Rapport Datum: 20 november 2012 Rapportnummer: 2012/186

Vergelijkbare documenten
Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. Datum: 24 juni Rapportnummer: 2011/196

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Onderzoek naar een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Heerlen. Datum: 31 augustus 2016 Rapportnummer : 2016/080

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Rapport over een klacht over Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid uit Dordrecht. Datum: 23 december Rapportnummer: 2011/367

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van het College voor zorgverzekeringen. Datum: 10 mei Rapportnummer: 2012/078

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de gemeente Tilburg. Datum: 21 september Rapportnummer: 2012/153

Rapport. Datum: 13 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/165

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/248

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Utrecht. Datum: 1 oktober Rapportnummer: 2013/133

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Losser. Datum: 15 augustus Rapportnummer: 2011/246

Rapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant (de burgemeester van Tilburg).

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Rapport. Datum: 21 januari 2005 Rapportnummer: 2005/020

3. Op 26 juni 2007 diende verzoekster een klacht in omdat zij tot op dat moment het verschuldigde bedrag nog niet had ontvangen.

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Een onderzoek naar het al dan niet openbare karakter van. parkeerplaatsen. Publicatiedatum: 15 oktober Rapportnummer: 2014 /14 0

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/143

Rapport Datum: 22 mei 2013 Rapportnummer: 2013/051

Rapport. Datum: 16 mei 2003 Rapportnummer: 2003/124

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Eemnes. Datum: 12 mei Rapportnummer: 2011/144

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Halderberge. Datum: 24 mei Rapportnummer: 2013/057

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Emmen. Datum: Rapportnummer: 2012/067

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Datum: 23 december 2004 Rapportnummer: 2004/489

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048

Rapport. Datum: 13 november 2007 Rapportnummer: 2007/254

Rapport. Rapport over een klacht betreffende de Voedsel en Waren Autoriteit uit Den Haag. Datum: 4 mei Rapportnummer: 2011/131

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Wateroverlast na werk aan het riool Gemeente Zaanstad Dienst Wijken

Rapport. Rapport betreffende een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 9 mei Rapportnummer: 2012/077

Zij klaagt er voorts over dat de SVB de schade en kosten die het gevolg waren van de werkwijze van de SVB niet aan haar wil vergoeden.

Rapport. 2014/095 de Nationale ombudsman 1/9

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie ressort 's-gravenhage te Den Haag. Datum: 17 juni Rapportnummer: 2013/065

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 7 november 2007 Rapportnummer: 2007/245

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november Rapportnummer: 2011/346

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de Immigratie- en Naturalisatiedienst en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. Datum: 28 februari Rapportnummer: 2011/066

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/124

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Datum: 23 juni 2004 Rapportnummer: 2004/248

Rapport. Vergoeding griffierecht na bijna één jaar uitbetaald. Oordeel

Rapport. Datum: 5 januari 2010 Rapportnummer: 2010/001

Rapport. Datum: 29 maart 2002 Rapportnummer: 2002/093

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de provincie Zuid-Holland te Den Haag. Datum: 6 december Rapportnummer: 2013/182

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/267

ke/- ombudsman de Nationale De Gemeenteraad van Delft T.a.v. contactpersoon Nationale ombudsman De heer mr. R. Verduijn Postbus ME DELFT

Telefoon (070)

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Verzoekster klaagt erover dat de Informatie Beheer Groep (IB-Groep):

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

Rapport. Datum: 18 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/228

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/093

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 30 november Rapportnummer: 2012/192

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman.

Rapport Datum: 2 mei 2011 Rapportnummer: 2011/134

Rapport. Rapport over een klacht over de Provincie Noord-Holland. Publicatiedatum: 23 september Rapportnummer: 2014 /124

Rapport. Datum: 1 december 2010 Rapportnummer: 2010/338

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Rapport. Datum: 31 december 2002 Rapportnummer: 2002/399

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/259

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/365

Rapport. Datum: 20 juni 2007 Rapportnummer: 2007/126

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de directeur Belastingdienst/Zuidwest uit Roosendaal. Datum: 1 juni Rapportnummer: 2011/163

Rapport. Rapport over een klacht over de beheerder van het regionale politiekorps Flevoland. Datum: 4 maart Rapportnummer: 2011/078

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/245

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Afsluiting / herinrichting Breestraat

Rapport. Datum: 10 februari 2003 Rapportnummer: 2003/030

Een onderzoek naar de handelwijze van het college van burgemeester en wethouders van Zeist bij de verkoop van een groenstrook.

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Heerlen. Datum: 9 augustus Rapportnummer: 2011/244

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Zuidplas. Datum: 4 oktober Rapportnummer: 2013/141

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het CAK Bijzondere Zorgkosten b.v. uit Den Haag. Datum: 15 augustus Rapportnummer: 2011/250

Beoordeling Bevindingen

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Rapport. Datum: 12 juni 2006 Rapportnummer: 2006/210

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Rapport. Openbaar Klacht over UWVWerkbedrijf uit Amsterdam. Datum: 29 juli Rapportnummer: 2011/217

Rapport. Rapport over een klacht over Belastingsamenwerking Rivierenland te Tiel. Datum: 23 juli Rapportnummer: 2013/092

Rapport. Datum: 15 april 1999 Rapportnummer: 1999/180

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Beesel. Datum: 11 maart Rapportnummer: 2011/086

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.

Rapport. Datum: 19 augustus 1999 Rapportnummer: 1999/357

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Transcriptie:

Rapport Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Neerijnen Datum: 20 november 2012 Rapportnummer: 2012/186

2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het college van burgemeester en wethouders van Neerijnen haar verzoek om vergoeding van de schade aan haar woning heeft afgewezen zonder eerst een adequaat onderzoek te doen naar de feiten en omstandigheden die tot haar schade hebben geleid. Bevindingen De situatie Verzoekster en haar gezin wonen in de dorpskern van Tuil, aan een weg die door de dorpskern leidt. Voor deze weg geldt een rijverbod voor zwaar vrachtverkeer. De afstand van de weg tot aan de voorgevel van verzoekster woning is tien meter. De afstand van de voorgevel tot aan de nabijgelegen (doorgaande) provinciale weg is 48 meter. De verzoeken om maatregelen In verband met de ontwikkeling van een nieuwe woonwijk in het dorp wees verzoekster de gemeente er per brief van 19 oktober 2008 op, dat was uitgesproken dat zwaar bouwverkeer door de dorpskern niet gewenst was en dat er nog vóór met de bouw zou worden begonnen een bouwweg zou worden aangelegd. Verder schreef zij dat indien aan die toezegging geen gevolg zou worden gegeven, er voorzieningen zouden moeten worden getroffen om eventuele trillingsschade door passerend zwaar bouwverkeer te kunnen meten. De gemeente bevestigde de ontvangst van deze brief op 28 oktober 2008. Verzoekster zond de gemeente op 4 maart 2009 een brief waarin zij herinnerde aan het uitblijven van een reactie op haar brief van 19 oktober 2008 en aandrong op maatregelen tegen hard rijdend bouwverkeer in het belang van de schoolkinderen die de weg gebruiken, waarbij zij verwees naar een recent ernstig ongeval. Volgens verzoekster bevestigde de gemeente de ontvangst van deze brief op 11 maart 2009, maar bleef een inhoudelijke reactie uit. De rappels en nieuwe meldingen Volgens verzoekster zijn haar voorstellen voor een duidelijker bewegwijzering naar de bouwweg nooit opgevolgd. In de loop der tijd is er meer dan eens contact opgenomen met de gemeente om te melden dat zwaar verkeer hijskranen, transport van prefab-wanden en betonnen funderingen af en aan rijdt, en daarnaast nog betonwagens en de aanvoer van zand- en bouwmaterialen. Zo mailde zij de gemeente op 25 oktober 2011 over nieuwe scheuren in de muur van haar keuken, met een herinnering aan haar verzoek van 19 oktober 2008 om een voorziening te treffen. Op 17 november 2011 mailde zij de gemeente een foto van een op de weg geparkeerde dieplader met bouwmateriaal, ondanks het bord "verboden voor vrachtverkeer".

3 Het verzoek om een oplossing voor de schade aan de woning Verzoekster stelde dat de trillingen als gevolg van passerend bouwverkeer tot in haar woning voelbaar zijn en dat kleine scheuren aan de buitenzijde van het pand inmiddels veel duidelijker zichtbaar zijn geworden. Zij schreef de gemeente hierover per brief van 22 november 2011, met het verzoek om met een voorstel voor een oplossing te komen, en met een verwijzing naar haar verzoek van 19 oktober 2008. De aansprakelijkstelling en de schadeclaim Verzoekster zond de gemeente en de projectontwikkelaar op 25 januari 2012 een brief, waarin zij verwees naar het recente bezoek van twee medewerkers van de gemeente. Deze medewerkers hebben volgens haar vastgesteld dat de scheuren in haar woning zijn ontstaan of verergerd als gevolg van te zwaar vrachtverkeer dat door de straat is gereden. Verzoekster vroeg zich verder af wat zij moest met het advies van deze medewerkers om "het goed in de gaten te houden", nu de gemeente van plan was om op korte termijn de weg af te sluiten voor zwaar verkeer. Verzoekster stelde, dat de kosten van haar schade betaald dienden te worden door veroorzaker, te meer nu zij al in 2008 de kwestie bij de gemeente aan de orde had gesteld. De projectontwikkelaar wees de aansprakelijkheid voor de claim per e-mail van 30 januari 2012 af, omdat het bouwverkeer volgens een afspraak met de gemeente bij de start van het project kort via onder meer verzoeksters straat was gereden, maar daarna direct via de eigen bouwweg. Het college van burgemeester en wethouders deelde verzoekster per brief van 8 februari 2012 onder meer mee, dat de aansprakelijkstelling in feite een beroep op de gemeente als wegbeheerder is en dat op grond van het Burgerlijk Wetboek (zie hierna, onder Achtergrond) er een risicoaansprakelijkheid is voor de gebreken aan de weg en een schuldaansprakelijkheid voor gebreken op de weg. Volgens het college betreft het hier de aansprakelijkstelling van de gemeente voor een gebrek aan de weg. Het college wees de aansprakelijkheid voor verzoeksters schade af. De medewerker wegbeheer had na inspectie vastgesteld dat het wegdek in goede staat verkeerde en dit blijkt ook uit een in 2011 verrichte inspectie van de Grontmij naar de staat van de wegen in de gemeente. De medewerker Bouw- en woningtoezicht gaf aan dat trillingen van wegverkeer hoogstwaarschijnlijk niet de oorzaak zijn van de scheuren en dat dit vaak wordt veroorzaakt door de constructie. Verder stelde het college dat de politie bij overtreding van het inrijverbod in verzoeksters straat diende te handhaven en dat de gemeente hier geen invloed op heeft. Tot slot stelde het college dat het aan verzoekster was om aan te tonen, bijvoorbeeld door middel van foto's vanaf 2008, dat de scheuren in haar woning erger waren geworden en

4 dat er een oorzakelijk verband is, bijvoorbeeld op basis van een schade-expertise. Standpunt verzoekster Verzoekster wees er nog eens op dat zij de gemeente al in 2008 had verzocht om een nul-meting van haar woning en dat de medewerker Bouw en woningtoezicht over de in 2011 ontstane schade wel degelijk had gezegd dat deze kon zijn veroorzaakt door zwaar verkeer. Verder stelde zij dat vanaf de start van het nieuwbouwproject vrijwel wekelijks met de gemeente had gebeld, niet om een incidenteel geval te melden, maar pas als er weer een hele week zwaar verkeer voorbij was gekomen. Standpunt college In reactie op de klacht en de in verband daarmee gestelde vragen deelde het college onder meer het volgende mee: Besluiten Op grond van het verkeersbesluit van 13 december 2005 is het vrachtverkeer niet toegestaan om gebruik te maken van de straat waar verzoekster woont en is de ANWB-bewegwijzering aangepast, zodat vrachtverkeer wordt omgeleid. Voorafgaand aan de vergunningverlening voor het bouwproject is overleg gevoerd met de projectontwikkelaar en afgesproken dat direct vanaf de provinciale weg een bouwweg voor het bouwverkeer wordt aangelegd. Op grond van het verkeersbesluit van 17 december 2002 geldt voor alle erftoegangswegen binnen de bebouwde kom, waaronder de straat waar verzoekster woont, een maximum snelheid van 30 km/u. Schade en schadeverzekering De gemeente heeft een doorlopende Casco all-risk-verzekering maar die was niet van toepassing op dit project. De verzekering van dit bouwproject is de zorg van de projectontwikkelaar. De gemeente heeft met de projectontwikkelaar overleg gevoerd over verzoeksters claim. De projectontwikkelaar wees alle aansprakelijkheid voor de gestelde schade af. De gemeente heeft de claim op haar zelf afgehandeld. Voor de beoordeling van de claim is afgegaan op het oordeel, kennis en ervaring van de desbetreffende medewerker. Deze heeft geen metingen of dergelijke verricht. Reactie op klachten en meldingen

5 Met de politie is overleg gevoerd over de handhaving van het inrijverbod, maar de politie heeft aangegeven dat dit geen prioriteit heeft. De gemeente heeft overwogen om het inrijverbod met fysieke maatregelen te ondersteunen, maar daar is tot dusver geen uitvoering aan gegeven omdat het vrachtverkeer geen overmatige overlast veroorzaakt. Verzoeksters brief van 2008 is niet bekend, maar naar aanleiding van haar eind 2011 ingediende klacht is met haar direct een afspraak voor een bezoek gepland. Van andere bewoners in verzoeksters straat zijn nooit klachten over geluid- of trillingshinder ontvangen. Reactie verzoekster In haar reactie op het standpunt van het college wees verzoekster er onder meer op dat er weliswaar ANWB-borden zijn geplaatst, maar die betreffen een verwijzing naar het kassengebied en zwaar bouwverkeer zal zich daar niet door aangesproken hebben gevoeld. Verder had de projectontwikkelaar verwijsborden voor het bouwverkeer in de berm van haar straat geplaatst, die pas na een melding bij de gemeente weer zijn verdwenen. Wat betreft de stelling van het college dat het aan haar was om het oorzakelijk verband met de scheuren in de muren aan te tonen wees zij er ten slotte op, dat zij dan al in 2008 foto's van alle muren had moeten nemen, voor het eventuele geval dat zich schade zou voordoen. II Beoordeling Het redelijkheidsvereiste houdt in dat overheidsinstanties de verschillende belangen tegen elkaar afwegen en dat de uitkomst hiervan niet onredelijk is. Om een goede afweging te kunnen maken is onder meer nodig dat een onderzoek wordt gedaan naar de relevante feiten en omstandigheden en op basis daarvan een weloverwogen beslissing wordt genomen. In dit geval gaat het om de wijze waarop de gemeente heeft gereageerd op een verzoek om een voorziening te treffen voor het geval dat zij een nadeel zou ondervinden van de activiteiten in verband met een bouwproject, waarbij de gemeente en een projectontwikkelaar zijn betrokken. Verzoekster vreesde dat haar woning trillingsschade zou kunnen oplopen als zwaar bouwverkeer gebruik zou maken van de weg waaraan zij woont. De gemeente heeft onderkend dat die weg daarvoor niet geschikt is en heeft een verbod ingesteld voor dergelijk verkeer, alsmede een afspraak gemaakt met de projectontwikkelaar voor een directe bouwweg, vanaf de doorgaande weg naar de bouwlocatie.

6 Verzoekster verzocht de gemeente per brief van 19 oktober 2008 om te reageren op haar verzoek om een voorziening. Volgens de gemeente is die brief niet bekend, maar uit de ontvangstbevestiging blijkt dat de brief wel is binnengekomen. Op 4 maart 2009 stuurde verzoekster de gemeente een herinnering, waar evenmin inhoudelijk op is gereageerd. Dat is niet juist. Een overheidsinstantie hoort vlot op brieven van burgers te reageren. Als een directe, inhoudelijke reactie nog niet mogelijk is, hoort een tussenbericht te worden gegeven, met een opgave van de termijn waarbinnen naar verwachting wel een inhoudelijk antwoord volgt. Daarvan is hier niet gebleken. Volgens verzoekster heeft zij ook nadien frequent, telefonisch en per e-mail, bij de gemeente melding gemaakt van zwaar bouwverkeer op de weg langs haar woning. Pas naar aanleiding van haar brief van 22 november 2011 heeft de gemeente contact met haar opgenomen. Dat is veel te laat. Verzoekster stelde de gemeente op 25 januari 2012 aansprakelijk voor de trillingsschade aan haar woning. Het college van burgemeester en wethouders wees de claim af, omdat de gemeente aan haar wettelijke verplichtingen als wegbeheerder had voldaan, immers het wegdek verkeerde in goede staat. Verder verwees het college naar het oordeel van een van de medewerkers van de gemeente die na een visuele inspectie van de woning oordeelde dat de schade hoogstwaarschijnlijk niet het gevolg was van trillingen van verkeer op de weg, maar veeleer lag in de constructie van de woning. Aan het standpunt van het college ontbreekt een overweging met betrekking tot verzoeksters vraag om ten minste een voorziening treffen om haar eventuele schade als gevolg van trillingen van passerend zwaar verkeer te kunnen vaststellen. Het betreft hier niet de verantwoordelijkheid van de gemeente als wegbeheerder, immers er waren maatregelen getroffen om zwaar verkeer van de weg te weren en bovendien viel op de staat van onderhoud van de weg niets aan te merken. Verzoekster heeft de gemeente veeleer willen benaderen als medeverantwoordelijke voor de uitvoering van het bouwproject, met het verzoek om te doen wat nodig is in het geval dat schade niet te voorkomen is. Of de gemeente ook verantwoordelijk is en of de gemeente aansprakelijk is voor eventuele schade was daarbij niet aan de orde. Zoals volgt uit de voorgaande overwegingen had op dit verzoek tijdig gereageerd moeten worden, en is dat ten onrechte verzuimd. Gelet op de "Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu" over trillingen en de bevindingen van de Nationale ombudsman in verband met onderzoek naar klachten over de trillingsoverlast (zie ACHTERGROND) kon het college ook niet volstaan met een verwijzing naar het oordeel van een medewerker op basis van een visuele inspectie. Alleen een onderzoek met daarvoor geschikte meetapparatuur kan uitwijzen of voldoende aannemelijk is dat schade aan een gebouw is veroorzaakt door trillingen van wegverkeer dan wel een

7 andere oorzaak heeft. Door te miskennen dat de gemeente niet afdoende heeft gereageerd op verzoeksters meldingen van schade door bouwverkeer is de reactie van de gemeente op haar schadeclaim in strijd met het redelijkheidsvereiste. In zoverre is de onderzochte gedraging van het college van burgemeester en wethouders van Neerijnen niet behoorlijk. Indien de gemeente tijdig op verzoeksters vraag had gereageerd had voorkomen kunnen worden dat zij in een onmogelijke bewijspositie is komen te verkeren. Daardoor is het haar in feite ook niet mogelijk om haar claim en een aansprakelijkstelling voldoende te onderbouwen. Deze overweging is aanleiding om het college een aanbeveling te doen. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van het college van burgemeester en wethouders van Neerijnen, is gegrond, wegens strijd met redelijkheidsvereiste. Aanbeveling Het college van burgemeester en wethouders van Neerijnen wordt in overweging gegeven om een deskundig onderzoek te laten uitvoeren naar de aard en de oorzaak van de schade aan verzoeksters woning en naar aanleiding van de uitkomst met verzoekster om de tafel te gaan zitten om met inachtneming van de Schadevergoedingswijzer van de Nationale ombudsman tot een redelijke oplossing te komen. Achtergrond 1. In de "Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu" van het Inspectoraat-generaal van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, hoofdstuk "Trillingen" (uitgave: maart 2005) staat onder meer, dat trillingen kunnen worden veroorzaakt door wegen en dat trillingen zich voortplanten via de bodem en zo hinder en eventueel schade kunnen opleveren aan gebouwen, zoals scheuren in de bouwconstructie. Voelbare trillingen treden meestal op in de omgeving van de bron, maar vrijwel nooit op grotere afstanden dan 250 meter. Bij de overdracht van trillingen is medebepalend de bodemgesteldheid (soort grond, lagenstructuur, grondwaterstand) en de specifieke bouweigenschappen. Per geval zal door middel van een gedegen onderzoek moeten worden vastgesteld of maatregelen moeten worden genomen.

8 2. De Nationale ombudsman ontvangt regelmatig klachten over de geluids- en trillingsoverlast van (zwaar) verkeer in woningen. Uit het onderzoek naar die klachten is onder meer naar voren gekomen dat een wegbeheerder die wijziging van de situatie op de weg overweegt, zoals bijvoorbeeld de aanleg van een verkeersdrempel, onderzoek doet naar de mogelijke gevolgen voor omwonenden. Daarvoor kan een rekenprogramma worden gebruikt. Een onderzoek naar de effecten van bestaande trillingsoverlast wordt uitgevoerd door meetapparatuur in de woning en op de gevel. Een voorbeeld van een dergelijk rapport is no. 2007/291 van 4 december 2007, dat is te vinden op www.nationaleombudsman.nl.