Kanaalstenose-operatie bij vernauwing van het lendenwervelkanaal (lumbale laminectomie)

Vergelijkbare documenten
Kanaalstenose-operatie bij vernauwing van het lendenwervelkanaal

Neurologie. Lumbale laminectomie

Hernia-operatie van de rug

Cervicale laminectomie Het verwijderen van nekwervelbogen in verband met kanaalstenose (vernauwing van het wervelkanaal)

Hernia-operatie van de onderrug via de micro-tube techniek

Hernia-operatie van de rug

Lumbale laminectomie

Operatie bij een vernauwing van het wervelkanaal

Operatie bij een vernauwing van het lendenwervelkanaal

Tennisarm / Golfersarm

Hernia-operatie van de onderrug via de micro-tube techniek

Carpaal tunnelsyndroom

Hernia-operatie van de onderrug via de micro-tube techniek

Sluiten van het trommelvlies (Tympanoplastiek of Myringoplastiek)

Knieoperatie voorste kruisband

Snurken Snurken is het maken van een zagend, ruisend of brommend keelgeluid tijdens de slaap.

VERNAUWING VAN HET WERVELKANAAL IN DE ONDERRUG NEUROCHIRURGISCHE BEHANDELING

Cervicale spondylodese Het vastzetten van wervels in de nek

Hernia-operatie. Hoe wordt hernia behandeld?

Vernauwing van het wervelkanaal

Neurologie. Hernia-operatie van de rug

Lage rughernia Neurochirurgische behandeling

Operatie aan de neusbijholten

Besnijdenis of verwijdingsplastiek bij kinderen

Wat is een lumbale wervelkanaalstenose?

Het verwijderen van rugwervelbogen in verband met vernauwing van het wervelkanaal (kanaalstenose)

Laminectomie / lumbale kanaalstenose. Poli Neurochirurgie

Kijkoperatie van de knie

Operatie aan het wervelkanaal

Vernauwing van het wervelkanaal in de onderrug Neurochirurgische behandeling

Vernauwing van het wervelkanaal

Vernauwing van het wervelkanaal in de nek Neurochirurgische behandeling

Nazorg en leefregels na een operatie aan het wervelkanaal

Operatie aan een vernauwing van het lendenwervelkanaal

VERWIJDERING VAN EEN NIER VIA EEN OPEN OPERATIE

Spondylodese van de rug

Neurochirurgie Een operatie aan de rug

Patiënteninformatie. Opheffen van een lumbale kanaalstenose. Operatie van de lage rug bij een vernauwing van het wervelkanaal

Lumbale Laminectomie Het verwijderen van rugwervelbogen

Herniaoperatie en/of Laminectomie

Operatie van een lage rughernia of rugstenose

Hernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Dienst Orthopedie Stedelijk Ziekenhuis Roeselare LUMBALE KANAAL STENOSE WAARVOOR DECOMPRESSIE

Wat is een hernia Een hernia is een uitstulping van de

Spondylodese. Vastzetten van de wervels

Besnijdenis (circumcisie) of verwijdingsplastiek bij kinderen

Operatie bij een wervelkanaalstenose in de nek

Herniaspreekuur. Inleiding. Wat is een HNP?

Knieoperatie voorste kruisband

1 De wervelkolom Een hernia Het stellen van de diagnose Wanneer opereren? Een herniaoperatie... 5

Verwijderen van een niersteen uit de urineleider (of de nier) (URS)

Operatie bij een hernia

Een beknelde zenuw in de elleboog

Hernia in de borstwervelkolom

Verwijderen van de sternumdraden

WERVELKANAALSTENOSE LAMINECTOMIE

Laminectomie. Neurologie

Buisjes in de oren. 1. Waarom een operatie? 2. Hoe verloopt de opname

Cervicale spondylodese

Nekhernia. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Kromstand van de penis Voorbereiding Medicijnen Preoperatief spreekuur Nuchter zijn De opname

Operatie bij ulnaris neuropathie

Rugoperatie. Decompressie / Herniotomie / Laminectomie

Operatie bij vernauwing van de plasbuis

Een operatie bij uitzaaiingen in de wervelkolom

Littekenbreukoperatie

Nekhernia Neurochirurgische behandeling

Operatie bij een nekhernia

Prostaatoperatie-TURP

Operatie aan de elleboogzenuw

Littekenbreukoperatie

VP-drain / LP-drain Het plaatsen van een inwendige drain in verband met opeenhoping van hersenvocht

Verwijderen van prostaat weefsel via de buik (Millin)

Hernia-operatie in de nek

Port-a-cath (implanteerbaar poortsysteem)

Laminectomie of Interlaminaire decompressie

Vernauwing van het wervelkanaal (wervelkanaalstenose)

Prostatectomie volgens Hryntschak

Herniaoperatie. De tussenwervelschijven bestaan uit: een zachte elastische kern, die voor beweeglijkheid en demping van de wervelkolom

Operatie aan uiteinde sleutelbeen

Arthroscopie van de knie

Verwijderen van een blaassteen

Buisjes in de oren (bij kinderen)soms kan uw kind

Carpale tunnelsyndroom. Beknelling van de middelste zenuw aan de binnenkant van de pols

Operaties aan de lage rug

Opheffen van een vernauwing in de plasbuis

Operatie bij wervelkanaalvernauwing

informatie microtube techniek

Verwijderen van een nier via een kijkoperatie. Laparoscopische nefrectomie

WERVELKANAALSTENOSE LAMINECTOMIE

Verwijderen van lymfelieren in het bekken bij prostaat- kanker

De prostaatoperatie (TURP)

Verwijderen van prostaatweefsel via de urinebuis (TURP)

Een operatie voor het opheffen van een vernauwing van de urineleider Pyelumplastiek

Spondylodese van de rug

Het opheffen van een darmstoma

Zorg voor en na een rugoperatie

Urologie Verwijderen van een nier via een kijkoperatie / laparoscopische nefrectomie

Behandeling van hydrocefalus met drain

Orthopedie LUMBALE HNP-OPERATIE

Transcriptie:

Kanaalstenose-operatie bij vernauwing van het lendenwervelkanaal (lumbale laminectomie) In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten dat u wordt geopereerd in verband met een vernauwing van uw lendenwervelkanaal (= kanaalstenose). De operatie wordt in de medische taal ook wel lumbale laminectomie of decompressie genoemd. In deze folder leest u hoe deze operatie in Bernhoven wordt uitgevoerd. De operatie wordt bij u uitgevoerd door de neurochirurg. Vernauwing van het lendenwervelkanaal Vernauwing van het lendenwervelkanaal (gedeelte van het wervelkanaal onder in de rug) is een aandoening die tamelijk veel en vooral bij oudere mensen voorkomt. Mensen die hieraan lijden klagen over een moe of pijnlijk gevoel in één of beide benen. Er kunnen ook rugklachten zijn, al staan deze meestal wat minder op de voorgrond. Typisch voor klachten van de vernauwing is dat ze optreden na een eind lopen en na enige tijd staan; de pijn in de rug en in de benen wordt erger, de benen gaan doof aanvoelen en worden stuurloos. Het ouder worden gaat gepaard met "slijtage" van de wervelkolom. Dit is een normaal verschijnsel dat bij iedereen voorkomt, al is de mate waarin het optreedt, van persoon tot persoon verschillend. Deze slijtage (ook wel artrose genoemd), is eveneens bekend van het heup- of het kniegewricht. Als reactie op de artrose gaat het wervelbot woekeren, het wordt veel dikker waardoor het wervelkanaal nauwer wordt. Bovendien raken ook de elastische banden (gele ligamenten) verdikt, waardoor er binnen het vernauwde wervelkanaal nog minder ruimte overblijft voor de zenuwen die zich bevinden in de duraalzak die verder is gevuld met hersenvocht. Hoeveel ruimte er uiteindelijk overblijft, wordt verder bepaald door de mate van artrose en door de oorspronkelijke wijdte van het kanaal, die beiden van persoon tot persoon verschillend kunnen zijn. Figuur (A) Normale slanke wervel. Het wervelkanaal is wijd en driehoekig in doorsnede, de durale zak is normaal wijd met daarnaast de zenuwwortels. De bekleding met geel ligament is dun. (B) Door botaangroei en verdikking van het gele ligament is het kanaal smaller geworden en is er minder ruimte voor de passerende zenuwen. Operatie

Tijdens de operatie verwijdert de neurochirurg één of meerdere wervelbogen (of delen daarvan) om ruimte te creëren voor de zenuwen. Ook de verdikte elastische banden en overtollig weefsel dat het wervelkanaal vernauwt, worden weggehaald. Hierdoor komen de zenuwen weer vrij te liggen en nemen de pijnklachten in het been af. Resultaat Een operatie vindt plaats om de uitstralende klachten in het been te verminderen. Ongeveer 80% van de patiënten is tevreden over het resultaat van een dergelijke operatie op de beenpijn. Wanneer er vóór de operatie tevens rugpijn bestaat, kan deze pijn ook na de operatie aanwezig blijven. Een enkele keer kan na een geslaagde operatie op de langere termijn toch weer beenpijn optreden. Deze pijn wordt dan veroorzaakt door voortschrijdende slijtage, waardoor de zenuwen opnieuw beklemd kunnen raken. Meestal is dit op een andere plaats dan waar geopereerd is. Complicaties Zoals bij elke operatie kunnen er ook bij een lumbale laminectomie complicaties optreden. De kans hierop is echter gering. Complicaties die kunnen optreden, zijn: Een toename van de uitvalsverschijnselen (verlamming, incontinentie, gevoelsverlies) als gevolg van het vrijmaken van de zenuwen die enige tijd bekneld zijn geweest. Een ontsteking van de wond of van de tussenwervelruimte. Een nabloeding in het operatiegebied met blijvende neurologische uitvalsverschijnselen. Een gaatje in het ruggemergsvlies waardoor een lekkage van vocht ( hersenvocht ) kan optreden. Dit uit zich in hoofdpijn. In dit geval houdt de patiënt na de operatie enkele dagen platte bedrust, waardoor het lekje kan dichtgroeien en de hoofdpijn verdwijnt. Mogelijke problemen Bij elke operatieve ingreep bestaat een risico op problemen. Uw behandelend arts heeft mogelijke problemen al met u besproken. Als u hierover nog vragen hebt, kunt u deze aan uw behandelend arts stellen. Doof gevoel of verlies van kracht Een doof gevoel of verlies van kracht komt meestal door een geïrriteerde en gezwollen zenuw door de operatie. De irritatie wordt veroorzaakt door manipulatie aan de zenuwwortels die al lang in de knel hebben gezeten. Het dove gevoel en verlies aan kracht gaan meestal weer vanzelf over in de weken tot maanden na de operatie. Een doof gevoel of verlies van kracht, dat al voor de operatie bestond, vertoont meestal een minder goed of zelfs geen herstel. Vaak duurt het veel langer, voordat een eventueel herstel bemerkt wordt. Een doof gevoel kan onaangenaam zijn, maar het beïnvloedt het functioneren van het been niet. Nabloeding Een nabloeding komt zeer zelden voor. Het kan zich uiten doordat de wond erg dik en pijnlijk wordt in de eerste uren na de operatie of doordat de wond lang bloed of bloederig vocht blijft lekken. Soms kan, als gevolg van een nabloeding, druk op de zenuwen ontstaan. Hierdoor kunt u pijn, tintelingen en een doof gevoel en/of verlies van kracht in de benen ervaren. Wondproblemen Er kunnen op verschillende plaatsen wondproblemen ontstaan. Infectie van de wond

Dit kan het geval zijn als het litteken niet goed geneest of er steeds weer gelig vocht of pus uit de wond komt. Infectie van de tussen wervelruimte en/of de wervel Dit komt zeer zelden voor en geeft, als het optreedt, vooral veel last in de rug en/of de buik. Loslaten wondranden Als de wondranden een klein beetje loslaten kan dit geen kwaad en groeit het gewoon weer dicht. Loslatende wondranden kunnen echter duiden op een beginnende infectie. Als de wondranden over meer dan 1 centimeter loslaten, moet er op het verpleegkundig spreekuur Neurochirurgie naar gekeken worden. Lekkage hersenvocht Lekkend hersenvocht treedt op bij een paar procent van de geopereerde patiënten. Het kan ontstaan omdat het vlies om de zenuw(en) een kleine beschadiging oploopt. Hierdoor kan vocht dat zich om de hersenen, ruggenmerg en zenuwen bevindt, gaan lekken. Dit is meestal maar een heel klein beetje. Als het mogelijk is, wordt de beschadiging gehecht, anders wordt het op een andere wijze dichtgemaakt. Soms kunt u er (wat) hoofdpijn van hebben maar meestal is het gaatje zo klein dat u er geen last van hebt. Als er veel vocht weggelopen is, krijgt u het advies om ongeveer 1 liter vocht extra per dag te drinken en een paar dagen bedrust te houden. Instabiliteit van de wervels Na een lumbale laminectomie kan er een verhoogde beweeglijkheid van de wervels ontstaan, waardoor er weer last van rug of benen ontstaat. Vorming van littekenweefsel rond de zenuw Hierover bestaan vele misvattingen. Littekenweefsel ontstaat bij elke operatie en het levert meestal geen enkel probleem op. Tegenwoordig kan littekenweefsel met MRI-onderzoek soms zichtbaar gemaakt worden, waardoor een onbegrepen last al snel ten onrechte hieraan toegeschreven wordt. In enkele gevallen kan littekenweefsel problemen geven en de zenuw gaan beknellen. Terugkeer van klachten Het terugkomen van de klachten (een recidief), zoals bij een hernia, is in feite onmogelijk omdat het verwijderde bot niet weer aangroeit. Het weer optreden van de klachten wordt veroorzaakt door aangrenzende niveaus die bij de vorige operatie niet in aanmerking kwamen voor verruiming. De stenose is nu echter zover gevorderd dat een heroperatie nodig is om de nieuwe vernauwing te verhelpen. Hoe bereidt u zich voor? Opname Voor deze operatie wordt u doorgaans twee dagen opgenomen. Opname planning informeert u over de datum en het tijdstip en de verpleegafdeling waarop u wordt opgenomen. Ook wordt met u een afspraak gemaakt voor het spreekuur PPO (Preoperatief Poliklinisch Onderzoek). Op het spreekuur PPO heeft u een gesprek met een doktersassistente, een verpleegkundige en met de anesthesioloog (= de specialist die voor de verdoving zorgt).

Medicijnen Als u bloedverdunnende medicijnen (zoals marcoumar / fenprocoumon, sintrom / acenocoumarol of acetylsalicylzuur) gebruikt, moet u dit vooraf melden aan uw arts. In overleg met de behandelend arts wordt bekeken wanneer u het gebruik van deze medicijnen voor de operatie moet stoppen. Denk aan uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO) Het is voor ons belangrijk om te weten welke medicijnen u gebruikt. Daarom verzoeken wij u uw Actueel Medicatie Overzicht (AMO) mee te nemen naar het ziekenhuis. U moet dit AMO ophalen bij uw eigen apotheek, zodat uw AMO daar nog met u besproken kan worden. Bij ieder bezoek aan het ziekenhuis is een nieuw AMO nodig, ook als u nog maar kort geleden al in het ziekenhuis was. Want ook in korte tijd kan er toch iets in uw medicatie zijn veranderd. Zeker wanneer u met meerdere behandelaars te maken heeft. Het AMO is belangrijk voor uw veiligheid. Bijvoorbeeld om dubbelmedicatie te voorkomen. In sommige gevallen mogen medicijnen niet met elkaar worden gecombineerd. Het is belangrijk dat de arts een actueel overzicht heeft van de medicijnen die u gebruikt. Natuurlijk kan het ook gebeuren dat uw arts in het ziekenhuis niet naar uw AMO vraagt. Bijvoorbeeld omdat de medicatie niet veranderd. Maar dat weet u niet van tevoren. Daarom is een AMO bij ieder bezoek aan het ziekenhuis belangrijk. Wanneer u uit het ziekenhuis wordt ontslagen krijgt u een nieuw AMO mee, Als het nodig is, krijgt u daar een recept bij. We spreken dan over een AMO-R. Met dit AMO-R gaat u naar uw apotheek. Voor uw apotheek is het ook belangrijk te weten welke medicatie gewijzigd is, ook wanneer de medicatie gestopt is. De dag van de operatie Waar meldt u zich? Op de afgesproken tijd en dag meldt u zich nuchter bij de balie van verpleegafdeling B2 West, route 260. U volgt hierin het advies wat u bij de PPO heeft gekregen. Voorbereiding U krijgt op de afdeling operatiekleding aan. Het is niet toegestaan om tijdens de operatie eigen kleding te dragen. U krijgt van de verpleegkundige op de afdeling een pijnstiller en eventueel een slaapmiddel ter voorbereiding op de ingreep. Vervolgens wordt u op uw bed naar de voorbereidingskamer gereden. Op de voorbereidingskamer wordt een infuus in uw arm ingebracht. Via dit infuus krijgt u medicijnen en vocht toegediend. Verdoving De operatie vindt onder algehele verdoving (= narcose) of plaatselijke verdoving (via een ruggenprik) plaats. De keuze van de verdoving wordt in overleg met u bepaald. Eventuele vragen over de verdoving kunt u op het spreekuur PPO met de anesthesioloog bespreken. De operatie Daar waar het wervelkanaal verwijd moet worden, maakt de neurochirurg in de lengterichting een snee in de huid van ongeveer 5 tot 15 centimeter (afhankelijk van hoe groot de vernauwing is). Vervolgens legt de arts de spieren opzij waardoor de wervels vrij worden gelegd. Eén of meerdere wervelbogen worden (gedeeltelijk) verwijderd zodat ruimte voor de zenuwen ontstaat. Ook de verdikte elastische banden en overtollig weefsel dat het wervelkanaal vernauwt, haalt de arts weg. De spieren worden gehecht en weer op hun plaats gelegd. Ondanks het ontbreken van de wervelbogen, worden de zenuwen voldoende beschermd door de spieren.de wond wordt gesloten met hechtpleisters en bedekt met een pleister. U mag de hechtpleisters na 10 dagen verwijderen als deze er nog niet zijn afgevallen (meest gemakkelijk door ze even nat te maken). Duur

De operatie duurt ongeveer 45 tot 75 minuten. Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Hier worden uw bloeddruk, pols en ademhaling goed in de gaten gehouden. Zodra u weer goed wakker bent, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Op de verpleegafdeling: In uw arm heeft u een infuus. Het is mogelijk dat de arts een drain (slangetje) in de wond heeft achtergelaten, die is verbonden aan een opvangpot. Hierdoor wordt overtollig wondvocht dat na de operatie kan ontstaan, afgevoerd. In verband met de wondgenezing is het wenselijk dat u de eerste vier uur na de operatie plat op de rug blijft liggen met een dun kussen onder uw hoofd en soms een kussen onder de knieën. Na vier uur kunt u afwisselend op de linker- en rechterzijde gaan liggen. Zo nodig helpen de verpleegkundigen u daarbij. U mag weer eten en drinken. De verpleegkundige controleert regelmatig hoe het met u gaat door polsslag en bloeddruk te meten. Geef bij de verpleegkundige aan wanneer u pijn heeft of misselijk bent. Na vier uur geeft de verpleegkundige uitleg over het in en uit bed komen en mag u rustig in beweging komen (mobiliseren). Na zes uur wordt de eventuele wonddrain verwijderd. Ook moet u een keer hebben geplast. Gebeurt dit niet spontaan dan wordt de blaas met een slangetje (katheter) geleegd. Met name de eerste twee dagen na de operatie kunt u een stijf en pijnlijk gevoel in de rug hebben en een doof gevoel in het been of de voet ervaren. De zenuwpijn in het been en de bil is vaak direct verdwenen. Als de pijn niet direct verdwijnt, dan moet de pijn uit de zenuw slijten. Dit kan enkele weken duren. U krijgt gedurende uw opname dagelijks een injectie toegediend om trombose te voorkomen. Pijn in de benen Na de operatie voelt u wondpijn, waarvoor u pijnstillende medicijnen krijgt toegediend. De wond van de operatie kan enkele dagen tot weken gevoelig blijven. Bij sommige mensen duurt dit langer. Het kan voorkomen dat u in de eerste twee maanden na de operatie pijn in de benen voelt. Deze pijn kan per dag wisselen en wordt meestal veroorzaakt door irritatie van de zenuw. Het kan gebeuren dat de pijn pas na enkele weken optreedt door verkrampingen in de spiergroepen van de bil of in het been. Deze spierverkrampingen kunnen meestal verholpen worden door de pijnlijke plek een aantal weken intensief te masseren. Zwelling De zenuw kan de eerste 3 tot 5 dagen na de operatie zwellen als gevolg van irritatie tijdens de operatie. Dit kan pijn, dove gevoelens of tintelingen veroorzaken die na een week geleidelijk aan minder moeten worden. Dag na de operatie Vandaag mag u naar huis. U kunt douchen of zichzelf verzorgen aan de wastafel. Als dit problemen geeft, kunt u tips en adviezen vragen aan de verpleegkundige van de afdeling. De verpleegkundige controleert en verzorgt de wond. Verder krijgt u instructies over wat u wel en niet mag doen. (Meer hierover leest u verderop in deze folder).

Alleen in overleg met de verpleegkundige mag u tijdens het eten op een stoel zitten (3 keer 10 minuten). In overleg met de verpleegkundige mag u het lopen op de afdeling uitbreiden. In bed ligt u plat op uw rug of in zijligging. U mag starten met de oefeningen die u tijdens de voorlichting van de fysiotherapeut heeft gekregen (zie de afbeeldingen in deze folder). U gaat in de loop van de ochtend naar huis. Na thuiskomst kunt u nog gebeld worden door een medewerker van de polikliniek om nog met u te praten over hoe de operatie verlopen is en hoe het met u gaat. Naar huis Wanneer Wanneer u weer voldoende kunt bewegen en lopen gaat u naar huis. Van de ver pleegkundige krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikli niek en eventueel het verwijderen van de hechtingen. Ook krijgt u een verwijsbrief mee voor fysiotherapie voor verdere begeleiding. Werkhervatting Wat de gevolgen van uw aandoening en/of behandeling voor uw werk zijn, kunt u met uw specialist overleggen. Lichte werkzaamheden, zoals werken aan een bureau, kunt u na 6 à 8 weken hervatten. De eerste 1 à 2 weken begint u met halve dagen of enkele uren per dag. U moet hierbij goed opletten met bukken en tillen. De zwaardere werkzaamheden, zoals werk waarbij u veel moet tillen, mag u na ± 3 maanden weer hervatten. De specialist kan uw bedrijfsarts informeren over de ingreep. Om uw privacy te beschermen is uw toestemming nodig voor overleg tussen uw specialist en uw bedrijfsarts. De bedrijfsarts is degene die u begeleidt bij de terugkeer naar uw werk. Daarom is het belangrijk dat uw bedrijfsarts op de hoogte is van uw aandoening of behandeling. Het is goed om de bedrijfsarts al vóór de operatie, of in ieder geval zo snel mogelijk daarna te informeren. Dat maakt het gemakkelijker om tot goede afspraken met uw bedrijfsarts te komen. Adviezen voor thuis Algemeen Let op dat u geen verkeerde en onverwachte bewegingen maakt met uw rug, zoals voorover buigen en draaien. Bij het uitvoeren van oefeningen moet u goed doorademen en stoppen met de oefeningen als deze pijn doen. Zitten Zeker de eerste tijd na de operatie is het verstandig om niet te lang achtereen stil te zitten. Het is belangrijk dat u het lopen, zitten en liggen zoveel mogelijk afwisselt. Maak er een gewoonte van ieder (half)uur even rond te lopen. Het is raadzaam om op een stoel te zitten met een hoge rugleuning die zowel hoog als laag in de rug steun geeft. Daarnaast moet u voldoende zithoogte hebben, waardoor de benen naar uw gevoel op een natuurlijke wijze op de grond rusten. Liggen Zorg dat u niet op een bed slaapt dat doorzakt. Eventueel kunt u planken of een spaanplaat onder de matras aanbrengen.

Bukken Het is verstandig om tijdens het bukken door de knieën te gaan. Dit geldt met name als u iets zwaars op moet tillen. Zorg in ieder geval dat u uw rug recht houdt. Dit geldt ook voor het verrichten van werkzaamheden in een bukkende houding. Probeer zwaar tillen te vermijden. Huishoudelijk werk Het doen van licht huishoudelijke werkzaamheden, zoals afwassen, koffiezetten, tafel dekken etc., kunt u enkele dagen na uw operatie weer hervatten. Douchen Douchen is toegestaan. Dep na het douchen de wond droog en breng eventueel een schone pleister aan. Als de hechtingen of hechtpleisters zijn verwijderd, kunt u weer in bad gaan. De eerste vier weken is het beter om niet langer dan tien minuten in bad te zitten. De eerste twee weken is dit ook om te voorkomen dat de wond weer week wordt. Andere activiteiten In overleg met de fysiotherapeut mag u na ongeveer twee weken na de operatie weer fietsen. Omdat u bij het fietsen voorzichtig moet zijn met op- en afstappen is het verstandig om op een damesfiets te fietsen. In overleg met de fysiotherapeut / arts mag u na ongeveer twee weken na de operatie weer zelf een auto besturen (korte afstanden). In overleg met de fysiotherapeut mag u na ongeveer twee weken na de operatie weer zwemmen. Het is verstandig om te zwemmen, omdat hierdoor uw rug weer soepel en beweeglijk wordt. Seksuele gemeenschap is niet bezwaarlijk, mits u verstandig met uw rug omgaat. Problemen thuis Neemt u tijdens kantooruren contact op met de polikliniek Neurochirurgie of buiten kantooruren en in het weekend met de spoed eisende hulp, wanneer: onhoudbare pijn in rug of been; abnormale zwelling van de wond; opengesprongen wond; pus uit de wond; hoge koorts; toenemend krachtsverlies aan één of beide benen; verschijnselen van incontinentie (het ongemerkt laten lopen van de plas of ontlasting zonder dat u daar invloed op hebt gehad); of als u of uw fysiotherapeut het niet vertrouwt. Mocht het onverhoopt nodig zijn dat u naar de spoedeisende hulp van Bernhoven komt? Volg bij het ziekenhuis dan de borden 'Spoedpost'. Contact Polikliniek neurochirurgie 0413-40 19 53, route 150 Spoedeisende hulp: 0413-40 10 00 Vragen? Wanneer u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust aan de verpleegkundige, fysiotherapeut of uw behandelend arts.

Meer informatie Nederlandse Vereniging Van Rugpatiënten De wervelkolom Wanneer u geïnteresseerd bent in de ervaringen van lotgenoten, kunt u contact opnemen met de patiënten- en belangenvereniging: Nederlandse Vereniging Van Rugpatiënten De wervelkolom. Infolijn: 0900-784 46 36 Website: www.ruginfo.nl Secretariaat: Fregatvogel 14 3435 VC Nieuwegein Bovenstaande informatie is geschreven samen met artsen en (gespecialiseerd) verpleegkundigen van de genoemde afdeling(en). De afdeling communicatie & patiëntenvoorlichting verzorgt de eindredactie van deze folder. Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze folder? Belt u dan met de genoemde afdeling(en) of stuur een e-mail naar PatiëntService, psb@bernhoven.nl. Bernhoven Nistelrodeseweg 10 5406 PT UDEN Ga naar www.zorgkaartnederland.nl Postbus 707 5400 AS UDEN T: 0413-40 40 40 E: communicatie@bernhoven.nl I: www.bernhoven.nl Code: Datum gewijzigd: donderdag 30 november 2017