Bijlage 8 Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen

Vergelijkbare documenten
Bijlage 8 Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Maatschap Thomassen, Striep 1 te Oploo Zaaknummer:

VERZONDEN 0 3 ONT. 2017

VERZONDEN 18 OKI. 2017

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet Hans Voermans Klusservice V.O.F.

verzonden o 7 mir 2019

BESLUIT VERLENEN NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GRONINGEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOUAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN

NB-CHECK TOETSING GEVOLGEN NATUURBESCHERMINGSWET EN PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) DOOR:

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Brabantse beleidsregel PAS Vragen en antwoorden

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

Stikstofdepositieonderzoek bestemmingsplan Duingeest te Monster

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Programma Aanpak Stikstof (PAS) Provincie Noord-Brabant

Berekening Melding 2016 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Aanvraagformulier vergunning Wet natuurbescherming Bescherming van Natura 2000

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBFSI HIT VAN GFDEPLJTEERDE STATFN VflM NOORD-HO LAND A. ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOLLAND

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD-HOII ANn

PAS en vergunningverlening onder Natuurbeschermingswet Wim Hage Provincie Zeeland

GEDEPUTEERDE STATEN VAN DE PROVINCIE GRONINGEN BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

De motivering voor ons besluit is in bijlage 2 (overwegingen) en bijlage 3 (bijlage AERIUS Register 3 ) weergegeven.

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

VERZONDEN 19 SEP. 2017

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb)

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Berekening referentie Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Vergunning. Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 19d Natuurbeschermingswet P. Duijvestijn te Afferden

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 19km, eerste lid, van de Nb-wet Bijlage bij besluit, Vergunningaa

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 2.7, tweede lid, Wet natuurbescherming

A. BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN NOORD- HOLLAND

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

VERZONDEN 0 2 JOU 2018

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord


BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Pagina 1 van 20. Bijlagen

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

Verzoek Verklaring van Geen Bedenkingen Natuurbeschermingswet Groningen Rass Future Farms B.V. Munnekemoer Oost 44, 9561 NP Ter Apel

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

De motivering voor ons besluit is in bijlage 2 (overwegingen) en bijlage 3 (bijlage AERIUS Register 3 ) weergegeven.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Maatschap H. en R.H. Drenten De heer H. Drenten De Meene 4 a 7779 DC HOLTHONE. Onderwerp: Vergunning Wet natuurbescherming. Geachte heer Drenten,

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Voorschriften Wij verbinden aan deze vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

BELEIDSREGEL TOEDELING ONTWIKKELINGSRUIMTE PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF ZUID-HOLLAND 2015 SEGMENT 2

Berekening gecombineerde opgave 2012 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

Onderwerp: Natuurbeschermingswet; vergunning met ontwikkelingsruimte

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Voorschriften Wij verbinden aan de vergunning voorschriften. Deze zijn in bijlage 1 weergegeven.

VERZONDEN 1 4 SEP. 2017

Besluit. Bosch onderwijs expertise (BOE) De heer/mevrouw A.J.M. Bosch Oude Twentseweg RG LUTTENBERG

Programma Aanpak Stikstof (PAS) Provincie Limburg

OOSTERHOUT Stikstofberekening Zwaaikom

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet vergunning

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

l. de aangevraagde vergunning op grond van art kel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 te verlenen;

Transcriptie:

Bijlage 8 Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen voor de inrichting gelegen aan Molenhuisweg 10 Vlierden 5-10-2017

Colofon Rapport: Onderbouwing Verklaring van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 Vlierden Rapportnummer: 1041OM105MV Status: Definitief Datum: 26 juni 2017 aangepast 5-10-2017 Opdrachtgever Van Paassen VOF Molenhuisweg 10 5756 PB Vlierden Contactpersoon De heer Van Paassen 0493-310069 Opdrachtnemer Geling Advies Postbus 12 5845 ZG Sint Anthonis www.gelingadvies.nl Projectleiding Geling Advies BV Ing. G.G.L.M.M. van den Berk Senior Adviseur Wet en Regelgeving +31 (0) 493-597500 gvandenberk@gelingadvies.nl OKTOBER 2017 GELING ADVIES Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze dan ook, en evenmin in een geautomatiseerd gegevensbestand worden opgeslagen, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Geling Advies. Aan de inhoud van dit rapport kunnen geen rechten worden ontleend. Geling Advies verwerpt elke aansprakelijkheid voor een ander gebruik van deze tekst dan voor de situatie waarvoor deze wordt uitgebracht. De informatie in deze tekst is onder voorbehoud en kan worden veranderd zonder voorafgaande kennisgeving.

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 1 2 PROJECTOMSCHRIJVING 2 2.1 Referentiesituatie 2 3 WETTELIJK KADER 4 3.1 Nationaal 4 3.2 Programmatische Aanpak Stikstof 4 3.2 Beleidsregel provincie Gelderland 7 4 LIGGING T.O.V. NATURA 2000-GEBIEDEN 8 5 AMMONIAK 9 5.1 Emissie referentiesituatie 9 5.3 Emissie gewenste situatie 9 5.3 Projecteffect 10 6 DEPOSITIE 11 6.1 Aerius 11 6.2 Rekenresultaten 12 7 CONCLUSIE 13

1 INLEIDING Bedrijven die bedrijfsactiviteiten willen uitbreiden en als zodanig agrarische bedrijfsactiviteiten exploiteren zijn mogelijk vergunningsplichtig in het kader van de Wet natuurbescherming (in werking getreden 1 januari 2017). De aard en omvang van de bestaande bedrijfsactiviteiten en relatie tot het voorgenomen initiatief alsook de ligging t.o.v. Natura 2000-gebieden is hierbij van essentieel belang. Middels onderhavige rapportage wordt de stikstofdepositie van het bedrijf op omliggende kwetsbare gebieden inzichtelijk gemaakt. Dit voor zowel de referentiesituatie als de gewenste situatie. Wij verzoeken u om te beoordelen of het voorgenomen initiatief van initiatiefnemer vergunningsplichtig is in het kader van de wet Natuurbescherming. Indien wenselijk zijn wij bereid onderhavige rapportage mondeling toe te lichten. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 1

2 PROJECTOMSCHRIJVING 2.1 REFERENTIESITUATIE Initiatiefnemer, Van Paassen VOF, exploiteert een melkrundveehouderij aan de Molenhuisweg 10 te Vlierden. De locatie is nader bekend onder de navolgende kadastrale gegevens: Gemeente Deurne, Sectie R, nr. 367, 397 en 652. Voor de inrichting is op 28 oktober 2015 een vergunning Natuurbeschermingswet verleend door de provincie Brabant. Dit voor het houden van de diersoorten: Aantal melkkoeien traditioneel (A1.100) 160 Aantal vrouwelijk jongvee (A3.100) 136 Aantal fokstieren en overig rundvee (A7.100) 8 Figuur 1 Luchtfoto projectlocatie Molenhuisweg 10 te Vlierden Vervolgens is op 15 februari 2016 in melding in kader van de PAS gedaan. Hierbij is de bedrijfsvoering gewijzigd overeenkomstig de rechtsgeldige omgevingsvergunning Milieu van 19 juli 2016. In de vigerende situatie wordt derhalve beschikt over een omgevingsvergunning milieu en melding PAS voor het houden van de volgende diersoorten: Aantal melkkoeien traditioneel (A1.100) 124 Aantal melkkoeien emissiearm (A1.13) 88 Aantal vrouwelijk jongvee (A3.100) 140 In onderstaande afbeelding is de huidige situatie van de inrichting weergegeven. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 2

nr stal aantal dieren aantal plaatsen kg NH3 / dier totaal NH3 2.2 GEWENSTE SITUATIE Ten opzichte van de PAS melding wordt er stal 3 een strohok gerealiseerd waar een drietal zoogkoeien (A2.100) traditioneel kunnen worden gehuisvest. Ventilatie vindt plaats via de deur in de zijgevel. Hiervoor wordt vergunning gevraagd Verder wordt stal 4 intern gewijzigd. Er is gekozen voor een ruimere huisvesting van het aantal dieren. Zo worden de ligboxen verbreedt naar 1.20. Hierdoor kunnen er minder boxen in de stal worden geplaatst dan vergund. Verder wordt de positie van de melkrobot verplaatst en komt er een strohok in plaats van een zandbox. Voor deze stal wordt vergunning gevraagd voor het huisvesten van 79 melkkoeien (opstallen) overeenkomst emissiearm stalsysteem BWL 2010.34.v6 en 3 melkkoeien permanent traditioneel gehuisvest in het strohok (opstallen)1. In tabel 1 is de emissie in de beoogde situatie uitgewerkt. RAV-code (BB of BWL) Diercategorie 1a 1b 1c 2 3 4 A 3.100 vrouwelijk jongvee 32 32 4,4 140,8 A 3.100 vrouwelijk jongvee 76 76 4,4 334,4 A 3.100 vrouwelijk jongvee 32 32 4,4 140,8 A 1.100 melkkoeien 124 124 13 1612 A 2.100 zoogkoeien 3 3 4,1 12,3 A 1.13 (BWL 2010.34.V6) melkkoeien 79 79 7 553 A 1.100 melkkoeien 3 3 13 39 2832,3 1: In verband met de Verordening Natuurbescherming geldend op het moment van indienen van de aanvraag (7-7-2017) moet de nieuwe stal gemiddeld voldoen aan de eisen uit de oude verordening. De eis is 7,5 kg per koe. De emissiearme vloer heeft 7 kg per koe dus (79 koeien x 0,5 kg) is 39,5 kg ammoniak wat mag worden benut voor de koeien traditioneel op stro. Dit zijn er dus maximaal 3. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 3

3 WETTELIJK KADER 3.1 NATIONAAL In 1992 is door de lidstaten van de Europese Unie (EU) een netwerk van beschermde natuurgebieden opgezet. Dit is het Natura 2000 netwerk. Het netwerk is bedoeld om zowel de vitaliteit als de biodiversiteit op Europees grondgebied te beschermen en te behouden. Hiervoor vormen de Europese Vogelrichtlijn uit 1979 en de Habitatrichtlijn uit 1992 de basis. Doordat alle lidstaten van de EU hun Natura 2000-gebieden hebben aangemeld bij de Europese Commissie, zijn deze op 7 december 2004 gepubliceerd op de communautaire lijst. Alle gebieden die op de communautaire lijst zijn opgenomen, moeten op grond van het nationaal recht als te beschermen habitat worden aangewezen. In Nederland is op 1 januari 2017 de nieuwe Wet natuurbescherming in werking getreden. Middels deze wet wordt de bescherming van natuurgebieden geregeld en zijn een drietal wetten samengevoegd: Natuurbeschermingswet 1998; Flora- en faunawetten; Boswet. In artikel 2.7 lid 2 van de Wet natuurbescherming is opgenomen dat het verboden is om zonder vergunning een project te realiseren of andere handelingen te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied de kwaliteit van natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen. Toetsingskader voor het verkrijgen van een vergunning Wet natuurbescherming, betreft de Programmatische Aanpak Stikstof. 3.2 PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is ontstaan om de vergunningverlening rond Natura 2000-gebieden soepel te laten verlopen. Doel is economische ontwikkelingen de ruimte te geven en tegelijk de bijzondere natuur van Natura 2000-gebieden te behouden. De PAS is het beleid waarmee Nederland het hoofd biedt aan de problematiek rond stikstof en natuur. De PAS borgt dat doelstellingen van het Europese natuurbeleid worden gehaald en creëert tegelijk ruimte voor gewenste economische ontwikkeling. Een ambitieuze maar ook realistische aanpak die zorgt voor balans tussen ecologie en economie. De PAS steunt op twee pijlers om de doelen van Natura 2000 zeker te stellen: daling van stikstofdepositie en ecologische herstelmaatregelen. Een deel van de daling mag worden gebruikt voor nieuwe economische activiteiten. De PAS combineert twee manieren om de natuurdoelen van Natura 2000 zeker te stellen: Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 4

Het blijvend laten dalen van de stikstofdepositie door het nemen van maatregelen aan de bron; Het uitvoeren van herstelmaatregelen voor stikstofgevoelige natuur. De PAS bepaalt ook dat een deel van de daling van de stikstofdepositie mag worden ingezet voor nieuwe of uitbreiding van bestaande stikstofemitterende economische activiteiten. Dit noemen we de ontwikkelingsruimte. Op deze manier blijft de stikstofdepositie dalen, terwijl er ook ruimte is voor de gewenste economische ontwikkeling. Hiermee is er ook ruimte voor investeringen in schonere productietechnieken, zoals emissiearme stalsystemen in de veehouderij. Zo ontstaat een evenwichtige benadering, waarbij economische activiteiten mogelijk blijven onder voorwaarde dat de gestelde natuurdoelen worden gehaald. Verdeling van depositieruimte De PAS verdeelt de depositieruimte over vier delen, zie onderstaande afbeelding. Autonome groei Figuur 2 Verdeling depositieruimte De autonome groei is de groei van activiteiten die reeds plaatsvinden bij de aanvang van dit programma en waarvoor geen toestemming vooraf vereist is. Het gaat dan bijvoorbeeld om ontwikkelingen als de toename van de productie bij bedrijven binnen de voorwaarden van een reeds verleende vergunning op grond van de wet-, de groei van het verkeer en consumentengroei. Onder grenswaarde De depositieruimte voor ontwikkelingen onder de grenswaarde is de hoeveelheid stikstofdepositie die voor een voor stikstof gevoelig habitattype of leefgebied van soorten in een Natura 2000-gebied beschikbaar is voor activiteiten die vallen onder een grenswaarde. De grenswaarde is vastgelegd in het Besluit grenswaarden Programmatische Aanpak Stikstof en betreft 1,0 mol per hectare per jaar. Deze waarde wordt naar beneden bijgesteld (0,05 mol per hectare per jaar), als blijkt dat ten aanzien van een voor stikstof gevoelig habitat in het desbetreffende Natura 2000-gebied 5% of minder van de depositieruimte onder grenswaarden beschikbaar is. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 5

Ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten De ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten komt overeen met de hoeveelheid stikstofdepositie die deze projecten naar verwachting op de onderscheiden hectares van de voor stikstof gevoelige habitattypen en leefgebieden van soorten veroorzaken. De prioritaire projecten zijn afzonderlijk of als categorie genoemd of beschreven in de bijlage bij de Regeling programmatische aanpak stikstof. Deze lijst wordt in ieder geval jaarlijks geactualiseerd. Vrije ontwikkelingsruimte De vrije ontwikkelingsruimte is het restant van de totale depositieruimte na aftrek van de depositieruimte voor autonome ontwikkelingen, de depositieruimte voor activiteiten onder grenswaarden en de ontwikkelingsruimte voor prioritaire projecten. Veehouderijen kunnen ontwikkelingsruimte halen uit de delen onder grenswaarde en vrije ontwikkelingsruimte. De totale omvang van de cirkel, dus de omvang van de depositieruimte, volgt uit de systematiek van de PAS. De stikstofdepositie wordt berekend door middel van het rekenprogramma AERIUS. Wanneer enkel een bestaande situatie wordt gelegaliseerd, dient een berekening gemaakt te worden van de bestaande situatie. Als de bestaande situatie een stikstofdepositie veroorzaakt boven de grenswaarde, dient een vergunning te worden aangevraagd. Onder de grenswaarde is dit vergunningvrij. De berekening dient wel bewaard te blijven. Voor de stikstofdepositie veroorzaakt in de bestaande situatie wordt geen ontwikkelingsruimte aangevraagd. Deze is reeds meegenomen in de achtergronddepositie van het PAS-programma. Voor een uitbreiding of wijziging van een bestaande situatie dient een berekening gemaakt te worden van de beoogde situatie. Wanneer door de beoogde situatie een stikstofdepositie wordt veroorzaakt boven de grenswaarde, dient een vergunning te worden aangevraagd. Hiertoe dient tevens een berekening te worden gemaakt van de referentiesituatie (zie paragraaf 2.1). Voor de toename van stikstofdepositie wordt ontwikkelingsruimte aangevraagd middels een vergunningaanvraag. Wanneer door de beoogde situatie een stikstofdepositie wordt veroorzaakt tussen de 0,05 mol en de grenswaarde, is dit vergunningvrij. Wel dient eventueel een melding te worden ingediend. Hiertoe wordt tevens een berekening gemaakt van de referentiesituatie (zie paragraaf 2.1). Voor de toename van stikstofdepositie wordt ontwikkelingsruimte aangevraagd middels een melding. Wanneer in de beoogde situatie een stikstofdepositie wordt veroorzaakt van minder dan 0,05 mol per hectare per jaar is dit vergunningvrij. De berekening dient wel bewaard te blijven. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 6

3.2 BELEIDSREGEL PROVINCIE BRABANT De provincie Brabant is bevoegd gezag inzake de beoordeling van de aanvraag. De provincie Brabant heeft provinciale beleidsregels opgesteld ten behoeve van de toedeling van ontwikkelingsruimte binnen de vrije ontwikkelingsruimte (segment 2). Hierin is opgenomen dat aan een project of andere handeling bij toestemmingsbesluit niet meer dan 3 mol stikstof per hectare per jaar aan ontwikkelingsruimte wordt toegedeeld per PAS-programmaperiode. Tevens is opgenomen dat het project waarvoor ontwikkelingsruimte is toegedeeld binnen twee jaar, na het onherroepelijk worden van het toestemmingsbesluit waarbij ontwikkelingsruimte is toegedeeld, gerealiseerd dient te zijn onderscheidenlijk verricht dient te zijn. Daarnaast dient bij handelingen, waar bijvoorbeeld enkel een uitbreiding in bestaande stallen is aangevraagd, de ontwikkelingsruimte binnen 3 maanden gebruikt te zijn. De provincie wil de beperkte ontwikkelingsruimte in de tijd goed verspreid en zorgvuldig uitgeven, daarom wordt jaarlijks slechts een beperkt deel (16%) uitgegeven. Bovenop de jaarruimte van 16% wordt uitsluitend ontwikkelingsruimte uitgegeven aan duurzame initiatieven. Juist door duurzaamheid en innovatie te stimuleren is minder ontwikkelingsruimte nodig en kunnen meer (duurzame) initiatieven binnen Brabant een plek krijgen. De provincie wil slechts zeer beperkt ontwikkelingsruime uitgeven rond zeer kwetsbare gebieden waar de stikstof-belasting al veel te hoog is. Dit betreffen vier Natura 2000-gebieden in midden- en zuidoost Brabant, te weten Deurnsche Peel & en Mariapeel, Groote Peel, Strabrechtse Heide & Beuven en Kampina & Oisterwijkse Vennen. In deze gebieden zijn de habitattypen H7110A actieve hoogvenen (hoogveenlandschap), of H7120ah/ZGH7120ah herstellende hoogvenen (actief hoogveen) of H3110 zeer zwakgebufferde vennen aangewezen, daarom geldt niet een maximaal toe te delen ontwikkelingsruimte van 3,0 mol/ha/jaar per PAS-programmaperiode, maar een maximum van 0,05 mol/ha/jaar. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 7

4 LIGGING T.O.V. NATURA 2000-GEBIEDEN De planlocatie is in een straal van ca. 20 km nabij een viertal Natura 2000-gebieden gelegen, dit betreffen de volgende: Deurnsche Peel & Mariapeel op 3.070 meter; Groote Peel op 7.320 meter; Strabrechtse Heide & Beuven op 10.850 meter; Boschhuizerbergen op 18.080 meter; Figuur 3 Ligging t.o.v. Natura 2000-gebieden Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 8

nr stal aantal dieren aantal plaatsen kg NH3 / dier totaal NH3 nr stal aantal dieren aantal plaatsen kg NH3 / dier totaal NH3 5 AMMONIAK 5.1 EMISSIE REFERENTIESITUATIE De referentiesituatie betreft de PAS melding uit 2016. RAV-code (BB of BWL) Diercategorie 1a 1b 1c 2 4 A 3.100 vrouwelijk jongvee 32 32 4,4 140,8 A 3.100 vrouwelijk jongvee 76 76 4,4 334,4 A 3.100 vrouwelijk jongvee 32 32 4,4 140,8 A 1.100 melkkoeien 124 124 13 1612 A 1.13 (BWL 2010.34.V6) melkkoeien 88 88 7 616 5.3 EMISSIE GEWENSTE SITUATIE Onderstaand wordt de gewenste situatie weergegeven. 2844,0 RAV-code (BB of BWL) Diercategorie 1a 1b 1c 2 3 4 A 3.100 vrouwelijk jongvee 32 32 4,4 140,8 A 3.100 vrouwelijk jongvee 76 76 4,4 334,4 A 3.100 vrouwelijk jongvee 32 32 4,4 140,8 A 1.100 melkkoeien 124 124 13 1612 A 2.100 zoogkoeien 3 3 4,1 12,3 A 1.13 (BWL 2010.34.V6) melkkoeien 79 79 7 553 A 1.100 melkkoeien 3 3 13 39 2832,3 Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 9

5.3 PROJECTEFFECT Voor de aanvraag van de nieuwe Vergunning Wet natuurbescherming middels onderhavige Verklaring van Geen Bedenkingen is een berekening van het cumulatief projecteffect uitgevoerd. De volledige vergunning uit 2015 opgevoerd als projecteffect. Daarnaast de veranderingen tussen de PAS melding en de beoogde situatie. Onderstaande zijn de veranderingen ten opzichte van de PAS melding beschreven: Stal 1a: Het coördinaat en emissiepunthoogte van deze stal zijn gewijzigd in verband met de gewijzigde inzichten. Stal 1b: Het coördinaat en emissiepunthoogte van deze stal zijn gewijzigd in verband met de gewijzigde inzichten. Stal 1c: Het coördinaat en emissiepunthoogte van deze stal zijn gewijzigd in verband met de gewijzigde inzichten. Stal 2: Voor deze stal wordt onveranderd vergunning gevraagd, daarom is deze stal niet meegenomen in het projecteffect. Stal 3: In de NB vergunning zijn in deze stal nog dieren vergund. In de PAS melding is deze stal niet meer meegenomen als dierenverblijf. Middels onderhavige aanvraag worden in deze stal 3 zoogkoeien op stro aangevraagd. Derhalve is deze stal meegenomen in het projecteffect. Stal 4: De PAS melding voorziet in een nieuw op te richten ligboxenstal voor het huisvesten van 88 melkkoeien (A1.13). Voor deze stal wordt nu vergunning gevraagd voor 79 melkkoeien (A 1.13) en 3 melkkoeien (A1.100) alle opstallen. Derhalve is deze stal voor de wijziging van 3 melkkoeien A 1.100 meegenomen in het projecteffect. In de PAS melding is dit stal 6 welke nu is vernummerd naar stal 4. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 10

6 DEPOSITIE 6.1 AERIUS Nadat de ammoniakemissie bekend is bij zowel de referentiesituatie alsook in het voorgenomen initiatief, alsmede de ligging ten opzichte van de omliggende Natura 2000-gebieden, worden berekeningen gemaakt met het rekenprogramma AERIUS Calculator. Met deze gegevens worden de effecten van de uitbreiding op de omliggende Natura 2000-gebieden in beeld gebracht. Het rekeninstrument AERIUS is het rekeninstrument van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). AERIUS berekent hoeveel stikstofemissie en -depositie een activiteit veroorzaakt. AERIUS ondersteunt de vergunningverlening voor economische activiteiten die gepaard gaan met uitstoot van stikstof en monitort of de totale stikstofbelasting blijft dalen. In het rekenmodel dient per emissiebron de uitstoothoogte aangegeven te worden. Deze uitstoothoogte wordt bepaalt aan de hand van de Instructie gegevensinvoer voor AERIUS Calculator, paragraaf 5.1.3. Onderstaand is per stal kort aangegeven wat de uitstoothoogte is. Bij de PAS melding van 15 februari 2016 is het middelpunt van de stal aangehouden als emissiepunt. Op basis van de Instructie gegevensinvoer voor AERIUS Calculator d.d. 16 mei 2016 moet het emissiepunt op een andere manier worden bepaald. Deze verandering is doorgevoerd in de verschilberekening en berekening van het projecteffect bij zowel de uitgangssituatie als de beoogde situatie. Stal 1a Deze jongveestal wordt natuurlijk geventileerd via de open voorgevel van de stal. Het emissiepunthoogte van stal 1a betreft 1,6 m. Stal 1b Deze jongveestal wordt natuurlijk geventileerd via de open voorgevel van de stal. Het emissiepunthoogte van stal 1b betreft 1,6 m. Stal 1c Deze jongveestal wordt natuurlijk geventileerd via de open voorgevel van de stal. Het emissiepunthoogte van stal 1c betreft 1,6 m. Stal 2 Stal 2 betreft de bestaande melkrundveestal welke natuurlijk geventileerd wordt. Overeenkomstig de Aerius handleiding wordt voor het emissiepunt 8,515mtr. aangehouden. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 11

Stal 3 Stal 3 wordt natuurlijk geventileerd via de deur in de zijgevel. Deze deur komt tot de goot. De goothoogte is 3,4 meter. Derhalve is de emissiepunthoogte vastgesteld op 1,7m. Stal 4 Stal 4 betreft de nieuw op te richten melkrundveestal welke natuurlijk wordt geventileerde; hiervoor is voor het emissiepunthoogte 10,3 mtr. aangehouden. 6.2 REKENRESULTATEN De rekenresultaten van AERIUS zijn bijgevoegd in bijlage van deze aanvraag. Uit de rekenresultaten blijkt per habitattype de KDW, de oppervlakte, de depositie projectbijdrage (mol/jaar), de maximale depositie (mol/ha/jaar) en de gemiddelde depositie (mol/ha/jaar). In de bijlage zijn de rekenresultaten van het projecteffect weergegeven van de beoogde situatie. Hierin is per Natura 2000-gebied de hoogste projectbijdrage weergegeven. In de bijlage is het verschil in depositie tussen de uitgangssituatie en de gewenste situatie weergegeven. De grenswaarde voor de Deurnsche Peel en Mariapeel is verlaagd van 1,0 mol naar 0,05 mol. Derhalve geldt een vergunningsplicht wanneer de depositie in de beoogde situatie meer dan 0,05 mol bedraagt. In de bijlage zijn de rekenresultaten weergegeven waaruit blijkt dat het project 1,08 mol bedraagt en dus boven de grenswaarde valt en derhalve vergunningsplichtig is in de provincie Brabant. Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 12

7 CONCLUSIE Van Paassen VOF is voornemens om de locatie 1 vrouwelijk jongvee te verplaatsen van stal 1a naar stal 1c. Voor het bedrijf is een vergunning verleend in het kader van de Natuurbeschermingswet. Tevens is er een PAS melding gedaan. Als uitgangsituatie worden de gegevens van de PAS melding 2016 gebruikt. De grenswaarde voor de Deurnsche Peel en Mariapeel is verlaagd van 1,0 mol naar 0,05 mol. Derhalve geldt een vergunningsplicht wanneer de depositie in de beoogde situatie meer dan 0,05 mol bedraagt. In afbeelding 4 zijn de rekenresultaten weergegeven waaruit blijkt dat het project 0,28 mol bedraagt en dus boven de grenswaarde valt en derhalve vergunningsplichtig is. De maximale toename ten opzichte van de feitelijke situatie is -0,00 mol. Gezien dat de grens van de benodigde ontwikkelingsruimte 0,05 mol niet wordt overschreven willen wij de provincie Brabant verzoeken om de vergunning te verlenen. Met vriendelijke groet, Namens: Van Paassen VOF Onderbouwing Verklaring Van Geen Bedenkingen Molenhuisweg 10 te Vlierden 13