leeftijd is daarom niet bekend. Ze is in ieder geval ouder dan 3KJ. Kerkuil 5.402,314 Geringd op 16 juni 2008 (De Biezen, Aarle- Rixtel). Tijdens een controleronde op 18 juni werden er twee adulte Kerkuilen aangetroffen in nestkast 1640. Er was verder geen broedsel aanwezig. Beide vogels waren geringd. De ene vogel, 5.402.314, was in 2008 als broedend wijfje geringd in nestkast 1603, op circa drie kilometer afstand van deze kast. Het antwoord op de vraag waarom deze vogel deze kast verlaten heeft en nu in een andere kast als niet-broedvogel verblijft is niet direct te verklaren. Het instorten van de muizenstand is een feit. Dat de soort daardoor is gaan zwerven is vervolgens aannemelijk. Een verplaatsing van drie kilometer is daarbij geen buitensporige prestatie. Kerkuil 5.402.276 Geringd op 27 mei 2008 (Keyzersven, Elsendorp). Tijdens de controle van nestkast 1640 op 18 juni werd ook deze uil aangetroffen. Deze vogel werd een jaar eerder als jong uit een broedsel van vier geringd in Elsendorp. Hoewel het geslacht van de metgezel bekend is, 5.402.314 is een vrouwtje, hoeft dit niet te betekenen dat het hier persé om een mannetje gaat. Als nietbroedvogel kunnen twee vrouwtjes zonder moeite in elkaars gezelschap verblijven. 10

Jaarverslag 2009 - Nestkastenproject Kerkuil en Steenuil Nestkastt 1640 is zo n 19 kilometer verwijderd van de plek waar Kerkuil 5.402.276 werd geringd. Dit gebeurde in het Gelderse plaatsje Almen (tussen Lochem en Zutphen). Met een afgelegde afstand van 83 kilometer is deze uil de grootste globetrotter die we ooit in het Laarbeekse tegen het lijf zijn gelopen. Na wat speurwerk bleek dat deze uil met recht Kerkuil mag worden genoemd. De vogel werd namelijk geboren in de Protestantse Kerk van Almen. De zes jonge uiltjes werden in de uilenkast op de zolder van het gebouw geboren. De kuikens werden in een mandje naar benedenn getakeld, en op de kerkstoep door Antonn Meenink geringd. De dominee mocht ze even vasthouden. Hij trok er zijn toga voor aan. Figuur 17. In nestkast 1640 werden twee adulte niet-broedvogels aangetroffen (Beek en Donk, 18 juni 2009). Tot slot is het leuk om te weten dat deze Kerkuil geringd werd in het kader van het RAS-project. RAS is de afkorting van Recapturee Adults for Survival. Het is een ringproject van het Vogeltreksta ation in Heteren. Kerkuil 5.433.825 Geringd op 5 juni 2007 (Dorpsstraat, Almen). Ook in nestkast 1635 werden dit jaar Kerkuilen zonder broedsel aangetroffen. Tijdens een controle op 23 juni waren twee adulten aanwezig. Het ene exemplaar was ongeringd, maar werd tijdens dit bezoek geringd met 5.435.462. Ook de biometrie werd genomen. De ander uil die aanwezig was, was wel geringd. Vrijwel direct viel op dat het niet om een normale ring van het Vogeltrekstation ging. Op de aluminium ring stond behalve de centrale en het ringnummer www.ring.ac. 5.433..825 ook de toevoeging Uit de terugmelding blijkt dat deze uil op 5 juni 2007 als jong uit een nest van zes werd geringd. Figuur 18. Op de kerkstoep van Almen worden de jonge uilen geringd (Almen, 5 juni 2007, foto: Gerrie Nijenhuis). Figuur 19. De dominee van Almen met een Kerkuil (Almen, 5 juni 2007, foto: Gerriee Nijenhuis). Het doel van het project is om terugvangst- gegevens te verzamelen die het mogelijk maken om de overlevingskansen van een reeks van vogels te volgen in verschillende e broedgebieden. Het ringen gebeurt alleen in het broedseizoen. Met de erugvangstenn kunnen de overlevingskansen worden berekenend. Een hoge graad van plaatstrouw bij broedendee adulte vogels maakt het vergaren van ring- en terugvangstgegevens tott een efficiënt middel om de overlevingskansen van adulte vogels te meten en te volgen. Steenuil 3.665.312 Geringd 28 mei 2009 (Karstraat, Beek en Donk). Kleinste uil uit een nest van vier (oorspronkelijkk vijf) jongen. Het broedsel werd op 28 mei geringd in nestkast 57. Bij de nacontrole op 29 juni werd de poot met ring terug gevonden op de bodem van de kast. De nestgenotenn hadden de kast normaal verlaten. 11

Jaarverslag 2009 - Nestkastenproject Kerkuil en Steenuil Tabel 1. Terugmeldingen van Steenuilen ( boven) en Kerkuilen (onder) met hun relatie tot Laarbeek (km en dag zijn de afstand en verstreken tijd sinds de ringdatum, * = buiten werkgebied). ringnummer ringdatum kast vinddatum vind- plaats status toelichting km dag 3.639.407 3.647.4977 3.647.4966 3.630.927 3.647.409 3.665.312 12-05-2007 16-05-2009 13-05-2009 10-05-2006 26-05-2008 28-05-2009 37 60 59 42 65 57 02-06-2009 Beek en Donk 03-06-2009 Lieshout 08-06-2009 Aarle-Rixtel 09-06-20099 Beek en Donk 09-06-20099 Beek en Donk 29-06-20099 Beek en Donk dood levend dood levend levend dood onbekend 1 752 broedvogel 0 18 uitputting/honger 0 26 broedvogel 0 1126 broedvogel 0 379 nestjong 0 32 5.402.2400 5.402.3144 5.402.276 5.433.8255 01-10-2007 16-06-2008 27-05-2008 05-06-2007 1645 1603 * * 09-06-20099 Beek en Donk 18-06-2009 Aarle-Rixtel 18-06-2009 Aarle-Rixtel 23-06-2009 Beek en Donk broedvogel niet-broedvogel niet-broedvogel niet-broedvogel levend levend levend levend 0 3 14 83 617 367 387 749 Samenvatting De resultaten van het broedseizoen 2009 worden in onderstaande tabel 2 samengevat. Niet eerder bezette de Steenuil zoveel kasten als in 2009; negen stuks (zie grafiek 1). De Kerkuil deed het een heel stuk minder. Na enkele jaren van groei die in de periode 2005 tott en met 2008 opliep van vijf naar tien bezettee kasten (zie grafiek 2), werden er in 2009 maar slechts vier kasten bezet. De belangrijkste e oorzaak voor deze terugval is het mageree prooiaanbod. Muizen, het stapelvoedsel voor Kerkuilen, beleefden namelijk een absoluut daljaar. De Steenuil heeft een veel breder menu en is daarom veel minder kwetsbaar als er weinig muizen zijn. Een lage muizenstand resulteert niet alleen in minder broedgevallen, ook beginnen Kerkuilen later met broeden. Gemiddeld genomen begon de soort in 2009 pas op 29 april met de eileg (n=4). Dat is meer dan zes weken later als in het muizen-topjaar 2007 (n= =7). In de periode 2005-2009 werd het eerste ei gemiddeld op 10 april (n=28) gelegd. Figuur 20. Ondanks de vele broedpogingen geen bijster goed jaar voor Steenuilen (Beek en Donk, 9 juni 2009). De legstart van de Steenuilen begon dit jaar op 12 april. Dit wijkt slechts weinig af van het gemiddelde over de periode 2005-2009 (10 april, n=22). Wat bekend is, en ook opvalt in Laarbeek, is dat de spreiding van het legbegin bij Steenuilen heel beperkt is. In de afgelopen vijf jaren begon de soort gemiddeld genomenn tussen 2 april en 15 april met broeden. Uiteraard zijn hier wel uitschieters te bespeuren. In 2006 werd er al op 21 maart een ei gelegd terwijl we in 2009 zagen dat er een paartje pas op 27 april begon. 12

Ondanks het recordaantal broedsels bij Steenuilen, ging het wel erg vaak mis dit jaar. Slechts vier van de negen broedparen wisten jongen tot uitvliegen te brengen. En dat waren er bij elkaar maar dertien (3,3 uitgevlogen jongen per succesvol paar), terwijl er aanvankelijk maar liefst 35 eieren werden gelegd. Met een eisucces van 37% hebben de broedpaartjes dus ondanks een hoge bezetting een mager jaar achter de rug. Daarmee hebben de Laarbeekse Steenuilen dus slecht gepresteerd! De oorzaak van het wegvallen van zoveel jongen is heel divers en vaak niet aantoonbaar. De kerkuilpaartjes wisten wel allemaal jongen tot uitvliegen te brengen. Bij elkaar wisten negen jonge uilen het nest te verlaten. Het lage gemiddelde van 2,25 uitgevlogen jongen per succesvol paar ligt geheel in lijn met een muizendaljaar. Voor zover bekend produceerden de Kerkuilen 14 eieren waarvan er twee niet uitkwamen. Drie jongen kwamen jammerlijk vroegtijdig aan hun einde. Samengevat betekent dit dat ondanks het beroerde prooiaanbod de Kerkuil met een eisucces van bijna 65% wat dat betreft een beter jaar achter de rug heeft dan de Steenuil. Figuur 21. Het bekijken meer dan waard (Beek en Donk, 18 juni 2009). Dit wordt nog duidelijker als je het aantal uitgevlogen jongen afzet tegen het totaal aantal broedparen. Met andere woorden: de negen steenuilpaartjes die een broedpoging waagden, brachten bij elkaar maar weinig meer jongen tot uitvliegen dan de Kerkuil waarvan er maar vier tot broeden overgingen. Gemiddeld vlogen er 1,44 jonge Steenuilen per broedpoging uit tegenover 2,25 jong bij de Kerkuil. Tabel 2. Gegevens over eileg en broedsucces in nestkasten van Steenuil en Kerkuil in 2009. soort kast eieren niet uit start eileg dode jongen uitgevlogen jongen Steenuil 38 4 0 6-4 4 0 Steenuil 42 3 3? 0 0 Steenuil 44 3 0? 3 0 Steenuil 48 4 1 19-4 0 3 Steenuil 57 5 0 10-4 2 3 Steenuil 59 5 0 30-3 0 5 Steenuil 60 4 1 27-4 3 0 Steenuil 64 3 3? 0 0 Steenuil 65 4 0 11-4 2 2 Kerkuil 1607 4 0 7-5 0 4 Kerkuil 1645 4 0 21-4 1 3 Kerkuil 1647 4 2 11-5 1 1 Kerkuil 5607?? 18-4 min.1 1 13

Grafiek 1. Verloop van het aantal broedparen en nestkasten van de Steenuil in Laarbeek in de periode 1996-2009. aantal eerste broedsels steenuil 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 9 8 8 5 0 0 0 1 1 0 2 0 1 1 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 aantal nestkasten eerste broedsels steenuil aantal nestkasten Grafiek 2. Verloop van het aantal eerste broedsels en nestkasten van de Kerkuil in Laarbeek in de periode 1996-2009. 12 35 aantal eerste broedsels kerkuil 10 8 6 4 2 0 10 8 6 5 5 4 3 3 3 1 0 1 2 2 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 30 25 20 15 10 5 0 aantal nestkasten eerste broedsels kerkuil aantal nestkasten Dankwoord Graag wilde ik eenieder hartelijk bedanken die in 2009 heeft meegewerkt aan het nestkastenproject. In de eerste plaats zijn dat uiteraard de kasteigenaren. Het was weer prettig om met hen samen te werken. Helaas bij de ene met wat meer succes dan bij de andere. Wie weet wat de toekomst ook voor die andere brengt. Ook dank aan de leden van de vogelwerkgroep die een bijdrage hebben geleverd met het controleren van de kasten. In het afgelopen jaar waren dat met name Leo van den Heuvel, René Rooijakkers, Antoon Sips, Paul Sprengers, Antoon Verhoeven en Pieter Verhoeven. John Vereijken wil ik bedanken voor de samenwerking tijdens de controlerondes en voor het ringen van de vogels. Aan de medewerkers en Brabants Landschap ben ik een woord van dank verschuldigd voor het beschikbaar stellen van nestkasten. Tot slot aan eenieder die bijgedragen heeft aan de totstandkoming van deze verslaglegging middels foto s of anderszins. Nogmaals, iedereen hartelijk dank. Marc Verbeeten, mei 2009. mverbeeten@wanadoo.nl 14