Uitrusting Deel 1 Algemene bepalingen 1. Kledij Deel 2 Kledij van de renners 10 Deel 3 Identificatie van de renners 11

Vergelijkbare documenten
INHOUD Algemene organisatie Weg Tucht 11. Versie

ARTIKEL Straffenbarema regionale wedstrijden Cycling Vlaanderen

12-N-KBWB straffenbarema voor wedstrijdfeiten 1

INHOUD Algemene organisatie Weg Tucht 11. Versie

LOTTO-BEKER VAN BELGIË NIEUWELINGEN REGLEMENT 2014

N-ROU-DP RN-BEKER VAN BELGIE JUNIOREN 2013

INHOUD Algemene organisatie Weg Tucht 11. Versie

ALGEMENE ORGANISATIE WEG TUCHT... 6

LOTTO-BEKER VAN BELGIË NIEUWELINGEN REGLEMENT 2016

Categorie indeling 2018 Wie mag starten in welke wedstrijd + inschrijvingsgeld

Categorie indeling 2015, wie mag starten in welke wedstrijd + inschrijvingsgeld

LOTTO-BEKER VAN BELGIË NIEUWELINGEN REGLEMENT 2015

De deelname aan de Beker van België is voorbehouden aan Belgische clubs en selecties volgens navolgende modaliteiten.

FIETSMETINGEN BIJ WIELERWEDSTRIJDEN. Bronnen: UCI/KNWU

Categorie indeling 2016, wie mag starten in welke wedstrijd + inschrijvingsgeld

Technologische fraude Technologische fraude is een inbreuk tegen artikel bis.

Categorie indeling 2018, wie mag starten in welke wedstrijd + inschrijvingsgeld

Onderstaande wedstrijden zullen deel uitmaken van de Lotto-Beker van België Juniores 2019:

BELGIAN CUP MTB GRAND PRIX REGLEMENT 2013

LOTTO-TOPCOMPETITIE NIEUWELINGEN REGLEMENT 2016

Commissie Commissarissen & Reglementen

Categorie indeling 2017, wie mag starten in welke wedstrijd + inschrijvingsgeld

Commissie Commissarissen & Reglementen

1 WEDSTRIJDEN TELLENDE VOOR DE BEKER VAN BELGIË

KAMPIOENSCHAP VAN KALMTHOUT

Reglement LOTTO-BEKER VAN BELGIE NIEUWELINGEN

Het gebruik van het opmeettoestel en het bepalen van morfologische uitzonderingen.

FIETSMETINGEN BIJ WIELERWEDSTRIJDEN (Meten is weten )

N-ROU-DP RN-BEKER VAN BELGIE NIEUWELINGEN 2017

Lastenboek Kampioenschappen van Vlaanderen LASTENBOEK KAMPIOENSCHAPPEN VAN VLAANDEREN

Reglement LOTTO-BEKER VAN BELGIE JUNIORS

LASTENBOEK KAMPIOENSCHAPPEN VAN VLAANDEREN

N-ROU-DP RN LOTTO-BEKER VAN BELGIË JUNIORS 2017

TECHNISCHE GIDS KBWB BELGISCHE KAMPIOENSCHAPPEN OMNIUM

De wedstrijden mogen niet georganiseerd worden op dezelfde dag van een manche van de Lotto-Cycling Cup.

INHOUD STRANDLAAN GENT. T

LOTTO-BEKER VAN BELGIË JUNIORS REGLEMENT 2015

HET OPMETEN VAN FIETSEN

Reglementering Flanders XCO Series 2016

Reglementering Flanders XCO Series 2015

Onderstaande wedstrijden zullen deel uitmaken van de Lotto-Topcompetitie nieuwelingen 2019:

L'Échappée du Hainaut

V UITRUSTING VELDRIJDEN

I UITRUSTING WEGWEDSTRIJDEN

Kandidaatstelling en toewijzing van een Kampioenschap van Vlaanderen wielrennen... 3

TITEL XV : RECREATIEF WIELRENNEN

Reglementswijzigingen 2019 Titel 2: wegwedstrijden

PROVINCIALE KAMPIOENSCHAPPEN 2016

LOTTO-BEKER VAN BELGIË ELITES & U23 REGLEMENT 2016

TITEL 15: RECREATIEF WIELRENNEN (Versie: 1/11/18)

Reglementering Flanders XCO Series 2018

WIELERBOND VLAANDEREN - AFDELING VLAAMS-BRABANT- vzw Hertogstraat 203/2, 3001 Heverlee

Wedstrijdreglement. Art. 1: Organisatie. Art. 2: Type wedstrijd. Art. 3: Deelname. Art. 4: Permanentie - Briefing

TECHNISCH REGLEMENT VLAAMSE SCHIETSPORTKOEPEL AFDELING DOELSCHIETEN

SPECIFIEK STRAFFENBAREMA Cycling Vlaanderen

N-ROU-DP RN LOTTO-BEKER VAN BELGIE ELITES Z-C & U

WEDSTRIJDREGLEMENT. 98 km waarvan 59,60km in lijn en 4 lokale ronden van 9,6km 14u20 (officiële start)

REGLEMENTEN BENELUX CUP 2015

Reglementering Flanders XCO Series 2017

Om in aanmerking te komen, moeten de clubs ten minste 10 Belgische renners Elite z/c of U23 voor 2019 hebben aangesloten.

TITEL 15: RECREATIEF WIELRENNEN (Versie: 26/06/19)

Dit reglement gaat in op 1 januari 2017, vervangt het reglement van 2015 en blijft van kracht tot een nieuw reglement wordt uitgebracht.

L'Échappée du Hainaut

UCI Fietsmetingen. Commissie Commissarissen & Reglementen

Grote prijs Knokke-Heist. DOUBLETTEN TORNOOI Alle categorieën 4 rondes MAX 50 ploegen

Voorjaarstornooi 50+

Wielerbond Vlaanderen Vlaamse Commissie BMX Strandlaan Gent

CYCLING VLAANDEREN - STARTRECHT WIELERWEDSTRIJDEN 2019 WIE MAG STARTEN IN WELKE INDIVIDUELE WEDSTRIJD?

Reglement Special Olympics Belgium. Triatlon. September Belgium

1 WEDSTRIJDEN TELLENDE VOOR DE U23 ROAD SERIES

INHOUDSTAFEL. Triatlon. Hoofdstuk 1 : algemeen reglement 2. Hoofdstuk 2 : Zwemmen 3. Hoofdstuk 3 : Wielrennen 3. Hoofdstuk 4 : Lopen 5

ALGEMEENHEDEN 2. SPECIFIEK REGLEMENT 2 Artikel 1: de renner 2. Artikel 2: de fiets 2

REGLEMENT. Benelux Cup Mountainbike XCO

INHOUD Bepalingen en allerlei Algemene organisatie Weg Tucht 22. Versie

CONCESSIEVOORWAARDEN

Sportreglement Regularity

Vlaamse Schietsportkoepel

BEKER VAN ANTWERPEN - HEREN

BEKER VAN ANTWERPEN - VROUWEN SEIZOEN

Regelement editie 2016 Versie 11 December

Reglementswijzigingen 2019 Titel 2: wegwedstrijden

- - Ondernemingsnr.: BE IBAN: BE

PROVINCIAAL KAMPIOENSCHAP REGLEMENT 2019

BEKER VAN ANTWERPEN - DAMES

LOTTO CYCLING CUP REGLEMENT DOELSTELLING

HOOFDSTUK 2. Trainers

Technologische fraude.

Koninklijke Limburgse Biljartbond VZW

Reglement Special Olympics Belgium. Wielrennen. Februari Belgium

Cycling Vlaanderen Vlaamse Commissie BMX Strandlaan Gent

C 270 ORGANISATIE TORNOOIEN. Badminton Vlaanderen 03/

REGLEMENT 2019 CYCLOCROSSWEDSTRIJDEN

VLAAMS WIELERCENTRUM EDDY MERCKX

TECHNISCHE CEL ZWEMMEN FROS

K.B.W.B. R.L.V.B. Nationale Commissie BMX Globelaan Brussel

TECHNISCHE GIDS KBWB BELGISCHE KAMPIOENSCHAPPEN

K.B.W.B. R.L.V.B. Nationale Commissie BMX Globelaan Brussel

Reglement LOTTO-BEKER VAN BELGIE ELITES Z/C EN U23

Dienst Sport Mechelen Stedelijk reglement inzake subsidie voor sportevenementen

Transcriptie:

INHOUD 1. SPORTREGLEMENT WIELERBOND VLAANDEREN Uitrusting Deel 1 Algemene bepalingen 1 Kledij Deel 2 Kledij van de renners 10 Deel 3 Identificatie van de renners 11 Wedstrijden Wielerbond Vlaanderen Deel 1 Administratieve bepalingen 12 Deel 2 Organisatie van wedstrijden 16 Deel 3 Verloop van de wedstrijden 19 Deel 4 Controle van de wedstrijden 22 Deel 5 Wedstrijdcategorieën op de weg 24 Deel 6 Categorieën renners 26 Deel 7 Algemene bepalingen wedstrijden 34 Deel 8 Eendagswedstrijden 48 Deel 9 Individuele tijdritten 50 Deel 10 Ploegentijdritten 52 Deel 11 Rittenwedstrijden (nieuwelingen en dames jeugd) 54 Deel 12 Beker van Vlaanderen dames jeugd 2010 Deel 13 Kampioenschap van Vlaanderen nieuwelingen en dames jeugd 57 Deel 14 Kampioenschap van Vlaanderen Dames 2010

1. SPORTREGLEMENT WIELERBOND VLAANDEREN

UITRUSTING DEEL 1 - ALGEMENE BEPALINGEN 1 Principes U.1.001 U.1.002 U.1.003 Iedere vergunninghouder moet erop toezien dat zijn uitrusting (fiets met toebehoren en gemonteerde hulpmiddelen, valhelm, kleding,...) door de kwaliteit, het gebruikte materiaal of de vormgeving geen gevaar kan inhouden voor hemzelf of voor anderen. WBV is niet verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit de keuze van de uitrusting gebruikt door de renner, noch voor de gebreken of het niet-conform zijn. Aangezien de controle van de uitrusting, die de Commissarissen, een gemandateerde of een WBVinstantie zou kunnen uitvoeren, beperkt is tot het conform zijn van het globale uiterlijk - met enkel sportieve eisen -, kan WBV niet verantwoordelijk worden gesteld indien een renner niet kon deelnemen aan de competitie. 2 Technische nieuwigheden U.1.004 U.1.005 De technische nieuwigheden betreffende alles wat de renners en de vergunninghouders gebruiken of met hen meedragen in competitie (fietsen, er op gemonteerde benodigdheden, accessoires, helmen, kleding, communicatiemiddelen ) mogen slechts gebruikt worden na goedkeuring van het Uitvoerend Comité van de UCI, behalve in de mountainbike. De aanvragen moeten bij de UCI worden ingediend voor 30 juni van elk jaar, samen met alle nodige documentatie. Bij aanvaarding zal de toepassing slechts in voege kunnen komen vanaf 1 januari van het volgende jaar. De aanvaarding handelt enkel over de toelaatbaarheid van de nieuwigheid op zuiver sportief vlak. Er is geen nieuwe technische nieuwigheid in de betekenis van dit artikel wanneer de nieuwigheid volledig kadert in de specificaties voorzien in het Reglement. Het gebruik van radioverbindingen of andere communicatiemiddelen op afstand is verboden in alle wedstrijden voor dames en heren miniemen, aspiranten, nieuwelingen, juniores en U23 en zijn eveneens verboden in de wedstrijden van klasse 2 van de internationale kalender voor Dames en Heren Elite, in de wedstrijden van de nationale kalender alsook in de Wereldkampioenschappen UCI. Als bij de start van een wedstrijd of een rit, het college van commissarissen van oordeel is dat er een technische nieuwigheid is die nog niet aanvaard is door de UCI, weigert het de start aan de renner die niet verzaakt aan het gebruik van de nieuwigheid. Bij gebruik tijdens een wedstrijd wordt de renner buiten competitie gesloten of gediskwalificeerd. De beslissing van het college van commissarissen is onherroepelijk. Wanneer de technische nieuwigheid niet vastgesteld of bestraft wordt door het college van commissarissen, kan de diskwalificatie uitgesproken worden door de tuchtcommissie van de UCI. De UCI maakt de zaak aanhangig bij de tuchtcommissie, hetzij ambtshalve, hetzij op vraag van iedere betrokkene. De tuchtcommissie zal slechts beslissen na het advies te hebben gekregen van de commissie materiaal. Buiten de wedstrijden is het de UCI die beslist of het een technische nieuwigheid betreft en of de procedure voorzien in art. U.1.004 moet gevolgd worden. FIETSEN Inleiding De fietsen dienen te beantwoorden aan de geest en het voornemen van de wielersport. De geest suggereert dat de wielrenners met elkaar wedijveren op voet van gelijkheid. Het voornemen toont duidelijk de voorrang aan van de mens op de machine. 1 Principes U.1.006 Definitie De fiets is een voertuig op twee wielen van gelijke diameter; het voorwiel geeft de rijrichting aan; het achterwiel zorgt voor de beweegkracht door een systeem van pedalen werkend op een ketting. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 1

U.1.007 U.1.008 U.1.009 U.1.010 Type De fietsen en toebehoren moeten van een gecommercialiseerd of te commercialiseren type zijn dat geschikt is voor het geheel van de beoefenaars van de wielersport. Het gebruik van een fiets, speciaal ontworpen voor het verwezenlijken van een bijzondere prestatie (record of iets anders) is niet toegelaten. Houding De renner moet een zithouding aannemen op zijn fiets (basishouding). Deze houding vereist alleen de volgende steunpunten: de pedaal, het zadel, het stuur. Besturing Het rijwiel zal voorzien zijn van een besturingssysteem bediend door een stuur dat toelaat het te besturen en te manoeuvreren onder alle omstandigheden en in alle veiligheid. Voortbeweging De voortbeweging van de fiets wordt uitsluitend verzekerd door de benen (menselijke spierkracht van de onderste ledematen) in een ronddraaiende beweging, met de hulp van een trapas, zonder elektrische of andere hulpmiddelen. 2 Technische specificaties Behalve andersluidende bepalingen zijn de in deze paragraaf beoogde technieken van toepassing op de fietsen gebruikt op de weg, de piste en in het veldrijden. De specificaties van de fietsen die gebruikt worden in de mountainbike, BMX, trial, zaalwielersport en wielrennen voor renners met een handicap, worden vermeld in de titel van de discipline in kwestie. U.1.011 a) Afmetingen (zie schema MESURES (1) U.1.012 De fiets mag geen belemmering innemen die groter is dan 185 cm in de lengte en 50 cm in de breedte. Een tandem mag geen belemmering innemen die groter is dan 270 cm in de lengte en 50 cm in de breedte. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 2

U.1.013 De punt van het zadel moet zich minstens 5 cm (1) achter de loodlijn, die door de as van de trapas gaat, bevinden. Deze afstand is niet toepasselijk voor de renner die deelneemt aan een snelheidswedstrijd, keirin, 500 meter en de kilometer, echter zonder dat het zadelpunt de loodlijn door de trapas voorbijgaat. (1) De afstanden waarvan sprake in nota (1) in art. U.1.013 en U.1.016 mogen verminderd worden voor zover het om morfologische redenen betreft. Onder morfologische redenen dient verstaan te worden, hetgeen de lengte of de breedte van de ledematen van de renner aangaat. De renner die, om deze beweegredenen, meent een fiets te moeten gebruiken waarvan de afstanden in kwestie lager liggen dan deze die vermeld zijn, moet er het college van commissarissen van op de hoogte stellen bij het voorleggen van zijn vergunning. In dat geval kan het college van commissarissen overgaan tot volgende test bij midden van een looddraad. Er dient te worden nagegaan of, bij het trappen, het voorste uiteinde van de knie van de renner de loodlijn die zich bevindt in de pedaalas niet voorbijsteekt, wanneer de knie zich in de meest vooruitgeschoven positie bevindt (zie schema MESURES 2 ). U.1.014 U.1.015 Het steunpunt van het zadel moet zich in een horizontaal vlak bevinden. De lengte van het zadel bedraagt minimum 24 cm en maximum 30 cm. De afstand tussen de trapas en de grond moet minstens 24 cm en maximum 30 cm bedragen. U.1.016 De afstand tussen de loodlijnen, die door de trapas en de as van het voorwiel loopt, moet minstens 54 cm en maximum 65 cm bedragen (1). De afstand tussen de loodlijnen, die door de trapas en de as van het achterwiel loopt, moet minstens 35 cm en maximum 50 cm bedragen. U.1.017 U.1.018 De afstand tussen de binnenste uiteinden van de fietsvork zal niet meer bedragen dan 10,5 cm; deze van de binnenste uiteinden van de verankeringen niet meer dan 13,5 cm. De diameter van de wielen van een fiets mag maximum 70 cm en minimum 55 cm zijn, bekleding inbegrepen. Voor de veldritfietsen mag de breedte van het wielomhulsel de 35 cm niet overschrijden en deze mogen geen punten noch toppen hebben. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 3

Voor de wegcompetities in groep alsook voor de veldritten zullen enkel modellen van wielen die op voorhand goedgekeurd werden door de UCI gebruikt mogen worden. De wielen zullen minstens 16 spaken moeten bevatten: de spaken mogen rond, plat of ovaal zijn, voor zover geen enkele afmeting van hun doorsnede de 10 mm overschrijdt. Om goedgekeurd te worden zullen de wielen met succes de breektest ondergaan moeten hebben die de UCI voorschrijft in een laboratorium dat door haar goedgekeurd is. De resultaten van de test zullen moeten aantonen dat de bekomen breekpunten verenigbaar zijn met die behaald uit de schokken ondergaan tijdens een normaal gebruik van het wiel. De volgende criteria zullen vervuld moeten worden: Tijdens de schok zal geen enkel element van het wiel mogen loskomen noch uitgestoten worden. De breekpunten zullen geen losse gebroken deeltjes mogen vertonen en evenmin snijdende deeltjes of deeltjes voorzien van weerhaken die de gebruiker, andere mededingers en/of derden kunnen kwetsen. De breekpunten zullen de verbinding tussen de naaf en de velg niet ongedaan kunnen maken zodat het wiel niet meer samenhangt met de vork. Onafgezien van de testen opgelegd door de wetten, reglementen of gebruiken, zullen de standaardwielen (klassieke wielen) vrijgesteld worden van de test zoals hierboven beschreven. Onder een klassiek wiel verstaat men: een wiel met 16 metalen spaken minimum: de spaken mogen rond, plat of ovaal zijn voor zover geen enkele afmeting van hun doorsnede de 2,4 mm overschrijdt; de velgsnede moet kunnen passen in een omhulsel met 2,5 cm zijde. Niettegenstaande het huidig artikel, blijven de keuze en het gebruik van de wielen onderworpen aan artikels U.1.001 tot U.1.003. U.1.019 U.1.020 b) Gewicht Het gewicht van de fiets mag niet minder zijn dan 6,800 kilogram. c) Vorm Voor wegcompetities, uitgezonderd de tijdritten en voor de veldritten zal het kader van de fiets van het klassieke type zijn, namelijk in de vorm van een driehoek. Zij zal samengesteld zijn uit rechte of uitgerekte buisvormige elementen (van ronde, ovale, afgeplatte, waterdruppelvormige of andere vormen), die een rechtlijnigheid moeten vormen die zich in ieder geval binnen elk element moeten bevinden. De elementen worden dermate geschikt dat de verankeringpunten geschikt worden naar volgend schema: de bovenste buis (1) verbindt de stuurbuis (2) op het bovenste gedeelte van de achterbuis (4); de achterste buis (die zich verlengt door de zadelpen) vervoegt het trapasstuk; de schuine buis (3) vervoegt het trapasstuk aan de basis van de stuurbuis (2). De achterste driehoeken worden gevormd door de spandraden (5), de steunstukken (6) en de achterste buis (4), dermate dat de verankeringpunten van de spandraden de vastgestelde beperking voor de helling van de bovenste buis niet voorbijsteekt. De elementen zullen maximum 8 cm hoog zijn en minstens 2,5 cm dik. De minimumdikte wordt beperkt tot 1 cm voor de spandraden (5) en de steunstukken (6). De minimumdikte van de elementen van de voorvork bedraagt 1 cm, deze zijn recht of gebogen (7). (zie schema FORME (1) ). De helling van de bovenste buis (1) is toegelaten voor zover dit element kadert binnen een horizontaal profiel met een maximumhoogte van 16 cm en een maximumdikte van 2,5 cm. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 4

Reglementen Wielerbond Vlaanderen 5

U.1.021 U.1.022 Voor de tijdritten op de weg en de baancompetities, mogen de elementen van het fietskader buisvormig of compact zijn, geassembleerd zijn of in een enkele vorm gesmolten, van vrije vorm zijn (gebouwd in de vorm van een boog, een wieg, een balk of andere). Deze elementen, inbegrepen het trapasstuk, dienen te passen binnenin het profiel van de driehoekige vorm, zoals beschreven in artikel U.1.020 (zie schema FORME (2) ). d) Structuur In andere competities dan deze beoogt in artikel U.1.023 is enkel het klassieke stuur toegelaten (zie schema structure 1 ). Het steunpunt van de handen zal zich moeten bevinden in een zone die als volgt begrensd is: bovenaan, door de horizontaal vlak dat door het horizontale vlak gaat van het steunpunt van het zadel (B); onderaan door het horizontale vlak dat door de top van de beide wielen gaat (deze zijnde van een gelijke diameter) (C); achteraan, door de as van de stuurkolom (D); vooraan, door de loodlijn die door de as van het voorwiel gaat (A) met een afwijking van 5 cm (zie schema STRUCTURE (1A) ). De afstand waarvan sprake in punt (A) is niet toepasselijk op de fiets van de renner die deelneemt aan een snelheidswedstrijd, keirin of olympische snelheid, zonder daarom de 10 cm te overschrijden t.o.v. de loodlijn die loopt door de as van het voorwiel. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 6

De bediening van de remmen, die op het boogstuk zijn gemonteerd, worden gevormd door twee steunstukken met hefbomen (handvaten). De handvaten moeten in werking kunnen gesteld worden door te trekken, vanuit het boogstuk. Een verlenging of een schikking van de steunstukken en de handvaten met het oog op een ander gebruik, is verboden. De samenkoppeling van een bevelsysteem van de versnellingen op afstand is toegelaten. U.1.023 Voor de tijdritten op de weg en voor de volgende baancompetities: individuele- of ploegenachtervolging, kilometer, 500 meter en recordpogingen, mag een bijkomend steunstuk toegevoegd worden aan het besturingssysteem. De afstand tussen de loodlijn die door de trapas gaat (PP) en het buitenste uiteinde van het steunstuk mag een limietafstand van 75 cm niet overschrijden. De andere limietafstanden voorzien in artikel U.1.022 (B,C,D) blijven ongewijzigd. Een elleboog- of voorarmsteun is toegelaten. (zie schema STRUCTURE(1B) ) Voor de tijdritten op de weg mogen de bevelsystemen of de hendels die op het bijkomend steunstuk gemonteerd zijn gedeeltelijk de afstand van 75 cm overschrijden, voor zover zij geen afwijking zijn in het gebruik, onder meer met het oog op een verlenging van een handgreep verder dan 75 cm. Voor de baan- en wegcompetities waarvan sprake in de 1 e alinea mag de afstand van 75 cm gebracht worden op 80 cm, voor zover dit noodzakelijk is om morfologische redenen. Onder morfologische redenen dient men te verstaan al wat de gestalte of de lengte van de lichamelijke segmenten van de renner aanbelangt. De renner die, om deze redenen, meent een afstand te moeten gebruiken gelegen tussen 75 en 80 cm, moet het college van commissarissen hiervan op de hoogte brengen bij voorlegging van zijn vergunning. In dat geval zal het college van commissarissen tot de volgende test kunnen overgaan: nakijken of de hoek die gevormd wordt tussen de arm en de voorarm niet groter is dan 120 wanneer de renner zich in een werkingspositie bevindt. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 7

Wegwedstrijd (individueel en per ploeg) en baanwedstrijden (individuele en ploegenachtervolging, kilometer, 500 meter en recordpogingen). Renners Miniemen, Aspiranten en Nieuwelingen mogen aan veldritten deelnemen met een mountainbikefiets waarvan het stuur maximum 50 cm breed is, alsook Nieuwelingen en Junioren die deelnemen aan veldritten tellende voor de Beker van België. Miniemen, aspiranten en nieuwelingen dienen in elke discipline van de piste of op de weg met een reglementaire piste- of wegfiets te rijden, uitgezonderd: - individuele tijdritten of ploegentijdritten op de weg - individuele en ploegenachtervolging, kilometer, 500 meter en recordpogingen op de baan mogen zij gebruik maken van een ossekopstuur of een ander steunstuk op het stuur. Zij moeten in elke discipline op de weg of piste, zonder uitzondering, gebruik maken van gewone wielen met 16 spaken. (tekst gewijzigd op 1.01.04) U.1.024 Elk dispositief dat aan de massa wordt toegevoegd of gesmolten, met het oog op of met als resultaat een vermindering van de weerstand, de luchtweerstand of een kunstmatige versnelling van de voortbeweging, zoals een windscherm, schaalromp, kiel of andere, is verboden. Een beschermingsscherm is een vast element dat dienst doet als windscherm of breker bestemd om een ander vast element van de fiets te beschermen ten einde er de aërodynamica ervan te verminderen. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 8

De romp (fuselage) dient om een profiel te verlengen of uit te dunnen. De romp is toegelaten voor zover de verhouding van de lengte L de diameter D de 3 niet overschrijdt. Structure (3) praktisch middel om het bestaan na te gaan van een stroomlijnkap op een los stuk zoals het wiel: het moet mogelijk zijn om een harde kaart, type kredietkaart, te schuiven tussen de twee structuren. De stroomlijnkap bestaat er in een element van de fiets te gebruiken of te misbruiken op deze wijze dat zij een mobiel gedeelte van de fiets omsluit, zoals de wielen of het trapasstuk. Aldus moet het mogelijk zijn om tussen de vaste structuur en het beweegbare gedeelte een harde kaart, type kredietkaart, te laten doorgaan. U.1.025 Het vrijwiel, de derailleur en de remmen zijn verboden bij trainingen en wedstrijden op de baan. Remschijven zijn verboden in veldritten (training en competitie). Reglementen Wielerbond Vlaanderen 9

KLEDIJ DEEL 2 - KLEDIJ VAN DE RENNERS Zie KBWB-reglement. 1 Clubploegen en regionale selecties K.2.026 K.2.027 K.2.028 De naam van de regio en/of van de club mag, voluit of afgekort, op de trui aangebracht worden. De renners van een club moeten een gelijksoortige kledingsuitrusting dragen die conform is met de verklaring besproken in artikel K.2.041. Behalve anders bepaald, zal geen enkele renner toegelaten worden te rijden onder de kleuren van een andere maatschappij of vereniging; hij mag alleen rijden onder de kleuren van de club die vermeld wordt op zijn vergunning. Publicitaire opschriften De clubs mogen op hun kledij de benamingen (naam of merk) van de commerciële sponsors als publicitaire opschriften laten verschijnen. Hierover moet een schriftelijk akkoord worden opgemaakt tussen de club en de sponsor. Amateurs die niet bij een club zijn aangesloten mogen eveneens een neutrale trui dragen waarop, binnen de voor een club reglementair toegelaten afmetingen, een of meerdere benamingen van commerciële firma s als publicitaire opschriften op voorkomen. K.2.029 De naam, de firma of het merk van de sponsor(s) mogen vrij op de trui worden aangebracht. De trui mag nog andere opschriften dragen, deze mogen zelfs verschillend zijn volgens de wedstrijden en de landen, zonder beperking van aantal. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 10

DEEL 3 - IDENTIFICATIE VAN DE RENNERS I.3.030 Identificatienummers Tijdens de wedstrijden zal de identificatie van de renners gebeuren zoals hierna beschreven. Discipline specialiteit Rugnummer Kaderplaatje Schoudernummer Fietsplaat Weg Eendagswedstrijden 1 1 Rittenwedstrijden 2 1 Tijdritten 1 Veldrijden 1 2 Piste Snelheid 2 Individuele achtervolging 1 Ploegenachtervolging 1 1 km tijdrijden 1 500m tijdrijden 1 Puntenkoers 2 Keirin 2 Snelheid per ploeg 1 Madison 2 BMX 1 1 Mountainbike OX-MX-PP-SR-SC-MD TR-TT-DH-4X-DL-DS 2 1 1 1 I.3.031 I.3.032 Behalve anders vermeld, zullen de rugnummers zwarte cijfers hebben op een witte achtergrond. De rugnummers en de cijfers moeten volgende afmetingen hebben: Rugnummers Kaderplaatje Schoudernr. Fietsplaat (BMX) Hoogte 18 cm 9 cm 11 cm 18 cm MTB en 20 cm BMX Breedte 16 cm 13 cm 12 cm 18 cm MTB en 25 cm BMX Cijfers 10 cm 6 cm 7 cm 8 cm MTB en 10 cm BMX Dikte van de lijn 1,5 cm 0,8 cm 0,8 cm 1,5 cm MTB en BMX Publiciteit 6 cm hoog op het onderste deel rechthoek van 11 x 2 cm op het bovenste deel op het onderste deel: 2 cm hoog MTB: 4 cm hoog op het bovenste en onderste deel BMX: 6m hoog op het onderste deel I.3.033 I.3.034 I.3.035 De renners moeten ervoor zorgen dat hun identificatienummer altijd zichtbaar en leesbaar is. Het identificatienummer moet goed worden bevestigd en mogen niet geplooid of vervormd worden. Bij alle renners, uitgezonderd eliterenners met contract en in proeven voor miniemen en wedstrijden voor aspiranten, mogen de organisatoren EUR 8,- vragen als inschrijvingsgeld en waarborg voor de identificatienummers, waarvan EUR 5,- terugbetaald dient te worden na de wedstrijd, tegen teruggave van het/de nummer(s). Een renner die opgeeft, moet onmiddellijk zijn identificatienummer verwijderen. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 11

WEDSTRIJDEN WIELERBOND VLAANDEREN DEEL 1 - ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN 1 Kalender 1.1.001 De kalender is een chronologische lijst van wielerwedstrijden per discipline, categorie en/of geslacht. 1.1.002 Er wordt een kalender opgesteld voor de volgende disciplines: 1. weg 2. piste 3. mountainbike 4. veldrijden 5. BMX 6. trial 7. indoorwielrennen (cyclobal en kunstwielrijden) 8. recreatiewielrennen 9. wielrennen voor renners met een handicap 1.1.003 De kalender wordt jaarlijks opgesteld voor de duur van een kalenderjaar of van een seizoen. 1.1.004 Voor alle wedstrijden moet het bedrag van de organisatievergunning betaald worden binnen de 15 dagen na de bevestiging van de wedstrijd. In geval van niet-betaling binnen de voorziene termijn, kan de voorzitter van de provinciale commissie weg-piste-veldrijden de datum terug vrijmaken. 1.1.005 De opening en de sluiting van het Belgisch wegseizoen worden elk jaar bepaald door de NCWPV. 1.1.006 De VCWPV maakt de kalender op voor individuele wedstrijden/proeven voor: - elites zonder contract - heren nieuwelingen - dames elite - aspiranten - dames junioren - miniemen - dames nieuwelingen - amateurs - U23 - masters - heren junioren - gentlemen 1.1.007 De organisatoren moeten hun aanvraag sturen naar de voorzitter van de provinciale commissie wegpiste-veldrijden van hun afdeling voor 1 november van het jaar voorafgaand aan de datum van de wedstrijd voor de individuele wedstrijden van de andere categorieën. 1.1.008 De commissie weg bepaalt de data van de nationale en de provinciale kampioenschappen voor alle categorieën, behalve deze voor de elites met contract en voor de damescategorieën. 1.1.009 Bij de eerste inschrijving van een wedstrijd op de provinciale kalender moet het formulier aanvraag wielerwedstrijd op de provinciale kalender overgemaakt worden aan de voorzitter van de PCWPV. Bevattende: - Aangevraagde datum - Categorie van renners - Type wedstrijd (discipline, specialiteit, formaat) - Referenties betreffende de organisatie. 2 Kalendervoorschriften 1.2.010 De wedstrijden moeten plaatsvinden op het grondgebied waar de club zijn zetel heeft, uitgezonderd in rittenwedstrijden en wedstrijden klasse 1.18 en gentlemen. -geen wedstrijden van dezelfde categorie op 1 dag binnen een straal van 15 km binnen de provinciale grenzen. -in de verlofperiode (vastgelegd door de commissie WPV) mogen er elke dag wedstrijden georganiseerd worden voor nieuwelingen en juniores, echter niet op de dag dat er in dezelfde categorie in de provincie een pistemeeting is. Er dient rekening gehouden te worden met een quota vastgelegd per provincie en per categorie Reglementen Wielerbond Vlaanderen 12

Wedstrijden op werkdagen in de verlofperiode voor nieuwelingen - Antwerpen 2 - Limburg 1 - Oost-Vlaanderen 2 - Vlaams-Brabant 1 - West-Vlaanderen 2 Wedstrijden in het weekend voor nieuwelingen - Antwerpen 4 - Limburg 2 - Oost-Vlaanderen 5 - Vlaams-Brabant 3 - West-Vlaanderen 5 Wedstrijden op werkdagen in de verlofperiode voor juniores - Antwerpen 2 - Limburg 1 - Oost-Vlaanderen 2 - Vlaams-Brabant 1 - West-Vlaanderen 2 Wedstrijden in het weekend voor juniores - Antwerpen 4 - Limburg 2 - Oost-Vlaanderen 5 - Vlaams-Brabant 3 - West-Vlaanderen 5 Er kunnen evenwel afwijkingen worden toegestaan per provincie door de PCWPV. Totaal aantal wedstrijden per provincie in 1 week (werkdagen + weekend) tijdens de verlofperiode voor nieuwelingen: - Antwerpen 5 - Limburg 3 - Oost-Vlaanderen 6 - Vlaams-Brabant 4 - West-Vlaanderen 6 Totaal aantal wedstrijden per provincie in 1 week (werkdagen + weekend) tijdens de verlofperiode voor juniores: - Antwerpen 5 - Limburg 3 - Oost-Vlaanderen 6 - Vlaams-Brabant 4 - West-Vlaanderen 6 - geen wedstrijden/proeven de dag voor een provinciaal kampioenschap, voor miniemen, aspiranten, nieuwelingen en juniores (heren en dames) - renners, miniemen, aspiranten, nieuwelingen en juniores (dames en heren) die tot een selectie behoren voor een BK mogen de dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden/proeven. - renners nieuwelingen (dames en heren) mogen 3 rittenwedstrijden betwisten van ten hoogste 4 dagen. 3 Benaming van de wedstrijden 1.3.011 De benaming van een wedstrijd hoort van rechtswege toe aan de club die de initiatiefnemer is van deze wedstrijd en waaraan, exclusief, een organisatievergunning wordt afgeleverd. Het is aan een andere organisator verboden deze benaming te gebruiken, op straffe van sancties. In geval van niet-organiseren door deze club gedurende 2 jaar (behalve in geval van overmacht), heeft de WBV het recht zelf deze benaming te gebruiken of deze aan een andere organisator toe te kennen. 1.3.012 De VCWPV kan eisen dat de benaming van de wedstrijd veranderd wordt, bijvoorbeeld als het zou kunnen leiden tot verwarring met een andere wedstrijd. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 13

Verboden wedstrijden 1.3.013 Een titularis van een vergunning mag niet deelnemen aan een wedstrijd of een wielermanifestatie die niet is ingeschreven op een provinciale, regionale, nationale, continentale of internationale kalender of die niet erkend wordt door een nationale of een continentale federatie of de UCI, met uitzondering van elites zonder contract, U23, amateurs en masters. Speciale afwijkingen kunnen worden toegestaan voor bijzondere wedstrijden of manifestaties, door de nationale federatie van het land waar de wedstrijd plaatsvindt. 1.3.014 De vergunninghouders mogen niet deelnemen aan activiteiten, georganiseerd door een geschorste nationale federatie, behalve in toepassing van artikel 18.2 van de UCI-statuten. 1.3.015 Bij het overtreden van artikel 1.3.013 of 1.3.014, zal de vergunninghouder gestraft worden met een schorsing van een maand en een boete volgens het straffenbarema artikel 70 1 inbreuk: 1 maand schorsing met uitstel 2 inbreuk: 1 maand schorsing effectief 3 inbreuk: intrekken van de vergunning 3.1. Schrappen van wedstrijden 1.3.016 In geval van overmacht, heeft een voorzitter van de provinciale commissie weg-piste-veldrijden of een college van commissarissen het recht een wedstrijd te schrappen. Een organisator moet afzien van het laten doorgaan van een wedstrijd indien er zich minder dan 10 renners komen aanbieden voor de start. In geval van schrapping door onvoldoende deelnemers of door elke andere reden die buiten de verantwoordelijkheid ligt van de organisator en waarover de VCWPV zal uitspraak doen over de gegrondheid, moeten de verplaatsingsonkosten niet terugbetaald worden aan de renners. In geval een wedstrijd geannuleerd wordt om een reden die niet voorzien is in 3.1., zal een bedrag van EUR 25,00 voor administratieve onkosten worden afgetrokken van de organisatievergunning. In principe is het bedrag van de organisatievergunning of van de waarborg niet terugbetaalbaar, behalve in geval van overmacht waarover de VCWPV uitspraak zal doen. Toegang tot de wedstrijd 1.3.017 Geen enkele geschorste vergunninghouder mag worden toegelaten tot een wedstrijd of tot de zones die niet voor het publiek toegankelijk zijn. Diegene die bewust een geschorste renner aanwerft of inschrijft voor een wedstrijd wordt gestraft met een boete van 2000 tot 10000 Zwitserse Fr. 1.3.018 De organisator zal een accreditatie en een gratis toegang verlenen aan de leden van de provinciale, regionale, federale organen en van de UCI. Het hebben van een vergunning impliceert geenszins dat de houder ervan gratis toegang heeft tot competities en manifestaties die georganiseerd worden door de KBWB-WBV-FCWB. Op vertoon van hun lidkaart van het lopende jaar, genieten de leden van de KBWB-WBV-FCWB van een vermindering bij wielerwedstrijden waarvoor een toegangsprijs wordt gevraagd: -minimum EUR 0,25 wanneer de ingangsprijs EUR 2,00 of minder bedraagt. -minimum EUR 0,50 wanneer de ingangsprijs hoger ligt dan EUR 2,00 met de mogelijkheid een supplement te betalen om toegang te krijgen tot betere plaatsen. Deze verminderingen moeten vermeld worden op ieder document met de aankondiging van het evenement. Homologatie 1.3.019 De uitslag van iedere wedstrijd wordt door de provinciale afdeling van de organisator zo vlug mogelijk na de wedstrijd gepubliceerd op de site van Wielerbond Vlaanderen. 1.3.020 De provinciale afdelingen zullen eerst nagaan of er geen betwisting is over de resultaten, alvorens de uitslag te publiceren. Provinciale en regionale kampioenschappen 1.3.021 De provinciale en regionale kampioenschappen worden gereden volgens de reglementen van KBWB- WBV. 1.3.022 De deelname aan de provinciale en regionale kampioenschappen worden vastgesteld door de PCWPV (provinciale kampioenschappen) of VCWPV (regionale kampioenschappen). Alleen de renners die vanaf 1 januari van het jaar hun woonplaats hebben (wettelijke inschrijving) in de provincie mogen rijden voor de titel van provinciaal of regionaal kampioen. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 14

1.3.023 Er mogen geen clubwagens volgen tijdens provinciale kampioenschappen voor nieuwelingen. Weddenschappen 1.3.024 Het is eenieder, die onderhevig is aan de UCI-reglementen verboden om zich rechtstreeks of onrechtstreeks in te laten met de organisatie van weddingschappen op wielercompetities, op straffe van een schorsing gaande van 8 dagen tot een jaar en/of een boete van 2.000 ZwF tot 200.000 ZwF. Als de inbreuk bovendien gepleegd is door een organisator, kan elke door hem georganiseerde competitie voor een jaar uitgesloten worden uit de kalender. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 15

DEEL 2 - ORGANISATIE VAN WEDSTRIJDEN 1 De organisator 2.1.001 De organisator van een wielerwedstrijd moet hiertoe gemachtigd zijn. De organiserende club moet aangesloten zijn bij Wielerbond Vlaanderen, uitgezonderd gentlemenwedstrijden. 2.1.002 De organisator is geheel en exclusief aansprakelijk voor de organisatie van zijn wedstrijd, zowel op het vlak van de naleving van de UCI-reglementen, als op het administratief, financieel en juridisch vlak. De organisator is de enige verantwoordelijke tegenover de autoriteiten, de deelnemers, de begeleiders, de officiëlen en de toeschouwers. De organisator is verantwoordelijk voor de financiële verplichtingen m.b.t. de voorgaande uitgaven van de wedstrijd die door een derde werden georganiseerd en voor de wedstrijden waarvan de zijne door het hoofdbestuur als de opvolgster wordt beschouwd. 2.1.003 De controle op de organisatie van de wedstrijd, die wordt uitgeoefend door WBV en de commissarissen, slaat enkel op de sportieve eisen. De organisator blijft de enige verantwoordelijke wat betreft kwaliteit en veiligheid van de organisatie en de installaties. 2.1.004 De organisator moet een verzekering afsluiten die alle risico s dekt verbonden aan de organisatie van de wedstrijd. Deze verzekering moet de WBV vermelden als co-verzekerde en alle eisen, die eventueel aan de WBV zouden worden gericht in verband met de wedstrijd, dekken. 2.1.005 De organisator moet alle mogelijke veiligheidsmaatregelen treffen die de voorzichtigheid opdringt. De organisator moet ervoor zorgen dat de wedstrijd kan verlopen in de beste materiële voorwaarden voor alle betrokkenen: renners - begeleiders - officiëlen - commissarissen - pers - ordediensten - medische diensten - sponsors - publiek -... 2.1.006 De organisator zal altijd pogen de best mogelijke kwaliteit van organisatie te bereiken met de middelen waarover hij kan beschikken. 2.1.007 De organisator van een wedstrijd op de provinciale kalender is verplicht om het WBV-logo te reproduceren op alle officiële documenten met betrekking tot de wedstrijd, zoals programmaboekjes, badges, deelnemerslijsten, wegwijzers-uurroosters, publiciteitsbrochures en panelen, affiches e.d.m. Organisatoren die zich daaraan niet houden zullen bij de eerste vaststelling een verwittiging krijgen en bij herhaling zullen ze beboet worden cfr. het barema van de specifieke Belgische inbreuken. 2 Toelating tot organiseren 2.2.008 Een wielerwedstrijd mag alleen georganiseerd worden als ze werd opgenomen in een provinciale kalender. De inschrijving van de wedstrijd op een kalender betekent dat de wedstrijd mag worden georganiseerd, maar dat betekent niet dat de WBV die de inschrijving deed verantwoordelijkheid opnemen. 2.2.009 De organisator moet ook al de nodige administratieve toelatingen, voorzien in de wet en de reglementen van het land waar de competitie plaatsvindt, verkrijgen. 2.2.010 60 dagen voor de wedstrijd moet de organisator aan de provinciale afdeling zijn technische gegevens van de wedstrijd meedelen: - het programma en de uren van de wedstrijden; - genodigde renners (categorie van renners,...); - ontvangen van de inschrijvingen en uitdelen van identificatienummers; - lijst van de prijzen en de premies; - plaats van de lokalen (antidopingcontrole, kleedkamers,secretariaat, pers,...); 3 Algemene bepalingen 2.3.011 Voor de wedstrijden van de provinciale kalender, worden de modaliteiten van inschrijving vastgelegd door de regionale federatie van de organisator. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 16

2.3.012 Renners mogen enkel deelnemen aan een buitenlandse competitie indien zij in het bezit zijn van een schriftelijke toelating deelname afgeleverd door de voorzitter van de PCWPV van de woonplaats van de renner. Deze toelating dient de geldigheidsduur van de toelating en de naam van de betreffende renner(s) te vermelden. 2.3.013 De organisator kan de start niet weigeren aan een ingeschreven renner. Hij moet zijn bezwaren voorleggen aan het college van commissarissen, dat zal beslissen. 4 Parcours en veiligheid Veiligheid 2.4.014 De organisator dient een adequate veiligheidsdienst te installeren en een efficiënte medewerking met de openbare ordediensten te organiseren. 2.4.015 Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke en administratieve van toepassing zijnde richtlijnen en aan de voorzichtigheidsplicht van elkeen, moet de organisator erop toezien dat er op het parcours of op de locatie van de competities geen plaatsen of toestanden ontstaan die een bijzonder risico zouden vormen voor de veiligheid van personen (renners, begeleiders, officiëlen, publiek,...). Als ondanks alles, sommige obstakels toch blijven, moet de organisator dit ver genoeg op voorhand aanduiden en hiervoor alle nodige maatregelen treffen. 2.4.016 Ongeacht de richtlijnen die een geheel gesloten omloop eisen, moet alle verkeer bij de doortocht van de wedstrijd tot staan gebracht worden. 2.4.017 In geen enkel geval kan WBV verantwoordelijk worden gesteld voor eventuele fouten in het parcours of de installaties noch voor de ongevallen die zich zouden voordoen. 2.4.018 De renners moeten vooraf het parcours hebben bestudeerd. Behalve op bevel van een vertegenwoordiger van de openbare macht, mogen ze niet afwijken van het voorziene parcours. Ze mogen zich niet beroepen op een vergissing betreffende het parcours, noch op andere redenen, zoals bijvoorbeeld: verkeerde aanduiding door personen, pijlen die verkeerd geplaatst zijn of ontbreken, enz. Een renner die van het parcours afwijkt, en daardoor een voordeel geniet, wordt onmiddellijk uit de competitie genomen, onafgezien van andere voorziene sancties. 2.4.019 Als één of meerdere renners afwijken van het parcours op bevel van een vertegenwoordiger van de openbare macht, worden zij niet gestraft. Als deze omleiding een voordeel opleverde, moeten de betreffende renners, als ze terug op het normaal parcours komen, wachten en terug de plaats innemen die ze voor deze omleiding hadden. Indien alle of een deel van de renners een verkeerde richting nemen, moet de organisator al het nodige doen om hen terug op het parcours te brengen, daar waar zij het hadden verlaten. Als het traject moet worden veranderd door de organisator, moeten deze wijzigingen gemeld worden aan de officiëlen en de renners voor het vertrek van de wedstrijd. Als, in geval van overmacht, het traject moet worden veranderd tijdens de wedstrijd, moeten de renners onmiddellijk worden ingelicht. In geen geval kunnen de renners in beroep gaan tegen de beslissing van de officiëlen. 5 Medische dienst 2.5.020 De organisator van een wielerwedstrijd op de weg moet beroep doen op een medische paramedische dienst met onderneming -of erkenningnummer als ziekenwagendienst of hulporganisatie. 2.5.021 Elke Belgische wielerwedstrijd op de weg dient gevolgd te worden door ten minste één ziekenwagen met paramedisch materiaal en hulpverlener(s). De term ziekenwagen is beschreven in het K.B. 17/03/2003. Bovendien moet er zich op een wielerparcours minder dan 10 km één ziekenwagen aanwezig zijn die voldoet aan de geregistreerde Belgische norm NBN EN 1789 type B of C. Deze ziekenwagen bemand met twee gekwalificeerde personen zal instaan voor het vervoer van zieken of gewonden. Tevens dient er een verzorgingspost met gekwalificeerde personen en het nodige EHBO materiaal georganiseerd te worden in de omgeving van de aankomstlijn. Een geneesheer die de wedstrijd in een goed herkenbaar voertuig volgt is verplicht IN ALLE INTERCLUBWEDSTRIJDEN. K.B. 21/08/1967. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 17

Open omloop van maximum 10 km: - Minstens één ziekenwagen met paramedisch materiaal en hulpverlener(s) in de wedstrijd. Indien dit type van voertuig niet aanwezig is zal de wedstrijd gevolgd worden door de ziekenwagen die voldoet aan de norm NBN EN 1789 type B of C met twee gekwalificeerde personen. - Verzorgingspost ter hoogte van de aankomstlijn Gesloten omloop maximum 3 km: - Minstens één ziekenwagen die voldoet aan de norm NBN EN 1789 type B of C ter hoogte van het parcours en één verzorgingspost ter hoogte van de aankomstlijn. Europese norm NBN EN 1789 betreffende de medische voertuigen en hun uitrustingen - ziekenwagens ; De ziekenwagens die aangepast zijn aan het medisch-sanitair vervoer vallen onder drie categorieën : - type B : medisch uitgeruste ziekenwagen : ziekenwagen die ontworpen en uitgerust is voor het vervoer, de zorgen en het toezicht op patiënten; - type C : mobiele intensieve zorgen-unit : ziekenwagen die ontworpen en uitgerust is voor het vervoer, de intensieve zorgen en het toezicht op patiënten; 6 Prijzen 2.6.022 Alle informatie omtrent de prijzen (aantal, aard, bedrag, manier van toekennen) moet duidelijk vermeld worden in het programma en/of de technische gids van de wedstrijd. De VCWPV bepaalt ieder jaar het bedrag dat moet voorzien worden voor elke categorie van wedstrijd. Zij maakt ook de verdeling op en publiceert die in het officieel orgaan van WBV. Als de uitbetaling plaatsvindt na de wedstrijd, moet het prijzengeld, voor de wedstrijd, overhandigd worden aan de dienstdoende afgevaardigde. 2.6.023 Als er betwisting is omtrent een plaats die recht geeft op een prijs, wordt de prijs ingehouden tot er een beslissing is genomen. Behoudens bijzonder voorschrift schuiven de volgende renners in het klassement een plaats op en hebben zij recht op de prijs die overeenstemt met hun nieuwe plaats. Als een renner de plaats verliest waarvoor hij een prijs ontving, moet de prijs binnen de maand worden teruggeven. Bij gebrek wordt het bedrag ambtshalve vermeerderd met 20 % (twintig procent). De renner zal ambtshalve geschorst worden indien de prijs, vermeerderd met 20 % (twintig procent), niet werd terugbetaald aan WBV binnen de maand na verzending van een aanmaning door de WBV en zolang het verschuldigde bedrag niet werd vereffend. Ingeval van doping: zie UCI-reglement. 2.6.024 Indien een wedstrijd wordt gereden aan een gemiddelde dat ongewoon laag ligt, kan het college van commissarissen, na raadpleging van de organisator, beslissen de prijzen te verminderen of te schrappen. 2.6.025 Niet afgehaalde prijzen worden gestort in de Hulpkas der Renners. Niet toegekende prijzen zijn voor de organisator. 7 Premies 2.7.026 De premies kunnen alleen betwist worden door renners die zich vooraan in de wedstrijd bevinden, renners die een of meerdere ronden achterstand hebben worden hiervan uitgesloten. Het aankondigen van aanmoedigingspremies is verboden, maar persoonlijke schenkingen zijn toegelaten. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 18

DEEL 3 - VERLOOP VAN DE WEDSTRIJDEN 1 Leiding van de organisatie en van de competitie 3.1.027 De algemene materiële leiding van de wedstrijd wordt verzekerd door de organisator of zijn vervanger. De organisatorische problemen van puur materiële aard worden opgelost door de leiding van de organisatie, met inachtname van de reglementen die hierop van toepassing zijn en na raadpleging van het college van commissarissen. De functie van hoofd van de organisatie (vermelding volgens K.B.: koersdirecteur) komt toe aan de persoon die de toelating heeft te organiseren. Zijn rol wordt beperkt tot de materiële kant van de organisatie en sluit iedere inmenging uit in de sportieve leiding van de wedstrijd. 3.1.028 De voorzitter van het college van commissarissen, in samenwerking met de commissarissen, verzorgt de sportieve leiding en controle van de competitie. 2 Houding van de deelnemers aan wielerwedstrijden 3.2.029 Iedere vergunninghouder moet ten allen tijde een correcte uitrusting dragen en zich fatsoenlijk gedragen in alle omstandigheden, ook buiten de wedstrijden. Hij moet zich onthouden van gewelddadigheden, beledigingen en ander onwaardig gedrag en van het in gevaar brengen van anderen. Hij mag, in woorden, gebaren, geschriften of op een andere manier, geen schade berokkenen aan de reputatie of de eer van de andere renners, de officiëlen, de sponsors, de federaties, de UCI of de wielersport in het algemeen. Kritiek uiten moet op een redelijke, gemotiveerde en gematigde manier gebeuren. 3.2.030 Elke vergunninghouder zal, onder alle omstandigheden, deelnemen aan wielerwedstrijden op een sportieve en loyale manier. Hij zal loyaal zijn bijdrage leveren om de wedstrijd tot een sportief succes te laten uitgroeien. 3.2.031 De renners moeten op een sportieve manier hun kansen verdedigen. Iedere afspraak of houding die de bedoeling heeft de competitie te vervalsen of te schaden, is verboden. 3.2.032 De renners moeten uiterst voorzichtig zijn. Zij worden verantwoordelijk gesteld voor de ongevallen die zij veroorzaken. Zij moeten rekening houden met de wettelijke voorschriften van het land waar de wedstrijd plaatsvindt voor wat betreft hun gedrag in de wedstrijd. 3.2.033 In de competitie is het bij zich hebben of het gebruik van glazen voorwerpen verboden. 3 Controle van de inschrijvingen 3.3.034 Het college van commissarissen gaat eveneens de deelnametoelating na van de nationale of regionale federatie zoals bepaald in artikel 2.3.012 3.3.035 Nadat de vergunning van de renner werd gecontroleerd, krijgt hij zijn identificatienummer. 3.3.036 De renner wiens vergunning niet kon worden gecontroleerd en waarvan de hoedanigheid van niet geschorste renner niet op een andere wijze wordt vastgesteld mag niet starten en mag niet voorkomen in de uitslag van de wedstrijd. 3.3.037 De controle van de vergunningen moet plaatsvinden in een ruimte die groot genoeg is en ontoegankelijk voor het publiek. 4 Start van de wedstrijd 3.4.038 Voor alle wedstrijden moeten de renners, voor de start en onder toezicht van een commissaris, het startblad of inschrijvingsblad tekenen. 3.4.039 Geregeld zal voor elke categorie van miniemen, aspiranten, dames en heren nieuwelingen en dames en heren juniores een controle van de versnellingen gebeuren. De organisator zal een couloir opstellen om de start en de meting van de versnellingen zo vlot mogelijk te laten verlopen. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 19

3.4.040 De start wordt gegeven bij middel van een pistool, een fluitje, een bel, een vlag of een elektronisch apparaat. 3.4.041 De start wordt gegeven door of onder toezicht van een commissaris (de starter) die de enige is die oordeelt over de geldigheid van de start. De start in het veldrijden wordt uitsluitend gegeven door een commissaris. De starter is verantwoordelijk voor het afroepen en controleren van de aanwezigheid van de ingeschreven renners. 3.4.042 Een valse start wordt weergegeven door een dubbel signaal met het pistool, fluitje of bel. 3.4.043 De commissarissen kijken na of de renners die zich aanmelden aan de start reglementair zijn uitgerust (fiets, kleding, identificatienummer,...). 5 Aankomst Aankomstlijn 3.5.044 De aankomstlijn bestaat uit een lijn van 4 cm breed, geschilderd in het zwart, op een lijn van witte kleur die een breedte heeft van 72 cm, d.w.z. 34 cm aan iedere kant van de zwarte lijn; voor mountainbike heeft de witte band een breedte van 20 cm, hetzij 8 cm aan iedere kant van de zwarte lijn. 3.5.045 De aankomst heeft plaats op het moment dat de tube/band van het voorwiel het verticaal verheven vlak raakt aan het begin van de aankomstlijn. Desbetreffende is de finishfoto bepalend. Behalve andersluidende bepalingen mag de aankomst ook vastgesteld worden door elk gepast technisch middel dat aangenomen wordt door het college van commissarissen. 3.5.046 In wegwedstrijden, mountainbikewedstrijden, BMX-wedstrijden en veldritten moet er een spandoek met het opschrift AANKOMST opgehangen worden boven de aankomstlijn over de breedte van de weg of het parcours. In geval dit spandoek zou verdwijnen of beschadigd worden, wordt de aankomstlijn aangeduid met een vlag met witte en zwarte ruiten (dambord). Deze vlag wordt ook gebruikt bij iedere tussentijdse aankomst of doortocht voor een klassement alsook, op de weg, op de top van een berg. 3.5.047 In de Beker van Vlaanderen is de fotofinish verplicht. 3.5.048 De film, de strook met de elektronische tijdsopname en elk andere vorm van aankomstregistratie vormen bewijsstukken. Bij geschillen over de aankomstorde mogen ze geraadpleegd worden door de betrokken partijen. Tijdopname 3.5.049 Voor elke wedstrijd duidt de VCWPV van de organisator, het nodige aantal commissarissentijdopnemers aan die van haar een vergunning verkregen heeft. De commissarissen-tijdopnemers mogen bijgestaan worden in handelingen die niet echt tijdsopnamen zijn, door anderen, die ook in het bezit zijn van een vergunning van de nationale federatie van de organisator. 3.5.050 De commissarissen-tijdopnemers schrijven de tijden op fiches die ze, ondertekend, overhandigen aan de aankomstrechter. 3.5.051 Het opnemen van de tijd gebeurt door een elektronisch chronometrageapparaat. Voor pistewedstrijden en afdalingen bij de mountainbike, worden de tijden opgenomen tot op 1/1.000e van de seconde. Voor andere wedstrijden, worden de tijden bepaald tot op de seconde of minder. De resultaten worden meegedeeld tot op de seconde. Een manuele tijdsopname zal gebeuren telkens dit nodig is of nuttig wordt geacht. 3.5.052 In geval van aankomst in peloton, krijgen alle renners van dezelfde groep dezelfde tijd toegekend. Bij iedere marge (minimum 1 seconde tussen achterwiel van vorige renner en voorwil van volgende renner) nemen de commissarissen-tijdopnemers een nieuwe tijd op die genomen wordt op de eerste renner van de groep. Klassement 3.5.053 Behalve anders bepaald, moet iedere renner, om geklasseerd te worden, de wedstrijd beëindigen op eigen kracht - zonder hulp van wie dan ook. 3.5.054 De renner mag te voet over de aankomstlijn komen, doch verplicht met zijn fiets. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 20

3.5.055 De volgorde van aankomst, de gewonnen punten en het aantal afgelegde ronden worden genoteerd door de commissaris-aankomstrechter. In voorkomend geval wordt de uitslag opgemaakt op basis van beschikbare technische middelen. 3.5.056 Zonder afbreuk te doen aan de wijzigingen die voortspruiten uit de toepassing van de reglementen door de bevoegde instanties, kan het klassement van de wedstrijd verbeterd worden door de VCWPV van de organisator binnen een tijdspanne van 30 dagen na het einde van de wedstrijd, ten gevolge van materiële vergissingen in de opname van de volgorde van de doortocht der renners. De VCWPV van de organisator deelt elke wijziging mede aan de organisator en aan de betrokken renners, desgevallend via hun ploeg. Protocol 3.5.057 Iedere betrokken renner is verplicht deel te nemen aan de huldigingplechtigheden die verband houden met de plaatsen, klassementen en prestaties: overhandigen van de trui, overhandigen van bloemen, medailles, ereronde, persconferentie,... 3.5.058 Behalve andersluidende voorschriften moeten de renners zich in competitie-uitrusting aanbieden op de huldigingplechtigheid. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 21

DEEL 4 - CONTROLE VAN DE WEDSTRIJDEN 1 Algemene bepaling 4.1.059 De controle van de wedstrijden van de regionale en provinciale kalender wordt gedaan door de regionale of desgevallend de provinciale federatie van de organisator. 2 College van Commissarissen Taken en samenstelling 4.2.060 Het verloop van wielerwedstrijden wordt gecontroleerd door een college van commissarissen. De organisator moet erop toezien dat de commissarissen onder de beste voorwaarden kunnen werken. 4.2.061 Het college van commissarissen is samengesteld uit twee of meerdere commissarissen. Voorzitter van het college van Commissarissen 4.2.062 De voorzitter van het college van commissarissen wordt aangeduid door de PCWPV van de organisator of, volgens het geval, door de VCWPV. De voorzitter van het college van commissarissen of de door hem aangeduide commissaris oefent de functie uit van directeur van de competitie. Commissaris-Aankomstrechter 4.2.063 Een van de leden van het college van commissarissen zal de functie van commissaris-aankomstrechter waarnemen. De commissaris-aankomstrechter kan, op zijn verantwoordelijkheid, zich laten bijstaan door mensen aangeduid door de PCWPV of VCWPV van de organisator, die in het bezit zijn van een vergunning afgeleverd door deze federatie. 4.2.064 De commissaris-aankomstrechter is de enige rechter over de aankomsten. Hij noteert de orde van aankomst, het aantal gewonnen punten en het aantal afgelegde ronden op het voorziene formulier dat hij ondertekent en afgeeft aan de voorzitter van het college. 4.2.065 De commissaris-aankomstrechter moet kunnen beschikken over een verhoogd en overdekt platform ter hoogte van de aankomstlijn. Verslag 4.2.066 Het college van commissarissen stelt een uitvoerig rapport op over de wedstrijd via het formulier dat met het oog daarop door WBV geleverd wordt. Dit verslag dient verplicht vergezeld te zijn van volgende documenten: - de lijst van de ingeschrevenen - de startlijst - de rangschikking(en) - de uitslag(en) en klassement(en) De bladen van de commissarissentijdopnemers en de verslagen van de individuele commissarissen moeten hierbij gevoegd worden. Het verslag moet aan de provinciale afdeling van de organisator overgemaakt worden teneinde de competitie te laten homologeren. 3 Bevoegdheid van het college van commissarissen 4.3.067 Het college van commissarissen laat iedere onregelmatigheid die het vaststelt in de organisatie verbeteren. 4.3.068 De commissarissen stellen de inbreuken vast en spreken de straffen uit over zaken waarvoor zij bevoegd zijn. Iedere commissaris stelt individueel inbreuken vast en noteert ze in een door hem ondertekend verslag. De verslagen van de commissarissen zijn doorslaggevend wat betreft de vastgestelde feiten, behalve bij bewijs van het tegengestelde. De straffen worden uitgesproken door het college van commissarissen, bij meerderheid van stemmen. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 22

4.3.069 Ook heeft iedere commissaris individueel bevoegdheid wat betreft: -de start weigeren aan renners die niet in regel zijn of die zichtbaar niet in staat zijn deel te nemen aan een wedstrijd; -verwittigingen geven en berispen; -onmiddellijk uit competitie zetten van een renner die een zware fout begaat, die zichtbaar niet meer in staat is de competitie verder te zetten, die een niet meer goed te maken achterstand heeft opgelopen of die een gevaar betekent voor anderen. Deze beslissingen worden gemeld in een ondertekend verslag. 4.3.070 Het college van commissarissen, of indien nodig iedere commissaris individueel, neemt alle beslissingen die nodig zijn voor een goed verloop van de wedstrijd. Deze beslissingen worden genomen conform met de van toepassing zijnde reglementen, en in de mate van het mogelijke, na raadpleging van de leiding van de organisatie. 4.3.071 De vergunninghouders die de instructies van de commissaris niet opvolgen zullen worden gestraft met: renner: 15 EUR tot 65 EUR andere vergunninghouder: 30 EUR tot 130 EUR 4.3.072 Ongeacht artikel 5.1.012 op tuchtrechtelijk vlak is geen enkel beroep toegelaten tegen de vaststelling van feiten, de beoordeling van wedstrijdsituaties en de toepassing van de competitiereglementen door het college van commissarissen of, desgevallend, een individuele commissaris of tegen welke andere beslissing dan ook door hen getroffen voor wedstrijdfeiten van 125 EUR. Renners die klacht willen neerleggen na een wedstrijd dienen volgens de tuchtprocedure bij de WBV, geschreven klacht neer te leggen en op rekening van de WBV, een waarborg te betalen die 160 EUR bedraagt voor de elitewedstrijden (met of zonder contract), 100 EUR voor de beloftenwedstrijden en 65 EUR voor de wedstrijden van alle andere categorieën. De niet terugbetaalde waarborgen wordt gestort op de Hulpkas der Renners. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 23

DEEL 5 - WEDSTRIJDCATEGORIEËN OP DE WEG 1 Categorieën 5.1.073 Klasse 12 1.12 A (120-140 km) individuele regionale wedstrijd van meer dan 120 km met een hoger prijzenbarema voor eliterenners zonder contract en renners -23 jaar uit een club of een Belgische Continentale ploeg + amateurs en masters WBV-FCWB onder bepaalde voorwaarden, zie p.20. 1.12 B (100-120 km) individuele regionale wedstrijd voor eliterenners zonder contract en renners -23 uit een club of een Belgische Continentale ploeg+ amateurs en masters WBV-FCWB onder bepaalde voorwaarden. 1.13: (100-120 km) individuele wedstrijd renners -23 jaar die lid zijn van een Belgische of buitenlandse clubploeg of van een Belgische continentale ploeg + amateurs WBV-FCWB onder bepaalde voorwaarden. Klasse 14.3 individuele regionale wedstrijd voor mannen junioren Klasse 15 individuele regionale wedstrijd voor dames-elite Klasse 16 individuele regionale wedstrijd voor dames jeugd (dames junioren en dames nieuwelingen) Klasse 17.3 individuele regionale wedstrijden voor nieuwelingen Klasse 18 1.18 open (80-100 km) individuele wedstrijd voor amateurs/masters en Belgische dagverzekeringhouders waaraan ook eliterenners zonder contract en renners -23 jaar mogen deelnemen. Renners van continentale ploegen worden evenwel niet toegelaten. 1.18 (- 80 km) individuele wedstrijd voor amateurs/masters en dagverzekeringhouders Gentlemen of dorpelingenkoersen: Wedstrijd voor renners met dagvergunning of op uitnodiging Algemene regels: Als organisatievergunning betaal je 199,5 EUR. De organisatieaanvraag dient te gebeuren via de provinciale afdeling waar de wedstrijd doorgaat. De regels qua aantal deelnemers, afhankelijk van welk soort wedstrijd, criterium of wegwedstrijd,dienen gerespecteerd te worden; Minimum 18 jaar oud zijn. Gentlemenwedstrijden Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VCWPV. Voor elke competitieve renner (= een actieve renner met vergunning) moet een niet competitieve deelnemer (= een niet-vergunninghouder) aan de wedstrijd deelnemen; de verhouding 50%-50% dient hoe dan ook geëerbiedigd en toegepast te worden; De renners (competitieve en niet vergunninghouder) moeten samen in de wedstrijd blijven. De niet vergunninghouders moeten een dagvergunning nemen van 5 euro Reglementen Wielerbond Vlaanderen 24

Dorpelingenwedstrijden Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VCWPV Zijn wedstrijden waarvan de deelnemers geen houder zijn van een competitieve vergunning. Dagvergunning verplicht voor elke deelnemer (5 euro) Afscheidscriterium Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VCWPV Enkel renners met een geldige vergunning of dagvergunning Wedstrijden voor een goed doel. Bij elke aanvraag tot organisatie dient men het wedstrijdprogramma bij te voegen Voor elke aanvraag dient er een toestemming te zijn van de VCWPV Voor de wedstrijd dient er overleg te zijn met de VCWPV, waar de voorwaarden tot organiseren en deelname worden vastgelegd Toegelaten voor renners met vergunning of dagvergunning Reglementen Wielerbond Vlaanderen 25

BMX MTB Miniemen Leerling wielrenners Jongens en meisjes VELD PISTE WEG Micro s Jongens en meisjes BMX DEEL 6 - CATEGORIEËN RENNERS 1 Renners 6.1.074 Micro s (5-7 jaar) CATEGORIE LEEFTIJD MAXIMUM VERZET MAXIMUM AANTAL DEELNEMERS PER PROEF MAXIMUM AANTAL PROEVEN PER WEEK MAXIMUM AANTAL PROEVEN PER JAAR 5 JAAR 25 Afhankelijk van het aantal 6 JAAR vrij startplaatsen en het vaardigheidsniveau van de 1 25 deelnemers 7 JAAR 25 Miniemen (8-11 jaar) 6.1.075 De leeftijd wordt bepaald door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 8 jaar groepeert dus alle renners die in dat jaar 8 jaar worden. De renner gaat over naar een volgende leeftijdscategorie op 1 januari. De cyclocrosser en de pisterenner nemen op 1 september de categorie in hun discipline over die hij/zij op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. CATEGORIE LEEFTIJD MAXIMUM VERZET 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR 8 JAAR 9 JAAR 10 JAAR 11 JAAR (1) 5,22 m 5,22 m 5,57 m 5,57 m 5,45 m 5,45 m 5,45 m 5,45 m 5,22 m 5,22 m 5,57 m 5,57 m vrij vrij MAXIMUM AANTAL DEELNEMERS PER PROEF 35 35 35 35 1 per 20 m piste 1 per 20 m piste 1 per 20 m piste 1 per 20 m piste (3) 35 35 45 50 35 35 45 50 Afhankelijk van het aantal startplaatsen en het vaardigheidsniveau van de deelnemers MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) 4 KM 6 KM 10 KM 15 KM 10 MIN 12 MIN 15 MIN 17 MIN 10 MIN 12 MIN 15 MIN 17 MIN 15MIN 15 MIN 20 MIN 20 MIN MAXIMUM AANTAL PROEVEN PER WEEK (2) 2 waarvan maximaal 1 in dezelfde discipline PERIODE WEDSTRIJDEN Laatste weekend van juni tot 2 e zondag van oktober Laatste weekend van juni tot 1/03 (4) Van 1/09 tot 1/03 Gans het jaar van 1/03 tot 31/10 Indoor: gans het jaar (1) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. Het maximale verzet, voorzien op de piste, is enkel geldig wanneer er gereden wordt met pistefietsen. Wanneer er op de piste gereden wordt met wegfietsen, dan gelden de maximale verzetten die voorzien zijn op de weg. (2) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Miniemen mogen nooit 2 dagen na elkaar een proef afleggen en dit in alle disciplines. (3) Het maximum aantal deelnemers op de piste wordt bepaald door de totale baanlengte te delen door 20. Bijvoorbeeld: een piste van 166 meter mag maximum 8 deelnemers toelaten. (4) Wielerproeven op de piste dienen in de winterperiode (november-maart) op zaterdag georganiseerd te worden. Per uitzondering kunnen, na toelating van WBV, ook op feestdagen wielerproeven op de piste georganiseerd worden. (5) De vermelde afstanden en tijden gelden als totaal van de competitieve onderdelen van de wielerproef. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 26

BMX Aspiranten jongens en meisjes MTB VELD PISTE WEG Opmerkingen: - Om toegelaten te worden tot miniemenproeven dient de renner een vergunning en een sportpas te bezitten en een opleidingsattest te behalen. Het opleidingsattest kan slechts bekomen worden na succesvol de opleiding te hebben volbracht. Deze opleiding kan gevolgd worden via verschillende sessies en omvat in totaal minstens 24 uur. Er dienen minimaal 12 sessies voorzien te worden van maximaal 2 uur per sessie, gespreid over 6 weken. Per dag kan aan maximum 1 opleidingssessie worden deelgenomen. Het opleidingsattest is voor 1 jaar geldig. De toelating om aan proeven deel te nemen wordt via een sticker in de sportpas aangeduid. Deze sticker vermeldt de naam en handtekening van de opleider en de datum van ondertekening. - Miniemen rijden geen wielerwedstrijden maar wielerproeven. Wielerproeven moeten georganiseerd worden volgens een lastenboek zoals door WBV is bepaald. - De miniemen mogen maximum 25 wielerproeven afleggen per jaar. In het kader van de multidisciplinaire sportbeoefening, dienen de toegelaten 25 deelnames aan miniemenproeven, verdeeld te worden over de 5 wielerdisciplines: weg veldrijden piste mountainbike en BMX. Er mogen maximum 20 deelnames zijn in eenzelfde discipline. - Miniemen mogen enkel deelnemen aan wielerproeven als zij een opleidingsattest hebben. Het opleidingsattest voor miniemen is 12 maanden geldig. - Het dragen van de helm is verplicht in alle wielerproeven die op Belgisch grondgebied worden betwist. Het dragen van een harde veiligheidshelm is verplicht bij de proeven en trainingen van de volgende disciplines: piste, MTB, veldrijden, trial en BMX. Voor BMX zijn bovendien een lange broek, trui met lange mouwen en handschoenen verplicht als beschermende kledij. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wielerproeven in het buitenland. - Tijdens de miniemenproeven is bevoorrading niet toegestaan. Aspiranten (12-14 jaar) 6.1.076 De leeftijd wordt bepaald door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 12 jaar groepeert dus alle renners die in dat jaar 12 jaar worden. De renner gaat over naar een volgende leeftijdscategorie op 1 januari. De cyclocrosser en de pisterenner nemen op 1 september de categorie in hun discipline over die hij/zij op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. CATEGORIE LEEFTIJD (1) 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR MAX VERZET (2) 5,69 m 5,81 m 5,93 m MAX AANTAL DEELNEMERS PER WEDSTRIJD 40 40 50 MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) 20 KM 25 KM 35 KM MAXIMUM AANTAL WEDSTRIJDEN PER WEEK (3) PERIODE WEDSTRIJDEN van laatste weekend van april tot tweede zondag van oktober 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR 5,93 m 5,93 m 5,93 m 5,69 m 5,81 m 5,93 m vrij (4) 1 per 15 m piste 1 per 15 m piste 1 per 15 m piste 55 65 75 55 65 75 20 MIN 22 MIN 25 MIN 20 MIN 22 MIN 25 MIN 25 MIN 35 MIN 45 MIN 2 waarvan maximaal 1 in dezelfde discipline van laatste zondag van april tot 1/03 (5) van 1/09 tot 1/03 gans het jaar 12 JAAR 13 JAAR 14 JAAR vrij Afhankelijk van het aantal startplaatsen en het vaardigheidsniveau van de deelnemers Van 1/03 tot 31/10 Indoor: gans het jaar (1) Aspiranten nemen deel in hun reeks vanaf 1 januari van het jaar waarin ze verjaren. (2) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. Het maximale verzet, voorzien op de piste, is enkel geldig wanneer er gereden wordt met pistefietsen. Wanneer er op de piste gereden wordt met wegfietsen, dan gelden de maximale verzetten die voorzien zijn op de weg. (3) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Aspiranten mogen nooit 2 dagen na elkaar aan een wedstrijd deelnemen. De geselecteerde renners voor het BK en VK mogen ook de zondag na het kampioenschap aan een wedstrijd deelnemen en dit in alle disciplines. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 27

(4) Het maximum aantal deelnemers op de piste wordt bepaald door de totale baanlengte te delen door 15. Voorbeeld: een piste van 166 meter mag maximaal 11 deelnemers toelaten. (5) Wielerwedstrijden op de piste dienen in de winterperiode (november-maart) op zaterdag en tijdens het zomerverlof (juli-augustus) op dinsdag georganiseerd te worden. Per uitzondering kunnen, na toelating van WBV, ook op feestdagen wielerwedstrijden op de piste georganiseerd worden. Opmerkingen: - Om toegelaten te worden tot aspirantenwedstrijden dient de renner een vergunning en een sportpas te bezitten en een opleidingsattest te behalen. Het opleidingsattest kan bekomen worden na succesvol de opleiding te hebben volbracht. De opleider beslist wanneer de opleiding met succes werd gevolgd. Deze opleiding kan gevolgd worden via verschillende sessies of via een weekstage en omvat minstens 24 uur. Er dienen minimaal 12 sessies voorzien te worden van maximaal 2 uur per sessie, gespreid over 6 weken. Per dag kan aan maximum 2 opleidingssessies worden deelgenomen. Het opleidingsattest is voor 1 jaar geldig. De toelating om aan wedstrijden deel te nemen wordt via een sticker in de sportpas aangeduid. Deze sticker vermeldt de naam en handtekening van de opleider en de datum van ondertekening. - Aspiranten mogen maximum aan 35 wielerwedstrijden deelnemen per jaar. In het kader van de multidisciplinaire sportbeoefening, dienen de toegelaten 35 deelnames aan aspirantenwedstrijden verdeeld te worden over de 5 wielerdisciplines: weg, veldrijden, piste, MTB en BMX. Er mogen maximum 25 deelnames zijn in eenzelfde discipline. - Aspiranten mogen enkel deelnemen aan wielerwedstrijden als zij een geldig opleidingsattest hebben. Het opleidingsattest voor aspiranten is 12 maanden geldig. - 12-jarige meisjes mogen met de 12-jarige jongens meerijden 13-jarige meisjes mogen met de maximale versnelling van de13-jarigen meerijden met de 12-jarige jongens. 14-jarige meisjes mogen met de maximale versnelling van de 14-jarigen meerijden met de 13- jarige jongens. - Het dragen van de helm is verplicht in alle wielerwedstrijden die op Belgisch grondgebied worden betwist. Het dragen van een harde veiligheidshelm is verplicht bij de wedstrijden en trainingen van de volgende disciplines: piste, MTB, veldrijden, trial en BMX. Voor BMX zijn bovendien een lange broek, trui met lange mouwen en handschoenen verplicht als beschermende kledij. - Aspiranten die tot een selectie behoren voor een BK, mogen een dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden in het buitenland. - Tijdens de aspirantenwedstrijden is bevoorrading niet toegestaan. - Er mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden van nevenbonden. - De minimale afstand van een verkeersvrije omloop zal vanaf 2010 1500m bedragen. - Na 15 augustus kunnen wedstrijden voor de 14-jarige aspiranten georganiseerd worden van 50 km op een omloop met een minimale afstand van 3000 m. Op deze wedstrijden is het deelnemersveld bij de 14-jarigen beperkt tot 80. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 28

BM MT VELD Nieuwelingen jongens en meisjes PISTE WEG 6.1.077 Nieuwelingen (15-16 jaar) CATEGORIE LEEFTIJD (1) 15 EN 16 JAAR 15 EN 16 JAAR MAX VERZET (2) 6,94 m MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) - 60 km tot en met 3e koersweekend daarna 70 km - IC tot en met 3 e koersweekend max. 60 km daarna 80 km (= BK) MAXIMUM AANTAL WEDSTRIJDEN PER WEEK (3) 3 PERIODE WEDSTRIJDEN van 1/02 tot 15/10 6,94 m waarvan maximaal 2 in van 1/01 tot 31/12 dezelfde discipline 15 EN 16 JAAR 15 EN 16 JAAR 6,94 m 30 min van 1/09 tot 1/03 vrij 1u 15 min gans het jaar 15 EN 16 JAAR vrij van 1/03 tot 31/10 indoor: gans het jaar (1) De leeftijd van de renners wordt gemaakt door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 15 jaar betekent dus voor alle renners die in dat jaar 15 jaar worden. Voor veldrijden en piste gaat men over op 1 september naar de categorie die men op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. (2) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Deze versnelling komt overeen met 52x16 op een wegfiets voorzien van standaard wielen (28 inch). Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. (3) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Nieuwelingen mogen nooit 3 dagen na elkaar aan een wedstrijd deelnemen, met uitzondering van maximaal 3 rittenwedstrijden van ten hoogste 4 wedstrijddagen per jaar. Eén dag voor en vier dagen na een rittenwedstrijd is het de renner niet toegelaten om aan wedstrijden deel te nemen. Een rittenwedstrijd telt als één wedstrijd. Opmerkingen - Nieuwelingen mogen maximum aan 60 wielerwedstrijden deelnemen per jaar. In het kader van de multidisciplinaire sportbeoefening, dienen de toegelaten 60 deelnames aan wedstrijden verdeeld te worden over de 5 wielerdisciplines: weg, veldrijden, piste, MTB en BMX. Er mogen maximum 50 deelnames zijn in eenzelfde discipline. - Nieuwelingen die tot een selectie behoren voor een BK, mogen een dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden in het buitenland. - Er mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden van nevenbonden. - Meisjes nieuwelingen en meisjes junioren starten samen in de wedstrijden voor dames jeugd. Er worden echter twee afzonderlijke klassementen opgemaakt. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximaal verzet. - Op dagen dat er geen wedstrijden georganiseerd worden voor de dames nieuwelingen, mogen deze rensters deelnemen aan de wedstrijden voor jongens nieuwelingen. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximaal verzet. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 29

BMX MTB VELD Junioren jongens en meisjes PISTE WEG 6.1.078 Junioren (17-18 jaar) CATEGORIE LEEFTIJD (1) 17 EN 18 JAAR MAX VERZET (2) 7,93 m MAXIMUM AFSTAND (KM) (MIN) - Prov. & regionale kalender: 100 km - Nat. kalender: 120 km - Int. kalender: 140 km - BK: 130 km 80 km tot en met 3 e koersweekend IC 90 km tot en met 3 e koersweekend MAXIMUM AANTAL WEDSTRIJDEN PER WEEK (3) PERIODE WEDSTRIJDEN van 1/02 tot 15/10 17 EN 18 JAAR 17 EN 18 JAAR 7,93 m waarvan maximaal 3 van 1/01 tot 31/12 in dezelfde discipline 7,93 m 40 min van 1/09 tot 1/03 4 17 EN 18 JAAR vrij Jongens: 1u45 Meisjes: 1u30 gans het jaar 17 EN 18 JAAR vrij van 1/03 tot 31/10 indoor: gans het jaar (1) De leeftijd van de renners wordt gemaakt door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopende jaar en het geboortejaar. Categorie 17 jaar betekent dus voor alle renners die in dat jaar 17 jaar worden. Voor veldrijden en piste gaat men over op 1 september naar de categorie die men op 1 januari van het daaropvolgende jaar zal bekomen. (2) Dit is de maximale versnelling die toegelaten is. Deze versnelling komt overeen met 52x14 op een wegfiets voorzien van standaard wielen (28 inch). Het gebruik van kleinere versnellingen is echter toegelaten. (3) Elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). Junioren mogen nooit 3 dagen na elkaar aan een wedstrijd deelnemen, met uitzondering van maximaal zes rittenwedstrijden van ten hoogste vier dagen op gespreide wijze over 1 jaar. Eén dag voor en vier dagen na een rittenwedstrijd is het de renner niet toegelaten om aan wedstrijden deel te nemen. Een rittenwedstrijd telt als één wedstrijd. Opmerkingen - Junioren mogen maximum aan 60 wielerwedstrijden deelnemen per jaar. In het kader van de multidisciplinaire sportbeoefening, dienen de toegelaten 60 deelnames aan wedstrijden verdeeld te worden over de 5 wielerdisciplines: weg, veldrijden, piste, MTB en BMX. Er mogen maximum 50 deelnames zijn in eenzelfde discipline. - Junioren die tot een selectie behoren voor een BK, mogen een dag voor het BK niet deelnemen aan wedstrijden. - Zonder toelating mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden in het buitenland. - Er mag niet worden deelgenomen aan wedstrijden van nevenbonden. - Meisjes junioren rijden maximaal 70 km nationaal en 80 km internationaal. - Meisjes nieuwelingen en meisjes junioren mogen samen starten in de wedstrijden voor dames jeugd. Er worden echter twee afzonderlijke klassementen opgemaakt. Elke categorie rijdt met zijn eigen maximaal verzet. - Op dagen dat er geen wedstrijden georganiseerd worden voor de dames junioren, mogen deze rensters deelnemen aan de wedstrijden voor jongens nieuwelingen of de wedstrijden voor dames elite. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 30

Renners -23 jaar 6.1.079 Voor de renners U23 geldt de reglementering hieronder: *(1) de leeftijd van de renners wordt gemaakt door het verschil van het jaartal te maken tussen het lopend jaar en het geboortejaar. Categorie 19 jaar betekent dus voor alle renners die in dat jaar 19 jaar worden. *(2) in deze categorie heeft men een vrije keuze wat betreft versnellingen en dit in alle disciplines. *(3) elke week start op de maandag en eindigt op de daaropvolgende zondag (7 dagen). *(4) max. 200 deelnemers toegelaten in nationale en internationale interclubwedstrijden. *(5) bij BMX is de afstand en het max. aantal deelnemers volgens het circuit. Opgelet: Dames elite (vanaf 19 jaar) rijden maximaal 100 km nationaal en 140 km internationaal. Reglementen Wielerbond Vlaanderen 31