Speech jaarvergadering oud ambtenaren Europese Instellingen op 21 april 2017 in PH Zwolle -------------------------------------------------------------------------------------------- dames en heren, Hartelijk welkom hier in ons provinciehuis. We zitten hier sinds 1972. Dit gebouw is ontworpen door de architect Marius Duintjer. Hij was 1 van de 5 inzenders van een prijsvraag die het provinciebestuur in 1959 had uitgeschreven. En wellicht doet de buitenkant u ook aan andere gebouwen denken. Dat kan, want hij ontwierp ook het kantoor van de Nederlandse Bank in Amsterdam En, voor de Drenten onder u, ook het provinciehuis in Assen. De tuinen buiten en het hele park hierachter (waar straks weer het grootste bevrijdingsfestival van Nederland wordt gehouden) zijn ontworpen door onze eigen Mien Ruys, inmiddels overleden, maar bekend van haar tuinen in Dedemsvaart. Dan weet u in ieder geval waar u bijeenkomt. Een dynamische plek kan ik u zeggen. We zijn als provincie Overijssel met veel zaken bezig. Belangrijk daarbij is dat we dat op een eigentijdse manier willen doen. We vinden het belangrijk om onze
inwoners en bedrijven er bij te betrekken. Dus niet alles hier bedenken en opleggen, maar kijken naar de opgaven die er zijn en kijken hoe je die gezamenlijk kunt oppakken. Natuurlijk waar nodig met duidelijke kaders die we hier stellen, maar vaker toch van onder op. Cultuurbeleid, hoe we omgaan met onze natuur, een andere manier van het inrichten van het Openbaar Vervoer. Dat zijn onderwerpen die we graag samen met onze inwoners en partners willen oppakken. En dat klinkt logisch, maar heeft nog veel voeten in aarde. Want het vraagt een andere manier van werken van ons bestuurders, maar ook onze ambtenaren. We moeten luisteren, begeleiden en soms op onze handen zitten. Niks doen. Als het gaat om samenwerken, dan gaat het niet alleen om onze inwoners. We hebben te maken met instellingen, gemeenten, Den Haag, Brussel natuurlijk, maar ook met onze Oosterburen. Want voor een grensprovincie als Overijssel zijn Noordrijn-Westfalen en Niedersachsen natuurlijk belangrijke partners. We hebben daarom bijna een jaar geleden een vertegenwoordiging geopend in het Nederlands Consulaat in Düsseldorf, samen met Gelderland en Limburg. We hebben veel gezamenlijke belangen; denk aan de economie, grensoverschrijdende arbeid,, bijvoorbeeld de erkenning van elkaars diploma s, energie, mobiliteit, noem maar op.
Daar zitten natuurlijk ook grote raakvlakken met onze belangen in Brussel. Ook in Brussel zijn we trouwens vertegenwoordigd. We zitten daar met ons eigen Huis van de Nederlandse provincies. Daar zitten ambtenaren van alle 12 provincies om ons onder de aandacht te brengen. Europa is bepalend op veel beleidsterreinen die voor Overijssel relevant zijn. Denk aan regionale economie, natuur, milieu, energie, landbouw, de leefbaarheid in de steden, maar bijvoorbeeld ook minder regels voor inwoners en ondernemers. Het is daarom belangrijk dat de provincie Overijssel meepraat in Brussel. Een goed voorbeeld van dat meepraten is het Biodiversiteitsbeleid. In 2015 is door het Rijk erkend dat provincies op Europees niveau een belangrijke rol hebben te vervullen in het Europese beleid voor biodiversiteit. De uitvoering van dit beleid is in Nederland immers vergaand naar de provincies gedecentraliseerd. De term die voor deze provinciale rol werd gehanteerd was eerst mededepartement, maar inmiddels wordt gesproken van provincies als gelijkwaardig partner. Deze rol is nieuw, en betekent dat we kunnen meepraten in het formele Raadstraject. We zitten dus aan tafel bij de Europese raadswerkgroepen, een plek die formeel toebehoorde aan het rijk. Een betere lobby is er natuurlijk niet. We hebben met de gezamenlijke provincies onze aandachtspunten voor het biodiversiteitsbeleid
afgestemd, en gaan ons richten op de Vogel- en Habitatrichtlijn, ecosystemen, de landbouw, invasieve exoten en de biodiversiteitsstrategie na 2020. Maar we werken ook in gezamenlijk verband met Gelderland. Want Oost-Nederland (Overijssel en Gelderland) zorgt ervoor dat Europees geld voor plattelandsontwikkeling, regionale economie en grensoverschrijdende samenwerking op een goede manier wordt ingezet in onze provincies. In de periode 2014-2020 gaat dit om ongeveer 150 miljoen euro. De provincie draagt ook zelf bij aan deze doelen: 50 miljoen euro. Daarnaast helpt de provincie bij aanvragen vanuit de Overijsselse samenleving voor geld uit thematische fondsen als Horizon2020. Om de kracht van Oost Nederland optimaal te benutten is het belangrijk dat we samenwerken met alle partners in Oost Nederland. Een mooi voorbeeld is het gezamenlijke Oost Nederlandse Innovatieprofiel dat we vorig jaar ontwikkeld hebben samen met overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Op basis van een gedegen analyse is een profiel opgesteld dat toont dat onze innovatiekracht zich vooral concentreert binnen twee vlaggenschepen, waarmee we tot de Europese top behoren: Slimme en duurzame industrie ( Smart and sustainable industries ) Concepten voor een gezond leven ( Concepts for a healthy life )
Door ons duidelijk uit te spreken over onze sterktes krijgen we als regio meer profiel, weten buitenlandse partners ons makkelijker te vinden op deze thema s en vergroten we de kans op Europees geld voor internationale innovatieprojecten die binnen dit profiel passen. Innovatie gaat immers sneller als we samen met internationale kennisinstellingen en bedrijven innovatieve producten ontwikkelen, die wij in Oost Nederland kunnen maken en op de internationale markt kunnen afzetten. Door de Oost Nederlandse speerpunten internationaal in de etalage te zetten, wordt de regio interessant voor internationale bedrijven en investeerders. En dat is goed voor onze economie en werkgelegenheid. Mooi voorbeeld was eind vorig jaar toen we vanuit Brussel samen met de 5 steden hier een duurzaamheidssubsidie wisten binnen te halen. Het geld wordt gebruikt voor de voorbereiding en opstart van een groot investeringsprogramma voor de verduurzaming van gemeentelijke gebouwen, woningen, kantoren en de aanleg van drie warmtenetten. Het totale investeringsprogramma heeft een waarde van 72,2 miljoen euro, en wordt door de gemeenten, provincie en andere projectpartners gefinancierd. En die zogeheten Elena-subsidie wordt gebruikt voor: -Verduurzaming van 175 gemeentelijke panden in verschillende gemeenten
- Verduurzaming van 400 particuliere woningen (woningabonnement Deventer) - Aanleg en verduurzaming warmtenetten in Deventer, Enschede en Zwolle Een goed netwerk van contacten in Brussel is daarbij belangrijk, en ons netwerk breidt zich uit: Oost Nederland is vorig jaar lid geworden van het netwerk VANGUARD, een netwerk van zo n 30 internationale regio s dat zich richt op de slimme maak industrie. Bedrijven en kennisinstellingen uit Oost Nederland brengen we via dit netwerk in contact met internationale partners. Het netwerk is in opbouw, maar laat zien dat het ook zonder Europese subsidie zinvol is kennis uit te wisselen en internationale contacten te leggen die de kennis en de afzetmarkt van ons bedrijfsleven kunnen vergroten. Dus u ziet, we richten ons 1 op de beinvloeding van Europese regelgeving waar dat in ons belang is, 2 we werken aan goede samenwerkingsrelaties met de Duitse buren, en 3 we zijn hier volop bezig om de Europese programma s en fondsen goed te benutten. POP en LEADER (plattelandsontwikkeling), OP-Oost(EFRO, regionale economie en innovatie) en INTERREG (grensoverschrijdende samenwerking), Horizon 2020 (innovatie) en ELENA (duurzaamheid). (alle namen weglaten kan ook)
Precies de drie doelstellingen van de Europa agenda die wij vorig jaar in Overijssel hebben vastgesteld. We volgen de ontwikkelingen in Europa op de voet, en in 2017 staat er veel op het programma: In maart presenteerde De Europese Commissie het witboek over de toekomst van Europa. Hierin worden verschillende scenario s geschetst voor de 27 lidstaten (na de Brexit) van de EU in 2025. Scenario s met meer en minder Europa, en met verschillende snelheden. Hierbij zijn ook scenario s die er op wijzen dat er voor de voor Europese regionale programma s maar ook voor het Landbouwbeleid in de toekomst minder geld beschikbaar zal zijn. Hierop lobbyen wij gezamenlijk met het rijk, alle provincies, gemeenten en waterschappen. Europa is belangrijk voor ons, is niet meer weg te denken. En niet alleen als medefinancier of instantie die de regels bepaalt. We praten mee waar we kunnen bijvoorbeeld in het Comite van de Regio s. We zijn lid van Europese netwerken, en werken samen met internationale partners. Ons bedrijfsleven en inwoners profiteren daarvan. We zijn aanwezig bij de Europese week van regio s en steden, wat vroeger de Open Days waren en onze ambtenaren zijn geregeld in Brussel te vinden en kennen er de weg.
Voor vandaag wil ik u veel plezier en wijsheid toewensen tijdens uw jaarvergadering.